Posts tonen met het label schrijven. Alle posts tonen
Posts tonen met het label schrijven. Alle posts tonen

dinsdag 7 december 2021

HET WATER IS NIET, NOOIT TE DIEP

                   


Zoveel regen en zoveel water! Dat zag ik in Pollinkhove tussen Oostvleteren Hoogstade! Weiden, struiken, palen en hekken zaten in het water. Mijn plan - een boek over Algerije deze maand klaar hebben - viel jammer genoeg ook in het water (is mislukt)...

Schrijven is geen water naar de zee dragen (iets overbodigs doen), wel integendeel, maar de tijd glipt, zoals water, door mijn vingers. Ik vraag me af: moeten ze mij misschien op water en brood zetten (in de gevangenis steken)? Dan ben ik onder water (onbereikbaar) en kan ik doorwerken? Liever niet. Ik ben en blijf graag thuis. Maar a.u.b. als ik wil schrijven, loop niet in mijn vaarwater (in de weg) want dan speel je met vuur en gooi je het kind met het badwater weg (alles verpesten) voor mij.

Bang

Is er naast gebrek aan tijd iets anders dat me belet een boek af te werken? Ben ik af en toe bang om me aan koud water te branden (te voorzichtig en daardoor niet tot een daad komen)? Misschien wel, misschien niet. Maar ik moet echt wel leren water bij de wijn te doen (minder streng te zijn). En al geeft de ene of de andere een steek onder water (zegt of schrijft iets onaangenaams) en komt het water op de dijk (tranen in mijn ogen): ik moet gewoon blijven schrijven.

Storm

Of is alles wat ik schrijf gewoon
een storm in een glas water (drukte om niets)? Ja… Ik moet gewoon het hoofd boven water houden (de moed niet opgeven, ondanks moeilijkheden) en ook geen spijkers op laag water zoeken (problemen zoeken die er niet zijn). Als het me voor het einde van de maand lukt, kan ik de zon weer in het water zien schijnen (weer vrolijk zijn)! Dat dit boek er komt – en ook volgende boeken - staat als een paal boven water (dat is zeker)! 

Want die op het water is, moet varen (als je iets begint, maak je het af)…

 

Ps. Zonder moeite geen vreugde, wie bloemen plant, moet veel water dragen. Frida Schanz, Duitse schrijfster.

vrijdag 30 april 2021

AN EN ANN OF ANN EN ANN

Wist je dat An Swartenbroekx van FC De Kampioenen naar mij is genoemd? Op haar geboortekaartje staat Ann - zoals ik mijn naam schrijf - maar ze veranderde die in An, wanneer weet ik niet. Tussen An en Ann, haar en mij, zijn heel wat gelijkenissen maar ook verschillen al hebben we elkaar al een eeuwigheid niet gezien of gesproken.

Zij is de dochter van een schrijver, ik van een schrijfster. Haar vader en mijn moeder deelden dezelfde passie: schrijven, al deed hij dat veel meer en beter dan zij. Hij en zij waren buren, met enkele huizen tussen. Monda was zijn idool. René kreeg haar schrijfmachine mee naar huis en schreef toen zijn eerste boekje, het begin van een lange reeks boeken, verhalen en scenario’s.

René werd onderwijzer, trouwde met Hilde en kreeg 2 kinderen. Monda werd huisvrouw, trouwde met Mathieu en werd moeder van 8. An werd vooral Bieke van ‘FC De Kampioenen’, ik bleef vooral Ann, zelfs Ann van de Gazet. Zij werd actrice en scenariste, net als haar vader, maar ook zangeres en presentatrice. Ik werd journaliste en daarna auteur, net als mijn moeder.

