Alle boeken van Ann Driessen

Alle boeken van Ann Driessen

woensdag 18 oktober 2017

HIJ

          
Tekening Hilde Van Peteghem

Als hij weent, heb ik verdriet.
Als hij zeurt, maak ik me zorgen.
Als hij slaapt, word ik rustig.
Als hij in mijn ogen kijkt, word ik licht.
Als hij eet, volg ik zijn slikken.
Als hij gaapt, geeuw ik ook.
Als hij mijn vinger vasthoudt, wil ik niet dat hij die lost.
Als hij de wereld observeert, geniet ik mee.
Als hij naar me kijkt, smelt ik.
Als hij naar me lacht, voel ik me zo gelukkig.


💕

Ik ben verliefd op hem en toch niet.
Wat hij ook doet, het doet iets met mij.
Ik voel iets in mijn buik, in mijn lijf en in mijn hart als ik hem zie.
Ik zucht, ik lach, ik geeuw, ik glimlach, ik zing, ik vertel.
Mijn moeheid verdwijnt als bij toverslag.
Kon ik hem toch maar meer en dikwijls knuffelen, 
dat mensje, dat ventje, dat jongetje, die kleinzoon. 
Maar hij woont te ver van hier. 
Dus we mailen, skypen, whatsappen… met veel plezier!

vrijdag 22 september 2017

De trap naar de duivel

Een tip voor de dochter van Els die in Schotland studeert: ga wandelen. Het is er prachtig! Stap de 152 km lange West Highland Way. Vooral één etappe daarvan is me bijgebleven: die met de Devil’s Staircase, tussen Glencoe en Kinlochleven. De 550 m hoge klim was hels, zoals zijn naam voorspelde. Elk excuus greep ik aan om even te stoppen en nog was het op de tanden bijten, zigzag naar omhoog. Zuchtend en puffend. Maar in Edencoille B&B was het daarna hemels...



Dit stukje wandeling kwam na een dagtocht van 20 km naar Glencoe, met een passage door een mysterieus desolaat weinig begroeid veengebied. Daar is, gelukkig, bijna geen kat te zien is; ook  geen struik of steen om je met een wc rol te verbergen. Ik had er in augustus 2011 een dikke fleece, muts en handschoenen nodig, inclusief regenkledij en stevige enkelhoge wandelschoenen. 

Nacht
Eerst, voor de grote klim, een nacht in een charmant, maar gedateerd en horig Kings House hotel met 17de eeuwse roots. Dat wordt momenteel wel stevig gemoderniseerd. Het ligt in een weids dal, omringd door imposante bergen als de Glen Coe rechts en de Glen Etive links, met de pyramide van Buachaille Etive Mòr (Grote Herder van Etive) ertussen. Wilde herten komen ’s avonds grazen aan de achterdeur, wat idyllische plaatjes oplevert. 

Hels
Na een stevig ontbijt worden de Schotse Hooglanden werkelijkheid. Onze dagwandeltocht van 23 km loopt via een vals plat tot aan het begin van de Devil’s Staircase. Die klim van 550 meter heeft zijn naam echt niet gestolen. Het smalle pad kronkelt steil naar omhoog. Het ligt bezaaid met stenen die zelf voor een paar degelijke Lowa Renegade een uitdaging zijn. Ik stapte en stapte, stopte, dronk een slok water, zuchtte en dat scenario herhaalde zich wel 3x voor ik de top bereikte. Onderweg kon ik met een mengeling van afschuw, bewondering en medelijden op- en neerkijken naar twee Duitse jongelui die hetzelfde tracé trotseerden, gewapend met rugzak en tent. Het deed me denken aan die ene keer, in mijn Leuvense studententijd, dat ik kampeerde in Noord-Italië. Nooit meer. 
Mijn blik dwaalde af van de tentgangers naar het landschap rond die duivelse trap. Zo mooi. Zo mooi. Het bleef wel zwoegen tot de top. Een helse karwei. Iedereen deed het op zijn of haar eigen tempo; we waren niet alleen. Elk excuus om even te stoppen greep ik aan. Het was echt tanden bijten en zigzaggen via een hyper smal paadje naar het hoogste punt van die Duivelse Trap.
Reusachtig
Er zijn van die dagen dat een mens zou willen gaan zitten en blijven zitten. Dat was er zo eentje. Maar er was geen ontkomen aan: ik moest verder, ik moest omhoog. Ik sleepte me naar boven, moest mezelf moed inspreken. Goed dat de weergoden goedgeluimd waren. Met een bui zou de klim lastiger en ook gevaarlijker zijn. Mist en regen zouden het zicht belemmeren en de keien smeren als boter. Ik weet niet of het verhaal klopt, maar Patrick MacGill schreef in 1914 dat heel wat mannen, die aan de dam in Kinlochleven werkten, in de winter verloren liepen na een nachtje stappen. In de lente werden ze op de Devil’s Staircase teruggevonden, bevroren. Misschien daarom dat Dickens Glencoe de begraafplaats van een ras van reuzen noemde?

