Alle boeken van Ann Driessen

Alle boeken van Ann Driessen

woensdag 17 oktober 2018

Wie zaait, oogst. Maar die van Lia overtreft alles.

De zomer is nu echt voorbij. En de oogst was groot, zeker bij mijn zus Lia. Is dat liefde, zorg of toeval? Het verschil tussen haar oogst en de mijne was groot. En niet alleen omdat zij een groentetuin én een serre heeft en ik slechts twee potten met drie tomatenplantjes - die ik trouwens van haar kreeg - op mijn terras. De uitgebloeide moesten vandaag, met spijt, de groenbak in.


Oogst van Lia

HART
Misschien vertroetelde en aaide ze hen en fluisterde ze lieve woordjes? Het moest haast zijn. Ze schoten met zoveel enthousiasme uit potjes en volle grond. Ze slingerden van plezier rond koordjes en stokjes en ze breidden zich uit alsof de wereld van hen is! Wie met de voeten in de grond water, lucht, warmte en aandacht krijgt, doet het overal beter, maar bij Lia nog meer. Ze zaaide, ze plantte en ze stekte. Voor haar en voor iedereen die ze in haar hart sluit. Haar groene kleintjes, daar is ze dol op. Net als op haar kinderen.
Oogst van Ann
Twee komkommerplantje hadden het al begeven door de aanhoudende hitte. Helemaal anders is dat bij Lia. Haar oogst was tot voor kort echt wonderbaarlijk. Ik weet niet hoe dat komt. Misschien praat ze er wel mee: met al die groene stekjes, zwarte potjes, kronkelende takken en coming soon tomaatjes, komkommertjes en slakroppen. Ik ben er bijna zeker van. 
Zonder opgeven, zonder onderbreking en boordevol enthousiasme zorgde ze met precisie en regelmaat voor alles wat de natuur leverde. Ze doet dat trouwens al jaren. 




ZUSSEN
En zo was en is ze ook met en voor ons, haar zussen: zorgzaam en liefdevol, in woorden en in daden. Had ik het geluk te passeren, kort na een oogst? Ik ging niet/nooit met lege handen of manden naar huis.
Soms speelde ze moedertje over ons, alsof ze vreesde dat één van ons zou verhongeren. Ze overlaadde ons met tomaten, tomatensap, komkommers, augurken, vruchtencoulis en vruchtenjam. En nog een plantje hier, een bloempje daar. Heerlijk. 'Neen' zeggen was en is geen optie. En tussendoor bakte ze nog overheerlijke taarten en quiches en appelflappen. Hoe haar paella smaakte, verzwijg ik best. Of het is allen daarheen...
Bedankt Lia, voor je zomerse groente en andere gaven!


vrijdag 14 september 2018

ODE AAN OOSTENDE

Wat heb ik genoten van Oostende, haar strand, haar zee, haar overzetboot, haar restaurants, haar huizen, haar winkels, en zoveel meer. Vier dagen kon ik in de zomer de Gentse hitte ontvluchten. Dat was echt nodig want ik kon niet meer ademen, slapen of schrijven. Ik kon niet meer wandelen of bewegen. Ik kon niets meer. Lam en lamlendig was ik, tot ik naar zee mocht. Vier dagen. Vier dagen warmte, maar ook lucht. Ik heb van u genoten Oostende, van uw strand, van uw zee, van uw luchten en lichten, zelfs van uw zandkastelen en van uw vuurwerk… 