ONZE MOEDERS

Mijn moeder had lichte hartritmestoornissen. Haar moeder was een zware hartpatiënt. Dat tekende haar kindertijd en jeugd. Ik herinner me dat ik in Leuven, toen ik Communicatiewetenschappen studeerde, haar in het Universitair ziekenhuis bezocht, na haar allereerste hartoperatie, de eerste van een reeks. Ik was onder de indruk: die snee, die ‘ritssluiting’. Dat beeld zie ik nog altijd voor me. Veel later interviewde ik haar. Ze zag er stralend uit, perfect gemaquilleerd in een zonnig geel ensemble. Dat zei ik haar… en met mij zovelen. Dan zuchtte ze diep, verdrietig. Achter elk compliment zat in werkelijkheid een vrouw met maar een enkele gedachte: ‘Ik ben op, ik kan niet meer’. Schijn bedriegt dikwijls. Mensen die er vrolijk, knap en gezond uitzien, zien in stilte af.

An haar moeder stierf in 2009, ze was 67, mijn leeftijd nu; mijn moeder in 2010, ze 88 was. An heeft nog een vader, ik niet, en een broer. Ik heb nog 2 zussen en vier broers. Zij is nu een vijftiger, ik een zestiger. Zij heeft twee kinderen, ik ook. Zij steunt goede doelen, ik ook.

ONZE VADERS

Zij schreef met haar vader - ik ook met de mijne - en ik kon dankzij haar vader artikels en reportages schrijven voor ‘Zonneland’ en ‘Top’, magazines voor kinderen en jongeren. Haar vader schrijft niet meer, An wel, zo las ik onlangs. An neemt de fakkel van haar pa over en publiceerde een reeks eigentijdse vervolgverhalen op zijn ‘Duupje’. Ik schreef in 1991 over zijn en haar 'Duupje' en over haar vader (sorry, met een c te veel!) en werk nu aan mijn zesde en zevende boek.


Blijf schrijven, naamgenoot. Het ga je goed… dat wens ik je van harte!

zaterdag 12 december 2020

IK BEN VERSLAAFD

Ann schrijft
Ik beken: ik ben verslaafd, verslaafd aan schrijven. Dat is mijn drug. Ik wil er niet van af. Soms probeer ik dat, met tegenzin. Maar het lukt me niet of zelden. Schrijven is meer dan mijn hobby, mijn passie, mijn onweerstaanbare dwang-drang, mijn tweede leven… maar ook mijn troost én redding, bij momenten.

Dat betekent niet dat ik een of ander uitzonderlijk talent heb, neen. Schrijven is gewoon ‘mijn ding’, mijn kenmerk, mijn tweede adem, of - nog beter - mijn tweede hart. Wie van koken houdt, leeft zich daarin uit. Wie gek is op tuinieren, vergeet dag en uur in de tuin. Dat heb ik met schrijven. Als ik start, zit ik te zoeken. Als ik bezig ben, kan ik alles vergeten, waar ik ben en hoe laat het is. Dan zit ik met het hoofd gebogen aan mijn laptop en met mijn gedachten in een andere zin, in een andere wereld. Dan kan ik aan niets anders denken, dan wil ik niets anders doen dan schrijven, en wil ik niemand anders zijn dan auteur. Die afwezigheid, het weg zijn van hier en nu, het dwalen in een ander mens, in een andere wereld en dat roesgevoel. Dat is gewoon zalig. Ik moet ook bekennen: soms is het mijn enige troost, mijn vlucht en zelfs mijn redding. Me uren verstoppen, verbergen, verdwijnen in mijn rommelig kantoortje. Dàt is mijn leven.

Is dat een slechte drug? 

Voor buitenstaanders soms: die negeren het, minimaliseren het, lachen het weg, accepteren en waarderen het helemaal niet, of in geringe mate. Dat stoort me echt niet. Het doet geen afbreuk aan mijn gevoel voor en bij het schrijven. Schrijven is voor mij levensecht, levensnoodzakelijk en o zo fijn. Het behoort tot mijn DNA. Dat heb ik van mijn moeder en vader (bedankt allebei) meegekregen, net al sommige van mijn andere broers en zussen, of hun afstammelingen. Erfelijkheid kan veel bepalen, meegeven, determineren: goede en slechte dingen.

