Posts tonen met het label reizen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label reizen. Alle posts tonen

woensdag 30 augustus 2023

IS REIZEN NAAR EN IN ALGERIJE MOGELIJK?

Is naar en in Algerije reizen moeilijk of onmogelijk? Onmogelijk, neen, moeilijk ja. Jammer want er zijn zoveel mooie plekken te ontdekken: woestijnen, monumenten, oude stadskernen, Romeinse ruïnes, warmwaterbronnen. Als je zin hebt, kan je met Badra Daït uit Gent 11 dagen naar Algerije, én naar Algiers én naar de ongelooflijk mooie Algerijnse woestijn! ‘Le desert ne se raconte pas, il se vit’, is een gezegde van de Touaregs.

MET EEN GENTSE GIDS?

Badra Djaït is een Belgische van Algerijnse herkomst, met diploma’s in Antropologie en Arabistiek, werkt voor UGent rond diversiteit en inclusie. Ze organiseert in haar vrije tijd woestijnreizen naar Algerije. Dat is voor wie dat land wil bezoeken, echt een buitenkans. 

De 11-daagse reis, die zij in het Nederlands begeleidt, commentarieert en gidst, begint in Djanet en eindigt in hoofdstad Algiers. Haar reis is een buitenkans want georganiseerde reizen vinden vanuit België of Nederland is heel moeilijk. En Badra zorgt daarbij voor alles: vliegtickets, visa, overnachtingen, vervoer, gidsen, tenten en ander kampeermateriaal, maaltijden, enz. Daar hangt een stevig prijskaartje aan, maar die reis kunnen meemaken is uniek. 

Het gedeelte van de woestijn dat zij toont - waarin je een week rondreist en kampeert - ken ik niet, mijn dochter wel. Die was in de wolken. Zij is net als Badra weg van het natuur- en cultuurpark Tassili N’ajjer, Unesco Werelderfgoed, met zijn adembenemende Saharalandschappen: uitgestrekte zandduinen, majestueuze rotsformaties, prehistorische grottekeningen, indrukwekkende canyons en betoverende oases. ‘Het ervaren van de eindeloze zandvlaktes en het bewonderen van de prachtige kleuren bij zonsopgang of zonsondergang zijn onvergetelijke ervaringen’ vertelt Badra stralend enthousiast.  

Ik kan dat enkel beamen, al zag ik een ander deel van de Tassili N’Ajjer, nl. Tamanrasset met de Hoggar en de Assekrem, het was alsof ik op de maan wans. Zeven dagen in die woestijn rondreizen én kamperen (wat ik ook deed) is de beste manier om ze te beleven. Dat bevestigt Badra met een gezegde van de Toearegs: ‘Le desert ne se raconte pas, il se vit'.




ALGIERS


Na een week woestijn vlieg je met haar van le Grand Sud naar hoofdstad Algiers om er rond te dwalen in de kasba uit de 10de met zijn Moorse, Ottomaanse en koloniale stijlen. Misschien is er ook tijd voor het nationaal martelarenmonument en de plantentuin, Jardin d’Essai du Hamma,
met zijn onvergetelijke bomen. 
Voor meer informatie over deze reis: www.legrandsud.be.
Als voorbereiding kan je 'Mijn Algerije' lezen of gaan snuisteren in reisboekhandel Atlas&Zanzibar van Frank Van Os in Gent, waar je een aantrekkelijke collectie over Algerije vindt, o.m. boeken, land- en wegenkaarten.


OP EIGEN HOUTJE?

Voor avonturiers die Algerije op eigen houtje willen verkennen, heb ik deze tips:

- Lees voor je vertrekt de richtlijnen van Buitenlandse zaken Reisadvies van Buitenlandse zaken: Praktische info over reizen in Algerije | FOD Buitenlandse Zaken - Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (belgium.be)

- Zorg voor de juiste reisdocumenten: een geldig paspoort (gemeente) en een visum (Algerijns consulaat in Brussel): VISA TOURISTIQUE – Consulat Général d'Algérie à Bruxelles (consulatalgerie.be).

- Neem contact, indien nodig, met de Belgische ambassade in Algiers: Adres en openingsuren | België in Algerije (belgium.be).