Mooie herinneringen heb ik aan mijn jaarlijkse vakantie als kind daar, in een pensionnetje annex rusthuis in de Capucijnenstraat, links van de kerk, geleid door mijn oude maar altijd lachende tante Martha. Met broers en zussen op een kamer voor 6 tot 8 personen. Soms in een kamer verder ook Hilde en Monique, Leentje en Michel, of Tony en Christine, tante Ghislaine en nonkel Camiel. Allemaal familie. Geen laken, geen bedsprei, geen bed en geen handdoek was hetzelfde. Dagelijkse kost, zonder franjes. We aten wat de rusthuisbewoners aten. Alles was er doodgewoon, net als thuis. 
Wat hadden we een pret! Elke dag naar zee, naar het ‘Klein Strand’, op het 'Groot Strand' kwamen we nooit. Dat leek ver en nu zo dichtbij! Met valse briefjes van 20 namen we de 'vinders' beet. Kilo's schelpen raapten we, ontelbare putten hebben we gegraven, avondlijke kilometers afgelegd op de houten pier (het witte gebouw is weg). Het pension verdween en maakte plaats voor appartementen, maar de aantrekkingskracht van Oostende bleef, eigenaardig genoeg, tot op vandaag.

Ik genoot in augustus van mijn (her)ontdekkingen!
Van de Dansen Golven van Patrick Steen. Van de rode enorme Rock strangers van Arne Quinze, van de aaibare stenen hondjes van...Van de enorme bronzen Wullok van Stief De Smet. Van de prachtige Venetiaanse en Koninklijke gaanderijen van de Franse architect Charles Girault! 400 meter lang, altijd anders door het speling van licht en duisternis, zon en wolken. 
Van het stenen omkleedhok. Waar is de tijd dat ik stuntelig stond te wringen met een handdoek rondom mijn lijf, om mijn badpak aan of uit te trekken, met o zoveel schrik dat iemand, wie ook, een bloot detail zou kunnen zien van mijn bijna vrouw-zijn? De jongens met ijs- en lolly-draagbakken hebben jammer genoeg plaatsgemaakt voor gemotoriseerde crèmeglasverkopers op het zand. Goed dat de schelpen en papieren bloemen zijn gebleven, al kunnen haast enkel oma’s die kunde doorgeven. 
De vliegers zijn er nog, maar ze zijn veel groter en mooier... en de ouders spelen er mee. De billenkarren (go-karts) bleven, maar nu zijn er zelfs telegeleide!
Oostende, ik kreeg niet genoeg van u.

Ik kom terug, beloofd.
Om opnieuw lang en ver te wandelen naar Westende of  Nieuwpoort.
Om Jack en de andere stenen hondjes te aaien.
Om mijn streetart-idool ROA nog maar eens te bewonderen.
Om de gratis overzetboot te nemen en richting Bredene te fietsen.
Om nog eens croissants te halen in bakkerij ’t Molentje.
Om art deco gebouwen te zien.
Om garnalen te eten.
Om Ensor in Mu.ZEE nog eens te bewonderen.
Om de Japanse tuin te zien.
Om het praalgraf van de eerste Belgische koningin te zien in de Petrus- en Pauluskerk. 
Om na te gaan of dikke Mathilde van Georges Grard echt zo dik is.
Om domein Raversyde en Fort Napoleon te bezoeken.
Om weer de skyline van Oostende te zien vanop de nieuwe pier.
Om opnieuw een ijsje te kopen bij Gelato Maxzim, zelfs als er een file staat
En zeker om 's morgens, 's avonds en ‘s nachts het speelse licht in de gaanderijen te beleven, om de meeuwen te horen schreeuwen en de Noordzee te zien, te zien, te zien...
Eén keer zal niet voldoende zijn...

ps. Bedankt Lia en Frank voor het verblijf! 💙Ik heb er echt van genoten...

dinsdag 11 september 2018

DOL OP KRANEN

Door mijn kleinzoon van 15 maanden kreeg ik meer aandacht voor kranen, niet zo maar kranen; neen, heel hoge kranen. Toen hij met vakantie in Gent was, kon hij door het grote raam drie enorme kranen zien bewegen. Wat een luxe. ‘Kra kra’, riep hij, en ik antwoordde ‘De kraan draait’ als dat zo was, met de nodige armdraaibeweging erbij. Dat heb ik wel 100 keer op 10 dagen moeten herhalen. En nooit was hij het beu, die kranen. Ik ook niet. De kranen draaiden soms ook niet, dan zei ik: ‘ze slapen’ en dat was O.K. voor hem.


