Alle boeken van Ann Driessen

Alle boeken van Ann Driessen

zaterdag 1 december 2018

BIBLIOTHEKEN HEBBEN ONS

Wist je dat Vlaanderen 308 gemeenten telt en 314 openbare bibliotheken? Samen hebben die 25 miljoen items in hun collecties, van kranten en boeken tot dvd’s en games. Hopelijk blijven ze. Wat een ongelooflijke schat aan informatie! 
Wie je wil weten in welke bibliotheek zijn, haar of mijn boeken te vinden zijn? Ga naar http://www.bibliotheek.be/ en geef een naam of titel op: je weet meteen hoeveel exemplaren er zijn en in welke bibliotheek ze zitten. Toch wel heel fijn dat je in meer dan 150 bibliotheken een of ander boek van mij, van mijn zussen en van mijn ouders kunt lenen. Ja, bibliotheken volgende de levende auteurs en vergeten de dode niet. 
En in welke bibliotheken zitten boeken van 'ons'?

MONDA DE MUNCK

Van mijn moeder (1922-2010) zit ‘Dit is het paradijs’ uit 1952 nog altijd in twaalf bibliotheken, ‘Het blanke beest’ uit 1976 in vijf en ‘Morgen verwittigt niet’ in drie bibliotheken. 
De catalogus vermeldt zelfs ‘De vijf zonen van Koning Grijsbaard’. Opmerkelijk is dat, als je weet dat dit kinderboek uit 1958 is, dus 60 jaar is, net als mijn broer-archeoloog Jan. Misschien wordt het tijd om dat terug uit te geven? Ik zal het eens opnieuw lezen.






INY DRIESSEN


Mijn zus Iny (1961-2015) heeft de meeste boeken van de familie geschreven - 70 publicaties -  en zit dus ook in het grootste aantal bibliotheken. Van haar zit bijvoorbeeld ‘Ik ben raaf’ in 176 bibliotheken, ‘Bruine ogen, blauwe ogen’ in 141, ‘Wies en de wiebeltand’ in 119 en ‘Het krabkasteel’ in 83. Dat laatste is een kinderboek en mijn favoriet. Het is echt een aanrader voor wie veel last heeft van jeuk of van een of andere allergie.





MATHIEU DRIESSEN

Mijn vader Mathieu (1920-2002) zit met ‘Perrons in het Land van Loon’ in vijf en met ‘Zonnewijzers in Limburg’ in elf bibliotheken. Samen zitten we met de eerste en tweede druk van ‘Het Ossenboek’ slechts in drie OB's. Dat kan beter, vooral in Limburg waar groepen, familie en vrienden, nog veel vrijgezellen-ossenfeesten organiseren.








GERTIE DRIESSEN 


‘Abortus het taboe nog niet voorbij’ van mijn lieve tweelingzus Gertie is in 74 bibliotheken te vinden. Dat kan stukken beter. Het taboe blijft hoewel de gevolgen van een abortus zich decennia laten voelen, zowel bij vrouwen als bij mannen en een trauma voorkomen nog altijd beter dan er eentje moeten genezen.







EN ANN DRIESSEN? 


Van mij vind je in 143 bibliotheken ‘Gevangen geboren’ - het levensverhaal dat ik met én voor een geïnterneerde schreef -, en in 149 ‘Oorlog in mijn hoofd’, het waargebeurd verhaal dat ik met én voor Karen schreef. Slechts 33 bibs hebben ‘Het moest maar eens waar zijn’, mijn studie over kettingbrieven, kettingmails en kettingberichten. Jammer, want dit boek ontleedt en waarschuwt voor ‘fake news’ en bevat enkele straffe verhalen. In 8 bibliotheken kan je ‘De schat van Merkem’ uitlenen. Ook dat kan beter, als je weet dat het hoofdpersonage Karel Balduck of zijn familie een rol speelde in minstens 3 gemeenten: Merkem, Haringe en Veurne.


NEDERLANDSE BIBLIOTHEKEN



Welke en hoeveel van mijn boeken zitten in Nederlandse bibliotheken? Ik kon het antwoord op die vraag niet zelf achterhalen, maar ik kreeg heel snel een antwoord van een vriendelijke dame van de Koninklijke Nederlandse Bibliotheek in Den Haag. In totaal zitten 47 boeken - van drie titels, 'Gevangen geboren', 'Het moest maar eens waar zijn' en 'Oorlog in mijn hoofd'- ergens in Nederland in een een openbare bibliotheek. Dat is niet veel. Dat kan beter, veel beter. Of speelt het een rol dat ik een Belgische auteur ben? 



Lieve, aandachtige en trouwe lezers, zowel in België als in Nederland, stap een boekhandel binnen of ga naar een openbare bibliotheek en vraag naar mijn-onze boeken! Ik zal je eeuwig - of minstens zolang ik leef - dankbaar zijn! 😁




dinsdag 30 oktober 2018

DODEN HOUDEN VAN FEESTEN

Doden houden van feesten, tenminste in Mexico. Ik ook. Vooral als je ziet wat een creativiteit, solidariteit en energie 'de dood' oplevert! 

