Alle boeken van Ann Driessen

Alle boeken van Ann Driessen
Posts tonen met het label kunst. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kunst. Alle posts tonen

donderdag 1 februari 2024

HUN ENSOR EN MIJN ENSOR...

Ensor is van hen, maar ook een beetje van mij. Van hen, daarmee bedoel ik Oostende en Antwerpen. In Oostende woonde en werkte hij, die stad inspireerde hem. In Antwerpen, in het KMSK, hangt de grootste collectie Ensorwerken. Maar hij is ook van mij, door zijn zeezichten, zijn Intrede, zijn graf, zijn huis, zijn collectie… in 1985, 3003, 2006, 2022, 2022 en 2024.

Winter of herfst 1985: Mariakerke


Mijn liefde voor zijn werk - later ook voor hem - begon in 1985, bijna 40 jaar geleden. Ergens tussen Middelkerke en Mariakerke, ongeveer ter hoogte van domein Raversiyde. Het was winter of herfst, en periode zonder toeristen. Het zeezicht greep me zo aan dat ik mijn auto stopte, parkeerde en staarde. Ik zag en voelde ik wat James Ensor daar moet hebben gevoeld, nl. de zee in al haar schoonheid: haar onopvallend pastelkleurenpalet, haar chaotische beweeglijkheid, haar ongekende diepte en verte, haar ondoorgrondelijkheid, haar verassende wendingen en onontdekte geheimen. Ik krabbelde iets op papier, maar dat schrijfsel vond ik (nog) niet terug.

Wist ik toen al dat Ensor een fan was van zeezichten? Oostende was alleszins zijn inspiratiebron. De badstad, de haven, de oneindige zee, de schepen. Ik moet toegeven dat mijn liefde van toen, voor zijn zeezichten, nu overhelt naar zijn figuren, gedrochten, maskers.

Juli 2003: Paul Getty Museum, Los Angeles.

Op reis in California, met een stop in het Paul Getty Museum in LA. Wat ik niet verwachte, gebeurde: ik kwam opeens - ik wist dat vooraf niet, maar had dat moeten weten - een van zijn meesterwerken tegen: ‘De Intrede van Christus in Brussel’ uit 1889. Waaw. Die personages, die kleuren, die expressie, dat gespot op een doek van 2,5 m op 4,3 m. Het lijkt een aanklacht tegen van alles en nog wat: kerk, staat en justitie, kleinburgerlijkheid, hypocrisie, sterfelijkheid, gewone burgers, werkende mensen. Een stoet van maskers, tronies, clowns en karikaturen. Het schilderij hing niet opvallend centraal of in de kijker, en dat vond ik toen, 21 jaar geleden, wel jammer. 

Mei 2006: het graf op het kerkhof in Mariakerke bij Oostende.


Onvergetelijk, dat graf in Mariakerke bij de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Duinenkerk, tijdens de kunstroute Beaufort 2006. Niet zozeer om zijn graf. Neen. Ik was gefascineerd door de spin die het beschermde. De spin van Louise Bourgeois (Een ander exemplaar van haar bewonderde ik in Bilbao in 2014 aan het Guggenheim Museum). Ik was er weg van, ik, die spinnen haat, vermijd, ontvlucht… door een mengelmoes van angst en afkeer. Die spin op, of beter, over het graf van James Ensor! Wat een beeld… 

Willy Van den Bussche was commissaris-generaal van Beaufort 2006, was een aanspreekbare en aangename gesprekspartner, toen ik hem mocht interviewen als conservator van het Permeke Museum in Jabbeke.

Een spin staat symbool voor o.m. bereidwilligheid, creativiteit, krachtige energie, geduld, maar ook voor de duistere kanten van het leven. En ook die had Ensor. Zijn minder fraaie kantjes leerde ik veel later kennen, door zijn huis, een folder en een documentaire. Het graf blijft de spin verdween. Het kerkhof is gelukkig beschermd erfgoed, mede dankzij Ensor. Jaarlijks is er in april een Ensorherdenking. 

Februari 2011: Het Ensorhuis, Vlaanderenstraat 27, Oostende.

Echt, door de kamers dwalen - na de eerste stop in een authentiek souvenirwinkelinterieur - waar deze kunstenaar leefde, schilderde, bezoekers ontving uit alle mogelijke creatieve sectoren: kunstenaars en schrijvers, het geeft je een blik achter zijn schermen, zijn kunst en zijn gezichten, maskers, skeletten, gedrochten, schepselen, figuren… Zijn hoed en jas hangen aan de kapstok alsof hij net kan binnenkomen en je eigenhandig loodst door zijn salon en eetkamer om er het originele meubilair te tonen, zijn piano, foto’s, reproducties en de maskers in kasten en op tafels.

