maandag 4 december 2017

WIE WIL OF KAN ER GEEN VRIJWILLIGER ZIJN?


Morgen is de dag van de vrijwilliger. Hoe kan ik mensen bewegen om vrijwilliger te worden voor een organisatie of vereniging? Ik weet het niet. Misschien door gewoon dit te vertellen: het voelt goed iets te doen voor iemand die hulp nodig heeft of in nood zit. Gratis.

Er zijn duizenden mensen die zich inzetten voor een huisgenoot, een zieke, een familielid, kinderen en kleinkinderen. Bewonderenswaardig. Soms hebben anderen hen echter (meer) nodig. Het is verrijkend om buiten gezin, je familie en kennissen- of beroepskring te treden. Een stap in een andere wereld te zetten, daar een handje toesteken: leerrijk en prettig. Dat moet niet dagelijks of wekelijks, maar toch geregeld of regelmatig zijn. Dat mag een uur, enkele uren of een dag per week zijn. Soms zijn eendagsvliegen welkom.
Onderschat niet wat je kunt: luisteren, zitten, kijken, iets zeggen, iets doen, koffie schenken, voorlezen, afwassen, adressen plakken, bloed geven, fondsen werven, kinderen bijles geven en 1001 andere zaken. Helpen, de gepaste hulp bieden die de ander nodig heeft,dat is de hoofdzaak.
Wat zijn de voordelen? www.vrijwilligerswerk.be zegt het, en ik vul aan:
  1. Vrijwilligerswerk is plezant, helpen maakt gelukkig en tevreden: dat klopt, al kan het werk ook wel eens saai en moeilijk zijn.
  2. Je krijgt waardering, voelt voldoening en je zelfvertrouwen groeit: dat klopt soms. Vertrouwen, waardering, begeleiding en vorming; het kan beter.
  3. Je krijgt de kans anderen te helpen, je betekent veel voor anderen en je omgeving: dat klopt, maar ‘veel’ moet niet, een ‘beetje’ is al voldoende.
  4. Je leert nieuwe mensen kennen, je hebt fijne sociale contacten: dat klopt.
  5. Je leert bij, je ontwikkelt talenten en doet werkervaring op: dat klopt. Je leert mensen, taken, culturen, enz. kennen, maar ook je eigen vaardigheden en talenten inzetten, is een troef.
Waarom zijn er dan zoveel mensen die geen vrijwilliger (willen) zijn, al hebben ze tijd en talenten? Ik weet het niet. Wat ik wel weet, is: door iets te doen voor een ander, wordt de wereld sowieso gelukkiger, misschien niet meteen iedereen, maar om te beginnen minstens al twee.



Vrijwilligen doet goed




Enkele van mijn organisaties in Gent - het CAW, Uilenspel vzw en VoG vzw - kunnen nog veel helpende handen gebruiken, andere ook. Kijk op: https://vrijwilligerswerk.be/

Voor wie vrijwilligers inschakelt, luister naar hen, praat met hen. Ze hebben dikwijls een andere insteek, een ander jargon, een ander zicht op hoe en wat. Geef hun mening en hun werk een échte plaats. Ze zijn niet alleen assistent of medewerker, maar ook ambassadeur van je vereniging of organisatie: uithangbord én pleiter.

donderdag 23 november 2017

BEDANKT beste en lieve LEZERS!


Bedankt...
Lia, Jan, Gertie, Jan G, Benjamin,Thomas, Lieve, Vera, Rita, Jo, Francis, Karin, Maria, Hein, Koen, Martine, Jo, Hilde, Christine, Lieve, Nathalie, Karolien, Miet, Mieke, Lucas, Mathieu, Lieven, Ivan, Chris en Guido, Mimiet, André, Luc, Ivan, Karin, Greet, Hilde, Yolande, Isabelle, Luk, Ria, Greet F, Luk, Stefaan, Hilde, Ria, Irma, André, Vief, Trine, Mara, Nicky, Paul, Lut, Marleen, Geert, Bèr, Willy, Chris, Els, Isabelle, Oswald, Marie-Claire, Godfried, Agnes, Hein, Veronika, Erik, Lukas, Frederik, Erika, Els, Johan, Willy, Geneviève, Noel, Francesca, Marianne, Albert, Paul, Anne, Jeanne, Viviane, Christophe, Maria, Karin, Jos en zovele andere lezers, die ik misschien vergeet. 

Jullie hebben 'Het moest maar eens waar zijn. Over kettingbrieven, kettingmails en kettingberichten' gelezen. 
Hopelijk volgen andere lezers jullie voorbeeld?

Enkele lezers en lezeressen...