Een staaltje daarvan zag ik enkele jaren geleden begin november in Chapala (Jalisco). Jaarlijks werken zich leerlingen uit middelbare scholen in en buiten de stad aan het meer te pletter om hun 'altaar voor de doden' te kunnen tonen. De hoofdstraat wordt speciaal daarvoor bijna een week afgesloten voor alle verkeer. Elk team bereidt de kleurrijke altarenexpo maandenlang minutieus voor: er ligt een lange en leerrijke weg tussen begin en eindresultaat, met veel denken en doen, ideeën en dromen, plannen en rekenen, organiseren en knutselen. Elk jaar is er ook een wedstrijd voor het mooiste dodenaltaar. Dat geeft een extra stimulans. Maar wat mij betreft zijn het allemaal winnaars! 
Kunst is soms geen individuele expressie van een individuele emotie, maar een zinvol groepsgebeuren...


dinsdag 23 oktober 2018

EEN FAN VAN LUCAS DE MAN

Ik ben een fan van Lucas De Man en zijn programma ‘Kunstuur’. Ik neem alle uitzendingen op. Want hij toont en vertelt over bijzondere kunstenaars en bijzonder werken. Een bijzonder mens ook, deze man De Man met wortels in Roeselare: hij is een ‘creator’ wat staat voor cultureel ondernemer, regisseur, artiest… een spring in ’t veld ook. Een man die alles kan punt.

Verwacht geen ellenlande academische uiteenzettingen, maar klare soms zelfs poëtische taal en een vleugje humor. In een handomdraai leer je een kunstenaar/kunstenares en zijn/haar werk (beter) kennen. 

Ik heb al van vele uitzendingen genoten en iets opgestoken. Door ‘Kunstuur’ van AVRO Tros en Lucas De Man leerde ik de mysterieuze Marina Abramovic kennen met haar aangrijpende kunst, een opmerkelijke woontrend ‘Tiny houses’, het ongelooflijke strandbeest van Theo Janssen, kreeg ik meer details over het geheim achter Mona Lisa, herontdekte Marc Quinn, werden de standpunten van Ai Weiwei duidelijker, maakte ik kennis met de wonderbaarlijke ‘Rain Room’ van Random International, de kleurenpracht van Jenny Holzer, het reusachtige rode wollen web van Chiharu Shiota, de interessante tweelingzussen Liesbeth en Angelique Raeven, de fascinerende kinetische kunst van U-Ram Shoe en nog zoveel meer. 
Door hem en zijn uitzendingen kreeg ik nog meer zin in kunst in, veel meer. En ik beleefde vooral mooie, intense momenten bij het zien van zoveel creativiteit. Vanfdaag sta ik voor een moeilijke keuze: gaan luisteren-kijken naar duizendpoot Lucas De Man of naar de boekenkeuze van ‘Belezen Wetenschappers’ van UGent. 
Kon ik me toch maar af en toe in twee delen! 
Grrrrrr. Hmm.
Ik ga voor en naar De Man, als ik kan…


ps. Wil je de uitzendingen nog zien? Kijk op: https://www.avrotros.nl/kunstuur/home/

woensdag 17 oktober 2018

Wie zaait, oogst. Maar die van Lia overtreft alles.

De zomer is nu echt voorbij. En de oogst was groot, zeker bij mijn zus Lia. Is dat liefde, zorg of toeval? Het verschil tussen haar oogst en de mijne was groot. En niet alleen omdat zij een groentetuin én een serre heeft en ik slechts twee potten met drie tomatenplantjes - die ik trouwens van haar kreeg - op mijn terras. De uitgebloeide moesten vandaag, met spijt, de groenbak in.


Oogst van Lia

HART
Misschien vertroetelde en aaide ze hen en fluisterde ze lieve woordjes? Het moest haast zijn. Ze schoten met zoveel enthousiasme uit potjes en volle grond. Ze slingerden van plezier rond koordjes en stokjes en ze breidden zich uit alsof de wereld van hen is! Wie met de voeten in de grond water, lucht, warmte en aandacht krijgt, doet het overal beter, maar bij Lia nog meer. Ze zaaide, ze plantte en ze stekte. Voor haar en voor iedereen die ze in haar hart sluit. Haar groene kleintjes, daar is ze dol op. Net als op haar kinderen.
Oogst van Ann
Twee komkommerplantje hadden het al begeven door de aanhoudende hitte. Helemaal anders is dat bij Lia. Haar oogst was tot voor kort echt wonderbaarlijk. Ik weet niet hoe dat komt. Misschien praat ze er wel mee: met al die groene stekjes, zwarte potjes, kronkelende takken en coming soon tomaatjes, komkommertjes en slakroppen. Ik ben er bijna zeker van. 
Zonder opgeven, zonder onderbreking en boordevol enthousiasme zorgde ze met precisie en regelmaat voor alles wat de natuur leverde. Ze doet dat trouwens al jaren. 