Oktober 2022 en januari 2024: het KMSK in Antwerpen


Ensor in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. Een zaal vol schilderijen, tekeningen. Indrukwekkend. Zijn krasse koppen ook. Het KMSK heeft, jawel, de grootste collectie Ensorwerken ter wereld. Laat je verrassen door zijn zeezichten, zijn grimmige figuren… en ook door de rest van dat museum! Daar en op alle andere plaatsen (ook in werd het me duidelijk: Ensor was een man met talenten en ideeën, fantasierijk en creatief, maar ook - volgens kenners - een opschepper, showbeest, leugenaar, dwarsligger, ruziemaker en anarchist. Hij noemde zichzelf ook zot, dwaas en boosaardig. 

Daarom en vandaar: dit Ensorstuk in dit Ensorjaar. Voor Ensor, die ik niet vergeten kan.

Bronnen: Folder Ensorhuis, website KMSK Antwerpen,  ‘Het Ensorhuis’ (Uit in Vlaanderen), ‘Het Oostende van James Ensor’ (Hans Hoekstra), Wikipedia, ‘Ensor en de avant-garde’ (MMK Oostende), KMSK Antwerpen.

#ensor #jamesensor #oostende #ksmk #antwerpen #zee #maskers #huis #ensorhuis #zeezicht #spin #graf #museum #paulgetty


woensdag 24 mei 2023

DAVID, EEN VENT UIT EEN STUK!

David. Een onvergetelijke vent. Wat een uitstraling! Wat een man! Niet te dik niet te dun. Een brok rust én energie tegelijkertijd. Je voelt die gewoon als je voor, naast, achter of onder hem staat. Wat ik deed, in april, in Firenze. En dat terwijl die kerel enkel en alleen een stevig stuk marmer is! Ongelooflijk. Ik kon hem zien, bewonderen, bijna aanraken… en nog straffer: ik bezocht de marmergrot waaruit zijn maker Michelangelo het basismateriaal voor zijn, deze creatie haalde!

Zijn David, mijn David, een levend brokstuk steen! Maar door de Italiaanse grootmeester Michelangelo di Lodovico Buonarroti Simoni (1475-1564) zo vakkundig en artistiek bewerkt dat die David bijna leeft. Je verwacht elk moment dat hij stapt, beweegt, buigt…Wat een grootmeester die Michelangelo.

Als je bedenkt met welke materiaal en met welk gereedschap van die tijd hij dát heeft gepresteerd? Het lijkt dat nog een groter wonder. Kunstenaars van nu -geloof me, mijn bewondering voor hen blijft - hebben de meest gesofisticeerde technieken ter beschikking hebben… diamantboren, zagen, computers, enz. Hij een hamer en een beitel?

Dat ik voor ik hem ontmoette, die marmeren god, op de plaats kon stappen en rondkijken waar Michelangelo zijn basismateriaal haalde, in de marmergroeve in Carrara, vermenigvuldigde mijn admiratie voor artiest en beeld. Geen wonder, maar terecht dat de marmertoer in de buik van de groeve als eerbetoon de naam draagt van de schepper van David.

FANTISCRITTI

Vijftien 15 euro kostte me die onvergetelijke ervaring vanuit Miseglia-Fantiscritti tijdens de Marmotour. De 500 meter tunnelrit in busje van het lichte buiten naar het schemerige binnen (in de groeve), het blauwrozige lichtspel met onze schaduwen op de lang geleden bewerkte marmeren wanden, de bedrijvigheid in de veel lager geleden diepte waar met de allernieuwste methodes en boor- en zaagmachines en een minimale bezetting nog altijd marmer wordt uitgesneden, geladen en weggevoerd.

Op de plaats (of ongeveer) stappen en/of kijken waar de grootmeester van de prachtige man echt zijn basismateriaal, marmer, haalde… geloof me, dat doet iets met ene mens. Het bekijken, inspecteren, bewonderen van dat eeuwige kostbare natuurgesteente… het voelen, het beluisteren, aanraken… naast de naakte steile wanden, die belast zijn met eeuwige schoonheid, voelde ik me zeer klein en nietig, onbelangrijk…

Getooid met haarnetje en knalgele werfhelm… maar brokstukken vielen niet. De technische uitleg in het moeilijk Engels van onze Italiaanse gids ontsnapte me grotendeels. Verdorie ik had beter moeten luisteren en ‘het’ allemaal noteren: dat stuk geschiedenis, het uithalen, bewerken, vervoeren vroeger en nu van dat toch wel kostbaar goedje. Maar ik wilde niet noteren, ik wilde kijken, ervaren en dromen (deels door gebrek aan voldoende licht en mijn fotograafmanie moet ik toegeven). In mijn verbeelding zag ik mannen van 50 en 500 jaar geleden die de met volharding, inzet, moeite, tijd, ontberingen en armzalige levensomstandigheden hun marmerbrokken via ezels en karren kilometers ver naar het centrum van Carrara vervoerden.

Poseren bij de metershoge maar toch indrukwekkende gedeeltelijke kopie van ‘De schepping van Adam’ (het originele zag ik in de Sixtijnse kapel in Rome), even doen alsof we een brok van 1000 kg marmer opzij kunnen duwen en onze lichamen monsterschaduwen laten maken op de wanden. Het hoorde er ook bij. Wat ik onthield is dat de grijze marmer of de witte met grijszwarte aders naden erg in trek, duurder en gegeerd is, maar geef mij maar wit. Wit is altijd schoon.