Schrijven heeft - net als alle andere drugs zoals alcohol, tabak, cafeïne, slaapmiddelen, heroïne, xtc - drie effecten op mij: het is oppeppend-stimulerend, het is verdovend en het kan ‘bewustzijns veranderend’ zijn, m.a.w. terwijl ik schrijf vervormd mijn werkelijkheid. Drugs kunnen verslavend worden. Dat klopt. Hoe meer ik schrijf, hoe groter mijn verslaving wordt. De kans is groot dat ik de effecten en de roes steeds vaker wil ervaren en… nog meer ga schrijven.

Durf ik daarover praten?

Neen, dat durf ik niet want een niet-verslaafde begrijpt dat bijzonder gevoel niet. Mensen met een  andere verslaving begrijpen dat wel. Ik hoop wel dat 'ze' mij niet als niet-stereotiepe junkie verstoten of uitsluiten. En andere drugsverslaafden ook niet…

Bestaat er een geneesmiddel?

Neen, er is geen geneesmiddel en geen tegengif. Naar een afkickcentrum wil ik niet. Methadon zal me niet helpen, een AA-groep ook niet. Gelukkig. ‘Het’ hoort immers bij mij. Het is in mij opgegroeid en gegroeid. Het zit vast in mijn lijf en leden, al sinds mijn puberteit, meer dan een halve eeuw. Die verslaving kost me gelukkig niets, tenzij om de zes jaar een nieuwe laptop. Die brengt zelfs iets op: 10% per verkocht boek. 

Moet ik er nog iets aan doen? 

Mag ik die verslaving niet laten bestaan? Waarom moet ik mijn drug zien als problematisch? Moet ik ertegen vechten? Moet ik mijn verslaving laten voor de scheve blikken, voor smalende opmerkingen of voor negatieve recensies? Neen. Moet ik ervoor boeten omdat ik iets heel graag doe? Moet ik een verbod krijgen opgelegd? Neen, neen, neen.

Mag ik met die verslaving verder leven en bestaan? 

Dat is een vraag die ik me regelmatig stel, maar waarop ik geen eensluidend antwoord heb. Als het van mij en alleen van mij afhangt, zeg ik volmondig ja. Anderen dwingen me tot een  'neen'… Dat doet pijn. Want zonder mijn drug kan ik depressief, gestresseerd en ongelukkig zijn. Maar om dàt te begrijpen, te aanvaarden en te erkennen, moet je me al heel goed kennen en heel veel van me houden…

Alle boeken van Ann tussen de kerstrozen
'Een professionele schrijver is een amateur die niet opgeeft'
Richard Bach
Boeken van Ann


zaterdag 30 maart 2019

HAAR EN MIJN LIEFDE VOOR HET PAPIEREN BOEK


Ik houd van boeken, ze te lezen en te schrijven. Maar nooit eerder heb ik de liefde voor papieren boeken zo helder, overtuigend, geëngageerd, gemeend, gepassioneerd horen omschrijven, verwoorden, verklaren en uitspreken dan door professor Lisa Kuitert, hoogleraar boekwetenschap aan de Universiteit Amsterdam. April is het uitgelezen moment om haar en ook mijn liefde voor boeken uit te dragen want de ‘Boekenweek’ en het ‘Festival van de Boekhandel’ staan op het programma.



SKRIBIS, die mijn boek ‘De schat van Merkem’ drukte, had geen betere spreker kunnen uitnodigen voor zijn eerste verjaardag. Mevrouw Kuitert formuleerde en bevestigde helemaal mijn onuitgesproken gevoel over boeken. Ik hing aan haar lippen, van haar eerste tot haar laatste woord. Zo grondig én overtuigend hoorde ik nooit eerder iemand pleiten voor een ‘verzameling gedrukte bladeren’, wat een boek toch is.
Ik probeer de hoogtepunten weer te geven…

Waarom willen we zo graag een papieren boek?
Er zit iets in papier dat mensen aantrekt. Omdat we het kunnen voelen, ruiken, aanraken zelfs horen. Omdat elk boek verschillend is van inhoud, afmetingen, dikte, enz. Omdat een boek een waarde heeft en soms van generatie op generatie gaat. Omdat een papieren boek iets uniek en persoonlijk is: je kan er aantekeningen in maken, ezelsoren, het laten signeren en er woorden en zinnen in onderstrepen. Omdat een papieren boek gezag heeft: er wordt over gesproken en geschreven, over gediscussieerd. Boeken hebben invloed…
Ondanks deze enorme kwaliteiten lezen we meer, maar minder boeken.

