woensdag 30 januari 2013

Gefeliciteerd koningin Beatrix!


Lieve mens-vrouw-moeder-koningin...
U hebt een staatshoofd met persoonlijkheid, klasse en de juiste dosis afstandelijkheid, professionaliteit en betrokkenheid.
U bent intelligent, creatief en gedreven, waardig en plichtsbewust.
U hebt respect voor en verdient respect van vriend en vijand.
U bent een onvermoeibare vakvrouw met een opdracht.
U bent een sterke, krachtige vrouw want u hebt het 33 jaar volgehouden als moeder des Vaderlands.
U bent al drie decennia een ikoon van Nederland, een juweel aan diens kroon.
U bent een mens van vlees en bloed, die betrokken is bij wat leeft in uw land, met uw landgenoten.
U hebt geen stijve pop – of hark - enkel uw gecrepeerd kapsel, dat op een pruik lijkt, is dat. Een minuscuul minpuntje. Op de meeste jurken en mantelpakjes met friemels, ruches en tierelantijntjes ben ik niet wild. Maar dat is onbelangrijk en van geen tel.
U bent een knuffelkoningin, eentje die iedereen inpalmt met een innemende glimlach.
Uw aandacht is niet geveinsd, uw droefheid is niet gespeeld, die zijn echt. U bent gewoon zo.
U hebt graag dat mensen zich bij u op hun gemak voelen, zich thuis voelen. En dat is ook zo.
U hebt een boon voor armen, kansarmen en zij die het moeilijk hebben in deze maatschappij-wereld.
U hebt zoveel kwaliteiten! Toch benijd ik u niet, wel om u kwaliteiten natuurlijk, maar niet om uw rol, om uw functie. U moest levenslang worstelen met de vraag ‘‘Doe ik het goed?”. Die kunt u nu voor eeuwig schrappen want iedereen zegt zonder aarzelen, welgemeend en volmondig: “Ja”.
We waren voor elkaar voorbestemd, u en ik. Dat voelde ik gewoon toen ik aan het Koningin Beatrixplantsoen in het Nederlandse Amersfoort ging wonen. Dat voelde ik nog meer toen ik in 2005 met u mocht lunchen, in uw privĂ©woning Huis ten Bosch in Den Haag. Over de rode loper, uw huis in mogen, naast u staan, door uw prachtige Chinese kamer stappen, tegenover u aan tafel zitten in u gerestaureerde helderwitte eetkamer… Het was een unieke belevenis. Uw klasse, uw vriendelijkheid, uw welbespraaktheid en belezenheid: die zijn me bijgebleven. Toen werd ik uw fan en die van uw landgenoten. Dat ben ik nog steeds. En dat blijf ik.
Oranje zit door u in mijn hart en in mijn ziel. Door u ben ik een pleitbezorger van uw land, een toeristisch uithangbord waar ik kan. Want wij zijn zo close, zo nabij.

Ik ben wel geen Nederbelg maar zeker een Belgoneder: een Belg met een hart voor Nederland en Nederlanders. En dat zal ik blijven, ook met uw zoon maar voor u steeds met een boon. U bent een uit de honderd, want duizend zijn er niet.
En vandaag bent u jarig: gefeliciteerd majesteit!
Ik wens u nog veel zon in uw ziel.  


ps. En u hebt gelijk als u stelt: er bestaat geen recht om te beledigen en godsdienstvrijheid is geen vrijbrief om te kwetsen of op te roepen tot haat. Uw oproep om een inspanning te leveren om met elkaars opvattingen rekening te houden, is zo belangrijk. En uw pleidooi voor een open en verdraagzame samenleving waarin de vrede en het vrije woord elkaar vinden ook.

zaterdag 19 januari 2013

Pom pom pom pomelo



Een pomelo gekocht, voor de allereerste keer. Ik kende dat niet en hij is me nooit eerder opgevallen. Raar maar waar, voor een citruslover als ik. Beschamend, want hij bestaat al eeuwen, in Europa sinds de 12-de eeuw. Een pomelo dus, ook pummelo, Chinese grapefruit, jabong, lusho fruit, papanas of pompelmoes genoemd. Maar het is geen pompelmoes, geen grapefuit en ook geen monstersinaasappel of reuze citroen.
Wat dan wel?


De pomelo is de citrus grandis of maxima: de grootste citrusvrucht. Het is een kruising tussen grapefruit en pompelmoes. Zijn naam is leuk, zijn uitzicht ook. Groot, knalgeel en peervormig. Een eetbaar geval met een boeiend leven van kruisingen en vermengingen. Met pomelootjes als afstammelingen maar ook sweeties, uit een huwelijk tussen pomelo en grapefruit, of tangelo’s, uit een kruising tussen mandarijn en pomelo. De lotgevallen van de pomelo doen me denken aan die van een citroen en limoen. Maar dat is een ander verhaal.
Hijkan tegen een stootje, dat wel. Door zijn imposant formaat vooral. Dit dikbuikig vitaminenbommetje kan tussen 10 tot 30 cm groot worden. Hem ‘Petit’noemen zou pesten zijn. Mijn exemplaar is 16,5 cm hoog en 14,5 cm breed en heeft een prachtige dikke, gladde, gele schil.

De smaak is lichtjes bitter en zoeter dan de gele grapefruit, zo leert me Wikipedia. Veel vezels, kalium en vitamine C; niet rijp als de schil glanzend is en eetbaar als die dof is. Dus moet ik wachten en kan genieten van zijn zonnig uitzicht in deze donkere en ijzige dagen.

Voor wie meer wil weten is er de video ‘How to peel a pumelo’ op Youtube. Na het schillen blijft er jammer genoeg van dat dikhuidje niet zoveel over als gehoopt. Schijn bedriegt. Over de pomela en andere exotische wonderen toont Nature’s Pride een interessante collectie vruchten waar ik nooit eerder van hoorde: boeddha vinger, kiwano, flespompoen, lulo en salak, om er enkele te noemen.

Terug naar mijn pomelo. Ik kijk uit naar de inhoud maar ik ben er gerust in. Ik houd van zuurzoet: van pompelmoes - grapefruit in Nederland - citroen, minneola en bergsinaasappel. Dat is mijn top vier.
O neen, de belangrijkste vergeet ik! Dat kleine groene ding, waarmee ik elke morgen na een glaasje water mijn ontbijt start: de kiwi, mijn morningdrug vol koper, vezel, kalium, vitamine C, E en K.

En zo krijg ik door al die citrusvruchten de hele wereld in mijn huis, in mijn keuken en op mijn bord, als het ware. En dat moet zo blijven.


 
ps. Ik dacht dat pomelo een 'zij' was, maar de Taaladviesdienst leerde me dat die vrucht een 'hij' is.