Voor de derde keer ‘viel’
ik voor Van Eyck. De eerste keer was dat ongeveer 45 jaar geleden, door mijn
vader. De tweede keer gebeurde dat door een Leuvense antiquair, 8 jaar geleden.
De derde keer gisteren: toen ik ging kijken naar de expo ‘Van
Eyck. Een optische revolutie', in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Gent.
1975 EEN EERSTE KEER
Rond 1975 was het de droom
én de wens van mijn vader, architect-volkskundige-kunstminnaar, het talent van
Jan Van Eyck te tonen. En dat deed hij met een team, in het onbekende en
onooglijke dorp As, waar wij toen woonden. Ik herinner het me alsof het gisteren
was: die Van Eyck tentoonstelling in het gerestaureerde Sint-Aldegondiskerkje.
Het waren, natuurlijk, geen originelen maar prachtige, verbluffend getrouwe reproducties achter glas. Ze waren het werk van de Gentse priester
Alfons Dierick en zijn nu in het bezit van U Gent en op aanvraag te zien.
Mijn
vader stopte me een vergrootglas in de hand zodat ik de kleinste details kon
ontdekken: het haar van de engelen, de plooien in Maria’s gewaad, de haast
tastbare stoffen, de lichtweerkaatsing in edelstenen, de subtiele gelaatskleuren,
de levendige figuren en landschappen.
Echt overdonderd en gefascineerd was ik erdoor. Wat een vakmanschap voor een
Vlaming uit de 15de eeuw. Ik was vooral fan van het dubbelportret
van de Italiaanse koopman Arnolfini en zijn vrouw: hun handen en haar, haar
groene jurk, de spiegel en dat hondje! Onvergetelijk, al zag
ik het 40-45 jaar geleden! Hoe dat komt? De combinatie van artistieke
schoonheid en vakmanschap met hemelse muziek maakte een onvergetelijke indruk: mijn
vader zorgde dat je Van Eyck kon bewonderen in gezelschap van de hemelse
klanken van J.S. Bach.
In 2000, na de dood van Dierick, schreef
hij naar diens zus: ‘We waren hechte vrienden door en rond Van Eyck’. Hij vond dat Dierick niet de waardering en erkenning kreeg die hij verdiende. Mijn vader
bewonderde zijn opzoekingen, zijn kennis, zijn kunde en zijn fotografie over
deze Vlaamse schilder. ‘Hij leefde voor Van Eyck’ schreef hij, en zijn liefde
voor Van Eyck deelden ze. ‘Hij verrijkte mijn leven’. Het mijne dus ook. In
zijn dagelijks gebed dankte hij Alfons Dierick omdat die man hem de liefde voor Van Eyck bijbracht. Ik bid niet, maar dank mijn vader voor hetzelfde gevoel.
2012 EEN TWEEDE
KEER
In 2012, viel ik voor de
tweede keer voor deze Vlaamse kunstschilder, net voor de start van de
restauratie van zijn meesterwerk ‘Aanbidding van het Lam Gods’. Door de Leuvense
antiquair Cor Engelen en Van Eyck kenner, ontdekte ik vreemde details die, zo meende
Cor na grondig onderzoek, niet bij Van Eyck of diens tijd pasten. Ik ga met hem dat altaarstuk herontdekken en onderzoeken wat de grondige restauratie aan het licht bracht...
2020 EEN DERDE KEER
Gisteren mocht ik de overzichtstentoonstelling
bezoeken in het Gentse Museum voor Schone Kunsten. Opnieuw ‘viel’ ik voor Jan. Het
aantal getoonde werken van hem is niet groot, een 20. De rode draad zijn de 8 prachtige
gerestaureerde buitenpanelen van het Lam Gods (het altaarstuk hangt terug in de
Gentse kathedraal). Die zijn aangevuld met werk uit Wenen, Berlijn, New York,
LA, Washington, VK, en Madrid, ook met (latere) kopieën (o.m. Coxcie), met werk
van Italiaanse en Vlaamse tijdgenoten (o.m. Fra Angelico, Veneziano, Quinten
Matsijs). Niemand van die tijd, blijkt zijn kunde te evenaren. Er zijn ook miniaturen, polychrome
beelden, fijne sculpturen (o.m. meester van Rimini).
Wat een feest voor de ogen, die collectie! Met audiogids én vooral als je gids een gepassioneerde
verteller is. Ik luisterde en keek er met vier. Wat een luxe. Ik
hing aan hun lippen om niets te missen over dat grote talent: over zijn kleuren, waarheidsgetrouwheid, dieptezicht en achtergrondtaferelen, over zijn natuurgetrouwe
weergave van bv. rotsen, lelies en vogels en hun symboliek, zijn
geperfectioneerde olieverftechniek, over lichtinval en schaduwen en nooit
eerder geziene details, over vergeelde vernislagen, loszittende verfdeeltjes,
retouches en zijn handtekeningen.
Ja, ik was voor de derde
keer ‘verkocht’. Vooral door zijn heldere en frisse kleuren, zijn levensechte
portretten, zijn verbluffende weergave van albasten beelden die uit hun lijsten
schijnen te stappen. Het restauratiebudget en - tijd zijn ruimschoots overschreden,
maar het is het waard. Ik had het liefst met mijn neus op de schilderijen
gezeten: dat mocht en kon niet.
‘Als je met de neus op zijn werken staat, zie je pas echt hoe fantastisch gedetailleerd Van Eyck kon schilderen’ hoorde ik
eerder Johan Desmet van het MSK verklaren. Maar de op oppassers deden
hun job. Jammer. Mijn favorieten? De man met de blauwe kaproen, de heilige
Franciscus bij een rots die zelfs geologen boeit, de delicate Heilige Barbara,
engelen… Jammer dat bv. naast de prachtige panelen van het echtpaar Vydt-Borluut
- die roze jurk van haar! - geen kopie hing van hoe het vroeger was. Voor en na
samen, dat zegt meer.
‘Nadat je die hebt gezien
kijk je met andere ogen naar de dingen’, zei Desmet. Misschien is dat wat ik al in 1975 van
deze meester leerde en wat ik in mijn schrijfwerk probeer: laten zien wat hij
me liet zien: details die het leven maken en vullen…
Informatie?
- Sint-Baafskathedraal
- KMSK: Van Eyck, een optische revolutie (tot 30/4)
- Sint-Niklaaskerk: tot 1/11:
‘Lights on Van Eyck’, een multimediaal licht- en klankspektakel van 30 minuten
- Kijk ook op: http://closertovaneyck.kikirpa.be.
Tips?
- Kies een dag en uur dat het niet te druk
is. De meeste kunstwerken zijn niet zo groot
- Lees vooraf iets over Van Eyck of volg vooral
een lezing.
- Neem een foto mee van vroeger mee om voor en
na te vergelijken.
- Fotograferen is verboden
- Neem een audiogids of - nog beter - een echte
gids!
Het is de grootste Van Eyck-expo ooit.
Ga die dus zien en word een fan, net als ik.
Een ticket is wel duur: 25/28/22 euro.
Voor ‘Rubens en Van Dyck’ in Boedapest betaalde ik de helft...