Een speciale dank aan: Ellie Maerevoet (Plusmagazine), Jozefien Van Huffel (Kerk en Leven), Herman Ahaus (Biblion), Liesbet Depauw, LECA vzw, Stefaan Top (Tijdschrift voor Volkskunde), de Nederlandse docent Peter Burger (Gestolen schoonmoeders) en Dan VanArsdale (USA) voor hun bijdrage en/of recensie in tijdschrift, weekblad, website of nieuwsbrief. 
Ook dank aan Firmin De Maître voor mijn foto's, aan mijn schoonmoeder Lieve (voor het verkopen van 5 boeken) en vooral aan Em. Prof. Francis Verschooten voor zijn bijzondere inzet en aanmoedigingen!

Informatie nodig over dit boek?
Inhoud       https://anndriessenschrijft.blogspot.be/2017/03/kettingen-van-de-angst.html
Recensies http://anndriessen.auteursblog.nl
Bestellen   boekenvanann@gmail.com




woensdag 18 oktober 2017

HIJ

          
Tekening Hilde Van Peteghem

Als hij weent, heb ik verdriet.
Als hij zeurt, maak ik me zorgen.
Als hij slaapt, word ik rustig.
Als hij in mijn ogen kijkt, word ik licht.
Als hij eet, volg ik zijn slikken.
Als hij gaapt, geeuw ik ook.
Als hij mijn vinger vasthoudt, wil ik niet dat hij die lost.
Als hij de wereld observeert, geniet ik mee.
Als hij naar me kijkt, smelt ik.
Als hij naar me lacht, voel ik me zo gelukkig.


💕

Ik ben verliefd op hem en toch niet.
Wat hij ook doet, het doet iets met mij.
Ik voel iets in mijn buik, in mijn lijf en in mijn hart als ik hem zie.
Ik zucht, ik lach, ik geeuw, ik glimlach, ik zing, ik vertel.
Mijn moeheid verdwijnt als bij toverslag.
Kon ik hem toch maar meer en dikwijls knuffelen, 
dat mensje, dat ventje, dat jongetje, die kleinzoon. 
Maar hij woont te ver van hier. 
Dus we mailen, skypen, whatsappen… met veel plezier!

vrijdag 22 september 2017

De trap naar de duivel

Een tip voor de dochter van Els die in Schotland studeert: ga wandelen. Het is er prachtig! Stap de 152 km lange West Highland Way. Vooral één etappe daarvan is me bijgebleven: die met de Devil’s Staircase, tussen Glencoe en Kinlochleven. De 550 m hoge klim was hels, zoals zijn naam voorspelde. Elk excuus greep ik aan om even te stoppen en nog was het op de tanden bijten, zigzag naar omhoog. Zuchtend en puffend. Maar in Edencoille B&B was het daarna hemels...



Dit stukje wandeling kwam na een dagtocht van 20 km naar Glencoe, met een passage door een mysterieus desolaat weinig begroeid veengebied. Daar is, gelukkig, bijna geen kat te zien is; ook  geen struik of steen om je met een wc rol te verbergen. Ik had er in augustus 2011 een dikke fleece, muts en handschoenen nodig, inclusief regenkledij en stevige enkelhoge wandelschoenen. 

Nacht
Eerst, voor de grote klim, een nacht in een charmant, maar gedateerd en horig Kings House hotel met 17de eeuwse roots. Dat wordt momenteel wel stevig gemoderniseerd. Het ligt in een weids dal, omringd door imposante bergen als de Glen Coe rechts en de Glen Etive links, met de pyramide van Buachaille Etive Mòr (Grote Herder van Etive) ertussen. Wilde herten komen ’s avonds grazen aan de achterdeur, wat idyllische plaatjes oplevert. 

Hels
Na een stevig ontbijt worden de Schotse Hooglanden werkelijkheid. Onze dagwandeltocht van 23 km loopt via een vals plat tot aan het begin van de Devil’s Staircase. Die klim van 550 meter heeft zijn naam echt niet gestolen. Het smalle pad kronkelt steil naar omhoog. Het ligt bezaaid met stenen die zelf voor een paar degelijke Lowa Renegade een uitdaging zijn. Ik stapte en stapte, stopte, dronk een slok water, zuchtte en dat scenario herhaalde zich wel 3x voor ik de top bereikte. Onderweg kon ik met een mengeling van afschuw, bewondering en medelijden op- en neerkijken naar twee Duitse jongelui die hetzelfde tracé trotseerden, gewapend met rugzak en tent. Het deed me denken aan die ene keer, in mijn Leuvense studententijd, dat ik kampeerde in Noord-Italië. Nooit meer. 
Mijn blik dwaalde af van de tentgangers naar het landschap rond die duivelse trap. Zo mooi. Zo mooi. Het bleef wel zwoegen tot de top. Een helse karwei. Iedereen deed het op zijn of haar eigen tempo; we waren niet alleen. Elk excuus om even te stoppen greep ik aan. Het was echt tanden bijten en zigzaggen via een hyper smal paadje naar het hoogste punt van die Duivelse Trap.
Reusachtig
Er zijn van die dagen dat een mens zou willen gaan zitten en blijven zitten. Dat was er zo eentje. Maar er was geen ontkomen aan: ik moest verder, ik moest omhoog. Ik sleepte me naar boven, moest mezelf moed inspreken. Goed dat de weergoden goedgeluimd waren. Met een bui zou de klim lastiger en ook gevaarlijker zijn. Mist en regen zouden het zicht belemmeren en de keien smeren als boter. Ik weet niet of het verhaal klopt, maar Patrick MacGill schreef in 1914 dat heel wat mannen, die aan de dam in Kinlochleven werkten, in de winter verloren liepen na een nachtje stappen. In de lente werden ze op de Devil’s Staircase teruggevonden, bevroren. Misschien daarom dat Dickens Glencoe de begraafplaats van een ras van reuzen noemde?