Hoe krijgen we de jeugd terug aan het lezen?
Door te wijzen op de voordelen. Volgens Kuitert leren kinderen beter lezen uit papieren boeken en ze leren zich ook beter te concentreren. Ze beleven er meer plezier aan. Een papieren boek is ook een soort trofee. DUS: geef kinderen boeken in handen.
Uit het onderzoek Internationaal journal of child-computer Interaction (2017) blijkt trouwens dat wie papieren boeken of teksten leest, de inhoud beter begrijpt, meer leert, de informatie beter onthoudt en gemakkelijker kan gebruiken.

Samengevat: het papieren boek is een geweldige uitvinding
Je kunt een boek zien en herkennen.
Je kunt een boek voelen, ruiken, zelfs horen.
Je kunt een boek wegen, letterlijk als figuurlijk.
Je kunt een boek openleggen, ook naast elkaar.
Je kunt een boek lezen, offline en zonder batterij.
Je kunt het cadeau geven en bewaren.

Boeken. Ik moet ze gewoon boeken in mijn buurt zien en hebben. In mijn woonkamer, naast mijn bed, in mijn bureau. Ze moeten er zijn, blijven. Ik zal ze vastnemen en lezen, als ik tijd en zin heb.


Na het pleidooi van Kuitert dacht ik maar één ding: ik moet meer lezen, meer schrijven en papieren boeken blijven uitgeven. Weg met dat excuus ‘geen tijd om te lezen’, weg met dat gevoel ‘schrijven is lastig-ondergewaardeerd-onderbetaald’. Ik was onder de indruk licht euforisch na haar speech en ik was zeker niet de enige. Ze krijgt van mij de stempel ‘onvergetelijk’ net als mijn leraar Nederlands, meneer Slaets. Toen ik 17 was, schreef hij op mijn verhandeling ‘Plus est en vous’. Dat zinnetje gaf me een ongelooflijke schrijfstimulans en oppepper. En met Kuitert herhaalde zich dat fenomeen…

Dus. Doe jezelf, moeder, zus, zoon, vriend of collega deze maand een boek cadeau. Je krijgt-geeft veel meer dan je denkt!
Het mag ook een boek van mij zijn...


zaterdag 12 januari 2019

BOEKENJAAR 2018 IS VOORBIJ...

Ja, 2018 is voorbij, gelukkig, want het was een te woelig jaar. Het was als een duik in zee met golven die soms kabbelden, rolden en bolden, zongen of schuimden en zelfs klommen en bonkten.

Het was iets te veel van het 'goede'... 

Dat kwam niet door gezin of familie, maar door mijn schrijfdrang. 'Gevangen geboren' moest, met een uitgever, verschijnen. Dat had ik beloofd aan Renée, hoofdpersonage en mede-auteur. 'De schat van Merkem' moest dat ook, weliswaar in eigen beheer. Omdat wat dit boek uniek maakt, in 2018 net 100 jaar geleden gebeurde. Dus een jaar of langer wachten, had geen enkele zin.
Voor het eerste boek organiseerde ik een boekvoorstelling, voor het tweede een verhalenwandeling. Het hele jaar door stuurde ik persberichten, mails, plaatste ik een reeks Facebook- en Linkedinberichten, kreeg ik enkele recensies, gaf ik een serie interviews en lezingen. Ja, een schrijver moet echt bergen verzetten, met veel geduld en energie, om gelezen te worden...

Tijd voor 'goede' voornemens...

Welke? Ik zal er een nachtje over slapen, een dagje over nadenken, een week over piekeren en een maand over bezinnen. Daarna zien ik wel. Enkele manuscripten wachten vol ongeduld om aangevuld, verwerkt en afgewerkt te worden, na mijn operatie Schone Handen (dus: na het opruimen van mijn schrijfkamer). Ik weet niet goed waar eerst aan beginnen: aan een boek over een schrijver-journalist of aan een boek over mijn Siciliaanse oma. Wie helpt me kiezen?