Top
De top bereiken was dan ook ge-wel-dig, al was de wind ijzig. Oef's en de ah's stroomden uit mijn mond en ook uit die van mijn compagnon, want geloof me: hij zag ook af. Zoals gewoonlijk nam hij de zwaarste last op zich: de grote rugzak (ik de kleine) met onze lunch:

flessen water, broodjes, kaas, koeken, appels en bananen, servetten en zijn onmisbaar Suisse knife. Wat hield ik van die kerel, af en toe mijn muilezel. We zochten op een rots een zitplaats om te picknicken en iets verder een plek om, zo mogelijk, gewapend met een wc-rol het nodige te doen. Het tweede deel ging bergaf, dus vlotjes naar Kinlochleven met zijn oude dam, een oude dam, ijsklimbaan, en zalm die uit de rivier springt. De kilometers wogen, de voeten protesteerden. Aan de andere kant van het dorp lag de beloning: een vier sterren B&B met acht kamers. 

Verwend
Edencoille was niet alleen een perfecte slaapplek, ook een mini-museum met de supervriendelijke, behulpzame gids en gastvrouw Elsie Robertson. De romantische kamer in hemelsblauwe kleuren had gewoon alles: pralines bij de (zelfgemaakte) koffie of thee, porseleinen poppen op kast en bed, een gerieflijke badkamer. Een bed uit een boekje, een kamer uit een sprookje. Moeder, vader, zoon en dochter: het zijn verwoede verzamelaars van poppetjes, treintjes, kannen, soldaatjes, strips, enz. Ze zijn ook wild van de prestigieuze Hamilton Collection.
Na een uur liggende pauze met een kop kruidenthee, trokken we met tegenzin opnieuw onze wandelschoenen aan om, 2 km verder, in het nette restaurant van het MacDonald Hotel haggis, gehakt in schaapsmaag, te proeven. Lekker. Echt waar. Slapen deden we vroeg en als rozen, of (brave) baby’s. 
Het ontbijt was om u tegen te zeggen. Noem het, het was er. Te veel en te lekkere dingen, zodat we meer dan gewapend, na deze vijfsterrenervaring, konden beginnen aan de laatste 23 km van de West Highland Way met als eindbestemming Fort William. 
Edencoille B&B, een adres om te bewaren.




donderdag 24 augustus 2017

HASSELT MIJN EX EX EX EX CITY

Hasselt. Waar ik meer dan drie decennia geleden graag woonde en werkte, waar ik interessante mensen ontmoette, waar ik lieve familie en vrienden heb, daar wilde ik nog eens zijn. En waarom niet voor de Zevenjaarlijkse Virga Jesse ommegang? 

Een uitnodiging van een lieve nicht - bedankt Marleen - en  mijn interesse voor volkskunde zorgden voor de rest. Het werd een mooie zonnige zondag, een interessante dag met boeiende ontdekkingen.
Eerst een kerkgang, drie stuks met een hiërarchie nog wel: de Sint-Quintinus- kathedraal, Virga Jesse-basiliek en Minderbroederskerk. Bloemen kijken in de kathedraal, daarna passeren over de Grote Markt. In mijn beginjaren als journalist zat ik daar in café Van Moer met Hugo Camps en vele andere journalisten voor een (late) after work drink. Een freelancer moest overuren doen om aan (slecht betaald) werk te geraken. Dat is nog altijd zo.
Tijd voor een snelle fotoshoot - bedankt Rita - met de bronzen Hendrik en Katrien van Marc Cox uit 1989. Hendrik Tant was, zegt een testament uit 1295, de eerste bewoner van Hasselt. Geen tijd voor dichter Hendrik Van Veldeke en reus De Langeman.

