Alle boeken van Ann Driessen

Alle boeken van Ann Driessen
Posts tonen met het label Ensor. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Ensor. Alle posts tonen

donderdag 1 februari 2024

HUN ENSOR EN MIJN ENSOR...

Ensor is van hen, maar ook een beetje van mij. Van hen, daarmee bedoel ik Oostende en Antwerpen. In Oostende woonde en werkte hij, die stad inspireerde hem. In Antwerpen, in het KMSK, hangt de grootste collectie Ensorwerken. Maar hij is ook van mij, door zijn zeezichten, zijn Intrede, zijn graf, zijn huis, zijn collectie… in 1985, 3003, 2006, 2022, 2022 en 2024.

Winter of herfst 1985: Mariakerke


Mijn liefde voor zijn werk - later ook voor hem - begon in 1985, bijna 40 jaar geleden. Ergens tussen Middelkerke en Mariakerke, ongeveer ter hoogte van domein Raversiyde. Het was winter of herfst, en periode zonder toeristen. Het zeezicht greep me zo aan dat ik mijn auto stopte, parkeerde en staarde. Ik zag en voelde ik wat James Ensor daar moet hebben gevoeld, nl. de zee in al haar schoonheid: haar onopvallend pastelkleurenpalet, haar chaotische beweeglijkheid, haar ongekende diepte en verte, haar ondoorgrondelijkheid, haar verassende wendingen en onontdekte geheimen. Ik krabbelde iets op papier, maar dat schrijfsel vond ik (nog) niet terug.

Wist ik toen al dat Ensor een fan was van zeezichten? Oostende was alleszins zijn inspiratiebron. De badstad, de haven, de oneindige zee, de schepen. Ik moet toegeven dat mijn liefde van toen, voor zijn zeezichten, nu overhelt naar zijn figuren, gedrochten, maskers.

Juli 2003: Paul Getty Museum, Los Angeles.

Op reis in California, met een stop in het Paul Getty Museum in LA. Wat ik niet verwachte, gebeurde: ik kwam opeens - ik wist dat vooraf niet, maar had dat moeten weten - een van zijn meesterwerken tegen: ‘De Intrede van Christus in Brussel’ uit 1889. Waaw. Die personages, die kleuren, die expressie, dat gespot op een doek van 2,5 m op 4,3 m. Het lijkt een aanklacht tegen van alles en nog wat: kerk, staat en justitie, kleinburgerlijkheid, hypocrisie, sterfelijkheid, gewone burgers, werkende mensen. Een stoet van maskers, tronies, clowns en karikaturen. Het schilderij hing niet opvallend centraal of in de kijker, en dat vond ik toen, 21 jaar geleden, wel jammer. 

Mei 2006: het graf op het kerkhof in Mariakerke bij Oostende.


Onvergetelijk, dat graf in Mariakerke bij de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Duinenkerk, tijdens de kunstroute Beaufort 2006. Niet zozeer om zijn graf. Neen. Ik was gefascineerd door de spin die het beschermde. De spin van Louise Bourgeois (Een ander exemplaar van haar bewonderde ik in Bilbao in 2014 aan het Guggenheim Museum). Ik was er weg van, ik, die spinnen haat, vermijd, ontvlucht… door een mengelmoes van angst en afkeer. Die spin op, of beter, over het graf van James Ensor! Wat een beeld… 

Willy Van den Bussche was commissaris-generaal van Beaufort 2006, was een aanspreekbare en aangename gesprekspartner, toen ik hem mocht interviewen als conservator van het Permeke Museum in Jabbeke.

Een spin staat symbool voor o.m. bereidwilligheid, creativiteit, krachtige energie, geduld, maar ook voor de duistere kanten van het leven. En ook die had Ensor. Zijn minder fraaie kantjes leerde ik veel later kennen, door zijn huis, een folder en een documentaire. Het graf blijft de spin verdween. Het kerkhof is gelukkig beschermd erfgoed, mede dankzij Ensor. Jaarlijks is er in april een Ensorherdenking. 

Februari 2011: Het Ensorhuis, Vlaanderenstraat 27, Oostende.

Echt, door de kamers dwalen - na de eerste stop in een authentiek souvenirwinkelinterieur - waar deze kunstenaar leefde, schilderde, bezoekers ontving uit alle mogelijke creatieve sectoren: kunstenaars en schrijvers, het geeft je een blik achter zijn schermen, zijn kunst en zijn gezichten, maskers, skeletten, gedrochten, schepselen, figuren… Zijn hoed en jas hangen aan de kapstok alsof hij net kan binnenkomen en je eigenhandig loodst door zijn salon en eetkamer om er het originele meubilair te tonen, zijn piano, foto’s, reproducties en de maskers in kasten en op tafels.

Oktober 2022 en januari 2024: het KMSK in Antwerpen


Ensor in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. Een zaal vol schilderijen, tekeningen. Indrukwekkend. Zijn krasse koppen ook. Het KMSK heeft, jawel, de grootste collectie Ensorwerken ter wereld. Laat je verrassen door zijn zeezichten, zijn grimmige figuren… en ook door de rest van dat museum! Daar en op alle andere plaatsen (ook in werd het me duidelijk: Ensor was een man met talenten en ideeën, fantasierijk en creatief, maar ook - volgens kenners - een opschepper, showbeest, leugenaar, dwarsligger, ruziemaker en anarchist. Hij noemde zichzelf ook zot, dwaas en boosaardig. 