KRA KRA
Na zijn vertrek naar Algiers, keek ik nog dikwijls naar zijn kranen… en ik miste hem, heel erg. Hem, zijn vingertje dat wees naar de kranen, zijn kra kra, zijn helemaal.
En ik begon vragen te stellen… Hoe hoog zou die ene kraan zijn die mijn kleinzoon fascineerde? Wanneer kruipt de kraanman naar boven en hoe? Met een liftje, een trap of beiden? Ik zal er een verrekijker moeten bijhalen. Ik weet ongeveer - denk ik - wanneer hij begint te werken en wanneer hij stopt: om 7 uur ‘s morgens begint hij met iets dat lijkt op een langgerekte ‘peut’. Het draaien geeft een op verkeer lijkend geluid. Om 17 uur stopt de beweging, en hij wellicht ook. En zo gaat het elke dag opnieuw, van maandag tot en met zaterdag. 

RUST
Ik denk dat het buitenlandse werknemers zijn, die een 6 dagen week hebben om zo dagen te sparen en een week of meer naar huis te kunnen. Eén dag rust hebben en nemen ze. Meer niet. Misschien zijn ze uit Polen? Ik weet het niet. In al die maanden dat de werf actief is, heb ik slechts vorige week voor het eerst een man, hoog boven in de lucht, in de cockpit van de kraan, met de deur open, horen roepen naar beneden. Ik weet niet naar wie en ik weet ook niet wat hij riep. De zin was te kort om te taal te herkennen, maar het moest iets nuttigs en iets dringend zijn geweest. Anders roept of schreeuwt een mens niet van zo hoog naar beneden, toch?

EENZAAM
Wat ik ook dacht, is: wat moet het eenzaam zijn, de job als kraanman, ongekend en ook ondergewaardeerd. Hij zit daar de godganse dag alleen, hoog in de lucht, bijna tussen de wolken, in het oog van de zon, niemand om mee te praten, niemand om tegen te lachen, niemand om tegen te zeuren… alleen eten, alleen drinken, alleen werken. Een heel dag van wel bijna 10 uur! Of zie ik niet dat hij eens naar beden komt en weer stijgt? En moet die man niet plassen? Of heeft die een soort container daarvoor? Eventjes heen en weer gaan, kan toch niet, het zou zoveel tijd vragen.

HOOG-MOED
Fijn voor hem dat de zomer en nazomer zo mooi is, de lucht is dikwijls blauw, de zon schijnt, maar het kan er toch ook te warm zijn. En soms is het rondom hem grauw, grijs en nat. Al dan niet met een vogel of een vliegtuig als afleiding. Wat zou ik graag eens naast hem zitten kijken en luisteren, praten met hem. Maar niet te lang, geen dag. Neen, dat is veel te lang. Een half uurtje is voldoende. Gewoon om te weten wat het is zo hoog te zitten, zo alleen te zitten. Hoe moet zijn zicht zijn over Gent? Hoe ver kan hij zien? Wat kan hij zien? 
Kon hij zien dat mijn kleinzoon en ik - hij aan het grote woonkamerraam of op mijn arm - dat we samen naar hem wuiven? Hem bewonderen? Hem feliciteren met zijn hoog-moed en klimwerk? Zijn kraan, zo las ik, is van de firma Wolff en hij werkt voor het bedrijf Willemen. Kunnen die onze oprechte bewondering aan hem overbrengen? Bedankt. Elk mens is een complimentje waard, die kraanman zeker...

donderdag 9 augustus 2018

Gentse pareltjes zijn soms snel weg, soms ook niet.

Haast en spoed is zelden goed, maar in dit geval wel. Haast je, rep je naar Gent! Misschien is het al te laat? 
Vandaar dit geschenk: het tijdelijke werk van enkele muurkunstenaars. Want ja, ze verdwijnen snel, deze pareltjes. 


