Auschwitz-Birkenau,
op een uur rijden van Krakau, is beklijvend triest. Eens door de
poort met ‘Arbeit macht frei’ verstommen gemoedelijke gesprekken en verdwijnt de
glimlach op elk gezicht. Bij elke halte, bij elk gebouw, bij elke uitleg, steeds
meer. Ongemakkelijk, verward, machteloos, schuldig, verdrietig, woedend,
verscheurd.
Je weet gewoon niet meer wat je
allemaal voelt als je, tijdens een stille wandeling in Oświęcim en in Birkenau
(3 km verder), het verhaal van die grote ellende ziet, hoort en voelt.
Ja, met
minimale verbeelding voel je de ellende tot diep in je ingewanden. Gevangen, doodzieke,
verhongerde, gepeste, gemartelde, doodgehongerde, verbrande mannen, vrouwen en
kinderen uit heel Europa en hun sadistische, verdorvene, verziekte of gewillige
beulen. Het juiste aantal? Ik wil het niet weten. Ik hoef het niet te weten. Elk
slachtoffer was er een te veel. Elke beul ook.
Bakstenen en houten barakken waarin overleven nauwelijks mogelijk was. Wraakroepende foto’s van terechtstellingen en medische experimenten. Hopen mensenhaar, bergen brillen en stapels schoenen en koffers van zoveel mensen met onvervulde wensen en dromen. Lege bussen Zyklon B, gaskamers, beestenwagons en Blok 10 van Mengele. Ze spreken. Ze schreeuwen waargebeurde drama’s uit van ondragelijke pijn en onmenselijk verdriet.
Die akelige gebouwen
en nare dingen, ze staan, hangen of liggen daar al 70 jaar. Van mij
mogen, neen moeten ze nog minstens 70 jaar blijven en langer. Want veel hebben
we niet geleerd. Die pijnlijke geschiedenis herhaalt zich: er is oorlog,
racisme, geweld, uitsluiting, marteling. Er is honger en dorst, armoede, pijn
en veel verdriet.
Alsjeblieft. Wie stopt dat eindelijk?!
Het
ongelooflijke moet onvergetelijk blijven
Het gruwelijke
moet uitroeibaar worden