Daarom en vandaar: dit Ensorstuk in dit Ensorjaar. Voor Ensor, die ik niet vergeten kan.

Bronnen: Folder Ensorhuis, website KMSK Antwerpen,  ‘Het Ensorhuis’ (Uit in Vlaanderen), ‘Het Oostende van James Ensor’ (Hans Hoekstra), Wikipedia, ‘Ensor en de avant-garde’ (MMK Oostende), KMSK Antwerpen.

#ensor #jamesensor #oostende #ksmk #antwerpen #zee #maskers #huis #ensorhuis #zeezicht #spin #graf #museum #paulgetty


vrijdag 14 september 2018

ODE AAN OOSTENDE

Wat heb ik genoten van Oostende, haar strand, haar zee, haar overzetboot, haar restaurants, haar huizen, haar winkels, en zoveel meer. Vier dagen kon ik in de zomer de Gentse hitte ontvluchten. Dat was echt nodig want ik kon niet meer ademen, slapen of schrijven. Ik kon niet meer wandelen of bewegen. Ik kon niets meer. Lam en lamlendig was ik, tot ik naar zee mocht. Vier dagen. Vier dagen warmte, maar ook lucht. Ik heb van u genoten Oostende, van uw strand, van uw zee, van uw luchten en lichten, zelfs van uw zandkastelen en van uw vuurwerk… 

Mooie herinneringen heb ik aan mijn jaarlijkse vakantie als kind daar, in een pensionnetje annex rusthuis in de Capucijnenstraat, links van de kerk, geleid door mijn oude maar altijd lachende tante Martha. Met broers en zussen op een kamer voor 6 tot 8 personen. Soms in een kamer verder ook Hilde en Monique, Leentje en Michel, of Tony en Christine, tante Ghislaine en nonkel Camiel. Allemaal familie. Geen laken, geen bedsprei, geen bed en geen handdoek was hetzelfde. Dagelijkse kost, zonder franjes. We aten wat de rusthuisbewoners aten. Alles was er doodgewoon, net als thuis. 
Wat hadden we een pret! Elke dag naar zee, naar het ‘Klein Strand’, op het 'Groot Strand' kwamen we nooit. Dat leek ver en nu zo dichtbij! Met valse briefjes van 20 namen we de 'vinders' beet. Kilo's schelpen raapten we, ontelbare putten hebben we gegraven, avondlijke kilometers afgelegd op de houten pier (het witte gebouw is weg). Het pension verdween en maakte plaats voor appartementen, maar de aantrekkingskracht van Oostende bleef, eigenaardig genoeg, tot op vandaag.

Ik genoot in augustus van mijn (her)ontdekkingen!
Van de Dansen Golven van Patrick Steen. Van de rode enorme Rock strangers van Arne Quinze, van de aaibare stenen hondjes van...Van de enorme bronzen Wullok van Stief De Smet. Van de prachtige Venetiaanse en Koninklijke gaanderijen van de Franse architect Charles Girault! 400 meter lang, altijd anders door het speling van licht en duisternis, zon en wolken. 
Van het stenen omkleedhok. Waar is de tijd dat ik stuntelig stond te wringen met een handdoek rondom mijn lijf, om mijn badpak aan of uit te trekken, met o zoveel schrik dat iemand, wie ook, een bloot detail zou kunnen zien van mijn bijna vrouw-zijn? De jongens met ijs- en lolly-draagbakken hebben jammer genoeg plaatsgemaakt voor gemotoriseerde crèmeglasverkopers op het zand. Goed dat de schelpen en papieren bloemen zijn gebleven, al kunnen haast enkel oma’s die kunde doorgeven. 
De vliegers zijn er nog, maar ze zijn veel groter en mooier... en de ouders spelen er mee. De billenkarren (go-karts) bleven, maar nu zijn er zelfs telegeleide!
Oostende, ik kreeg niet genoeg van u.

Ik kom terug, beloofd.
Om opnieuw lang en ver te wandelen naar Westende of  Nieuwpoort.
Om Jack en de andere stenen hondjes te aaien.
Om mijn streetart-idool ROA nog maar eens te bewonderen.
Om de gratis overzetboot te nemen en richting Bredene te fietsen.
Om nog eens croissants te halen in bakkerij ’t Molentje.
Om art deco gebouwen te zien.
Om garnalen te eten.
Om Ensor in Mu.ZEE nog eens te bewonderen.
Om de Japanse tuin te zien.
Om het praalgraf van de eerste Belgische koningin te zien in de Petrus- en Pauluskerk. 
Om na te gaan of dikke Mathilde van Georges Grard echt zo dik is.
Om domein Raversyde en Fort Napoleon te bezoeken.
Om weer de skyline van Oostende te zien vanop de nieuwe pier.
Om opnieuw een ijsje te kopen bij Gelato Maxzim, zelfs als er een file staat
En zeker om 's morgens, 's avonds en ‘s nachts het speelse licht in de gaanderijen te beleven, om de meeuwen te horen schreeuwen en de Noordzee te zien, te zien, te zien...
Eén keer zal niet voldoende zijn...

ps. Bedankt Lia en Frank voor het verblijf! 💙Ik heb er echt van genoten...