Posts tonen met het label planten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label planten. Alle posts tonen

donderdag 31 maart 2022

SPAANSE MONUMENTALE SCHOONHEDEN!

Omdat de lente begonnen is, wil ik het graag hebben over bomen, planten en bloemen én over Spanje omdat ik daar deze maand twee weken rondreisde. Dat lijkt werkelijk een ideale combinatie. Dus geen blog over kastelen, kathedralen of musea, maar over andere opmerkelijke ‘natuurlijke monumenten’.

Mijn florale en arborale ontdekkingsreis begon onderweg na Figueres, Barcelona, Sitges en Tarragona. Al zag ik daar ook mooi groen, alles oplijsten, lukt niet. Dus volgt enkel een selectie toppers waarvoor ik nog altijd een immense bewondering en verwondering heb. Mijn man is het soms beu dat ik vraag-bedel om ‘even’ te stoppen, om te rijden, af te slaan voor een of andere boom en mij met zo ‘n kanjer te fotograferen. Maar ik ben er hem eeuwig en altijd dankbaar voor.

VALENCIA 


In Valencia: in het centrum, in een parkje voor de rechtbank viel ik haast achterover bij het zien van een Ficus Macrophylla uit Australië (ik ben geen kenner! Ik weet dat omdat zijn naam erbij stond, met de onnodige vermelding: arbre monumental. 
Na de ontdekking van dat prachtexemplaar – net tegenover een rechtbank - stapten we enkele straten, de trappen af en belandden we, hoera, in een stuk van de rivierbedding van de rivier de Turia. 

Dat stuk werd drooggelegd en in plaats van er een autoweg van te maken, zijn er sinaasappelbomen (de geur!), grasperken, vijvers, bloemperken, zelfs en cultureel centrum! Dat langgerekt park - Jardin del Turia - kan je volgen tot de futuristische ‘Stad van Kunsten en Wetenschappen’.

GRANADA
Onderweg MOEST even omrijden zodat ik even tussen die sinaasappelbomen KON dromen. 

En in het Alahambra in Granada stonden er jammer genoeg geen naamplaatjes bij die groen heg, dat bolhoedje (misschien een dracaena?).

SEVILLA
In Sevilla kon ik mijn hartje ophalen: in het alcazar, in een stadsparkje, op een pleintje dichtbij de Parasols en in het grote park Parque de Maria Luisa (met de bus bereikbaar).


CORDOBA
De alcazar was (door werken) erg beperkt toegankelijk, maar zijn tuin! Het was net - regen hadden we meer dan voldoende! - stralend weer. Gelukkig. Dat was genieten!

Gezellig en heel Inspirerend was ons bezoek aan zes patio’s, binnentuinen, tegen betaling in een oud stadsgedeelte met aangename bepotte straatjes. Wat een variatie aan potten, aan planten, boompjes en bloemen, aan kleur en aan grootte, ook aan fonteinen. Je leert - als je een mondje Spaans kent, een en ander over wat waar best groeit en hoe al die potten op een handige manier bewateren. Ik zag margrieten, geraniums, petunia’s, bougainvilla’s en vele andere bloemen die ik niet bij naam ken.

Als je eind mei in Cordoba bent, kan je tijdens de Fiesta de los patios wel 50 dergelijke binnentuinen bezoeken. Heerlijk.De patiodeelnemers wedijveren in een wedstrijd dus het aanbod zal bijzonder zijn.

En ik besefte het de hele reis het opnieuw – en ik beken het weer – ik zie planten en bloemen graag, maar ik ben verslaafd aan bomen, arbres, baume, árbol. Welke ook. Waar ook.
ps. Vooraf reserveren is nodig!





zondag 1 maart 2020

BOMEN PRATEN STIEKEM MET ELKAAR

Steden moeten in bomen investeren. Dat kan ik enkel toejuichen. Dat advies komt volgens groenexpert Paul Geerts van oud-president François Mitterrand. 
Plant dus bomen. Hoe meer hoe liever. Het resultaat zal verbluffend zijn... omdat bomen praten met elkaar!

Als je een boom plant, dan liefst eentje die minstens 100 jaar wordt, raden Paul Geerts en landschapsarchitect Louis De Jaeger aan. En plaats ze dicht bij elkaar, in minibosjes, o.m. op braakliggende lapjes en verwilderde rotondes. Dan krijg je miniwoudjes, tiny forests. De gevolgen - zullen verbluffend zijn, want bomen kunnen praten! Ondergronds spreken ze heimelijk met elkaar. Wist je dat? Ik niet, maar ik vermoedde het wel en ik zag het bewijs ervan in de expo ‘Ondergronds’ in het Gentse STAM.