Na afloop, uit de tunnel, konden we flaneren we, voor 3 euro, tussen beelden, karren, werktuigen (vooral hamers, steenbeitels en spieën), foto’s, stenen van het kleine openluchtmarmermuseum.

CAMPOCECINA

En dan vergeet ik bijna de rondritten, voor en na, rond Carrara met adembenemend uitzichten (Campocecina, Fantiscritti, Colonnato, Torano) om op verschillende hoogtes de variatie in groeven en activiteiten te zien. Stijgen en dalen, kronkelige smalle wegen (mijn maag protesteerde geregeld), imposante tunnels en bruggen, passerende kolossale vrachtwagens beladen met marmeren brokstukken, de opengereten natuur met witgrijze vlekken, marmeren kunstwerken, … Mijn man werd stilaan boos omdat ik hem onderweg met de auto, naar en van, op te veel plaatsen deed stoppen om groeven, bedrijfsterreinen, werkplaatsen van marmer in de verte en dichtbij te kunnen observeren (=bewonderen). Geen wonder dat bepaalde locaties voorkomen in de James Bond film ‘Quantum of Solace’ uit 2008, met Daniel Craig.

Nog een kers op de taart, naast het bezoek aan marmergroeve en aan de echte David? Een blitsbezoek aan Laboratorio Carlo Nicoli: veruit de bekendste marmerateliers van Carrara waar opdrachten uit heel de wereld binnenkomen en dito kunstenaars aan het werk waren met het herstellen, creëren van kleine en grote beelden en kopieën van beelden… Ze lieten me kort even verdwalen tussen hun en andere staande en liggende creaties…

Ja, David. Jou zal ik nooit vergeten. Ook niet je honderden kleine en grote kopies in alle kleuren en groottes in Firenze...


#marmer #carrara #david #michelangelo #italië #Michelangelomarmotour #Miseglia #kunst #arte #onvergetelijk 

woensdag 25 mei 2022

IK KEEK NAAR HEN EN ZIJ NAAR MIJ

Ik zag ze en ik was er weg van. Ik keek naar hen en zij naar mij. Onafgebroken, zonder te verpinken, zonder weg te draaien, te knikken of te groeten. De knappe koppen van Sint-Niklaas. Ik herinner het me nog alsof het gisteren was. Maar het was december, rond Sint-Niklaas en dan nog in Sint-Niklaas.

Met de trein uit Gent was op een wip en een snip in die stad met de bijzonder sympathieke kindervriendnaam. Ik moest een zieke in het ziekenhuis begeleiden bij een voor haar ingrijpend doktersbezoek. Mijn manie op tijd of liefst te vroeg te zijn, bezorgde me onverwacht een bijzonder moment, een unieke belevenis, een merkwaardige ervaring. Ik dwaalde zigzag richting ziekenhuis, likte aan etalages, hield halte op pleintjes, speurde - zoals altijd - naar speciale gevels en straatkunst tot ik een pijl ‘Museum’ zag. Altijd interessant om van je traject af te wijken en nog beter: een Museumpas op zak te hebben. Dat kostbaar spotgoedkoop kleinood heeft me trouwens al veel moois geboden in vele steden, in vele musea.
Dus blijgezind over mijn afwijkmogelijkheid stapte ik binnen voor een flitsbezoek in SteM Zwijgers-hoek. Nog een voordeel van mijn MP: in elk museum blijf ik wanneer ik wil, zolang ik wil en hoe dik-wijls ik wil! Ik flaneerde eerst door een expo, op mijn gekend hoog ritme, terwijl ik mijn stops zorgvul-dig koos. Naar de vaste collectie? Waarom niet. Nog ongeveer 15 minuten over.

KNAPPE KOPPEN

Ik was amper enkele kasten voorbij of daar stond ik voor hen. Oog in oog. Het deed me wat. Ik stond werkelijk aan de grond genageld. Die serene gezichten… Ze spraken zonder iets te zeggen. Ze bewogen niet. Ik keek naar hen en zij naar mij. Ze keken me aan zonder te verminken, te knikken of te groeten. Zij staarden me aan. Die knappe koppen. Vredig, vriendelijk en hoofs. Waarom moest ik opeens denken aan de indrukwekkende toespraak van Multatuli tot de hoofden van Lebak uit ‘Max Havelaar’? Wat probeerden deze dames me te vertellen? Hoe en wanneer ze leefden? Welk verdriet en vreugde hen overviel. Ik stond en keek naar hen. Ik bleef gewoon kijken.