Vlieg naar Algiers vanuit Brussel, Charleroi of Lille.

- Neem de veerboot naar Algerije uit Frankrijk of SpanjeVeerboten naar Algerije - Routes, Dienstregelingen, Prijzen - Direct Ferries.

- Ga met eigen auto of huurauto (=moeilijk te vinden!), wees voorzichtig en vergis je niet in de afstanden, bv. Algiers-Djanet is 2.800 km. 

- Zoen een hotels o.m. in Annaba, Algiers, Oran, Constantine, Batna, Bejaja, Setif, El Oued, Djanet, Tamanrasset, enz.



#algerije #mijnalgerije #boekentip #watzullenwelezen #onbekendisonbemind #vreemdmaarvriend #casbah #leesditboek #legrandsud #welevenomtereizen #wereizenomteleren #eenstukvandewereldontdekken #reizen #woestijnreis 

woensdag 20 juli 2022

WAAR ZOU IK NU WILLEN ZIJN?

Help! Het was veel te warm. Op zulke dagen zou ik willen kunnen toveren… en me laten katapulteren naar een andere plek… waar ik ooit was. Waar? In Schotland, Noorwegen of IJsland. Het is daar gelukkig tussen juni en september altijd kouder en/of natter dan in België…

Liever iets te koud - niet van hart, wel van temperatuur - dan te warm (of te heet). Dat is al ettelijke jaren mijn lijfspreuk-wens-habitat-droom. Vanwaar komt mijn haat tegen de hitte? Ik weet het echt niet. Ik heb Siciliaanse roots, dus ik zou toch beter moeten kunnen leven met hoge temperaturen. Ik heb twee jaar overleefd in het soms veel te warme Algerije! Ik slaagde er niet in om onderweg, op doortocht in Dead Valley, uit te stappen, maar het lukt me wel – met een handdoek over mijn hoofd in begeleiding van mijn dochters, en op hun aandringen - in Lake Powell onder de brandende zon te baden. Ik sleepte me van de ene halte naar de andere aan de Grand Canyon. Afzien! En ook mij laatste zomers verblijf in Como bij mijn beste vriendin zal ik nooit meer herhalen. Mijn appelflauwtes waren niet te tellen.

Warmte went niet. Echt niet. Integendeel zelfs. Hoe ouder hoe beter je tegen warmte kunt? Neen, dat klopt ook al niet. Vroeger kon ik het ‘iets’ beter aan. Toen lag ik nog wel eens een namiddag op het strand. Ongelooflijk. Nu niet meer. In de zon zitten, liggen… neen. Na een half uurtje - ingesmeerd met 50! - heb ik er al genoeg van. Mijn recentste ervaring in Portugal of op Kreta? 500 m stappen was een marteling; terwijl wandelen hoog op mijn verlanglijstje prijkt.

Ik ruil mijn bikini, zwempak, badhanddoek, sandalen, strandzak en zonnebril heel graag voor een trui, jeans, regenjas, rugzak en wandelschoenen. Reizen in de zomer naar het zuiden? Neen, dat ga ik echt niet meer doen. Dat zuiden is me heel dierbaar, maar alleen in de lente of herfst. In eigen land of hoger - waar het normaal gezien frisser is - is er voldoende moois, fraais en lekkers te beleven in maanden als juli en augustus. Dus. Waar zou ik op helse hete Belgische dagen willen zijn, waar ik ooit was? Ik geef enkel opties… en let op mijn/onze kledij… 😊

SCHOTLAND (augustus 2011): Loch Lomond en Kingshouse.       

De West Highland Way is een echte aanrader om kennis te maken met landschappen in de Highlands, het langste loch (Lomond) en de hoogste berg (Ben Nevis). Je start in Milngavie en eindigt in Fort William: een week om 152 km te stappen. Elke etappe is anders. Het pad bv. van Rowardennan naar Inverarnan (23 km) aan de oevers van Loch Lomond is heel mooi, dat van Kingshouse naar Kinlochleven (15 km) eveneens maar de klim naar het hoogste punt - om dan af te dalen - is vermoeiend.