Lambert Swerts was vriend aan huis, bij mijn ouders. Ik heb hem en zijn dochter-dichteres Emmie gekend, en ken nu ook zijn kleindochter Kristin. Over Swerts staan in mijn schrijfkamer enkele volle dozen documentatie klaar. Die leende ik van Kristin. Zelf erfde ik van mijn vader enkele aangrijpende teksten van deze man. Te veel en te mooi om te laten liggen en te vergeten.

Nonna, was een bijzondere vrouw. Ze emigreerde als kind van Sicilië naar Zwitserland, trouwde met een Belg, verhuisde als jonge vrouw naar Genk en verloor een zoon aan het Oostfront. Dat verdriet tekende haar verdere leven, maar ze was een superoma, mijn meter en ik was dol op haar. Ze verwende me rot met chocolade op Pasen en bij Sinterklaas, met taart bij feesten, met te veel middageten, met kledij voor communiefeesten, met fruit uit haar tuin en uit de winkel, met Siciliaanse liedjes en met zoveel meer. Tot haar laatste dagen voelde ze zich en bleef ze een vreemde eend, niet echt aanvaard en zeker niet begrepen...



Ik zie het helemaal zitten! Welkom 2019, met tijd voor man en dochters, voor Algiers en London, voor wandelen en varen, veel vrijwilligerswerk en veel schrijven!

dinsdag 31 juli 2018

Wat zij die lezen, willen weten over zij die schrijven...

Nine Vogel-Ketel vroeg aan haar 1300 volgers op Facebook wat zij willen weten over schrijvers. En die vragen stelde ze mij, voor haar blog AnderWereld en haar lezers. Nine koopt en verkoopt al vijf jaar nieuwe en tweedehands Fantasy, SF, YA, kinder- en jeugdboeken, historische thrillers enz. andere boeken. Ze woont, jawel, en dat is puur toeval, in Sint-Annaparochie. Dat is het grootste dorp van de gemeente Waadhoeke, in de Nederlandse provincie Friesland, ongeveer 15 km van Leeuwarden. Dat is ver van Gent, om juist te zijn: 350 km en vier uur rijden. Friesland is een aanrader, zelfs in harte winter. Maar de Elfstedentocht is mooi, ook zonder ijs! Maar dat is voor en andere blog.
Nu eerst haar vragen en mijn antwoorden...

  • Wil je kort iets over jezelf vertellen? 
Ik ben Ann, 64, getrouwd, moeder van twee dochters en oma van één kleinzoon. Schrijven was sinds mijn twaalfde mijn wens. Ik kom uit een schrijversfamilie: mijn moeder en mijn vader schreven, twee zussen en een broer ook. Mijn eerste schrijfsels waren voor een schoolkrantje op de middelbare school. Na mijn studies Communicatiewetenschappen aan de KU-Leuven ging ik aan de slag als freelancejournalist. Dat was boeiend, ondergewaardeerd en onderbetaald. Toch hield ik het bijna 30 jaar vol (deels deeltijds, deels voltijds). Vooral de laatste 14 jaar als gerechtsjournalist vond ik superinteressant. Na een tussenstop van 4 jaar in Nederland – artikels schrijven, cursussen in kunstgeschiedenis volgen en vrijwilligerswerk bij Slachtofferhulp – bleek, opnieuw in België, het freelancebestaan te moeilijk (Te oud? Geen kansen meer!). Niet getreurd. Enkele cursussen en vrijwilligerswerk en toen kwam de vraag van Karen om haar te helpen met het schrijven van een boek. Na meer dan 4000 artikels moest dat lukken… En dat was zo. ‘Oorlog in mijn hoofd’ haalde bijna 2000 exemplaren.
  • Hoe kom je aan de onderwerpen voor je boek? Waar haal je je inspiratie vandaan?
Mijn inspiratie haal ik het liefst uit de werkelijkheid, uit het dagelijkse leven van mensen, of gewoon uit het niets, in de natuur. Soms borrelt een idee, een zin, een blog of een verhaal zo maar uit het niets op, door een beeld, een woord, een naam, een landschap. In de toekomst wil ik wel non-fictie en fictie mengen. Als de realiteit al boeiend is, is het zo leuk en spannend om er iets uit mijn fantasie, dromen of hypotheses bij te voegen.