WASSEN BEELDEN

Ik kreeg ze, ook weken later (en nog altijd!), niet uit mijn gedachten. Ik wilde meer over hen weten, wie ze waren, waarom ze daar waren en hoe ze in Sint-Niklaas belandden. Dus zocht en vond ik de ideale en daarbij aanspreekbare, bereidwillige uitlegger: Gerald Delvaux, STeM-collectiebeheerder. De wassen beelden, vrouwenbustes uit het begin van de 20ste eeuw, zijn - deels - een creatie van Parijse kunstenaar Pierre Imans, een expert in wassen hyperrealistische mannequins. Die man was een krak in was door zijn creaties met echt haar, wenkbrauwen, glazen ogen en porseleinen tanden. Hij was 100 jaar geleden ook ver vooruit op zijn tijd met zijn genderneutrale, gekleurde, hetero- en lesbo-exemplaren…
Wat een geluk dat Sint-Niklaas midden jaren 80 deze collectie knappen koppen van privéverzamelaar Raymond Resmann kon kopen. Ze maken nu deel uit van de collectie ‘Barbierama’ rond kapper, haar- en lichaamsverzorging. 
Ga kijken en laat u verwonderen, ontroeren en betoveren. Net als ik.

donderdag 13 februari 2020

IK HEB IETS MET VAN EYCK


Voor de derde keer ‘viel’ ik voor Van Eyck. De eerste keer was dat ongeveer 45 jaar geleden, door mijn vader. De tweede keer gebeurde dat door een Leuvense antiquair, 8 jaar geleden. De derde keer gisteren: toen ik ging kijken naar de expo ‘Van Eyck. Een optische revolutie', in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Gent.

1975 EEN EERSTE KEER
Rond 1975 was het de droom én de wens van mijn vader, architect-volkskundige-kunstminnaar, het talent van Jan Van Eyck te tonen. En dat deed hij met een team, in het onbekende en onooglijke dorp As, waar wij toen woonden. Ik herinner het me alsof het gisteren was: die Van Eyck tentoonstelling in het gerestaureerde Sint-Aldegondiskerkje. Het waren, natuurlijk, geen originelen maar prachtige, verbluffend getrouwe reproducties achter glas. Ze waren het werk van de Gentse priester Alfons Dierick en zijn nu in het bezit van U Gent en op aanvraag te zien. 
Mijn vader stopte me een vergrootglas in de hand zodat ik de kleinste details kon ontdekken: het haar van de engelen, de plooien in Maria’s gewaad, de haast tastbare stoffen, de lichtweerkaatsing in edelstenen, de subtiele gelaatskleuren, de levendige figuren en landschappen. 

Echt overdonderd en gefascineerd was ik erdoor. Wat een vakmanschap voor een Vlaming uit de 15de eeuw. Ik was vooral fan van het dubbelportret van de Italiaanse koopman Arnolfini en zijn vrouw: hun handen en haar, haar groene jurk, de spiegel en dat hondje! Onvergetelijk, al zag ik het 40-45 jaar geleden! Hoe dat komt? De combinatie van artistieke schoonheid en vakmanschap met hemelse muziek maakte een onvergetelijke indruk: mijn vader zorgde dat je Van Eyck kon bewonderen in gezelschap van de hemelse klanken van J.S. Bach.

In 2000, na de dood van Dierick, schreef hij naar diens zus: ‘We waren hechte vrienden door en rond Van Eyck’. Hij vond dat Dierick niet de waardering en erkenning kreeg die hij verdiende. Mijn vader bewonderde zijn opzoekingen, zijn kennis, zijn kunde en zijn fotografie over deze Vlaamse schilder. ‘Hij leefde voor Van Eyck’ schreef hij, en zijn liefde voor Van Eyck deelden ze. ‘Hij verrijkte mijn leven’. Het mijne dus ook. In zijn dagelijks gebed dankte hij Alfons Dierick omdat die man hem de liefde voor Van Eyck bijbracht. Ik bid niet, maar dank mijn vader voor hetzelfde gevoel.

2012 EEN TWEEDE KEER
In 2012, viel ik voor de tweede keer voor deze Vlaamse kunstschilder, net voor de start van de restauratie van zijn meesterwerk ‘Aanbidding van het Lam Gods’. Door de Leuvense antiquair Cor Engelen en Van Eyck kenner, ontdekte ik vreemde details die, zo meende Cor na grondig onderzoek, niet bij Van Eyck of diens tijd pasten. Ik ga met hem dat altaarstuk herontdekken en onderzoeken wat de grondige restauratie aan het licht bracht... 

2020 EEN DERDE KEER
Gisteren mocht ik de overzichtstentoonstelling bezoeken in het Gentse Museum voor Schone Kunsten. Opnieuw ‘viel’ ik voor Jan. Het aantal getoonde werken van hem is niet groot, een 20. De rode draad zijn de 8 prachtige gerestaureerde buitenpanelen van het Lam Gods (het altaarstuk hangt terug in de Gentse kathedraal). Die zijn aangevuld met werk uit Wenen, Berlijn, New York, LA, Washington, VK, en Madrid, ook met (latere) kopieën (o.m. Coxcie), met werk van Italiaanse en Vlaamse tijdgenoten (o.m. Fra Angelico, Veneziano, Quinten Matsijs). Niemand van die tijd, blijkt zijn kunde te evenaren. Er zijn ook miniaturen, polychrome beelden, fijne sculpturen (o.m. meester van Rimini).