IJSLAND (juni 2012), Skaftafell gletsjer en Jokulsarlonmeer  

In het Skaftafell National Park maakten we een frisse wandeling van anderhalf uur om een waterval en gletsjertongen te zien. Je voelt je daar nietig. Uniek was het daarna te mogen rillen op een amfibieboot tussen de ijsschotsen van het Jokulsarlonmeer, het grootste gletsjermeer van IJsland!  Dar werd ooit een James Bond film opgenomen. Geloof me: zelfs in juni waren muts en handschoenen geen overbodige luxe. Wist je dat IJslanders wel 50 woorden heeft voor sneeuw?

 NOORWEGEN (juni 2015), Nigardsbreen en Besseggen

Wat heb ik genoten van de twee uur gletsjerwandeling, met gids, op het ijs van de Nigardsbreen (Jostedalen)! Stijgijzers en pikkel waren wel nodig, koorden ook. Het uitzicht op de gletsjertong, in de verte, was prachtig.

Adembenemend is de beroemdste en bekendste wandeling in Noorwegen van 16 km, van Memurubu naar Gjendesheim, de Besseggen. Door de voor juni uitzonderlijke slechte weeromstandigheden (sneeuw en ijs overal) deden we er 10 uur over… in winterkledij (handschoenen, dikke fleece, wollen onderbroek, regenjas). Maar weerom: onvergetelijk. Tussen haakjes: onze blokhut met uitzicht in Bessheim ook. 

Ja, het helpt soms aan fris, koud en sneeuw te denken als je bijna smelt…

Ps. Het liefst van alles flitste ik heen en weer van Belgie naar Sardinië en terug om even te gaan zwemmen en snorkelen met mijn kleinzoon van 5 jaar!


zondag 26 september 2021

ER IS TE VEEL TE ZIEN EN BELEVEN IN STOCKHOLM

Ik heb te veel redenen om over Stockholm te schrijven: de Vasa is er te bewonderen. Abba heeft er een museum en Stieg Larsson een wandeling. Het stadhuis is een pareltje, Skansen een gezellig openluchtmuseum en de overdekte Saluhall is een eetparadijs. Er is een heus musea-eiland en er zijn artistieke metrostations en indrukwekkende kastelen. Je kunt er wandelen, fietsen én varen. De taarten smaken er heerlijk… en in november reist een superlieve naamgenote daar naartoe.

Stockholm ligt op veertien eilanden, door bruggen verbonden, waar Mälarmeer en Oostzee samenkomen. Haar bijnaam: Venetië van het noorden. Er is te veel te zien en te beleven. Dus ik moet selecteren. Vandaar mijn top 5:

1. VASA MUSEUM: een vier verdiepingen museum gebouwd rond een oorlogsschip en over de
bouw, eenmalige vaart, ondergang, berging en restauratie van dat schip. Echt, ongemeen boeiend en veelzijdig, wat ik vooraf niet had gedacht of verwacht. Minstens 3 uur verkenden we dit schip, gebouwd in opdracht van Gustav II Adolf, dat zonk op 10 augustus 1628, bij zijn eerste reis uit de haven, dezelfde dag, na amper 1 km varen. Na 333 jaar - in 1957 - startte de berging. Die duurde vier jaar: een huzarenstuk. Begin, zoals wij, met een gids en verken het daarna verder alleen. Er zijn 9 gerelateerde tentoonstellingen. Vergeet de twee docudrama’s te gaan zien over hoe het schip werd gemaakt en zonk en wie de schuldige was.

2. ABBA MUSEUM en SKANSEN: deze twee museum liggen bijna recht tegenover elkaar… en op wandelafstand, langs het water, van het Vasamuseum. Het Skansen Museum is een mengelmoes van Bokrijk, een zoo, een kinderboerderij, een ambachtenmark en een eetfestijn. Het is het oudste openluchtmuseum ter wereld in 1891 met 150 gebouwen uit 18de en 19de eeuw uit alle hoeken van Zweden - met her en der acteurs in originele klederdracht - en verschillende tuinen. Het Abba Museum toont de levens van dit kwartet: hoe ze muziek maakten, leefden, werkten en schreven. Agnetha, Benny, Björn en Frida brengen hun eigen verhalen, hun persoonlijke anekdotes, hun levens, hun optredens, huwelijken en scheidingen. Hun souvenirs liggen, hangen er, hun lief en leed is te lezen, te horen en te zien Je kan er ook zelf optreden, dansen, enz. Leuk is natuurlijk de afdeling van hun kitscherige kleurrijke danspakken.


