zondag 14 augustus 2016

Ch'ti of geen Ch'ti

Bergues, zaterdag. Het is niet wat ik ervan verwachtte. Geen Ch’ti te zien of te horen, toch niet van ‘Bienvenus chez les Ch’tis', een heerlijke film uit 2008. Nieuwsgierig en iets willen zien, voelen, beleven van die film, trok ik er heen voor een ministop, onderweg van het Westvlaamse Reningelst (nonkels) naar het Franse Zuydcoote (achternichtje). Jammer. Ik heb er de film niet gevoeld…

Waar gaat de heerlijke film over?



Philippe Abrams werkt als directeur van een postkantoor. Zijn vrouw Julie wil zijn overplaatsing naar de  Côte d’Azur. Hij stelt zich kandidaat, doet zich voor als invalide, valt door de mand en wordt gestraft: twee jaar naar Bergues, in het noorden van Frankrijk. Vooroordelen genoeg: altijd slecht weer, enkel frietkoten en een volk van arme, domme en onverstaanbare mensen, veel alcoholisten ook (dachten de Nederlanders zo ook niet over ons?). De postdirecteur ontdekt snel dat het er helemaal niet zo slecht is als hij of iedereen denkt. Een film om je ziek te lachen.
Die heeft le Nord op de kaart gezet, net als Ch'ti kreten ‘du brun’ en ‘biloute’. De vraag naar de lokale stinkkaas, maroilles, steeg enorm. 

Het marktplein wel gezien, vol auto’s en het belfort - 193 treden, 50 klokken -

waar Dany zijn liefde zal verklaren. Een frietkot heet er friterie. Een onbekende reus leunde tegen het stadhuis. Geen straffe kaas kunnen kopen, de winkels hielden siësta tot half drie. Wel een sympathieke rommelmarkt, een croque zonder boe of ba (= geen blaadje groen, streepjes geraspte wortel of reepjes tomaat) met een spuitwater op een terras, rechts Belfort en links stadhuis. Geen Ch’ti-taal rondom ons. Dat kan ook niet. In werkelijkheid zijn de inwoners van Bergues ook geen Ch'tis, maar Frans-Vlamingen. Ze spreken geen Picardisch maar een Nederlands dialect. Op een boogscheut van mij wel de gele postauto’s maar niet hét postkantoor uit de film. 


We stappen. Eerst een pleintje, eindelijk dat bruggetje met aan weerszijden bakken vol bloemen. Dat is zowat het enige echte dat ik herken: de onnavolgbare Franse acteur Dany Boon/Daniel Hamidou zwalpte erover met zijn fiets; post bedelen kan een sociaal en verleidelijk beroep kan zijn.


Zijn streken en die van Kad Merad (een Algerijns-Franse acteur maar ook regisseur, scenarist, filmproducent én muzikant) heb ik al tien keer gezien, mijn man een veelvoud. Kijken dus. Meer dan 20 miljoen Fransen deden dat ook waardoor deze prent meer publiek verzamelde dan La Grande Vadrouille, 40 jaar eerder, of Titanic. De meeste scènes zijn in Bergues, Saint Winoc of Sint-Winoksbergen in 2007 wel gedraaid op amper drie weken. Wie er woont, mag daar zeker trots op zijn.



Ik neem glimlachend - door flitsen uit die grappige film - afscheid na een korte, luidruchtige ontmoeting met tientallen ganzen die dagelijks rendez-vous hebben aan de rand van deze ommuurde stad, met zijn middeleeuwse muren en poorten.

Ps. Misschien moet ik er toch nog eens naartoe, met Janneke, voor een heuse Chi’ti-tour, op een zaterdag of zondag. Dan kan ik voor 4 euro anderhalf uur het spoor van ‘facteur Dany Boon’ volgen. Leuk en meer dan de moeite, denk ik. Maar dat versterkt stadje ‘een klein Brugge’ noemen, gaat me een brug te ver. En bruggen zijn er.

Voor meer info Beffroi, Place Henri Billiaert, 59380 Bergues of http://bergues-tourisme.fr/