Kerken
Wel naar de Virga Jesse basiliek. Hasselt-jeneverstad is de enige plek ter wereld waar Maria al eeuwen Virga Jesse, ‘twijg van Jesse’, wordt genoemd. Ze baadt er, door de geslaagde renovatie in heerlijk veel licht. Een gedreven VJ-kerkgids deed het geheime leven van het eiken, polychrome Virga Jessebeeld uit de 14de eeuw uit de doeken. Ze transformeerde voor onze ogen 1 meter ruw stuk eikenhout in een aandoenlijke Maria met gracieuze heupknik en weemoedige
glimlach. De kunstenaar? Helaas onbekend. De later toegevoegde zilveren kroontjes en rijkelijke jurken kregen een plaats in museum Het Stadmus. De maagd is nu wat ze is en wat ze was: stralend arm. Ik brandde geen kaarsje voor haar in de nieuwe en gescheiden kaarsenhoek (die moet verhinderen dat het interieur opnieuw zwart blakert door kaarsenwalmen). Op de terugweg ontdekte ik - bedankt Mark - dat marmeren heiligenbeelden niet onfeilbaar zijn: de speersteek zit bij verschillende lijdende of dode Jezussen - in marmer - aan de verkeerde borst-of hartkant.

Paterke
Naar heiligdom nummer drie. Zouden er nog meer of of minder broeders zijn in de Minderbroederskerk? Ik vergat het te vragen omdat ik meteen aan de lippen hing van Lucia Lipkens-Janssen, iconenschrijfster uit Neeroeteren. Met vuur en vlam beschreef en verdedigde ze haar rijkelijke iconen. Daarin vertelt zij met penselen, in een warmrood en lichtend goud, verhalen voor en van gelovigen. Alles wordt vooraf minutieus bestudeerd, voorbereid en uitgewerkt. Het is al 25 jaar haar passie. Een mens kan en mag zijn hart verliezen aan wat en wie hij wil. Als hij maar gelukkig is.
Ik groette het Heilig Paterke, alias Jan Louis Paquay oftewel pater Valentinus, in brons op zijn graftombe. In mijn jongste boek publiceerde ik een kettingbrief over hem. Zijn collega-Minderbroeder dichter-schrijver Hilarion Thans was kind aan huis bij mijn ouders in As. Kerk 2 en 3: ‘vaut le voyage’. Wat daarna volgde, zeker.

Smaak
Een gezellig samenzijn met lieve nichten en enkele van hun nakomelingen. Vidé met frietjes in het Salon van de Smaak: knap en rijkelijk interieur. Ideaal om familiegebeurtenissen en geheimen te wisselen, elkaars leven af te toetsen, warme gevoelens van herkenning, erkenning en genegenheid door te geven. Bedankt Chris, Marleen, Rita, Lieve, Mark, André, Greet en Cristina.
Voor ik kon kijken naar dé Ommegang, haalde mijn teller 12.351 stappen en verdwaalde ik - bedankt Johan - in de oude Herckenrode Refuge. Geen tijd voor alle 60 kunstenaars. De maagd met haar indringende blik (Miles Albridge), de vrouw met zilveren jurk (Marie CécileThijs) en de gedraagde schoenen (Timo Van Luijk) bekoorden me wel. Terug naar af, naar de start. Straat in straat uit. Nieuwbouw en leegstand. Hasselt. doa ès hiel veel veranerd.

Ommegang
En dan: le moment suprême: de ommegang, de processie. Hoeveel mensen werkten aan de voorbereiding, uitvoering en straatversiering mee? Geen idee. Maar met verwondering en bewondering keek ik, relax op een plastic stoeltje, naar de 2000 deelnemers. Al vier dagen lang probeerden ze, ieder in hun op hun eigen manier, heel devoot of ietsjes minder, in een kleur en snit naar keuze, een religieuze boodschap van vrede, samenleven, barmhartigheid en vooral hoop over te brengen. Zalig zij die hun geloof nog zo durven tonen en uiten.
Acteren, zingen, bidden, bewegen… heel braaf was het allemaal, dat wel. Tegenover mij zat een kleine, harde kern die geen enkele groep zonder applausje liet passeren. 
Onder de deelnemers merkte ik vooral witte en witgrijze kopjes, zo oud, ouder en veel ouder dan ik. Hoelang zal deze deze processie nog bestaan? Zal en kan er nog een volgende editie komen? Zullen er in 2024 nog 2000 of 200 het traject door Hasselt afleggen? Lieve nicht Magda was er dit jaar al niet meer bij. Wie zal er binnen 7 jaar ontbreken? Ik durf en wil er niet aan denken. De lekkere echte  Limburgse vlaaien en broodjes - bedankt Marleen nr 2 - boden een goede afleiding en afsluiter.


