dinsdag 26 maart 2013

Ik zweer de waarheid te zeggen...





"Ik zweer de waarheid te spreken zonder haat en zonder vrees en de waarheid te zeggen en niets dan de waarheid” hoorde ik tijdens het proces van KDG. Artikel 934 van het Gerechtelijk Wetboek zegt: "Ik zweer in eer en geweten dat ik de gehele waarheid en niets dan de waarheid zal zeggen". Bij het Hof van Assisen komt daar "spreken zonder haat en zonder vrees" bij, en lang geleden ook “aldus helpe mij God en al zijn heiligen”.




Ik heb die zin zo dikwijls gehoord toen ik gerechtsjournalist was. Maar, wat is de waarheid? Is het dat wat ik een gerechtszaal hoor? Is het dat wat ik over een proces lees?

In heel wat gevallen misschien wel,
als elke partij in een rechtszaak objectief en sereen uit de doeken doet wat niet of wel in aanmerking komt om iemand schuldig of onschuldig te verklaren…
als elke betrokkene in eer en geweten op zoek gaat naar wat echt is gebeurd…
Dan schrijf je daarover, want het verhaal lijkt te kloppen, de waarheid lijkt gevonden. Op je verslag erna komt ook geen commentaar. En enkele weken later hoor of lees je in een vonnis of arrest wat je dacht of vermoedde: een vrijspraak of een veroordeling, naargelang van de elementen.
Dat is aangenaam.
In heel wat gevallen misschien ook niet,
als de betrokken partijen niet doen wat ze horen te doen…
als advocaten en magistraten belangrijke of doorslaggevende elementen die tot schuld of onschuld leiden vergeten te vermelden...
als ze mediageil, onvoorbereid of lui zijn…
Dan schrijf je daarover en krijg je – van diezelfde actoren – soms bakken kritiek. Je moet‘ het doen’ met wat luidop werd gezegd. Je hebt geen strafdossier om alles na te lezen of te controleren. Dus je betrouwt op hen die dat wel hebben. En dan komt het vonnis of arrest en je zit helemaal ernaast. Dat is balen.
In beide gevallen ga je ervan uit – wat ook niet altijd zo is - dat alles vooraf onpartijdig en eerlijk is verlopen, zowel onderzoeken als ondervragingen, en alles is ondernomen om aan het licht te brengen wat werkelijk is gebeurd. Dat hoop je, dan wens je, dat wil je. Maar dat is niet altijd zo.
Want het hele proces van A tot Z is mensenwerk. En het is een kunst de valkuilen te vermijden…




vrijdag 8 maart 2013

Laat niet op je kop zitten!




De Panne, 2003. Honderd gietijzeren mannen van de Britse kunstenaar Antony Gormley (1950). Indrukwekkende gestalten, aanstormend talenten, vereenzaamde creaties, versteende harten, onverstoorbare individuen,… Elke man van staal kon iemand anders zijn, iets anders betekenen, voor elk wat wils, voor elke man of vrouw.

Zijn naam vergat ik, zijn mensenbeelden niet. Als ik mijn ogen sluit zie ik ze nog: die mannen. Net geen mensen, op Gormley gelijkend, rotsen in de branding, in weer en wind. Geen lichtgewichten. Ze doorstonden stormen, deden golven keren, onbewogen en standvastig. Onbeweeglijk, eeuwig, standvastig, onherroepelijk, doortastend… zoals een mens, of minstens ik, ook wil zijn. Geen mens bleef onberoerd. Het gaf me een vreemd gevoel te zijn, te staan en te zitten naast zo’n man van 1,90 meter, 630 kg zwaar. Samen staren, samen zwijgen, samen zijn. Kijken en verlangen naar wat nog moet komen.
Gent, 2013. De kop niet in het zand steken, zich niet op de kop laten zitten. Niet praten als een kip zonder kop. Niet op zijn kop krijgen. Er met kop en schouders bovenuit steken: dat heb ik toen begrepen… door die mannen. Daar wil ik nu voor vechten… voor alle vrouwen.


Ps. Voor wie ook heimwee heeft naar toen: Knokke-Heist heeft sinds 1 maart een Gormley-man en hij is tot 5 mei te gast in het Antwerpse openluchtmuseum Middelheim.