donderdag 19 januari 2023

DE VARKENTJES VAN MIJN VADER... EN MOEDER!

Hoe die 23 varkentjes belandden in Dalvajoes - zo heette het huis van mijn ouders, naar een roman van mijn moeder - wist mijn vader niet meer. Dat schreef hij in 2002. Ik weet het ook niet, maar ik zie ze nog altijd staan op de schouw, de schouw zijn en haar initialen en hun huwelijksjaar, 1952. 

Met veel zorg beitelde hij op de eiken staanplaats van die beestjes ook de veelzeggende maar moeilijk uitvoerbare spreuk ‘Houd het vuur brandend‘ en daarom bedoelde hij niet dat van haardvuur, kachel, verwarming, oven of zo.
Telkens voor Nieuwjaarsavond doken ze die kleurrijke varkentjes op, dankzij de inzet mijn moeder, uit hun geheimzinnige bergplaats: een of andere doos in een of andere kast in een of andere kamer op ene of andere verdieping. Welke wist hij niet en heb ik ook nooit geweten. 

HUISHOUDEN
Mijn vader, stamhouder van vier dochters en vier zonen, hij wist niet veel van huishoudelijke bezigheden. Afwassen, afdrogen, opbergen: hij had het in hun meer dan 50 jaar huwelijksleven - bijna zeker - ik heb het hem nooit zien doen - nooit gedaan. Hij groeide quasi op als enig kind van een Italiaanse overbezorgde en oververzorgende mamma. Die handelingen had zij eind 19de eeuw begin 20ste eeuw ook nooit bij haar vader gezien.

Maar terug naar de 23 varkentjes. Ze waren roze, groen, rood, blauw, geel, oranje. Ze hadden soms niet en soms wel een gekruld staartje, kleine of grotere oortjes. Hun billetjes waren veelbelovend, hun huidskleur divers en hun schijngewicht aan de hoge kant. Met enige verbeelding kon je op enkele snoeten zelfs een glimlach ontwaren.
Er stonden enkele kanjers tussen. Die hadden een gleuf om als spaarvarkentjes te dienen. Helaas, ze kregen niets. Ze stonden, net als de kleintjes, alleen te pronken, netjes en stokstijf naast elkaar. Volgens leeftijd? Neen dat niet, al werden pogingen ondernomen om ze volgens geboortejaar te rangeren. Maar bij afstoffen, als grap of protest tuimelde er wel eens naar beneden of verwisselde er wel eentje (soms meer) van plaats. Ze hadden allemaal een naam, dat wel. De voornaam van een kleinkind.

KLEINKINDEREN
Dat dit dierenpark zijn kleinkinderen moest vertegenwoordigen, zichtbaar of aanwezig stellen was geenszins bedoeld als verwijt of belediging ten aanzien van zijn kroost, neen, geen ‘bende vuile varkens’ of zo. Wel integendeel. Want wie wist of weet niet dat varkentjes sociale, gevoelige, aanhankelijke, grappige, communicatieve, intelligente en zindelijke dieren zijn? Van die stelling - van het landelijk kennisnetwerk van houders van boerderijdieren - waren mijn vader en moeder meer dan overtuigd… Blijkbaar. Al moet ik toegeven dat bepaalde elementen van die verzameling zich op bepaalde momenten wel eens als een ander (hogervermelde) varkensoort gedroeg. En, nu ik aan het boek ‘Kinderen toegelaten’ werk, met cursiefjes van mijn moeder, vind ik toch bepaalde avonturen en belevenissen - niet van kleinkinderen maar van hun acht kinderen - die die naam wroeter, vuilerik en modderaar waardig blijken.

VERGETEN EN VERGEVEN
Neen. Mijn vader kon vanuit zijn fauteuil met enige trots zijn meute observeren… en glimlachen. Het bleef een kleurrijk schouwspel, weliswaar statisch. Elk weekend passeerde er gelukkig ook wel klein levend grut achter en naast zijn fauteuil, waarin hij bijna vastgegroeid was. Door de pijn aan de voeten. Daarom was die hele rij ook educatief bedoeld. Die moest hem - volgens mijn moeder - aan zijn tweedegeneratie nakomelingen herinneren. Letterlijk dan wel. Enkele leden van de generatie geëtaleerden hebben hem zijn opmerking - met vragende ogen en gefronste wenkbrauwen - ‘Wie zijt gij ook weer?’ al lang vergeven (hoop ik). Hun ouders vergaven het hem ook dat hij niet alle namen van hun oogappels onthield. Zij woonden soms niet soms wel kilometers ver zodat van meermaals per week binnenspringen geen sprake was voor de meeste telgen en hun kroost. En eens boven 80 - en soms al veel vroeger - doet het geheugen niet altijd meer wat je wenst. Heb ik ook al ondervonden.

VERDWENEN
Terug naar die varkentjes. Vreemd genoeg verdween het hele gekleurde knorrenleger telkens na Driekoningen, plots en kordaat. Voor maanden. Ik vermoed dat hij en zij telkens weer uitkeken naar het moment dat er weer kleur op die show verscheen. Ik toch ook.
En ja, zowel hij als zij vond het wel erg jammer dat hun leger niet volledig was. Want het aantal kleinkinderen groeide nog aan maar het aantal varkentjes niet. Mijn vader trok van winkel naar winkel om toch nog enkele exemplaren te vinden. Kleur, de maat, gewicht van het plastic varkentje? Het kon hem echt niet schelen. Als hij maar een varkentje vond. Hij moest en zou er vinden. Niet dus. Zelfs een premie uitloven, hielp niet.
En ze knorden voort, op die oude schouw, tot het einde van zijn (2002) en van haar (2010) leven.
 
 
Ps. Gelukkig nam zijn helper-volkskundige-buurman Karel rond 2000 een foto van het bestaande bestand.



#varkens #kinderen #kleinkinderen #kinderentoegelaten #mondademunck