Wat een feest voor de ogen, die collectie! Met audiogids én vooral als je gids een gepassioneerde verteller is. Ik luisterde en keek er met vier. Wat een luxe. Ik hing aan hun lippen om niets te missen over dat grote talent: over zijn kleuren, waarheidsgetrouwheid, dieptezicht en achtergrondtaferelen, over zijn natuurgetrouwe weergave van bv. rotsen, lelies en vogels en hun symboliek, zijn geperfectioneerde olieverftechniek, over lichtinval en schaduwen en nooit eerder geziene details, over vergeelde vernislagen, loszittende verfdeeltjes, retouches en zijn handtekeningen.

Ja, ik was voor de derde keer ‘verkocht’. Vooral door zijn heldere en frisse kleuren, zijn levensechte portretten, zijn verbluffende weergave van albasten beelden die uit hun lijsten schijnen te stappen. Het restauratiebudget en - tijd zijn ruimschoots overschreden, maar het is het waard. Ik had het liefst met mijn neus op de schilderijen gezeten: dat mocht en kon niet. 

‘Als je met de neus op zijn werken staat, zie je pas echt hoe fantastisch gedetailleerd Van Eyck kon schilderen’ hoorde ik eerder Johan Desmet van het MSK verklaren. Maar de op oppassers deden hun job. Jammer. Mijn favorieten? De man met de blauwe kaproen, de heilige Franciscus bij een rots die zelfs geologen boeit, de delicate Heilige Barbara, engelen… Jammer dat bv. naast de prachtige panelen van het echtpaar Vydt-Borluut - die roze jurk van haar! - geen kopie hing van hoe het vroeger was. Voor en na samen, dat zegt meer.
‘Nadat je die hebt gezien kijk je met andere ogen naar de dingen’, zei Desmet. Misschien is dat wat ik al in 1975 van deze meester leerde en wat ik in mijn schrijfwerk probeer: laten zien wat hij me liet zien: details die het leven maken en vullen…

Informatie?
- Sint-Baafskathedraal
- KMSK: Van Eyck, een optische revolutie (tot 30/4)
- Sint-Niklaaskerk: tot 1/11: ‘Lights on Van Eyck’, een multimediaal licht- en klankspektakel van 30 minuten
- Kijk ook op: http://closertovaneyck.kikirpa.be.

Tips?
- Kies een dag en uur dat het niet te druk is. De meeste kunstwerken zijn niet zo groot
- Lees vooraf iets over Van Eyck of volg vooral een lezing.
- Neem een foto mee van vroeger mee om voor en na te vergelijken.
- Fotograferen is verboden
- Neem een audiogids of - nog beter - een echte gids!

Het is de grootste Van Eyck-expo ooit. 
Ga die dus zien en word een fan, net als ik. 
Een ticket is wel duur: 25/28/22 euro. 
Voor ‘Rubens en Van Dyck’ in Boedapest betaalde ik de helft...

dinsdag 23 oktober 2018

EEN FAN VAN LUCAS DE MAN

Ik ben een fan van Lucas De Man en zijn programma ‘Kunstuur’. Ik neem alle uitzendingen op. Want hij toont en vertelt over bijzondere kunstenaars en bijzonder werken. Een bijzonder mens ook, deze man De Man met wortels in Roeselare: hij is een ‘creator’ wat staat voor cultureel ondernemer, regisseur, artiest… een spring in ’t veld ook. Een man die alles kan punt.

Verwacht geen ellenlande academische uiteenzettingen, maar klare soms zelfs poëtische taal en een vleugje humor. In een handomdraai leer je een kunstenaar/kunstenares en zijn/haar werk (beter) kennen. 

Ik heb al van vele uitzendingen genoten en iets opgestoken. Door ‘Kunstuur’ van AVRO Tros en Lucas De Man leerde ik de mysterieuze Marina Abramovic kennen met haar aangrijpende kunst, een opmerkelijke woontrend ‘Tiny houses’, het ongelooflijke strandbeest van Theo Janssen, kreeg ik meer details over het geheim achter Mona Lisa, herontdekte Marc Quinn, werden de standpunten van Ai Weiwei duidelijker, maakte ik kennis met de wonderbaarlijke ‘Rain Room’ van Random International, de kleurenpracht van Jenny Holzer, het reusachtige rode wollen web van Chiharu Shiota, de interessante tweelingzussen Liesbeth en Angelique Raeven, de fascinerende kinetische kunst van U-Ram Shoe en nog zoveel meer. 
Door hem en zijn uitzendingen kreeg ik nog meer zin in kunst in, veel meer. En ik beleefde vooral mooie, intense momenten bij het zien van zoveel creativiteit. Vanfdaag sta ik voor een moeilijke keuze: gaan luisteren-kijken naar duizendpoot Lucas De Man of naar de boekenkeuze van ‘Belezen Wetenschappers’ van UGent. 
Kon ik me toch maar af en toe in twee delen! 
Grrrrrr. Hmm.
Ik ga voor en naar De Man, als ik kan…


