dinsdag 25 januari 2022

HERINNERINGEN AAN EEN ANDERE KINDERDODER

Dean, vier jaar, is vermoord. Dat voel ik tot in mijn buik, tot in mijn hart… Mijn hele lijf doet pijn, weent. Al kon ik er niets aan doen, kon ik dit niet voorkomen en ken ik dat kereltje niet eens. Stopt het dan ooit, dat pijnigen en doden van kinderen?

Mijn schattige kleinzoon Daniel is ook vier. Ik smelt al als ik hem zie en hoor. Mijn oma-liefde is grenzeloos, mijn oma-mogelijkheden jammer genoeg niet. Dat moet ik willens nillens aanvaarden en daarmee moet ik leren leven. Dean was zo oud als hij. Ik durf me het verdriet van zijn ouders en grootouders niet voorstellen…

De dood van Dean brengt herinneringen naar boven aan een nare man die ook de dood van twee kindjes op zijn geweten heeft. Neen, niet Dutroux, wel Carl L.

In 1993 werd Carl L. (29) door het Antwerps hof veroordeeld voor onopzettelijke doding, door onvoorzichtigheid, van zijn dochtertje van 4 maanden en voor opzettelijke slagen aan zijn stiefdochter van 8 jaar. In 1996 werd CARL L. tot 5 jaar cel veroordeeld voor opzettelijke slagen aan zijn zoontje van vier zonder de bedoeling hem te doden maar met zijn dood tot gevolg. Ik heb al mijn notities bewaard van de rechtszaken die ik volgde. Vandaar dat ik het nog weet.

MAILEN

Een jaar geleden had ik de moed een mail over die man naar eerste advocaat-generaal Liégeois te sturen. Omdat ik me zelfs na zoveel jaren nog altijd zorgen maakte over de andere kinderen van die man. Omdat ik bang was dat Carl zich zou gewroken hebben.

Ik schreef net aan die zeer gewaardeerde magistraat omdat hij - toen ik als gerechtsjournaliste schreef over Carl L. - nauwgezet, minutieus, maar gebonden door de wet (maximumstraf 5 jaar!) als openbaar aanklager voor de strafvordering van die man zorgde… die terechtstond voor opzettelijke slagen en verwondingen met de dood tot gevolg zonder die gewild te hebben.

ASSISEN

Dat was – voor mij - eigenlijk, ja Gust, een zaak voor Assisen. Maar jij en ik kennen er nog van die ‘zaken’ die gecorrectionaliseerd en dus lager werden bestraft. Herinner je die pastoor uit Limburg die in de buurt van Sint-Truiden die met een strijkijzer werd gemarteld? De kapper uit de buurt van Lommel die sigarettenpeuken op en bleekwater in zijn lijf overleefde? Die kinderen die door grootouders en oom uit de buurt van Turnhout werden misbruikt? Die vrouw in Antwerpen die het slachtoffer werd van een wrede partner? Die buitenlandse vrouwen, naakt vastgeketend aan de verwarming, mishandeld door meedogenloze vrouwenhandelaars? Ik had in die tijd, tussen 1990 en 2004, dikwijls het gevoel én de overtuiging - dat veel mannen, magistraten-juristen-advocaten - de ‘immense’ impact van geweld op vrouwen en kinderen minder inschatten en minder belangrijk achten dan de ‘juiste’ bestraffing van daders.

ARTIKELS

Terug naar ‘mijn man’, Carl L. In mijn archief vind ik artikels over hem uit 1996 en 1997. Zonder degelijk intensief speur- en onderzoekswerk werk van de gerechtelijke politie – toen o.l.v. inspecteur Marc Ruiters - en wetsdokters zou die man ontsnapt zijn aan bestraffing. 'Nu gaat papa kwaad zijn dat ik dat heb verteld'' zei P., het broertje van 7, aan de inspecteur die hem ondervroeg over de dood van zijn broertje van vier

In de rechtszaal noteerde ik wat de aanklager zei: 'Vrouwe Justitia is misschien wel ziek en kreupel maar heeft nog altijd gevoelens. Dit dossier is geen hoopje papier. Het schreeuwt om dat stukgeslagen lichaam van het kind dat gestorven is'. Hij drukte ook zijn spijt uit omdat de wet hem niet toeliet een zwaardere straf te vorderen. Ook voorzitter Libert – die nooit eerder commentaar gaf na een uitspraak - liet na de uitspraak verstaan dat Carl L., moest hij voor een assisenhof verschenen zijn, een veel zwaardere straf zou gekregen hebben. 

