Mooie
herinneringen heb ik aan mijn jaarlijkse vakantie als kind daar, in een
pensionnetje annex rusthuis in de Capucijnenstraat, links van de kerk, geleid
door mijn oude maar altijd lachende tante Martha. Met broers en zussen op een
kamer voor 6 tot 8 personen. Soms in een kamer verder ook Hilde en Monique,
Leentje en Michel, of Tony en Christine, tante Ghislaine en nonkel Camiel. Allemaal
familie. Geen laken, geen bedsprei, geen bed en geen handdoek was hetzelfde. Dagelijkse
kost, zonder franjes. We aten wat de rusthuisbewoners aten. Alles was er
doodgewoon, net als thuis.
Wat
hadden we een pret! Elke dag naar zee, naar het ‘Klein Strand’, op het 'Groot
Strand' kwamen we nooit. Dat leek ver en nu zo dichtbij! Met valse briefjes van
20 namen we de 'vinders' beet. Kilo's schelpen raapten we, ontelbare putten hebben
we gegraven, avondlijke kilometers afgelegd op de houten pier (het witte gebouw
is weg). Het pension verdween en maakte plaats voor appartementen, maar de
aantrekkingskracht van Oostende bleef, eigenaardig genoeg, tot op vandaag.
Ik
genoot in augustus van mijn (her)ontdekkingen!
Van
de Dansen Golven van Patrick Steen. Van de rode enorme Rock
strangers van Arne Quinze, van de aaibare stenen hondjes van...Van de enorme
bronzen Wullok van Stief De Smet. Van de prachtige
Venetiaanse en Koninklijke gaanderijen van de Franse architect Charles Girault! 400 meter
lang, altijd anders door het speling van licht en duisternis, zon en wolken.
Van
het stenen omkleedhok. Waar is de tijd dat ik stuntelig stond te wringen met
een handdoek rondom mijn lijf, om mijn badpak aan of uit te trekken, met o
zoveel schrik dat iemand, wie ook, een bloot detail zou kunnen zien van mijn bijna
vrouw-zijn? De jongens met ijs- en lolly-draagbakken hebben jammer genoeg plaatsgemaakt
voor gemotoriseerde crèmeglasverkopers op het zand. Goed dat de schelpen en
papieren bloemen zijn gebleven, al kunnen haast enkel oma’s die kunde doorgeven.
De vliegers zijn er nog, maar ze zijn veel groter en mooier... en de ouders
spelen er mee. De billenkarren (go-karts) bleven, maar nu zijn er zelfs
telegeleide!
Oostende, ik kreeg niet genoeg van u.
Ik
kom terug, beloofd.
Om
opnieuw lang en ver te wandelen naar Westende of Nieuwpoort.
Om
Jack en de andere stenen hondjes te aaien.
Om
mijn streetart-idool ROA nog maar eens te bewonderen.
Om
de gratis overzetboot te nemen en richting Bredene te fietsen.
Om
nog eens croissants te halen in bakkerij ’t Molentje.
Om art deco gebouwen te zien.
Om
garnalen te eten.
Om
Ensor in Mu.ZEE nog eens te bewonderen.
Om
de Japanse tuin te zien.
Om
het praalgraf van de eerste Belgische koningin te zien in de Petrus- en Pauluskerk.
Om na
te gaan of dikke Mathilde van Georges Grard echt zo dik is.
Om
domein Raversyde en Fort Napoleon te bezoeken.
Om
weer de skyline van Oostende te zien vanop de nieuwe pier.
Om
opnieuw een ijsje te kopen bij Gelato Maxzim, zelfs als er een file staat
En zeker om
's morgens, 's avonds en ‘s nachts het speelse licht in de gaanderijen te
beleven, om de meeuwen te horen schreeuwen en de Noordzee te zien, te zien, te zien...
Eén
keer zal niet voldoende zijn...
ps. Bedankt Lia en Frank voor het verblijf! 💙Ik heb
er echt van genoten...