ps. Wil je de uitzendingen nog zien? Kijk op: https://www.avrotros.nl/kunstuur/home/

vrijdag 14 september 2018

ODE AAN OOSTENDE

Wat heb ik genoten van Oostende, haar strand, haar zee, haar overzetboot, haar restaurants, haar huizen, haar winkels, en zoveel meer. Vier dagen kon ik in de zomer de Gentse hitte ontvluchten. Dat was echt nodig want ik kon niet meer ademen, slapen of schrijven. Ik kon niet meer wandelen of bewegen. Ik kon niets meer. Lam en lamlendig was ik, tot ik naar zee mocht. Vier dagen. Vier dagen warmte, maar ook lucht. Ik heb van u genoten Oostende, van uw strand, van uw zee, van uw luchten en lichten, zelfs van uw zandkastelen en van uw vuurwerk… 

Mooie herinneringen heb ik aan mijn jaarlijkse vakantie als kind daar, in een pensionnetje annex rusthuis in de Capucijnenstraat, links van de kerk, geleid door mijn oude maar altijd lachende tante Martha. Met broers en zussen op een kamer voor 6 tot 8 personen. Soms in een kamer verder ook Hilde en Monique, Leentje en Michel, of Tony en Christine, tante Ghislaine en nonkel Camiel. Allemaal familie. Geen laken, geen bedsprei, geen bed en geen handdoek was hetzelfde. Dagelijkse kost, zonder franjes. We aten wat de rusthuisbewoners aten. Alles was er doodgewoon, net als thuis. 
Wat hadden we een pret! Elke dag naar zee, naar het ‘Klein Strand’, op het 'Groot Strand' kwamen we nooit. Dat leek ver en nu zo dichtbij! Met valse briefjes van 20 namen we de 'vinders' beet. Kilo's schelpen raapten we, ontelbare putten hebben we gegraven, avondlijke kilometers afgelegd op de houten pier (het witte gebouw is weg). Het pension verdween en maakte plaats voor appartementen, maar de aantrekkingskracht van Oostende bleef, eigenaardig genoeg, tot op vandaag.

Ik genoot in augustus van mijn (her)ontdekkingen!
Van de Dansen Golven van Patrick Steen. Van de rode enorme Rock strangers van Arne Quinze, van de aaibare stenen hondjes van...Van de enorme bronzen Wullok van Stief De Smet. Van de prachtige Venetiaanse en Koninklijke gaanderijen van de Franse architect Charles Girault! 400 meter lang, altijd anders door het speling van licht en duisternis, zon en wolken. 
Van het stenen omkleedhok. Waar is de tijd dat ik stuntelig stond te wringen met een handdoek rondom mijn lijf, om mijn badpak aan of uit te trekken, met o zoveel schrik dat iemand, wie ook, een bloot detail zou kunnen zien van mijn bijna vrouw-zijn? De jongens met ijs- en lolly-draagbakken hebben jammer genoeg plaatsgemaakt voor gemotoriseerde crèmeglasverkopers op het zand. Goed dat de schelpen en papieren bloemen zijn gebleven, al kunnen haast enkel oma’s die kunde doorgeven. 
De vliegers zijn er nog, maar ze zijn veel groter en mooier... en de ouders spelen er mee. De billenkarren (go-karts) bleven, maar nu zijn er zelfs telegeleide!
Oostende, ik kreeg niet genoeg van u.

Ik kom terug, beloofd.
Om opnieuw lang en ver te wandelen naar Westende of  Nieuwpoort.
Om Jack en de andere stenen hondjes te aaien.
Om mijn streetart-idool ROA nog maar eens te bewonderen.
Om de gratis overzetboot te nemen en richting Bredene te fietsen.
Om nog eens croissants te halen in bakkerij ’t Molentje.
Om art deco gebouwen te zien.
Om garnalen te eten.
Om Ensor in Mu.ZEE nog eens te bewonderen.
Om de Japanse tuin te zien.
Om het praalgraf van de eerste Belgische koningin te zien in de Petrus- en Pauluskerk. 
Om na te gaan of dikke Mathilde van Georges Grard echt zo dik is.
Om domein Raversyde en Fort Napoleon te bezoeken.
Om weer de skyline van Oostende te zien vanop de nieuwe pier.
Om opnieuw een ijsje te kopen bij Gelato Maxzim, zelfs als er een file staat
En zeker om 's morgens, 's avonds en ‘s nachts het speelse licht in de gaanderijen te beleven, om de meeuwen te horen schreeuwen en de Noordzee te zien, te zien, te zien...
Eén keer zal niet voldoende zijn...

ps. Bedankt Lia en Frank voor het verblijf! 💙Ik heb er echt van genoten...

donderdag 9 augustus 2018

Gentse pareltjes zijn soms snel weg, soms ook niet.

