Die uitspraak zal ik na mijn bezoek aan de Nationale Plantentuin in
Meise - een ontdekking - niet snel meer gebruiken. Leven als een plant? Chapeau. Dat kan ik niet. Het betekent te veel: in
stilte groeien en bloeien, kort en krachtig, lang en duurzaam, in kleur of
niet, eetbaar en giftig, met en zonder geur. In Meise zijn er voor luttele vijf euro's 18.000 soorten te ontdekken, een koopje dus. Het zijn er te veel - hoe dik
moet dat plantenregister van Meise wel zijn! - maar een tipje van die
plantensluier wil ik graag oplichten.
Begin eraan,
zoals ik, met een groene tournee van rond de 3 km: aangenaam, mooi, interessant
en leerrijk. Start na de kassa naast ‘de
man op het bankje’ van Bea Van Dorpe met een blik op het gewenste traject in
de folder die je krijgt bij betaling. En dan hup, weg: eerst door een rechte beukendreef tot aan en in het
kasteel (waterburcht) van Bouchout. Via het Coniferetum: alle tinten groen,
sappig groen! Ik wist niet dat een collectie naaldbomen, zulke eenvoudige kerels, in
alle variaties, ook van grootte, zo mooi konden ogen… Verder
naar het Plantenpaleis: een complex van enorme serres met uitzonderlijke
soorten.
Stinken en sterven
Eigenaardig
toch. Ik zocht ze bewust op: de uitgestorven, speciale, excentrieke en zeldzame
exemplaren. Van waar toch die hang naar het abnormale?
Vrouwentongen
Genezen
Jawel,
er groeit iets in Meise. Meer dan ‘iets’. Het streelt ogen - soms ook oren en
neus - maar ook je hart. Net als kunst…
Nationale Plantentuin van België, domein van
Bouchout, Nieuwelaan 38, 1860 Meise