SPREKEN
Ja. Bomen praten stiekem met elkaar. Die wijsheid-wetenschap komt van de BBC (duidelijke video) en van onderzoekster Suzanne Simard (Ted-talk). Bomen lijken individuen, los van elkaar, maar dat zijn ze niet. Ze zijn verbonden, ze zijn zelfs altruïstisch. Bomen staan in contact met elkaar via wortels en schimmeldraden van zwammen. Zo spreken ze met elkaar, maar ze doen nog veel meer van en vrijblijvend gesprek voeren met hun soortgenoten: ze voeden elkaar, versterken of verzwakken elkaar, ze stelen of geven, ze werken elkaar tegen of spannen samen en soms vechten ze een oorlog uit. Hun ondergronds netwerk en communicatie zit echt ingenieus in elkaar. Het lijkt op een WWW, een Wood Wide Web.

LIEFDE
Ik bewonder bomen, in elk seizoen, op elke plaats. Ik praat ook graag met hen, luidop of in gedachte, al krijg ik geen commentaar, uitleg of antwoord. Ik houd van hen. Echt waar. Soms moet ik er gewoon eentje aaien, vastpakken of knuffelen. Dat doe ik in de hoop dat zo’n boom dat een langer, beter, gezonder en gelukkiger leven kan leiden. Of is dat een illusie, een droom, een wens, een sprookje? Het kan me echt niet schelen, ik wil gewoon bomen, meer boven. Want het zijn, wat Lois De Jaeger schrijft: de goedkoopste en beste fabrieken om CO2 op te nemen, zuurstof te produceren, fijn stof te filteren, droogtes en overstromingen tegen te gaan en zelfs voedsel te produceren. Het zijn wezens die gratis voor ons werken. 
Hartelijk bedankt bomen!



OORLOG
Dat bomen tegen een stootje kunnen - en nog veel meer - zag ik duidelijk op de website van In Flanders Field Museum. Stond er dan na WOI geen boom meer recht? Neen, echt niet al was het bomenverlies enorm. In en rond Ieper staan werkelijk bomen die zowel de Eerste als de Tweede oorlog overleefden, zelfs nadat er enkel een stuk stam overbleef. In het museum ligt wel stamschijf van een boom uit Elverdinge uit 1760 die de Grote Oorlog niet overleefde. De zwarte vlekken herinneren aan de bominslagen. Ja, bomen zouden straffe verhalen kunnen vertellen. Daarom werden trouwens in 2014 herdenkingsbomen geplant op de frontlinie, met blauw kader voor die van de geallieerden en met rood voor die van de Duitsers.
Bomen, waar ze ook staan of komen, ik kan ze echt niet meer missen.

Bronnen:
- How trees secretly talk to each other. BBC News, 29 juni 2018
- How trees talk to each other. TED-talk. Suzanne Simard, 30 augustus 2016
- In Flanders Field 




dinsdag 26 april 2016

ZEG HET MET BLOEMEN

Ja en zoveel en zo dikwijls mogelijk. Want bloemen zeggen ik houd van je, ik heb spijt, ik bedank je, ik hoor bij jou, ik ben je trouw, ik rouw om jou, ik leef met je mee, ik feliciteer je, ik waardeer, eer of vereer je, ik wil vrede, ...


Bloemen zijn echte boodschappers. Ze zijn, wat mij betreft, het mooiste communicatiemiddel: open, eerlijk, onaangetast.
Door soort, kleur en grootte te variëren en te mengen in ruiker, pot of perk, roep je een andere sfeer, andere gedachten en gevoelens op. Soms ziet, herkent of kent de ontvanger, de bloemen-krijger, de betekenis ervan niet. Geeft niet. Ze zijn dan nog wat ze gewoon zijn: mooi!


Er is voor elke gelegenheid, voor elk tijdstip, voor elke mens een bloem. Voor een geboorte en voor de dood, en alles daar tussen.
Bloemen zeggen eigenlijk nog veel meer dan je zou denken. Dat zeg ik niet alleen maar met mij alle bloemenfans, bloemisten en floristen, o.m. Gudrun Cottenier uit Oudenaarde en Laura Dowling uit Washington. De eerste heeft een bloemenschool met een toepasselijke naam 'de groene verbeelding', en ze is, jawel, het enige vrouwelijke lid van de raad van bestuur van de Floraliën (hoe is het mogelijk!). De tweede is niemand minder dan een communicatiemadame die - na een serieuze carrière-switch, opleiding, hard werken én maandenlange selectieprocedure - gedurende 6 jaar Chief floral Designer op het Witte Huis werd. Dat betekende 100 uren bloemenwerk per week voor een 1000 evenementen per jaar, voor meneer en mevrouw Obama. Ze was vorige week op een VOKA-event héél lovend over de Gentse Floraliën had.
Ja, mijn stad is tot en met 1 mei een bloemenstad met op vier grote en veel kleine locaties prachtige bloemen, planten en bomen, al dan niet verwerkt in kunstzinnige, industriële of landschappelijke creaties. Kom dat zien. Ga dat zien. Want op de volgende editie is het vier jaar wachten...