Haast en spoed is zelden goed, maar in dit geval wel. Haast je, rep je naar Gent! Misschien is het al te laat? 
Vandaar dit geschenk: het tijdelijke werk van enkele muurkunstenaars. Want ja, ze verdwijnen snel, deze pareltjes. 


In mijn stad kan je trouwens een grote graffiti-route volgen, met de fiets of te voet.Voor een plannetje: http://sorrynotsorry.gent/

Heb je niet veel tijd, dan zeker één straat 'doen': de Werregarenstraat, beter gekend als Graffitistraatje. Het is een zijstraat van de Hoogpoort (afstappen tram 1 halte Gravensteen). Dit smalle straatje is een gedoogzone: dus iedereen, gewapend met zijn of haar spuitbus kan er terecht. Het is er altijd anders. Soms tref je een onherkenbaar kleurrijk geklieder en gekladder van God weet wie aan. Soms staar je je blind op prachtige creaties van straatkunstenaars die, wat mij betreft, een plaats in één van onze beste musea verdienen.

Je kan dus pech of geluk hebben. Vertrekken en ontdekken, dat is het enige dat ik je kan aanraden. Net als ik vorige week deed toen ik de bovenstaande pareltjes ontdekte tijdens een avondwandeling met Camiel, een al even boeiend en zeer jong manspersoon.


Kom en gaat dat zien!

Vergeet de geweldige konijnen van de Gentse Roa in Tempelhof niet! Roa, mijn favoriete streetartist, is werkelijk wereldberoemd. Ik had hem graag eens ontmoet en aan het werk gezien, maar hij houdt zijn echte naam geheim. Zijn sterkte? Gigantische zwartwit muurtekeningen van dieren, die ook in Spanje, de V.S., Groot-Brittannië en Italië te zien zijn. Op unieke of bijzondere muren en plekken. Meer werk van hem op https://www.flickr.com/photos/roagraffiti/


maandag 12 oktober 2015

IN DE WOLKEN VAN CLOUDS

Het kasteel van Le Rœulx, van de prins de Croÿ, is uitzonderlijk open voor publiek door Clouds. Ik ben in de wolken van deze wonderbaarlijke wolkige expo. 
Buiten kan je de wolken en nog veel meer zien o.m. in de doorzichtige meditatieve metalen gezichten Marianna en Nuria van Jaume Plensa (Barcelona) of in de reuze granieten kegelbal van de Nederlandse kunstenaar Jan Van Munster.


In de oude stallen ontroeren de wolken van Magritte (B) en Inigo Manglano-Ovalle (Chicago), maar ook de imposante takkeninstallatie van Bob Verschueren (B) aan de ingang. 
In de grote tuin krijg je door de fonteininstallatie van Anne Blanchet (Genève) om de tien minuten een fantastisch schouwspel door wind en wolk. Je waant je even, als je in die wolk belandt, overal en nergens. Zalig. 


De Oranjerie huisvest fascinerende wolkenkunstwerken o.m. een prachtige foto van een suikerspinachtige wolk van Perrine Lievens (Parijs) en een intrigerende en rustgevende wolken-in-bokalen-installatie van Charlotte Charbonnel (Parijs) waarin halfvolle melk, gesteriliseerd water en ethanol een cruciale rol spelen. 
En dan die honderden (?) met water gevulde plastiek zakjes aan nylondraden van Michel Francois (B). Ze vormen een regenwolk van 250 tot 300 kg, waarin licht en zon zorgen voor een subtiel kleurenspel. Glimlachen doet de gestileerde wolkenwandelaar van Françoise Coutant (B). Met dank aan de supersympathieke gids in de Oranjerie die, jawel, in het Nederlands én zeer vriendelijk uitleg gaf. De 16 blz. tellende gids van 1 euro bevat geen letter Nederlands, al is 60% van de bezoekers Nederlandstalig. Hoe dan ook…
Haast je, want deze Clouds is slechts tot 18 oktober te zien!

Voor meer info over Clouds: Château du Roelx, Place du Chateau, Le Rœulx
Foto’s nemen buiten mag, binnen niet. Via www.Iténeraires.be kan je de Vlaming Pieter Vansteenbrugge als gids boeken.

Wie échte wolken wil zien, moet gewoon naar buiten en boven kijken. 



vrijdag 4 september 2015

Expo Milan 2015: un' impressione...