  • Heb je wel eens een writersblock en zo ja, hoe kom je daaruit?
Neen, maar ik schrijf wel met vlagen. Soms komt de ‘drang’ opeens op en schrijf ik, moet ik schrijven. Dat kan op papier zijn, of met de computer. Ik ben het al zoveel jaren gewoon om te gaan zitten en uren aan mijn computer te werken, dat dit ‘gewoon’ is.
  • Welke boeken/schrijvers lees je zelf graag? En zijn die ook een inspiratie voor je?
Ik lees te weinig boeken op dit moment, en ja. Dat is jammer. Maar er is beterschap op komst. Een gezin, grote familie en vrienden, veel vrijwilligerswerk, wandelen, film kijken en schrijven gaan voor. Ik ben een fan van Harry Mulisch en Amélie Nothomb. Sommige boeken vind ik onvergetelijk, zoals bv. ‘Het dagboek van Anne Frank’, ‘Het Parfum’ of ‘Oorlog en terpentijn’ en ‘Nog eenmaal mijn moeder zien’ en ‘Knielen op ene bed van violen’. Een aanrader: ‘Brave meisjes komen in de hemel, brutale overal’. En had ik maar ‘Mannen die vrouwen haten’ geschreven…
  • Hoeveel boeken heb je geschreven en uitgebracht, bij welke uitgeverij)?
Op dit moment is nummer 5 gepubliceerd. Het zijn allemaal non-fictieboeken: drie waargebeurde levensverhalen. 'Oorlog in mijn hoofd’ en ‘Gevangen geboren’ bij uitgeverij KRAMAT en ‘De schat van Merkem’ (in eigen beheer) en twee volkskundige werken: eentje over kettingbrieven, kettingmails en kettingberichten. 'Het moest maar eens waar zijn’ (bij BOEKSCOUT) en eentje over feesten voor vrijgezellen die 30 worden ‘Het Ossenboek’, (in eigen
beheer). 
  • Waar ben je het meest trots op?
Dat ik blijf schrijven! Hoe moeilijk ook (schrijven, uitgever vinden en boek zelf uitgeven, promotie voeren), hoe slecht betaald ook, ik laat me niet (meer) ontmoedigen of stoppen: ik schrijf en blijf schrijven, zolang ik kan. Dat kan alleen door een man in huis, met een inkomen. Dat stoort me niet (meer): ik kan doen waarvan ik droomde. Schrijven. Rijk word ik daar niet van, gelukkig wel. 
  • Beste eerste zin die je ooit geschreven hebt?
Geen idee… 
  • Heb je tips voor beginnende schrijvers?
Oefening baart kunst. Blijf en durf schrijven. Denk niet dat het gemakkelijk is. Laat je schrijfsels lezen door bekenden en onbekenden. Luister enkel naar eerlijke commentaren, niet naar hen die nooit schrijven, lui of jaloers zijn. Laat je teksten verbeteren, want zelf zie je je fouten niet (meer). Gelukkig heb ik een zus, Lia, die mij helpt… 
  • Waar ben je op dit moment mee bezig?
Ik ben moe, na de publicatie van twee boeken op zes maanden. Vooral de promotie ervan is niet te onderschatten. Dat is bijna even moeilijk dan schrijven! Deze zomer wil ik eerst mijn werkkamer opruimen. Wat daarna mijn boekplannen zijn? Misschien eerst een boek over een schrijver-journalist, daarna eentje over mijn Italiaanse oma. De onderwerpen voor de andere boeken houd ik nog even geheim. Wil je nog meer over mij en mijn boeken weten? Kijk eens op mijn website.
Bedankt Ann Driessen en succes met je toekomstige boeken! 
Bedankt Nine Vogel-Ketel voor het interview!



zondag 7 februari 2016

VAN MENSEN EN DINGEN DIE VOORBIJ GAAN...

