zaterdag 12 december 2020

IK BEN VERSLAAFD

Ann schrijft
Ik beken: ik ben verslaafd, verslaafd aan schrijven. Dat is mijn drug. Ik wil er niet van af. Soms probeer ik dat, met tegenzin. Maar het lukt me niet of zelden. Schrijven is meer dan mijn hobby, mijn passie, mijn onweerstaanbare dwang-drang, mijn tweede leven… maar ook mijn troost én redding, bij momenten.

Dat betekent niet dat ik een of ander uitzonderlijk talent heb, neen. Schrijven is gewoon ‘mijn ding’, mijn kenmerk, mijn tweede adem, of - nog beter - mijn tweede hart. Wie van koken houdt, leeft zich daarin uit. Wie gek is op tuinieren, vergeet dag en uur in de tuin. Dat heb ik met schrijven. Als ik start, zit ik te zoeken. Als ik bezig ben, kan ik alles vergeten, waar ik ben en hoe laat het is. Dan zit ik met het hoofd gebogen aan mijn laptop en met mijn gedachten in een andere zin, in een andere wereld. Dan kan ik aan niets anders denken, dan wil ik niets anders doen dan schrijven, en wil ik niemand anders zijn dan auteur. Die afwezigheid, het weg zijn van hier en nu, het dwalen in een ander mens, in een andere wereld en dat roesgevoel. Dat is gewoon zalig. Ik moet ook bekennen: soms is het mijn enige troost, mijn vlucht en zelfs mijn redding. Me uren verstoppen, verbergen, verdwijnen in mijn rommelig kantoortje. Dàt is mijn leven.

Is dat een slechte drug? 

Voor buitenstaanders soms: die negeren het, minimaliseren het, lachen het weg, accepteren en waarderen het helemaal niet, of in geringe mate. Dat stoort me echt niet. Het doet geen afbreuk aan mijn gevoel voor en bij het schrijven. Schrijven is voor mij levensecht, levensnoodzakelijk en o zo fijn. Het behoort tot mijn DNA. Dat heb ik van mijn moeder en vader (bedankt allebei) meegekregen, net al sommige van mijn andere broers en zussen, of hun afstammelingen. Erfelijkheid kan veel bepalen, meegeven, determineren: goede en slechte dingen.

Schrijven heeft - net als alle andere drugs zoals alcohol, tabak, cafeïne, slaapmiddelen, heroïne, xtc - drie effecten op mij: het is oppeppend-stimulerend, het is verdovend en het kan ‘bewustzijns veranderend’ zijn, m.a.w. terwijl ik schrijf vervormd mijn werkelijkheid. Drugs kunnen verslavend worden. Dat klopt. Hoe meer ik schrijf, hoe groter mijn verslaving wordt. De kans is groot dat ik de effecten en de roes steeds vaker wil ervaren en… nog meer ga schrijven.

Durf ik daarover praten?

Neen, dat durf ik niet want een niet-verslaafde begrijpt dat bijzonder gevoel niet. Mensen met een  andere verslaving begrijpen dat wel. Ik hoop wel dat 'ze' mij niet als niet-stereotiepe junkie verstoten of uitsluiten. En andere drugsverslaafden ook niet…

Bestaat er een geneesmiddel?

Neen, er is geen geneesmiddel en geen tegengif. Naar een afkickcentrum wil ik niet. Methadon zal me niet helpen, een AA-groep ook niet. Gelukkig. ‘Het’ hoort immers bij mij. Het is in mij opgegroeid en gegroeid. Het zit vast in mijn lijf en leden, al sinds mijn puberteit, meer dan een halve eeuw. Die verslaving kost me gelukkig niets, tenzij om de zes jaar een nieuwe laptop. Die brengt zelfs iets op: 10% per verkocht boek. 

Moet ik er nog iets aan doen? 

Mag ik die verslaving niet laten bestaan? Waarom moet ik mijn drug zien als problematisch? Moet ik ertegen vechten? Moet ik mijn verslaving laten voor de scheve blikken, voor smalende opmerkingen of voor negatieve recensies? Neen. Moet ik ervoor boeten omdat ik iets heel graag doe? Moet ik een verbod krijgen opgelegd? Neen, neen, neen.

Mag ik met die verslaving verder leven en bestaan? 

Dat is een vraag die ik me regelmatig stel, maar waarop ik geen eensluidend antwoord heb. Als het van mij en alleen van mij afhangt, zeg ik volmondig ja. Anderen dwingen me tot een  'neen'… Dat doet pijn. Want zonder mijn drug kan ik depressief, gestresseerd en ongelukkig zijn. Maar om dàt te begrijpen, te aanvaarden en te erkennen, moet je me al heel goed kennen en heel veel van me houden…

Alle boeken van Ann tussen de kerstrozen
'Een professionele schrijver is een amateur die niet opgeeft'
Richard Bach
Boeken van Ann