In mijn stad kan je trouwens een grote graffiti-route volgen, met de fiets of te voet.Voor een plannetje: http://sorrynotsorry.gent/

Heb je niet veel tijd, dan zeker één straat 'doen': de Werregarenstraat, beter gekend als Graffitistraatje. Het is een zijstraat van de Hoogpoort (afstappen tram 1 halte Gravensteen). Dit smalle straatje is een gedoogzone: dus iedereen, gewapend met zijn of haar spuitbus kan er terecht. Het is er altijd anders. Soms tref je een onherkenbaar kleurrijk geklieder en gekladder van God weet wie aan. Soms staar je je blind op prachtige creaties van straatkunstenaars die, wat mij betreft, een plaats in één van onze beste musea verdienen.

Je kan dus pech of geluk hebben. Vertrekken en ontdekken, dat is het enige dat ik je kan aanraden. Net als ik vorige week deed toen ik de bovenstaande pareltjes ontdekte tijdens een avondwandeling met Camiel, een al even boeiend en zeer jong manspersoon.


Kom en gaat dat zien!

Vergeet de geweldige konijnen van de Gentse Roa in Tempelhof niet! Roa, mijn favoriete streetartist, is werkelijk wereldberoemd. Ik had hem graag eens ontmoet en aan het werk gezien, maar hij houdt zijn echte naam geheim. Zijn sterkte? Gigantische zwartwit muurtekeningen van dieren, die ook in Spanje, de V.S., Groot-Brittannië en Italië te zien zijn. Op unieke of bijzondere muren en plekken. Meer werk van hem op https://www.flickr.com/photos/roagraffiti/


dinsdag 31 juli 2018

Wat zij die lezen, willen weten over zij die schrijven...

Nine Vogel-Ketel vroeg aan haar 1300 volgers op Facebook wat zij willen weten over schrijvers. En die vragen stelde ze mij, voor haar blog AnderWereld en haar lezers. Nine koopt en verkoopt al vijf jaar nieuwe en tweedehands Fantasy, SF, YA, kinder- en jeugdboeken, historische thrillers enz. andere boeken. Ze woont, jawel, en dat is puur toeval, in Sint-Annaparochie. Dat is het grootste dorp van de gemeente Waadhoeke, in de Nederlandse provincie Friesland, ongeveer 15 km van Leeuwarden. Dat is ver van Gent, om juist te zijn: 350 km en vier uur rijden. Friesland is een aanrader, zelfs in harte winter. Maar de Elfstedentocht is mooi, ook zonder ijs! Maar dat is voor en andere blog.
Nu eerst haar vragen en mijn antwoorden...

  • Wil je kort iets over jezelf vertellen? 
Ik ben Ann, 64, getrouwd, moeder van twee dochters en oma van één kleinzoon. Schrijven was sinds mijn twaalfde mijn wens. Ik kom uit een schrijversfamilie: mijn moeder en mijn vader schreven, twee zussen en een broer ook. Mijn eerste schrijfsels waren voor een schoolkrantje op de middelbare school. Na mijn studies Communicatiewetenschappen aan de KU-Leuven ging ik aan de slag als freelancejournalist. Dat was boeiend, ondergewaardeerd en onderbetaald. Toch hield ik het bijna 30 jaar vol (deels deeltijds, deels voltijds). Vooral de laatste 14 jaar als gerechtsjournalist vond ik superinteressant. Na een tussenstop van 4 jaar in Nederland – artikels schrijven, cursussen in kunstgeschiedenis volgen en vrijwilligerswerk bij Slachtofferhulp – bleek, opnieuw in België, het freelancebestaan te moeilijk (Te oud? Geen kansen meer!). Niet getreurd. Enkele cursussen en vrijwilligerswerk en toen kwam de vraag van Karen om haar te helpen met het schrijven van een boek. Na meer dan 4000 artikels moest dat lukken… En dat was zo. ‘Oorlog in mijn hoofd’ haalde bijna 2000 exemplaren.
  • Hoe kom je aan de onderwerpen voor je boek? Waar haal je je inspiratie vandaan?
Mijn inspiratie haal ik het liefst uit de werkelijkheid, uit het dagelijkse leven van mensen, of gewoon uit het niets, in de natuur. Soms borrelt een idee, een zin, een blog of een verhaal zo maar uit het niets op, door een beeld, een woord, een naam, een landschap. In de toekomst wil ik wel non-fictie en fictie mengen. Als de realiteit al boeiend is, is het zo leuk en spannend om er iets uit mijn fantasie, dromen of hypotheses bij te voegen.