Verre reizen gemaakt - maar dan wel in gedachten - via Expo Milano 2015 naar onder meer Qatar (mooie show), Turkmenistan (prachtige tapijten), Sao Tomé en Principe (nooit van gehoord, chocolade), Brazilië (mijn favoriet, met zijn loopnetten boven tropische planten), Ecuador (daar krijg je zin om de Galapagos eilanden te zien), Duitsland (reuze lichtbloemen op het dak), Litouwen (gastvrij), Rusland (knappe presentatie over Mendeljev en zijn tabel), Ivoorkust (niets onthouden) en natuurlijk België: weerom - ik was in 2010 in Sjanghai - een paviljoen om fier op te zijn met een boeiende expo over alternatieve voedselproductie met name de aquaponie (nog nooit van gehoord): een systeem waarbij planten en vissen samen gekweekt worden in een speciale containers. Dus 'wij' waren meer dan chocolade en frieten, hoewel telkens een lange rij stond aan te schuiven). Iets bijgeleerd over wat ik niet meer mag eten in het Slow Food paviljoen, gehunkerd naar de Baci Perugini en teleurgesteld geweest - na lang aanschuiven - in Nepal…  

Italië (zo’n mooi paviljoen!), China en Japan jammer genoeg niet kunnen bezoeken: te lange rijen. Japan, 90 minuten aanschuiven. Wel vol bewondering gekeken naar de prachtige show van Cirque du Soleil en naar de kleurrijke klank- en lichtshow van de levensboom…










Grazie Jo e Hilde!

 

 ps. Na 18 uur kost een ticket 5 euro en op twee avonden kan je - net als ik - heel wat zien. Nog tot 31 oktober.  














vrijdag 10 juli 2015

VERDWENEN KUNST

De muren van het Werregarenstraat in Gent, beter gekend als het graffitistraatje, worden dit weekend door 35 muurartiesten aangepakt. Ik ben echt benieuwd. 500 m2 kunst.
I love it, art on the wall! Ik weet niet waarom. Omdat ik niet graag tegen een blinde muur kijk? Fan ben van The Wall van Pink Floyd? Of gewoon van kunst geniet? 

Kunst op muren. Het lokt mensen, doet kijken, maakt iets los...
Het artistieke werk van muur-of straatkunstenaars is niet muurvast, niet voor de eeuwigheid: graffiti komen en gaan, met spuitbussen en ladders. 
Er zouden in Gent meer dan 50 muurschilderingen zijn, maar ik heb al enkele juweeltjes zien verdwijnen. Twee voorbeelden. Verdwenen - in de Kapelaanstraat - is de imposante buffel van -  mijn favoriet - de wereldbekende muralist en Gentenaar ROA. 
Of zou iemand die muur, na de afbraak, hebben bewaard?


Verdwenen is ook de intrigerende, gesluierde dame van Nes in de Werregarenstraat. Ik hield van haar.




Kunst is de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie.
Dat schreef Willem Kloos en leerde ik van mijn lievelingsleraar Nederlands Slaets in de middelbare school (ik was er zes jaar doodongelukkig, maar zijn 'plus est en vous' op mijn opstel gaf me moed). 
Je kan kunst bekijken of niet, bewonderen of haten. De gustibus e coloribus non est disputandum (ik had een grondige hekel aan mijn leraren Latijns én Grieks) en gelukkig maar...
Kunst op muren, het heeft iets. Kom maar eens kijken in Gent want de muren hebben er geen oren maar geven je wel ogen...






Kijk bij Visit Gent voor een wegbeschrijving: http://www.visitgent.be/nl/brochure-concrete-canvas-tour?context=tourist




vrijdag 4 juli 2014

Suggesties voor Amadeo


Je fotograaf weet vast en zeker waar hij morgen mooie foto’s van jou en Lili kan nemen. Rome zit vol interessante en romantische fotoplekken. 
Toch enkele suggesties?



Een fijne dag, geniet ervan en veel geluk samen!

vrijdag 8 maart 2013

Laat niet op je kop zitten!




De Panne, 2003. Honderd gietijzeren mannen van de Britse kunstenaar Antony Gormley (1950). Indrukwekkende gestalten, aanstormend talenten, vereenzaamde creaties, versteende harten, onverstoorbare individuen,… Elke man van staal kon iemand anders zijn, iets anders betekenen, voor elk wat wils, voor elke man of vrouw.

Zijn naam vergat ik, zijn mensenbeelden niet. Als ik mijn ogen sluit zie ik ze nog: die mannen. Net geen mensen, op Gormley gelijkend, rotsen in de branding, in weer en wind. Geen lichtgewichten. Ze doorstonden stormen, deden golven keren, onbewogen en standvastig. Onbeweeglijk, eeuwig, standvastig, onherroepelijk, doortastend… zoals een mens, of minstens ik, ook wil zijn. Geen mens bleef onberoerd. Het gaf me een vreemd gevoel te zijn, te staan en te zitten naast zo’n man van 1,90 meter, 630 kg zwaar. Samen staren, samen zwijgen, samen zijn. Kijken en verlangen naar wat nog moet komen.
Gent, 2013. De kop niet in het zand steken, zich niet op de kop laten zitten. Niet praten als een kip zonder kop. Niet op zijn kop krijgen. Er met kop en schouders bovenuit steken: dat heb ik toen begrepen… door die mannen. Daar wil ik nu voor vechten… voor alle vrouwen.


Ps. Voor wie ook heimwee heeft naar toen: Knokke-Heist heeft sinds 1 maart een Gormley-man en hij is tot 5 mei te gast in het Antwerpse openluchtmuseum Middelheim.