Top
De top bereiken was dan ook ge-wel-dig, al was de wind ijzig. Oef's en de ah's stroomden uit mijn mond en ook uit die van mijn compagnon, want geloof me: hij zag ook af. Zoals gewoonlijk nam hij de zwaarste last op zich: de grote rugzak (ik de kleine) met onze lunch:

flessen water, broodjes, kaas, koeken, appels en bananen, servetten en zijn onmisbaar Suisse knife. Wat hield ik van die kerel, af en toe mijn muilezel. We zochten op een rots een zitplaats om te picknicken en iets verder een plek om, zo mogelijk, gewapend met een wc-rol het nodige te doen. Het tweede deel ging bergaf, dus vlotjes naar Kinlochleven met zijn oude dam, een oude dam, ijsklimbaan, en zalm die uit de rivier springt. De kilometers wogen, de voeten protesteerden. Aan de andere kant van het dorp lag de beloning: een vier sterren B&B met acht kamers. 

Verwend
Edencoille was niet alleen een perfecte slaapplek, ook een mini-museum met de supervriendelijke, behulpzame gids en gastvrouw Elsie Robertson. De romantische kamer in hemelsblauwe kleuren had gewoon alles: pralines bij de (zelfgemaakte) koffie of thee, porseleinen poppen op kast en bed, een gerieflijke badkamer. Een bed uit een boekje, een kamer uit een sprookje. Moeder, vader, zoon en dochter: het zijn verwoede verzamelaars van poppetjes, treintjes, kannen, soldaatjes, strips, enz. Ze zijn ook wild van de prestigieuze Hamilton Collection.
Na een uur liggende pauze met een kop kruidenthee, trokken we met tegenzin opnieuw onze wandelschoenen aan om, 2 km verder, in het nette restaurant van het MacDonald Hotel haggis, gehakt in schaapsmaag, te proeven. Lekker. Echt waar. Slapen deden we vroeg en als rozen, of (brave) baby’s. 
Het ontbijt was om u tegen te zeggen. Noem het, het was er. Te veel en te lekkere dingen, zodat we meer dan gewapend, na deze vijfsterrenervaring, konden beginnen aan de laatste 23 km van de West Highland Way met als eindbestemming Fort William. 
Edencoille B&B, een adres om te bewaren.




donderdag 24 augustus 2017

HASSELT MIJN EX EX EX EX CITY

Hasselt. Waar ik meer dan drie decennia geleden graag woonde en werkte, waar ik interessante mensen ontmoette, waar ik lieve familie en vrienden heb, daar wilde ik nog eens zijn. En waarom niet voor de Zevenjaarlijkse Virga Jesse ommegang? 

Een uitnodiging van een lieve nicht - bedankt Marleen - en  mijn interesse voor volkskunde zorgden voor de rest. Het werd een mooie zonnige zondag, een interessante dag met boeiende ontdekkingen.
Eerst een kerkgang, drie stuks met een hiërarchie nog wel: de Sint-Quintinus- kathedraal, Virga Jesse-basiliek en Minderbroederskerk. Bloemen kijken in de kathedraal, daarna passeren over de Grote Markt. In mijn beginjaren als journalist zat ik daar in café Van Moer met Hugo Camps en vele andere journalisten voor een (late) after work drink. Een freelancer moest overuren doen om aan (slecht betaald) werk te geraken. Dat is nog altijd zo.
Tijd voor een snelle fotoshoot - bedankt Rita - met de bronzen Hendrik en Katrien van Marc Cox uit 1989. Hendrik Tant was, zegt een testament uit 1295, de eerste bewoner van Hasselt. Geen tijd voor dichter Hendrik Van Veldeke en reus De Langeman.