ZUSSEN
En zo was en is ze ook met en voor ons, haar zussen: zorgzaam en liefdevol, in woorden en in daden. Had ik het geluk te passeren, kort na een oogst? Ik ging niet/nooit met lege handen of manden naar huis.
Soms speelde ze moedertje over ons, alsof ze vreesde dat één van ons zou verhongeren. Ze overlaadde ons met tomaten, tomatensap, komkommers, augurken, vruchtencoulis en vruchtenjam. En nog een plantje hier, een bloempje daar. Heerlijk. 'Neen' zeggen was en is geen optie. En tussendoor bakte ze nog overheerlijke taarten en quiches en appelflappen. Hoe haar paella smaakte, verzwijg ik best. Of het is allen daarheen...
Bedankt Lia, voor je zomerse groente en andere gaven!


vrijdag 14 september 2018

ODE AAN OOSTENDE

Wat heb ik genoten van Oostende, haar strand, haar zee, haar overzetboot, haar restaurants, haar huizen, haar winkels, en zoveel meer. Vier dagen kon ik in de zomer de Gentse hitte ontvluchten. Dat was echt nodig want ik kon niet meer ademen, slapen of schrijven. Ik kon niet meer wandelen of bewegen. Ik kon niets meer. Lam en lamlendig was ik, tot ik naar zee mocht. Vier dagen. Vier dagen warmte, maar ook lucht. Ik heb van u genoten Oostende, van uw strand, van uw zee, van uw luchten en lichten, zelfs van uw zandkastelen en van uw vuurwerk… 

Mooie herinneringen heb ik aan mijn jaarlijkse vakantie als kind daar, in een pensionnetje annex rusthuis in de Capucijnenstraat, links van de kerk, geleid door mijn oude maar altijd lachende tante Martha. Met broers en zussen op een kamer voor 6 tot 8 personen. Soms in een kamer verder ook Hilde en Monique, Leentje en Michel, of Tony en Christine, tante Ghislaine en nonkel Camiel. Allemaal familie. Geen laken, geen bedsprei, geen bed en geen handdoek was hetzelfde. Dagelijkse kost, zonder franjes. We aten wat de rusthuisbewoners aten. Alles was er doodgewoon, net als thuis. 
Wat hadden we een pret! Elke dag naar zee, naar het ‘Klein Strand’, op het 'Groot Strand' kwamen we nooit. Dat leek ver en nu zo dichtbij! Met valse briefjes van 20 namen we de 'vinders' beet. Kilo's schelpen raapten we, ontelbare putten hebben we gegraven, avondlijke kilometers afgelegd op de houten pier (het witte gebouw is weg). Het pension verdween en maakte plaats voor appartementen, maar de aantrekkingskracht van Oostende bleef, eigenaardig genoeg, tot op vandaag.

Ik genoot in augustus van mijn (her)ontdekkingen!
Van de Dansen Golven van Patrick Steen. Van de rode enorme Rock strangers van Arne Quinze, van de aaibare stenen hondjes van...Van de enorme bronzen Wullok van Stief De Smet. Van de prachtige Venetiaanse en Koninklijke gaanderijen van de Franse architect Charles Girault! 400 meter lang, altijd anders door het speling van licht en duisternis, zon en wolken. 
Van het stenen omkleedhok. Waar is de tijd dat ik stuntelig stond te wringen met een handdoek rondom mijn lijf, om mijn badpak aan of uit te trekken, met o zoveel schrik dat iemand, wie ook, een bloot detail zou kunnen zien van mijn bijna vrouw-zijn? De jongens met ijs- en lolly-draagbakken hebben jammer genoeg plaatsgemaakt voor gemotoriseerde crèmeglasverkopers op het zand. Goed dat de schelpen en papieren bloemen zijn gebleven, al kunnen haast enkel oma’s die kunde doorgeven. 
De vliegers zijn er nog, maar ze zijn veel groter en mooier... en de ouders spelen er mee. De billenkarren (go-karts) bleven, maar nu zijn er zelfs telegeleide!
Oostende, ik kreeg niet genoeg van u.

Ik kom terug, beloofd.
Om opnieuw lang en ver te wandelen naar Westende of  Nieuwpoort.
Om Jack en de andere stenen hondjes te aaien.
Om mijn streetart-idool ROA nog maar eens te bewonderen.
Om de gratis overzetboot te nemen en richting Bredene te fietsen.
Om nog eens croissants te halen in bakkerij ’t Molentje.
Om art deco gebouwen te zien.
Om garnalen te eten.
Om Ensor in Mu.ZEE nog eens te bewonderen.
Om de Japanse tuin te zien.
Om het praalgraf van de eerste Belgische koningin te zien in de Petrus- en Pauluskerk. 
Om na te gaan of dikke Mathilde van Georges Grard echt zo dik is.
Om domein Raversyde en Fort Napoleon te bezoeken.
Om weer de skyline van Oostende te zien vanop de nieuwe pier.
Om opnieuw een ijsje te kopen bij Gelato Maxzim, zelfs als er een file staat
En zeker om 's morgens, 's avonds en ‘s nachts het speelse licht in de gaanderijen te beleven, om de meeuwen te horen schreeuwen en de Noordzee te zien, te zien, te zien...
Eén keer zal niet voldoende zijn...

ps. Bedankt Lia en Frank voor het verblijf! 💙Ik heb er echt van genoten...