  • Heb je wel eens een writersblock en zo ja, hoe kom je daaruit?
Neen, maar ik schrijf wel met vlagen. Soms komt de ‘drang’ opeens op en schrijf ik, moet ik schrijven. Dat kan op papier zijn, of met de computer. Ik ben het al zoveel jaren gewoon om te gaan zitten en uren aan mijn computer te werken, dat dit ‘gewoon’ is.
  • Welke boeken/schrijvers lees je zelf graag? En zijn die ook een inspiratie voor je?
Ik lees te weinig boeken op dit moment, en ja. Dat is jammer. Maar er is beterschap op komst. Een gezin, grote familie en vrienden, veel vrijwilligerswerk, wandelen, film kijken en schrijven gaan voor. Ik ben een fan van Harry Mulisch en Amélie Nothomb. Sommige boeken vind ik onvergetelijk, zoals bv. ‘Het dagboek van Anne Frank’, ‘Het Parfum’ of ‘Oorlog en terpentijn’ en ‘Nog eenmaal mijn moeder zien’ en ‘Knielen op ene bed van violen’. Een aanrader: ‘Brave meisjes komen in de hemel, brutale overal’. En had ik maar ‘Mannen die vrouwen haten’ geschreven…
  • Hoeveel boeken heb je geschreven en uitgebracht, bij welke uitgeverij)?
Op dit moment is nummer 5 gepubliceerd. Het zijn allemaal non-fictieboeken: drie waargebeurde levensverhalen. 'Oorlog in mijn hoofd’ en ‘Gevangen geboren’ bij uitgeverij KRAMAT en ‘De schat van Merkem’ (in eigen beheer) en twee volkskundige werken: eentje over kettingbrieven, kettingmails en kettingberichten. 'Het moest maar eens waar zijn’ (bij BOEKSCOUT) en eentje over feesten voor vrijgezellen die 30 worden ‘Het Ossenboek’, (in eigen
beheer). 
  • Waar ben je het meest trots op?
Dat ik blijf schrijven! Hoe moeilijk ook (schrijven, uitgever vinden en boek zelf uitgeven, promotie voeren), hoe slecht betaald ook, ik laat me niet (meer) ontmoedigen of stoppen: ik schrijf en blijf schrijven, zolang ik kan. Dat kan alleen door een man in huis, met een inkomen. Dat stoort me niet (meer): ik kan doen waarvan ik droomde. Schrijven. Rijk word ik daar niet van, gelukkig wel. 
  • Beste eerste zin die je ooit geschreven hebt?
Geen idee… 
  • Heb je tips voor beginnende schrijvers?
Oefening baart kunst. Blijf en durf schrijven. Denk niet dat het gemakkelijk is. Laat je schrijfsels lezen door bekenden en onbekenden. Luister enkel naar eerlijke commentaren, niet naar hen die nooit schrijven, lui of jaloers zijn. Laat je teksten verbeteren, want zelf zie je je fouten niet (meer). Gelukkig heb ik een zus, Lia, die mij helpt… 
  • Waar ben je op dit moment mee bezig?
Ik ben moe, na de publicatie van twee boeken op zes maanden. Vooral de promotie ervan is niet te onderschatten. Dat is bijna even moeilijk dan schrijven! Deze zomer wil ik eerst mijn werkkamer opruimen. Wat daarna mijn boekplannen zijn? Misschien eerst een boek over een schrijver-journalist, daarna eentje over mijn Italiaanse oma. De onderwerpen voor de andere boeken houd ik nog even geheim. Wil je nog meer over mij en mijn boeken weten? Kijk eens op mijn website.
Bedankt Ann Driessen en succes met je toekomstige boeken! 
Bedankt Nine Vogel-Ketel voor het interview!