3. STADHUIS: herkenningspunt aan het water en symbool van de stad. Pareltjes zijn o.m. de Blä
Hallen - die niet blauw maar baksteenrood is - waar elk jaar op 10 december het galadinervoor Nobelprijswinnaars plaatsheeft. Het is een trekpleister van formaat. Ook door o.m. de 19 m hoge beschilderde houten schipachtige zoldering in de Gemeenteraadzaal, de beschilderde zuilenzaal door schilder-prins Eugène en hét van het: de Gouden Zaal - na de twee magnifieke koperen deuren van elk 1 ton - een ontwerp van Einar Forseth, schitterend! Letterlijk, want 18 miljoen mozaïeken zijn met bladgoud bedekt. Indrukwekkend zijn de taferelen: de Heilige Eric, 1000 jaar geschiedenis van Zweden, Zweedse Bv’s en Mälardrottningen. Deze ‘koningin van het Mälarmeer’, een hemelsgrote dame met grote handen en slangenhaar, is het symbool van Stockholm. Klim, als je een ticket krijgt (wij niet) op de toren met 3 kronen voor het uitzicht. Opmerkelijk: hier kreeg ik een beschrijving in het Nederlands.

4. SLOT DROTTNINGHOLM: 
drottning betekent koningin en holm eiland. Het hele 18-de eeuws
complex - slot, theater, paviljoen en tuinen - staat op de Werelderfgoedlijst. Boek bij aankomst meteen rondleidingen voor de verschillende onderdelen. De koninklijke familie woont er sinds 1981 maar laat bezoekers toe op dagen dat er geen officieel bezoek is. Er is zoveel te stappen en te zien. In het paleis Drottningholm zijn blikvangers vooral de prachtige Luisa Ulrike’s bibliotheek met 7000 boeken, de blauw-gouden barokke decoraties in de slaapkamer van Hedwig Elenora, de ‘marmeren’ trapzaal, het commode-zit-bed, de grote zaal met portretten van koningen van allerlei landen die op bezoek kwamen. En na het slot kan je het 250 jaar oude baroktheater bezoeken. Gustav III, koning en acteur, speelde en schreef toneel. Dan is er nog het Chinees paviljoen, in de tuin via de gouden poort (=fotospot), na buxushagen, een imposante Herculesfontein enz. Dat paviljoen uit 1753 Het interieur van dat paviljoen, Zweedse rococo, herbergt o.m. een collectie panelen, gelakte dozen en porseleinen poppen uit China. Tip: neem, om te gaan, metro T naar Bromma, daarna bus 301-323 en keer terug met de boot (ongeveer een uur) over het Mälarmeer.

5. SALUHALL: een mooi bakstenen gebouw, een overdekte markt), een stenen eetkathedraal, in 1888 geopend met een gedurfde plafondconstructie van glas en ijzer. Daar moet je kijken, proeven, genieten, kopen en eten. Er zijn wel 17 eetstandjes om te eten of eten mee te nemen: elandenworst, gerookt rendier, berenmousse, lingojam (rode bosbessen), gepekelde haring, kaviaar, kaneelbroodjes, enz. Ik at heerlijke verse zalm bij Tysta Mari.


Als je nog tijd hebtMonteliusvägen (mooiste wandelpad), boottocht naar en wandeling op Waxholmen (busboot’ aan het Nationalmuseum), Alfred Nobelmuseum, Musea-eiland Skeppsholmen (Beeldentuin, Moderna Museet, Architekturmuseum, Oostaziatisch museum), Kungliga Slottet (officiële residentie van de Zweedse koning met 608 kamers/ruimtes, museum, galerij), Storykyrkan (kathedraal met enorme beeldengroep), artistieke metrostations, bekende auteurs (Stieg Larsson, Ivar Los, Sjöwall en Wahlöö, Astrid Lindgren, enz.), heerlijke taarten (bv. Sundbergs konditori), trollen, heksen en kabouters (Tomtar &Troll), fietsen van eiland naar eilan den wijk naar wijk.