Ik herinner me dat ik meteen na de uitspraak van het Hof van Beroep me al zorgen maakte over het andere, oudere zoontje: dat de vreselijke handelingen van zijn vader zag en vertelde. Dat zoontje overleefde zijn geweld en was in de laatste criminele daden van zijn vader een belangrijke getuige. Ik vroeg me af: wat als die Carl zou vrijkomen? Zou hij dat mannetje iets aandoen? Zou hij zich wreken?

ONGERUST EN BEZORGD

Jaren gingen voorbij. Ik verhuisde, schakelde van journaliste naar auteur. Begin vorig jaar, tijdens het schrijven van een boek over de rechtszaken die ik volgde, dook Carl L. op… en achtervolgde me, zelfs ’s nachts. De mogelijke schade die hij aan zijn zoon kon toebrengen, liet me niet los. Daarom durfde ik het aan mijn magistraat Yves Liégeois te mailen over mijn bezorgdheid… Maakt die jongen het goed? Groeide hij veilig op? Liet en laat zijn vader hem met rust? Verdween die uit zijn leven of niet? Nam hij wraak? Kunt u iets vertellen over wat er met vader en zoon gebeurde? Mijn hoop een antwoord te krijgen, was nihil, maar een poging waard.

Ik werd totaal verrast. Ook hij, eerste-advocaat-generaal Liégeois, ere-procureur-generaal, deelde mijn bezorgdheid! Ook hij vergat dat ‘dossier’ nooit…

‘De zaak waarvan U spreekt is nog fris in mijn geheugen en is ook geen zaak om ooit te vergeten. Ik durf niet zeggen hoe het nu gesteld is met deze kerel maar zal eens navragen...’

Hij hield, zoals steeds, woord. Een week later meldde hij me het heugelijke nieuws…

‘Om nog even op uw vraag terug te komen meld ik U graag dat de persoon waarover u schreef reeds geruime tijd overleden is en dus geen kwaad meer zal kunnen stichten. We zijn er dus in deze wereld van verlost! Zijn zaak blijft echter zoals voor uzelf in mijn geheugen geprent en het kwade dat hij aanrichtte kan helaas niet worden teruggedraaid.’

Ik kon wel dansen, ik was zo opgelucht!

EN ZIJN ZOON?

Carl L. was bij zijn eerste veroordeling in 1993 nog maar 26. Wanneer hij vrijgelaten werd, waar hij na zijn gevangenisstraf woonde en leefde, weet ik niet. Maar het is een enorme bevrijding te weten dat hij andere kinderen geen kwaad meer kan doen… 

Hoe het met zijn zoon P. is, weet ik niet. Hopelijk kreeg Carl L. na het uitzitten van zijn straf geen kans om die jongen nog verder te schaden. Is die jongen, ondanks beschadigingen, goed terecht gekomen? Dat hoop ik van harte. De wonderen zijn soms de wereld niet uit… als hij een goed netwerk had en heeft, misschien. Maar een vader hebben die zulke ernstige feiten pleegde, laat sporen na. Hopelijk kreeg die jongen liefde en kansen. Hij was toen 7, moet nu 30 zijn of iets ouder. Wat zou ik hem graag eens spreken… 

Er zijn rechtszaken die je niet vergeet, nooit vergeet, nimmer vergeten kunt. De dood van Dean wordt opnieuw een. Maar ik blijf hopen - tegen de wrede, dagelijkse realiteit in - dat zulke zaken zich niet meer herhalen…

 

 


woensdag 12 januari 2022

MIJN ELFSTEDENTOCHT...