Voor meer informatie:
http://hasel.be/virga-jessebeeld-beeld-onze-lieve-vrouw-virga-jesse
http://www.hetstadsmus.be/
http://www.demijlpaal.com/celibatairedivas/

maandag 3 juli 2017

EEN NIEUW LEVEN

Ik heb een nieuwe identiteitskaart, een nieuwe reispas en een nieuw rijbewijs. Tot 2024 ben ik – minstens administratief - in orde, dus ook gerust. Dat lijkt een eeuwigheid. Nochtans was dit met 1 bezoek aan het administratief centrum in Gent geregeld. Ik had welgeteld 1 foto en 1,5 uur wachten+aanschuiven met drie verschillende volgnummertjes nodig. Gelaten onderging ik de wisselende wachttijden aan elk loket (zo dom om op een woensdagnamiddag te gaan; dus nadoen). Maar het is gelukt. Het was een succes. Ik kreeg er zelfs een vriendelijk woord en glimlach bij (wel niet van allemaal) ondanks de helse drukte en te hoge temperatuur. Het kostte me daarna enkel nog een blitsbezoek om de drie documenten af te halen. Weer met drie nummertjes! Met de tram heen en weer was die klus op een uurtje geklaard.

Ik heb ook een nieuw leven. Een kleinzoon. Die kreeg, in dezelfde week als ik, twee van de drie documenten. Dat manneke is net geboren, drie weken te vroeg, meer dan welkom, lief, klein, dapper en zo mooi. Dat zullen alle grootouders van hun kleinkind beweren.

We zijn dus samen geboren-herboren… hij en ik. Zo voelt het ook aan. En het is waar. Want ik was erbij, in de materniteit toen hij voor het eerst - met de hulp van een geweldige vroedvrouw - de wereld en zijn mama zag. Tranen rolden van mijn wangen. Niet door de nachtelijke arbeid van zijn moeder, niet door haar pijn, maar gewoon door hem te zien komen, ademen, liggen, zijn zijn. Dat nieuwe mensje zal nooit meer uit ons leven zal verdwijnen. Heerlijk.

Het is een vechtertje, dat had ik snel door. Met zijn 46 cm en zijn 2kg530 liet dat kereltje zich niet doen: niet door vroege weeën, niet door een te vroege bevalling, niet door een veel te kort verblijf in de materniteit, niet door de vele bezoekers uit België en Italië, niet door de onhanteerbare hitte, niet door de aanslepende borstvoedingsperikelen, niet door het slaaptekort van zijn ouders, niet door de krappe behuizing bij zijn oma (van 2 naar 5/6/8) en haar stress om van alles en nog wat en ook niet door de drukte rond de verjaardag van zijn opa, enz.


Het leven van dat ventje is indrukwekkend begonnen. En hij is, bij wijze van spreken, om op te eten, echt waar. Ik moet me inhouden of ik zou hem voortdurend knuffelen. Als hij niet in mijn buurt is, kan ik niet stoppen om naar zijn foto te kijken. Wat is dit? Is dit liefde? Verliefdheid? Gaat dit nog ooit voorbij? Waar het hart van vol is, loopt de mond van over.
Hij is bijzonder: hij heeft een Belgische moeder, een Italiaanse vader, een West-Vlaamse grootvader, een Limburgse oma, een stel nonni’s op Sardinië en een overgrootvader die half Belg en half Siciliaan was. Die roots, die oorsprong maken van hem een uniek mensje: een vreemde die overal thuis is, net als zijn ouders en grootouders.