Mail me en je krijgt nog meer tips! 


#stockholm #beaurifullcity #Zweden #Sweden #eilandjes #vasa #abba #skansen


dinsdag 20 juli 2021

IK WIL NIET MEER VLIEGEN...

Ik wil niet meer vliegen. Daar heeft mijn man weinig begrip voor. Ik heb nochtans een pak soliede redenen: objectieve en subjectieve. Vliegen is slecht voor het milieu en klimaat en zeker voor mijn gemoed en gevoel…

Vliegen is slecht voor klimaat, milieu en gezondheid, net als bv. roken (gestopt), vlees eten, (verminderd), energieverbruik (beperkt en geen auto meer). Als ik lees hoe belachelijk weinig vliegtickets kosten, doet dat pijn want reizen met trein en bus is milieuvriendelijker maar een pak duurder.

Vliegen is daarbij een ‘illegale’ en ‘onrechtvaardige’ activiteit. Iedereen betaalt btw, zelfs op lezen (=boeken). Waarom is een vliegticket vrijgesteld van btw? Waarom wordt op kerosine geen belasting geheven? Wat is er belangrijker lezen of vliegen? Ik weet het en jij ook…

40 JAAR VLIEGEN

Vliegen doe ik al lang, te lang. Ik was 17 bij mijn eerste vlucht. Toen won ik een reis naar Portugal door een schrijfwedstrijd van ‘Het Belang van Limburg’. Ik heb dus 40 jaar gevlogen, bijna elk jaar. Ik schaam me. Het is dus genoeg geweest. Ik heb voldoende gezien van de wereld, misschien te veel. Op mijn vlieglijstje staan meer dan 40 bestemmingen o.m. Japan, Thailand, China, Mexico, Curaçao, V.S., Zuid-Afrika en Algerije bij en - in Europa - o.m. Portugal, Italië, IJsland, Finland, Ierland, Oostenrijk, Hongarije, enz. Ik mag mijn vliegperiode dus rustig afsluiten.

Ik begrijp en moedig aan dat iedereen een stukje van een andere wereld mag, kan en wil zien: geen strand, maar mensen, natuur en steden die anders zijn dan bij ons. Dat inspireert, dat creëert, dat maakt verdraagzaam (of verdraagzamer) tegen volkeren, culturen, tradities en gewoontes. Maar ik heb echt genoeg gezien dat op vlieglengte ligt.


VLIEGSCHAAMTE EN VLIEGANGST

Hoe mijn vliegangst, vliegschaamte en vliegverzet groeide? De berichten over de opwarming van de aarde zijn alarmerend. Ik ‘moest’ te dikwijls naar Mexico, voor familie, plezier en vele zorgen. Telkens 3 vluchten, tot 23 uur onderweg. Het woog, het was belastend en stopte gelukkig. Ik merkte mettertijd dat elke vlucht, waarheen ook, me vooraf en tijdens onnodig veel slaapproblemen, stress en angst bezorgde. De gedachte alleen al aan of het beleven van een beklemmend gevoel, te weinig licht en lucht is moeilijk te beschrijven. Vandaar mijn wens: niet meer, nooit meer vliegen. De eerste stap is nu gezet: ik durf 'het' zeggen en schrijven. De tweede ook: ik heb me uitgeschreven voor alle nieuwsbrieven van SN, Ryanair, BA, Vueling en KLM.

WELKOM

Wees gerust, ik blijf verkennen. Er zijn zoveel natuurgebieden, steden, musea en bijzondere plekken in Europa die ik zonder een vliegtuig kan en wil zien. Maar echt, ook dat moet niet...  
En jij? 
Vlieg, als jij niet anders kunt of wilt. 
Wees welkom bij deze niet-vlieger, wie ook en van waar ook uit de hele wereld. 
En voor mijn schatten die ver wonen: altijd welkom en misschien raak ik met tram, metrro, bus, trein, auto of boot ook bij jullie...

Ter informatieVliegen, slecht voor het klimaat? 


