donderdag 17 april 2014

Algérie mon pays...




Vandaag zijn er presidentsverkiezingen in Algerije: er zijn zes kandidaten waaronder een vrouw. Ook de oude, zieke president Bouteflika doet weer mee. Voor zijn campagne gebruikt hij foto’s die 10 jaar of ouder zijn. Kaarsrecht en fier in het groot, ziek en in een rolstoel in het echt. En toch. Macht werkt blijkbaar verslavend, is het niet voor hem dan toch voor zijn entourage.
Maar mij maakt het niet veel uit, zolang er maar voor de Algerijnen wordt gezorgd… en Algerijnen ook beter voor zichzelf zorgen!



Ik ben net terug van een week Algerije: na 25 jaar was het een langverwacht en aangenaam weerzien van mensen en plaatsen die we toen twee jaar kenden. Overal, werkelijk OVERAL was unisono ‘Soyez le bienvenus!’ of ‘Welcome’ te horen, soms met een glimlach, een aanbod voor hulp en soms zelfs applaus. Dat pakte me… We waren de enige toeristen want bijna alle Ministeries van Buitenlandse Zaken in West-Europe raden in mindere of hoge mate een reis naar Algerije af. Echt niet nodig tenzij in bepaalde en zeer beperkte gebieden.


Algerije heeft ontzettend veel te bieden. Tijdens onze reisstops bewonderden we de diepe kloven met bruggen van Constantine, de indrukwekkende Abdelkader moskee en de kleurrijke keramiek en muurschilderingen van het paleis van Ahmed Bey, de wijdse heuvels en volle ooievaarsnesten rond Sedrata, de interessante Romeinse ruïnes van Tiddis, Khemissa en M’Daurouch, de versteende waterval van Hammam Meskouthine, het imposante binnen en buitenmuseum Hippone van Annaba met in de buurt de prachtig gerestaureerde basiliek van Sint-Augustinus… En dan vergeet ik nog hun heerlijke bourek of brik, couscous, cheghchogha, nouga en deglet nour dadels onderweg…



Maar...
Algerije heeft ook nog altijd ontzettend veel problemen. Dat zag ik ook tijdens onze bestemmingen. Dat deed pijn. Ze waren er vroeger, ze zijn er nog…




Te veel vuilnis: overal, werkelijk, overal in prachtige landschappen, in de straten, zowel aan zee, als in steden en dorpen. Algerije wordt stilaan een vuilnisbelt en het lijkt niemand nog te storen? Geen enkele plek - toch niet in Noordoost-Algerije - blijft ervan gespaard. Jammer. Zo jammer.


Te veel werklozen: hoeveel mannen en vooral jonge mannen ik in steden en dorpen op dorpels, pleinen en in straten op normale werkuren doelloos zag zitten, hangen, staan al zijn er zoveel huizen af te werken, straten te repareren en vuilnis te verwijderen.
Te weinig renovaties: mooie oude gebouw liggen er verwaarloosd bij. De verf bladdert af, deuren en vensters sluiten niet. Toch wordt er volop gebouwd: appartementen en moskee’s, deels door Chinezen.
Te weinig zorg: in nieuwe hotels zie je ‘de tand des tijds’ al na twee drie jaar door slecht of onnauwkeurig onderhoud, door gebrek aan grondige poetsbeurten, door gebrek aan aandacht.
Te weinig water: water vloeit er nog altijd niet elke dag voor iedereen. Naar het schijnt gaat op de waterdagen 40% verloren door verspilling, slecht onderhoud van waterleidingen en gebrek aan vervangstukken.
Er is nog veel meer dat: het onderwijs en de gezondheidszorg zijn zorgenkinderen.


Dus mevrouw Hanoune, mijne heren Bouteflika, Benflis, Rebaïne, Belaïd of Touati: wie het ook haalt. Doe daar wat aan. Zorg voor uw mensen, zorg voor uw land. Dan kom ik kijken.




Ps. En andere Algerijnen: steek de handen uit de mouwen. Pak een borstel, neem een vod of een pot verf en begin er morgen aan: aan straten en pleinen, aan hotels, musea en paleizen. Que l'Algérie brille!