 

vrijdag 22 augustus 2014

Ik leef als een plant


Die uitspraak zal ik na mijn bezoek aan de Nationale Plantentuin in Meise - een ontdekking - niet snel meer gebruiken. Leven als een plant? Chapeau. Dat kan ik niet. Het betekent te veel: in stilte groeien en bloeien, kort en krachtig, lang en duurzaam, in kleur of niet, eetbaar en giftig, met en zonder geur. In Meise zijn er voor luttele vijf euro's 18.000 soorten te ontdekken, een koopje dus. Het zijn er te veel - hoe dik moet dat plantenregister van Meise wel zijn! - maar een tipje van die plantensluier wil ik graag oplichten.



Groen traject
Begin eraan, zoals ik, met een groene tournee van rond de 3 km: aangenaam, mooi, interessant en leerrijk. Start na de kassa naast ‘de man op het bankje’ van Bea Van Dorpe met een blik op het gewenste traject in de folder die je krijgt bij betaling. En dan hup, weg: eerst door een rechte beukendreef tot aan en in het kasteel (waterburcht) van Bouchout. Via het Coniferetum: alle tinten groen, sappig groen! Ik wist niet dat een collectie naaldbomen, zulke eenvoudige kerels, in alle variaties, ook van grootte, zo mooi konden ogen… Verder naar het Plantenpaleis: een complex van enorme serres met uitzonderlijke soorten.

Ik heb er de in Europa verschrikkelijk zeldzame hennepvreter vergeten (in België zelfs uitgestorven) maar wel de reuzenwaterlelies - Victoria Amazonica - met hun super bladeren en opstaande randen zien drijven in 30 graden water. Ze kunnen 40 kg kunnen dragen (soms mogen het baby’s zijn). In het Engels klinkt hun naam mooier - giant water lily - in het Frans onromantisch - nénuphar.

Stinken en sterven
Ik heb kunnen griezelen van vleesetende bekerplanten en dagdromen van stinkende reuzenaronskelken. De heroïsche strijd van zijn verzorgers om diens basisknol te behouden, mocht niet baten: de te forse snelle doorgroei van 50 tot 130 kg op drie jaar stak een stok in de wielen: meneer ging dood in plaats van te splitsen, te leven en drie tot vijf jaar later opnieuw zeer kort maar prachtig met een lijkstank te bloeien. Vijf jonge lijkenplanten moeten hun bestaan nog bewijzen. Hun leven leest als een stationsromannetje: vechten, verdikken, overleven of sterven, vallen en opstaan, scheiden of niet; een kort leven in schoonheid, sterven in stank…

Eigenaardig toch. Ik zocht ze bewust op: de uitgestorven, speciale, excentrieke en zeldzame exemplaren. Van waar toch die hang naar het abnormale?

Vrouwentongen
Veel geleerd heb ik, ook over Vlaanderens numero uno: de Sansevieria (ik dacht veria) of vrouwentong, meer bepaald die met de gele bladrand: de Trifasciata, Belgenplant, vrouwentong van Laurent. Een vondst van de Belgische ontdekkingsreiziger Emilie Laurent, jawel. ‘Een succes ‘voorspelde Plantentuin directeur Emile De Wildeman in 1904 voor deze soort Sansevieria. Hij kreeg overschot van gelijk. Een comeback heeft deze plant niet nodig: ze is al 110 jaar niet weggeweest. Voor de kampioenen van de droogte, cactussen, heb ik het niet. Ze zijn op zijn minst stekelig te noemen. Aarzel niet om in die zwoele, tropische kassen een plantenwerker aan te spreken: op elke vraag krijg je een boeiende story. En gebruik misschien ‘Planten op uw bord’-folder om meer dan 27 eetbare planten te ontdekken, allen bekenden, onbekenden of vergeten uit onze Belgische keuken.

Genezen
Weer buiten doet frisse lucht wel deugd. Sla het Herbetum met de oude Balatkas (of zat ik niet eerst in het Fruticetum?) niet over en blijf wat langer in de super interessante tuin met geneeskrachtige planten. Noem een ziekte en je vindt er een plant voor: voor infecties, tumoren, allergieën, zenuwen… In alle tuin-in-tuintjes geldt: poort toe en niet plukken.

Jawel, er groeit iets in Meise. Meer dan ‘iets’. Het streelt ogen - soms ook oren en neus - maar ook je hart. Net als kunst…


Nationale Plantentuin van België, domein van Bouchout, Nieuwelaan 38, 1860 Meise