Eddy Wally is niet meer.
Onvergetelijk. Geweldig. 
Zo was ook dat interview met hem, bijna 25 jaar geleden, op de markt van Blankenberge, tussen zijn sacochen. Charme had die charmezanger.

Bepaalde gesprekken vergeet je als journalist nooit meer. Dat met Wally is er zo een. Dat met John Massis was het ook: een man met een klein hart, enorme spierbundels maar eenzaam tussen stapels rommel in huis.
Eddy Wally en John Massis, Vlaamse monumenten op een specifiek domein. Bewonderd en uitgelachen, benijd en gevoerd.

Ze zijn er al niet meer, net als Miep Gies, Bob Davidse, Maria Rosseels, Jos Ghysen, Jo Röpcke die ik o.m. interviewde voor TV Ekspres, Het Nieuwsblad, Het Belang van Limburg of Gazet van Antwerpen. 
Het lijstje overlevenden wordt steeds kort... en ik dus ouder. 
Gelukkig leven Jo Leemans, Salim Seghers, Willy Sommers, Ulla Werbrouck, Chris De Stoop en Hugo Camps gelukkig nog...

zaterdag 11 april 2015

HOE IS HET MET HET BOEK EN MET KAREN?

'Oorlog in mijn hoofd', dat ik met en voor Karen schreef, kwam in 2013 uit. Nu, drie jaar later, krijg ik heel wat vragen, vooral deze: 'Hoe is het met het boek?' en 'Hoe is het met Karen?'  Daarom, in twee afleveringen, een antwoord op die vragen.

Deel 1 Hoe is het met het boek?

Goed. Twee drukken, 1500 exemplaren verkocht. Daar zijn wij - Karen en ik - best tevreden over als je weet dat het onderwerp - de ziekte van Karen, DIS of Dissociatieve Identiteitsstoornis - zeldzaam is én de meeste boeken geen oplage van 500 exemplaren halen. Het schrijven van dit boek met en voor Karen nam maanden in beslag. Het zorgen voor de bekendmaking ervan kostte een pak extra werk: korte en lange persberichten opstellen (aangepast aan het medium, aan de doelgroep); mailen naar familie, vrienden, kennissen en collega’s; op de Boekenbeurs aanwezig zijn; voordrachten geven in Hasselt, Roeselare, Antwerpen, Nieuwpoort en Gent, het boek aanhalen in gesprekken en op sociale media, jongeren helpen bij hun schoolopdracht over DIS (meervoudige persoonlijkheidsstoornis), mee schrijven aan een website over DIS, enz. Wat enorm deugd deed waren de positieve recensies, de reacties en de 30 mails (die ook moesten beantwoord worden).

En hoe liep het in Nederland?
Minder dan gehoopt, al kreeg het boek enkele zeer positieve recensies. Mijn Amerikaanse, Engelse, Spaanse en Italiaanse vrienden vragen of er een vertaling komt. Al wil ik dat wel, ik denk het niet. ‘Oorlog in mijn hoofd’ telt 48.090 woorden. Een vertaling zou meer dan 5000 euro kosten. Zoveel winst heeft de Nederlandse versie niet eens opgebracht voor Karen!

Om naar te luisteren?


Tof is dat door Luisterpunt blinden, slechtzienden, mensen met dyslexie, met afasie of met een spier- of gewrichtsziekte 'Oorlog in mijn hoofd' gratis kunnen lezen. Deze openbare BIB biedt brailleboeken en Daisy-boeken in mp3-structuur aan (één cd). Als je - net als de 5138 huidige gebruikers - lid bent van Luisterpunt, kan je dit luisterboek en nog 22.000 andere lenen. Op twee jaar werd ‘Oorlog in mijn hoofd’ 102 maal uitgeleend. ‘Dat is best wel veel’, zegt Saskia van Luisterpunt. Luisterpunt werkt als verzendbibliotheek. Lid worden van de bibliotheek, boeken lenen en verzenden zijn gratis.


Wil je meer weten over dit boek?