#vliegen #vliegenisslechtvoorhetmilieu #nietmeervliegen #milieubewusterleven #boekenvanann

vrijdag 22 september 2017

De trap naar de duivel

Een tip voor de dochter van Els die in Schotland studeert: ga wandelen. Het is er prachtig! Stap de 152 km lange West Highland Way. Vooral één etappe daarvan is me bijgebleven: die met de Devil’s Staircase, tussen Glencoe en Kinlochleven. De 550 m hoge klim was hels, zoals zijn naam voorspelde. Elk excuus greep ik aan om even te stoppen en nog was het op de tanden bijten, zigzag naar omhoog. Zuchtend en puffend. Maar in Edencoille B&B was het daarna hemels...



Dit stukje wandeling kwam na een dagtocht van 20 km naar Glencoe, met een passage door een mysterieus desolaat weinig begroeid veengebied. Daar is, gelukkig, bijna geen kat te zien is; ook  geen struik of steen om je met een wc rol te verbergen. Ik had er in augustus 2011 een dikke fleece, muts en handschoenen nodig, inclusief regenkledij en stevige enkelhoge wandelschoenen. 

Nacht
Eerst, voor de grote klim, een nacht in een charmant, maar gedateerd en horig Kings House hotel met 17de eeuwse roots. Dat wordt momenteel wel stevig gemoderniseerd. Het ligt in een weids dal, omringd door imposante bergen als de Glen Coe rechts en de Glen Etive links, met de pyramide van Buachaille Etive Mòr (Grote Herder van Etive) ertussen. Wilde herten komen ’s avonds grazen aan de achterdeur, wat idyllische plaatjes oplevert. 

Hels
Na een stevig ontbijt worden de Schotse Hooglanden werkelijkheid. Onze dagwandeltocht van 23 km loopt via een vals plat tot aan het begin van de Devil’s Staircase. Die klim van 550 meter heeft zijn naam echt niet gestolen. Het smalle pad kronkelt steil naar omhoog. Het ligt bezaaid met stenen die zelf voor een paar degelijke Lowa Renegade een uitdaging zijn. Ik stapte en stapte, stopte, dronk een slok water, zuchtte en dat scenario herhaalde zich wel 3x voor ik de top bereikte. Onderweg kon ik met een mengeling van afschuw, bewondering en medelijden op- en neerkijken naar twee Duitse jongelui die hetzelfde tracé trotseerden, gewapend met rugzak en tent. Het deed me denken aan die ene keer, in mijn Leuvense studententijd, dat ik kampeerde in Noord-Italië. Nooit meer. 
Mijn blik dwaalde af van de tentgangers naar het landschap rond die duivelse trap. Zo mooi. Zo mooi. Het bleef wel zwoegen tot de top. Een helse karwei. Iedereen deed het op zijn of haar eigen tempo; we waren niet alleen. Elk excuus om even te stoppen greep ik aan. Het was echt tanden bijten en zigzaggen via een hyper smal paadje naar het hoogste punt van die Duivelse Trap.
Reusachtig
Er zijn van die dagen dat een mens zou willen gaan zitten en blijven zitten. Dat was er zo eentje. Maar er was geen ontkomen aan: ik moest verder, ik moest omhoog. Ik sleepte me naar boven, moest mezelf moed inspreken. Goed dat de weergoden goedgeluimd waren. Met een bui zou de klim lastiger en ook gevaarlijker zijn. Mist en regen zouden het zicht belemmeren en de keien smeren als boter. Ik weet niet of het verhaal klopt, maar Patrick MacGill schreef in 1914 dat heel wat mannen, die aan de dam in Kinlochleven werkten, in de winter verloren liepen na een nachtje stappen. In de lente werden ze op de Devil’s Staircase teruggevonden, bevroren. Misschien daarom dat Dickens Glencoe de begraafplaats van een ras van reuzen noemde?

