zondag 26 september 2021

ER IS TE VEEL TE ZIEN EN BELEVEN IN STOCKHOLM

Ik heb te veel redenen om over Stockholm te schrijven: de Vasa is er te bewonderen. Abba heeft er een museum en Stieg Larsson een wandeling. Het stadhuis is een pareltje, Skansen een gezellig openluchtmuseum en de overdekte Saluhall is een eetparadijs. Er is een heus musea-eiland en er zijn artistieke metrostations en indrukwekkende kastelen. Je kunt er wandelen, fietsen én varen. De taarten smaken er heerlijk… en in november reist een superlieve naamgenote daar naartoe.

Stockholm ligt op veertien eilanden, door bruggen verbonden, waar Mälarmeer en Oostzee samenkomen. Haar bijnaam: Venetië van het noorden. Er is te veel te zien en te beleven. Dus ik moet selecteren. Vandaar mijn top 5:

1. VASA MUSEUM: een vier verdiepingen museum gebouwd rond een oorlogsschip en over de
bouw, eenmalige vaart, ondergang, berging en restauratie van dat schip. Echt, ongemeen boeiend en veelzijdig, wat ik vooraf niet had gedacht of verwacht. Minstens 3 uur verkenden we dit schip, gebouwd in opdracht van Gustav II Adolf, dat zonk op 10 augustus 1628, bij zijn eerste reis uit de haven, dezelfde dag, na amper 1 km varen. Na 333 jaar - in 1957 - startte de berging. Die duurde vier jaar: een huzarenstuk. Begin, zoals wij, met een gids en verken het daarna verder alleen. Er zijn 9 gerelateerde tentoonstellingen. Vergeet de twee docudrama’s te gaan zien over hoe het schip werd gemaakt en zonk en wie de schuldige was.

2. ABBA MUSEUM en SKANSEN: deze twee museum liggen bijna recht tegenover elkaar… en op wandelafstand, langs het water, van het Vasamuseum. Het Skansen Museum is een mengelmoes van Bokrijk, een zoo, een kinderboerderij, een ambachtenmark en een eetfestijn. Het is het oudste openluchtmuseum ter wereld in 1891 met 150 gebouwen uit 18de en 19de eeuw uit alle hoeken van Zweden - met her en der acteurs in originele klederdracht - en verschillende tuinen. Het Abba Museum toont de levens van dit kwartet: hoe ze muziek maakten, leefden, werkten en schreven. Agnetha, Benny, Björn en Frida brengen hun eigen verhalen, hun persoonlijke anekdotes, hun levens, hun optredens, huwelijken en scheidingen. Hun souvenirs liggen, hangen er, hun lief en leed is te lezen, te horen en te zien Je kan er ook zelf optreden, dansen, enz. Leuk is natuurlijk de afdeling van hun kitscherige kleurrijke danspakken.


3. STADHUIS: herkenningspunt aan het water en symbool van de stad. Pareltjes zijn o.m. de Blä
Hallen - die niet blauw maar baksteenrood is - waar elk jaar op 10 december het galadinervoor Nobelprijswinnaars plaatsheeft. Het is een trekpleister van formaat. Ook door o.m. de 19 m hoge beschilderde houten schipachtige zoldering in de Gemeenteraadzaal, de beschilderde zuilenzaal door schilder-prins Eugène en hét van het: de Gouden Zaal - na de twee magnifieke koperen deuren van elk 1 ton - een ontwerp van Einar Forseth, schitterend! Letterlijk, want 18 miljoen mozaïeken zijn met bladgoud bedekt. Indrukwekkend zijn de taferelen: de Heilige Eric, 1000 jaar geschiedenis van Zweden, Zweedse Bv’s en Mälardrottningen. Deze ‘koningin van het Mälarmeer’, een hemelsgrote dame met grote handen en slangenhaar, is het symbool van Stockholm. Klim, als je een ticket krijgt (wij niet) op de toren met 3 kronen voor het uitzicht. Opmerkelijk: hier kreeg ik een beschrijving in het Nederlands.

4. SLOT DROTTNINGHOLM: 
drottning betekent koningin en holm eiland. Het hele 18-de eeuws
complex - slot, theater, paviljoen en tuinen - staat op de Werelderfgoedlijst. Boek bij aankomst meteen rondleidingen voor de verschillende onderdelen. De koninklijke familie woont er sinds 1981 maar laat bezoekers toe op dagen dat er geen officieel bezoek is. Er is zoveel te stappen en te zien. In het paleis Drottningholm zijn blikvangers vooral de prachtige Luisa Ulrike’s bibliotheek met 7000 boeken, de blauw-gouden barokke decoraties in de slaapkamer van Hedwig Elenora, de ‘marmeren’ trapzaal, het commode-zit-bed, de grote zaal met portretten van koningen van allerlei landen die op bezoek kwamen. En na het slot kan je het 250 jaar oude baroktheater bezoeken. Gustav III, koning en acteur, speelde en schreef toneel. Dan is er nog het Chinees paviljoen, in de tuin via de gouden poort (=fotospot), na buxushagen, een imposante Herculesfontein enz. Dat paviljoen uit 1753 Het interieur van dat paviljoen, Zweedse rococo, herbergt o.m. een collectie panelen, gelakte dozen en porseleinen poppen uit China. Tip: neem, om te gaan, metro T naar Bromma, daarna bus 301-323 en keer terug met de boot (ongeveer een uur) over het Mälarmeer.

5. SALUHALL: een mooi bakstenen gebouw, een overdekte markt), een stenen eetkathedraal, in 1888 geopend met een gedurfde plafondconstructie van glas en ijzer. Daar moet je kijken, proeven, genieten, kopen en eten. Er zijn wel 17 eetstandjes om te eten of eten mee te nemen: elandenworst, gerookt rendier, berenmousse, lingojam (rode bosbessen), gepekelde haring, kaviaar, kaneelbroodjes, enz. Ik at heerlijke verse zalm bij Tysta Mari.


Als je nog tijd hebtMonteliusvägen (mooiste wandelpad), boottocht naar en wandeling op Waxholmen (busboot’ aan het Nationalmuseum), Alfred Nobelmuseum, Musea-eiland Skeppsholmen (Beeldentuin, Moderna Museet, Architekturmuseum, Oostaziatisch museum), Kungliga Slottet (officiële residentie van de Zweedse koning met 608 kamers/ruimtes, museum, galerij), Storykyrkan (kathedraal met enorme beeldengroep), artistieke metrostations, bekende auteurs (Stieg Larsson, Ivar Los, Sjöwall en Wahlöö, Astrid Lindgren, enz.), heerlijke taarten (bv. Sundbergs konditori), trollen, heksen en kabouters (Tomtar &Troll), fietsen van eiland naar eilan den wijk naar wijk.

Mail me en je krijgt nog meer tips! 


#stockholm #beaurifullcity #Zweden #Sweden #eilandjes #vasa #abba #skansen