Daniel
Er zijn veel jongens met die naam, maar meestal hebben die een trema op de e. Jij niet. What’s in a name? Daniel is een jongensnaam, de hoofdpersoon van het Hebreeuws Bijbelboek, de zoon van koning David, de naam van Nederlandse film uit 1971 en van een Amerikaanse film uit 1983. Het is de titel van een liedje van Elton John uit 1973, een plaats in Utah, in Wyoming (VS) en in Frankrijk; het is de naam van een berg in Oostenrijk, van een Franse experimentele raket, van een Amerikaans whiskeymerk, een naam uit een roman 1876 van George Eliot, de familienaam van een Frans jezuïet en missionaris, van een Amerikaans actrice, van een Russisch schrijver en dichter, van een Braziliaans tennisser en van een Amerikaans botanicus.

Wie hij ook wordt en wat hij ook wordt, het doet er echt niet toe. Als hij maar gezond en gelukkig kan leven in een wereld zonder oorlog of terreur, in vrede met mensen van alle nationaliteiten, kleuren en godsdiensten. Daniel, val nooit in een leeuwenkuil en laat je ook niet voor de leeuwen gooien!

Ps. Op 1 augustus vertrekt hij, ’s avonds, naar Algiers, met een korte stop op Sardinië. Dan zal ik aan Elton John denken. 
Daniel is traveling tonight on a plane
I can see the red tail lights heading for Spain (=Italy)
Oh and I can see Daniel waving goodbye
God it looks like Daniel, must be the clouds in my eyes
Wees gerust Daniel: oma komt! 



vrijdag 9 juni 2017

Verras je papa. Slik.


Hallo Anne Maria,
verras je papa!

Deze mail kreeg ik vandaag. Ik moest toch even slikken. Zondag is het vaderdag. Ik heb geen vader meer, ook geen schoonvader. Dat is zo, op een bepaald moment in het leven, als je een dagje ouder en zelf een ouder bent. Mijn vader sterf in juni 2002, mijn schoonvader in november 2016.

Waarom stuurt een ‘machine’ mij een boodschap die niet van toepassing is op mij? 
Waar ik ook niet om gevraagd heb? Trouwens, Airstop of wie dan ook heeft er geen zaken mee of ik een vader heb of niet, of ik daar een relatie mee heb of niet, of ik een vader een geschenk wil geven of niet.

Verras je papa. Dubbel pijnlijk is dat. Mijn vader én mijn schoonvader konden voor hun dood niet meer reizen. Mijn vader had ‘het’ aan zijn nieren en aan zijn hart. Hij stopte met leven na drie korte ziekenhuisverblijven. Mijn schoonvader lag een jaar of tien aan de nierdialyse en moest de helft van zijn been laten amputeren. Geen haar op hun hoofd, en het mijne, die eraan zou denken nog te reizen. Nu zijn ze op een plek waar reizen geen belang meer heeft. En ik reis wanneer ik wil.

En nog iets: ik haat het om als Anne Maria aangesproken te worden. Ik weet niet waarom die naam op mijn identiteitskaart moest staan, terwijl ik Ann heet en op mijn geboortekaartje duidelijk Ann staat. Elke reisorganisatie krijgt overigens een mail ondertekend met Ann!

Wellicht zal het anders zijn voor mijn kleinzoon. Ik ben benieuwd naar zijn naam…
Hij krijgt een naam - binnenkort - en die zal, hopelijk, op zijn geboortekaartje, zijn identiteitskaart en zijn paspoort hetzelfde zijn. Dat zal hem heel wat moeilijkheden besparen. Dat manneke zal veel moeten reizen. Minstens heen en weer Algiers-Brussel en Algiers-Cagliari.

Airstop, KLM, Ryanair, Air France of wie dan ook: al moet dat ventje, hoe klein ook, om te vliegen een ticket op zijn naam hebben, schrijf hem a.u.b. geen mails, ook niet via zijn ouders! Hij kan ze de eerste jaren niet lezen en ze ouders weten wat ze moeten doen. Val hen niet lastig. Ze weten wat vliegen is, ze kunnen tickets kopen als ze die nodig hebben en zonder daar op een onaangename manier aan herinnerd te worden, zoals ik. Ze hebben op dit moment ook belangrijker dingen aan hun hoofd dan vliegen, net als ik.



Op de foto: de wieg, waarin ik nog gelegen heb. Die staat klaar voor mijn kleinzoon. Mijn vader heeft er eigenhandig de namen van zijn acht kinderen in gebeiteld...