maandag 28 september 2020

EEN VISFESTIJN IN BRESKENS

Dit was een zeldzaam zomers genot...
Over een verhoog stapten we met z’n vieren de kleurrijke vissersboot op, met zijn al even oude en gezette gastheer - kok en ex-visser op negen boten - met snor. ‘Hoi’, zei de man. Wij groetten ook, beleefd, lachend en nieuwsgierig. De bruin-wit-zwart gevlekte hond kwispelde en blafte. De kleurrijke vlaggetjes wapperden welkom... 

Het water stroomde in een open bak vol beweeglijke kreeften met vastgebonden vlijmscherpe scharen. Boven op hun open bak stond een troebel exemplaar met allerlei - voor mij toch - onherkenbare vissen. Achter de kreeft - en vissenbak twee verschillende oventjes met schouw: de grootste om paling te roken, de kleinste - met een pot al koekend water - voor de kreeften. Iets verder, links van de lange houten tafel, straalden een groep oranje stinkertjes (tagetes) in de door de keuken afgedankte zinken (vermoed ik) kookpot met oortjes. Op het plastieken tafelkleed ligt een pak kleurloze papieren servetten, staat een pot met aangepast vis- en ander bestek. De kok bracht dat gereedschap, met eenvoudige glazen…

Wat daarna volgde, was een onvoorspelbaar en onbekend eetavontuur. Het enige wat de lijvige visser-kok moest weten, was de grote lijn: oester? We knikten. Paling? We knikten weer. Kreeft? We knikten nog gretiger. Wijn, water (uit de kraan) of Fanta (uit een plastieken fles)? We zeiden op alles ja, behalve op Fanta. Stap voor stap - onwetend hoe en wat, en hoe het allemaal zou verlopen - kregen we, letterlijk, een en ander voorgeschoteld, zonder franjes, zonder extra’s. 

Wat je zag is wat je kreeg, maar het was heerlijk! De eerste etappe: een groot dienbord met 16 oesters. Voor elk 4 superdikke vlezige exemplaren - uit Ierland, zo bleek -, te eten of slurpen, naar wens, al dan niet met citroen en/of peper. Het was een eeuwigheid geleden, maar die glibberige spullen smaakten me.

De tweede en onvoorstelbare etappe: een grote ovalen vol gezouten TUC-koekjes, met op elk koekje een stukje gerookte paling. Ik ben geen liefhebber, maar mijn hartverwarmend gezelschap was verrukt.

Daarna volgde een kreeftselectie volgens onze wens: een middelmatig dier. Onze kok speurde in de kreeftenbak, zocht en viste er een stevig exemplaar uit: de zwarte meneer, die na het koken oranje kleurde. Ik durfde niet kijken en zeker niet luisteren of hij ‘schreeuwde’ terwijl hij in een kokend bad werd vermoord. Hij - of kan het ook een zij zijn? - woog anderhalve kg. Ons geduld werd niet veel later beloond: het was een overheerlijk beest uit de Oosterschelde.


Twee uur later stapten we voldaan en 150 euro armer - met plezier - voor dit zeldzaam avontuurlijk visfestijn de boot uit. Voor herhaling vatbaar. Zeker met ons bijzonder lief gezelschap…



ps. Wil je graag hetzelfde eetfestijn beleven
? Stuur een mail naar boekenvanann@gmail.com.

#vis#Breskens#schrijven#lekker

zaterdag 5 september 2020

DE ENE LETTERZETTER IS DE ANDERE NIET

 Weet je wat een letterzetter is? Ik heb die aan het werk gezien, de echte én de valse. Een letterzetter is geen vakman meer die – decennia geleden - nauwgezet letters op een houder plaats voor een of ander drukwerk. Het is - anno 2020 - een insect, een stille moordenaar. Ik zag zijn afbraakwerk voor het eerst in april toen ik met mijn zus ging wandelen.

Het verleden wijst niet altijd naar het heden. Toen mijn zus sprak over een ‘letterzetter’ gooide me dat naar een ver verleden: dat van beginnend auteur en startende journalist. Ik herinnerde me laden met loden letters en iemand die nauwgezet letters zocht en raapte, daarmee woorden en zinnen verzamelde in een zethaak en deze daarna op een plaat (galei?) sorteerde tot er voldoende zetsel was voor een bladzijde. Verbazingwekkend vond ik dat. Ik zag de echte letterzetters aan het werk o.m. in 1971 op Madeira, bij de krant ‘Diário de Notícias'.


En oo
k toen ik aan mijn thesis-en-project ‘Jeugd en Krant’ bij de krant ‘Het Belang van Limburg’ in Hasselt werkte. Daar zaten er veel in een grote ruimte. Het hele drukproces leek toen – en nu nog – echt ingewikkeld, complex, omstandig en tijdrovend. Met de komst van de computer verdwenen de letterzetters, toch in grote krantendrukkerijen. Weg letterzetters?

Sluipmoordenaars

Was dat maar waar. De toen onontbeerlijke zetters zijn weg en hebben plaats gemaakt voor ongewenste collega’s van een heel ander kaliber. Ik heb hun werk ook gezien, niet met verbazing, maar wel met afschuw. Het was geen werk, maar afbraak. Die smerige minuscule bruine kevertjes doden! Ze zijn de naam letterzetters onwaardig: want kunnen een heel bos sparren uitroeien. Het droge voorjaar en dito zomer verhoogden de verwoesting. Ze zijn onopvallend klein en bruin en jammer genoeg gek op sparren, lariksen en dennen. Ik weet niet nauwkeurig hoe het allemaal gaat, maar geloof me, die insecten opereren net als een vijandig leger: de mannen boren zich een weg door de schors van naaldbomen, lokken de vrouwen, paren, graven gangen, leggen eieren, worden kevers en vreten zich daarna een letterachtige weg, vandaar de naam. De gastboom verzwakt en sterft.


Daarna vliegen de ellendelingen naar een volgend groen slachtoffer. Het proces herhaalt zich, spar na spar, den na den. Ellendige sluipmoordenaars zijn het. Vergis je niet: ze zijn met velen. Om een gezonde boom aan te vallen zijn 4000 tot 6000 letterzetters nodig. Wat een moordlustig leger is me dat!

Geef mij maar die andere letterzetters…