Top
De top bereiken was dan ook ge-wel-dig, al was de wind ijzig. Oef's en de ah's stroomden uit mijn mond en ook uit die van mijn compagnon, want geloof me: hij zag ook af. Zoals gewoonlijk nam hij de zwaarste last op zich: de grote rugzak (ik de kleine) met onze lunch:

flessen water, broodjes, kaas, koeken, appels en bananen, servetten en zijn onmisbaar Suisse knife. Wat hield ik van die kerel, af en toe mijn muilezel. We zochten op een rots een zitplaats om te picknicken en iets verder een plek om, zo mogelijk, gewapend met een wc-rol het nodige te doen. Het tweede deel ging bergaf, dus vlotjes naar Kinlochleven met zijn oude dam, een oude dam, ijsklimbaan, en zalm die uit de rivier springt. De kilometers wogen, de voeten protesteerden. Aan de andere kant van het dorp lag de beloning: een vier sterren B&B met acht kamers. 

Verwend
Edencoille was niet alleen een perfecte slaapplek, ook een mini-museum met de supervriendelijke, behulpzame gids en gastvrouw Elsie Robertson. De romantische kamer in hemelsblauwe kleuren had gewoon alles: pralines bij de (zelfgemaakte) koffie of thee, porseleinen poppen op kast en bed, een gerieflijke badkamer. Een bed uit een boekje, een kamer uit een sprookje. Moeder, vader, zoon en dochter: het zijn verwoede verzamelaars van poppetjes, treintjes, kannen, soldaatjes, strips, enz. Ze zijn ook wild van de prestigieuze Hamilton Collection.
Na een uur liggende pauze met een kop kruidenthee, trokken we met tegenzin opnieuw onze wandelschoenen aan om, 2 km verder, in het nette restaurant van het MacDonald Hotel haggis, gehakt in schaapsmaag, te proeven. Lekker. Echt waar. Slapen deden we vroeg en als rozen, of (brave) baby’s. 
Het ontbijt was om u tegen te zeggen. Noem het, het was er. Te veel en te lekkere dingen, zodat we meer dan gewapend, na deze vijfsterrenervaring, konden beginnen aan de laatste 23 km van de West Highland Way met als eindbestemming Fort William. 
Edencoille B&B, een adres om te bewaren.




dinsdag 16 september 2014

Een Schot met een rok?

Alle Schotten dragen rokken, dat weet toch iedereen
maar toch maar toch blijft een Schot in Schotland een man van kop tot teen.….’
Dat liedje klopt niet. 





















Van Milngavie, Drymen, Rowardennan, Inverarnan, Tyndrum, Kingshouse, Kinglochleven naar Fort Williams: de West Highland Way, 152 km te voet. Zeven dagen wandelen en niet één kerel in kilt of skirt gezien. O ja, op de laatste dag in Fort Williams, in onze B&B aan het ontbijt. Een late vijftiger in Schotse ruitjesrok dient op; zijn moeder - bijna 90 en baas in huis - staat in de keuken. Mijn dochter en vriendin zagen ze wel op de Scottish of Higland Games en in Edingburgh. Die Games heb ik door het wandelen gemist, jammer. Ik had ze graag aangemoedigd: de stoere kerels met paardenstaarten en blote benen in rood-geel-blauw geruite plooirokken terwijl ze paalwerpen, hamerslingeren of doedelzak spelen. Een volgende keer zeker.


Ik heb wel haggis (schapenmaag gevuld met stukjes schapenhart, schapenlever, schapenvet en havermout) gegeten en van de avonturen van vrijbuiter Rob Roy, de Schotse Robin Hood, genoten aan Loch Lomond.
Vooral genoten van de Highlands: onvergetelijk. Van normaal tot wild, plat en steil, soms machtig en soms magisch, met kammen, bergen, heuvels en meren. Eindeloos, indrukwekkend, desolaat. Prachtige landschappen, onvoorspelbaar weer. Het ideale decor om te vertragen, te vergeten en te dromen en ook voor Highlander, Braveheart en Harry Potter films. Om terug te zien. 
En overal in b&b’s, hotels en guesthouses stille vriendelijkheid. Schotten zijn - naar het schijnt -  de Vlamingen van het Verenigd Koninkrijk, de underdog. Ze streven naar onafhankelijkheid, feesten graag feesten en zijn gastvrij(er), net als wij. Eigen vlag, munt en bestuur vinden ze niet genoeg. Maar toch er is meer dat ons, Europeanen, bindt. Better together, denk ik...