Hindeloopen… vorige week dacht ik aan dat dorp in Friesland. In de overgang van 2006 naar 2007 deden-reden mijn man en ik een deeltje van de Elfstedentocht, De Tocht der Tochten voor elke Nederlander, ondanks het gebrek aan ijs, ondanks de koude, via wegen: Sloten, Hindeloopen, Workum, Stavoren, Warns, Molkwar, Bolsward en Leeuwarden om dan via Laaksum, Mirns, Oudemirdum en Nijenmirdum naar Schokland, Lemmer en tot slot Urk te rijden en daarna naar onze toenmalige woonplaats Amersfoort. 

We hadden 500 km op de teller. We zijn niet overal gestopt, maar op de meeste plaatsen wel, soms heel kort, soms lang. Mijn herinneringen kwamen naar boven toen ik de uitzendingen merkte op de Nederlandse televisie over de schaatslegendes Reinier Paping (1963), Evert van Benthem (1985 en 1986), Henk Angenent (1997). 1963 bleek de meest heroïsche EST, die van 1997 voorlopig de laatste. En niet te vergeten: de vrouwen-wereldkampioenen schaatsen: Stien Kaiser (1967,1968 en 1972), Carry Geijssen (1986) en Ans Schut (1986). Over mijn schaatstalent wil ik het niet hebben: ik ben een nul. Bij de laatste test in Utrecht had ik een stoel nodig. Maar goed.

MIJN EST

Terug naar mijn tocht, mijn EST, Elfstedentocht. Die was verre van heroïsch, wel toeristisch en bij momenten romantisch. Wat ik me nog herinner? Water, weiden, grachten en sloten, gezellige haventjes. Heerlijke vergezichten. Echt plat land is dat platteland. Sloten met 1 sloot heeft zijn naam niet gestolen. Hindeloopen en zijn grachten met houten bruggetjes, én een interessant Schaatsmuseum. 

SCHAATSMUSEUM


De complete Elfstedentochtgeschiedenis, de Hindelooper schilderkunst, de grootste schaatscollectie ter wereld, originele werkplaatsen en tal van voorwerpen en gereedschap om schaatsen te maken… en ergens een afgevroren teen. Ook gravuren, etsen, wassen poppen die schaatstaferelen uitbeelden. De boeken van schaatskenner Rene Diekstra. Het schaatswoordenboek van Max Dolhle. Pannenkoeken zijn welkom na dat ijzig bezoek. Uniek overnachten in tot kamers omgebouwde wijnvaten in Stavoren. Daarin dromen over De Vrouwe van Stavoren: de nooit-genoeg-weduwe die het kostbaarste ter wereld - tarwe - in zee stortte en, zoals een oude voorspelde, haar schepen verloor en moest gaan bedelen.

LEEUWARDEN

Wat deden we nog meer? Een stadswandeling in Leeuwarden en een bezoek aan het Fries Museum. Snert eten ook. Oliebollen na het bezoek aan het keramiekmuseum Princessehof en ‘US
Mem’ (Fries voor moeder) zien: het standbeeld van de Friese koe (zwart met witte vlekken) in Leeuwarden, bakermat van Friese zuivel. Een wandeling in Bolsward. Dijk, ganzen en paarden in Nijenmirdum.
Ik herinner me ook dat je veel kunt leren in Friesland: Koemelken voor beginners, boerengolf, strobaal stapelen, fierljepslalom, kruiwagenrace, hooivorken darten, skûtsjesilen, kaatsen en sjoelen. Dat een bepaalde jenever 71 kruiden bevatte, en Us Heit bier is. De legende van Grutte Pier, een Friese wrede volksheld, ben ik helaas vergeten. 
‘Vaut le voyage’, zouden de Fransen zeggen, een reis waard. Mijn enige verzuchting was toen: die tocht wil ik ooit in een zomer herhalen... en dat hoop ik nog altijd!


#elfstedentocht #friesland #schaatsmuseum #hindeloopen #leeuwarden #sloten #stavoren