Oorlog in mijn hoofd’ van Karen en Ann Driessen kan besteld worden bij De Standaard Boekhandel, bij www.bol.com of bij mij (15 euro, verzendingskosten inbegrepen).

donderdag 2 februari 2012

Oorlog in mijn hoofd

Het is donderdag 2-2-2012.
Vandaag start de verkoop van 'Oorlog in mijn hoofd'.
Dat is het boek dat ik met en voor Karen (25) heb geschreven.
Het is haar aangrijpend levensverhaal.
Karen kreeg na jaren behandeling - 10 psychiaters en 4 psychiatrische ziekenhuizen – de juiste diagnose.

Karen heeft een DIS. Dat is een zeldzame psychiatrische ziekte en staat voor Dissociatieve IdentiteitsStoornis of meervoudige persoonlijkheidsstoornis.
Karen leeft met 20 goede en kwade binnenmensen of alters, die elk een eigen persoonlijkheid hebben. Ze maken van haar leven een hel. Ze heeft nauwelijks controle over wat die zeggen en doen. Maximus is de ergste, want die wil haar snijden en doet Flor mesjes kopen.

Karen moet elke dag vechten: vechten tegen de stemmen in haar hoofd, tegen het snijden, tegen dwanghandelingen, tegen zelfmoordgedachten...
In dit boek vertelt ze eerlijk wat ze sinds haar kindertijd beleeft, voelt en denkt. Ze is openhartig waardoor boek beklijvend is. Haar angsten bij de elektroshocks, de gevolgen van haar medicijngebruik, de pijn van haar snijwonden, de onzekerheid over haar toekomst… ze laat niets onbesproken.

Haar persoonlijk relaas met dagboekfragmenten en foto’s wordt aangevuld met bedenkingen van haar moeder, van haar broer, van haar psychologe Anne-Sophie en van haar verpleegster Sybille.
De verklarende woordenlijst, nuttige adressen en de aanbevelingen van Karen en van haar psychologe in de bijlagen, maken het een bruikbaar boek.
Zo krijgen zowel leken als professionelen een beeld van wat en hoe het is: leven met een DIS.

Want dat is het doel van Karen met dit boek: aantonen dat een DIS bestaat, mensen met DIS, hun familie en vrienden vertellen hoe het bij haar verliep en de onmacht beschrijven die ze als jongere heeft ervaren door in verschillende psychiatrische ziekenhuizen te zitten en niet geloofd te worden, niet begrepen te worden.
 

Het boek wordt uitgegeven door Kramat.
www.kramat.be
Het is te koop of te bestellen in de boekhandel en kost 15 euro.

woensdag 26 oktober 2011

Geen tijd

Ik had zoveel willen schrijven…
-        over de World Soundtrack Awards, zaterdagavond in Gent waarvan ik vooral de muzikale-filmische ode aan Ronni Sue Chasen (1946-2010) onthoud. Chasen was een grote dame met een hart voor het Gentse filmfestival en vooral filmmuziekcomponisten. Ze was, tot ze vermoord werd, de belangrijkste vertegenwoordigster van de Amerikaanse filmsector en tevens persagente van bekende regisseurs en filmcomponisten. Op 16 november 2010 werd ze, onderweg naar huis, na de première van de film Burleske, overvallen en met vijf schoten afgemaakt. De zoektocht naar de moordenaar en zijn motieven deed zoveel stof opwaaien dat haar leven nu zelf een scenario waard is. Hans Zimmer, uit haar stal, maakte een geweldige indruk met zijn band. Muziek is een essentieel bestanddeel van een goede film. Je beseft het niet als je kijkt, maar je hoort en voelt het meteen als het niet klopt.

-        over Spielberg en Kuifje oftewel Tintin. Al is dat manneke journalist: ik ben nooit echt dol geweest op hem of zijn hondje. En ook niet op ‘duizend bommen en granaten’;

-        over Museum M in Leuven waar ik werd ontroerd door de prachtige teksten van Nederlander en jeugdschrijver Toon Tellegen. ‘Ik wou… dat geluk een ding was en dat ik het ergens vond en mee naar huis nam.’ Een zin uit één van zijn vele pareltjes. Ook de kindertekeningen van Ingrid Godon spreken boekdelen.
… maar de tijd ontbrak.