Deel 2: Hoe is het met Karen?
Heel wat lezers van ‘Oorlog in mijn hoofd’
vragen me hoe het nu met Karen is, drie jaar na het verschijnen van het boek. ‘Niet goed. Neen, niet
goed’, moet ik jammer genoeg antwoorden. De buitenwereld ziet dat meestal niet want ondanks de pijnlijke oorlog in haar hoofd blijft Karen lachen, vriendelijk zijn, helpen...
‘Thuis wonen gaat met vallen en opstaan. Ik
heb nog steeds heel veel last van angsten en van mijn dwangstoornis. Alleen thuis zijn, is moeilijk omdat ik
nog zoveel angsten heb.
Automutileren is erg in periodes. Ik moet er
nog alle dagen erg tegen vechten; soms kan ik het onder controle
houden en soms niet. Als ik het een keer doe, volgt meestal een periode
waarin het veel gebeurt, tot ik het door de hulp van mijn psycholoog en
psychiater of door een opname onder controle krijg. Ik volg naailessen en ga een namiddag per
week helpen in een kleuterklasje zodat ik toch iets bijdraag aan de
maatschappij. Jammer genoeg durf ik niet meer met de auto rijden. Ik prijs me
gelukkig mag met mijn moeder want ze doet erg veel voor mij. Zonder haar stond
ik niet waar ik nu sta. Ze is er altijd voor mij ook al heb ik weer iets doms
gedaan. Ik vind het erg dat ik haar zoveel ontgoochel door me te snijden…’,
vertelt Karen.
Met het boek hoopte ik dat Karen meer aandacht zou krijgen van familie,
vrienden en kennissen, maar dat gebeurde niet echt. Wie wil met Karen spreken, mailen,
iets leuks doen, haar helpen, steunen en vergezellen? Er zijn er niet veel. Misschien
hebben mensen te veel schrik van haar verdriet en haar pijn? Of van haar als psychiatrische
patiënt? Dat is stom, dom en onterecht. Karen is
lief, voorzichtig, sociaal, attent en bezorgd, iemand die geen vlieg kwaad doet…
behalve zichzelf.
Hoe kunnen we haar en anderen helpen?
- Ontkennen, minimaliseren, medelijden...
helpen niemand vooruit. Hoe kunnen we Karen en andere mensen met psychische
problemen helpen? In ‘Oorlog in mijn hoofd’ geeft Karen - en ook haar
psychologe - een reeks tips rond omgaan met mensen met DIS. Geestelijke
Gezondheid Vlaanderen geeft tips over hoe je kan omgaan met iemand met
psychische problemen.
-
Ontkennen helpt niet. Ontkennen, minimaliseren, medelijden...
helpen niemand vooruit, jezelf niet en de andere ook niet. Blijf dus gewoon.
Blijf rustig. Probeer te begrijpen. Neem je tijd. Gewoon aanwezig zijn is soms
al voldoende. Kijk wat je kan doen om het voor de andere draaglijker te maken.
-
Een gesprek beginnen. Vraag hoe het ermee gaat, geef aan dat je
bereid bent om te luisteren. Een ontwijkend antwoord? Dan heeft hij of zei nog
wat tijd nodig. Respecteer dat. Weet je niet wat te zeggen, zeg dat dan. Dat is
vaak het begin van een gesprek. Vraag of je kunt helpen.
-
Deze dingen zeg je beter niet:
o
Je maakt het veel erger dan het is.
o
Het gaat wel over. Maak je geen zorgen.
o
Stop met dat zelfmedelijden.
o
Je beeldt het je allemaal maar in.
o
Het had allemaal veel erger gekund.
o
Ik weet perfect hoe je je voelt.
Voor meer info: http://www.geestelijkgezondvlaanderen.be/ontkennen-helpt-niet
Karen steunen kan ook door dit boek te kopen!
‘Oorlog in mijn hoofd’ kan besteld worden bij De Standaard Boekhandel, bij www.bol.com of bij mij (15 euro,
verzendingskosten inbegrepen).
Mail naar info@anndriessen.be
Mail naar info@anndriessen.be