Kerken
Wel naar de Virga Jesse basiliek. Hasselt-jeneverstad is de enige plek ter wereld waar Maria al eeuwen Virga Jesse, ‘twijg van Jesse’, wordt genoemd. Ze baadt er, door de geslaagde renovatie in heerlijk veel licht. Een gedreven VJ-kerkgids deed het geheime leven van het eiken, polychrome Virga Jessebeeld uit de 14de eeuw uit de doeken. Ze transformeerde voor onze ogen 1 meter ruw stuk eikenhout in een aandoenlijke Maria met gracieuze heupknik en weemoedige
glimlach. De kunstenaar? Helaas onbekend. De later toegevoegde zilveren kroontjes en rijkelijke jurken kregen een plaats in museum Het Stadmus. De maagd is nu wat ze is en wat ze was: stralend arm. Ik brandde geen kaarsje voor haar in de nieuwe en gescheiden kaarsenhoek (die moet verhinderen dat het interieur opnieuw zwart blakert door kaarsenwalmen). Op de terugweg ontdekte ik - bedankt Mark - dat marmeren heiligenbeelden niet onfeilbaar zijn: de speersteek zit bij verschillende lijdende of dode Jezussen - in marmer - aan de verkeerde borst-of hartkant.

Paterke
Naar heiligdom nummer drie. Zouden er nog meer of of minder broeders zijn in de Minderbroederskerk? Ik vergat het te vragen omdat ik meteen aan de lippen hing van Lucia Lipkens-Janssen, iconenschrijfster uit Neeroeteren. Met vuur en vlam beschreef en verdedigde ze haar rijkelijke iconen. Daarin vertelt zij met penselen, in een warmrood en lichtend goud, verhalen voor en van gelovigen. Alles wordt vooraf minutieus bestudeerd, voorbereid en uitgewerkt. Het is al 25 jaar haar passie. Een mens kan en mag zijn hart verliezen aan wat en wie hij wil. Als hij maar gelukkig is.
Ik groette het Heilig Paterke, alias Jan Louis Paquay oftewel pater Valentinus, in brons op zijn graftombe. In mijn jongste boek publiceerde ik een kettingbrief over hem. Zijn collega-Minderbroeder dichter-schrijver Hilarion Thans was kind aan huis bij mijn ouders in As. Kerk 2 en 3: ‘vaut le voyage’. Wat daarna volgde, zeker.

Smaak
Een gezellig samenzijn met lieve nichten en enkele van hun nakomelingen. Vidé met frietjes in het Salon van de Smaak: knap en rijkelijk interieur. Ideaal om familiegebeurtenissen en geheimen te wisselen, elkaars leven af te toetsen, warme gevoelens van herkenning, erkenning en genegenheid door te geven. Bedankt Chris, Marleen, Rita, Lieve, Mark, André, Greet en Cristina.
Voor ik kon kijken naar dé Ommegang, haalde mijn teller 12.351 stappen en verdwaalde ik - bedankt Johan - in de oude Herckenrode Refuge. Geen tijd voor alle 60 kunstenaars. De maagd met haar indringende blik (Miles Albridge), de vrouw met zilveren jurk (Marie CécileThijs) en de gedraagde schoenen (Timo Van Luijk) bekoorden me wel. Terug naar af, naar de start. Straat in straat uit. Nieuwbouw en leegstand. Hasselt. doa ès hiel veel veranerd.

Ommegang
En dan: le moment suprême: de ommegang, de processie. Hoeveel mensen werkten aan de voorbereiding, uitvoering en straatversiering mee? Geen idee. Maar met verwondering en bewondering keek ik, relax op een plastic stoeltje, naar de 2000 deelnemers. Al vier dagen lang probeerden ze, ieder in hun op hun eigen manier, heel devoot of ietsjes minder, in een kleur en snit naar keuze, een religieuze boodschap van vrede, samenleven, barmhartigheid en vooral hoop over te brengen. Zalig zij die hun geloof nog zo durven tonen en uiten.
Acteren, zingen, bidden, bewegen… heel braaf was het allemaal, dat wel. Tegenover mij zat een kleine, harde kern die geen enkele groep zonder applausje liet passeren. 
Onder de deelnemers merkte ik vooral witte en witgrijze kopjes, zo oud, ouder en veel ouder dan ik. Hoelang zal deze deze processie nog bestaan? Zal en kan er nog een volgende editie komen? Zullen er in 2024 nog 2000 of 200 het traject door Hasselt afleggen? Lieve nicht Magda was er dit jaar al niet meer bij. Wie zal er binnen 7 jaar ontbreken? Ik durf en wil er niet aan denken. De lekkere echte  Limburgse vlaaien en broodjes - bedankt Marleen nr 2 - boden een goede afleiding en afsluiter.


Voor meer informatie:
http://hasel.be/virga-jessebeeld-beeld-onze-lieve-vrouw-virga-jesse
http://www.hetstadsmus.be/
http://www.demijlpaal.com/celibatairedivas/