woensdag 24 mei 2023

DAVID, EEN VENT UIT EEN STUK!

David. Een onvergetelijke vent. Wat een uitstraling! Wat een man! Niet te dik niet te dun. Een brok rust én energie tegelijkertijd. Je voelt die gewoon als je voor, naast, achter of onder hem staat. Wat ik deed, in april, in Firenze. En dat terwijl die kerel enkel en alleen een stevig stuk marmer is! Ongelooflijk. Ik kon hem zien, bewonderen, bijna aanraken… en nog straffer: ik bezocht de marmergrot waaruit zijn maker Michelangelo het basismateriaal voor zijn, deze creatie haalde!

Zijn David, mijn David, een levend brokstuk steen! Maar door de Italiaanse grootmeester Michelangelo di Lodovico Buonarroti Simoni (1475-1564) zo vakkundig en artistiek bewerkt dat die David bijna leeft. Je verwacht elk moment dat hij stapt, beweegt, buigt…Wat een grootmeester die Michelangelo.

Als je bedenkt met welke materiaal en met welk gereedschap van die tijd hij dát heeft gepresteerd? Het lijkt dat nog een groter wonder. Kunstenaars van nu -geloof me, mijn bewondering voor hen blijft - hebben de meest gesofisticeerde technieken ter beschikking hebben… diamantboren, zagen, computers, enz. Hij een hamer en een beitel?

Dat ik voor ik hem ontmoette, die marmeren god, op de plaats kon stappen en rondkijken waar Michelangelo zijn basismateriaal haalde, in de marmergroeve in Carrara, vermenigvuldigde mijn admiratie voor artiest en beeld. Geen wonder, maar terecht dat de marmertoer in de buik van de groeve als eerbetoon de naam draagt van de schepper van David.

FANTISCRITTI

Vijftien 15 euro kostte me die onvergetelijke ervaring vanuit Miseglia-Fantiscritti tijdens de Marmotour. De 500 meter tunnelrit in busje van het lichte buiten naar het schemerige binnen (in de groeve), het blauwrozige lichtspel met onze schaduwen op de lang geleden bewerkte marmeren wanden, de bedrijvigheid in de veel lager geleden diepte waar met de allernieuwste methodes en boor- en zaagmachines en een minimale bezetting nog altijd marmer wordt uitgesneden, geladen en weggevoerd.

Op de plaats (of ongeveer) stappen en/of kijken waar de grootmeester van de prachtige man echt zijn basismateriaal, marmer, haalde… geloof me, dat doet iets met ene mens. Het bekijken, inspecteren, bewonderen van dat eeuwige kostbare natuurgesteente… het voelen, het beluisteren, aanraken… naast de naakte steile wanden, die belast zijn met eeuwige schoonheid, voelde ik me zeer klein en nietig, onbelangrijk…

Getooid met haarnetje en knalgele werfhelm… maar brokstukken vielen niet. De technische uitleg in het moeilijk Engels van onze Italiaanse gids ontsnapte me grotendeels. Verdorie ik had beter moeten luisteren en ‘het’ allemaal noteren: dat stuk geschiedenis, het uithalen, bewerken, vervoeren vroeger en nu van dat toch wel kostbaar goedje. Maar ik wilde niet noteren, ik wilde kijken, ervaren en dromen (deels door gebrek aan voldoende licht en mijn fotograafmanie moet ik toegeven). In mijn verbeelding zag ik mannen van 50 en 500 jaar geleden die de met volharding, inzet, moeite, tijd, ontberingen en armzalige levensomstandigheden hun marmerbrokken via ezels en karren kilometers ver naar het centrum van Carrara vervoerden.

Poseren bij de metershoge maar toch indrukwekkende gedeeltelijke kopie van ‘De schepping van Adam’ (het originele zag ik in de Sixtijnse kapel in Rome), even doen alsof we een brok van 1000 kg marmer opzij kunnen duwen en onze lichamen monsterschaduwen laten maken op de wanden. Het hoorde er ook bij. Wat ik onthield is dat de grijze marmer of de witte met grijszwarte aders naden erg in trek, duurder en gegeerd is, maar geef mij maar wit. Wit is altijd schoon.

Na afloop, uit de tunnel, konden we flaneren we, voor 3 euro, tussen beelden, karren, werktuigen (vooral hamers, steenbeitels en spieën), foto’s, stenen van het kleine openluchtmarmermuseum.

CAMPOCECINA

En dan vergeet ik bijna de rondritten, voor en na, rond Carrara met adembenemend uitzichten (Campocecina, Fantiscritti, Colonnato, Torano) om op verschillende hoogtes de variatie in groeven en activiteiten te zien. Stijgen en dalen, kronkelige smalle wegen (mijn maag protesteerde geregeld), imposante tunnels en bruggen, passerende kolossale vrachtwagens beladen met marmeren brokstukken, de opengereten natuur met witgrijze vlekken, marmeren kunstwerken, … Mijn man werd stilaan boos omdat ik hem onderweg met de auto, naar en van, op te veel plaatsen deed stoppen om groeven, bedrijfsterreinen, werkplaatsen van marmer in de verte en dichtbij te kunnen observeren (=bewonderen). Geen wonder dat bepaalde locaties voorkomen in de James Bond film ‘Quantum of Solace’ uit 2008, met Daniel Craig.

Nog een kers op de taart, naast het bezoek aan marmergroeve en aan de echte David? Een blitsbezoek aan Laboratorio Carlo Nicoli: veruit de bekendste marmerateliers van Carrara waar opdrachten uit heel de wereld binnenkomen en dito kunstenaars aan het werk waren met het herstellen, creëren van kleine en grote beelden en kopieën van beelden… Ze lieten me kort even verdwalen tussen hun en andere staande en liggende creaties…

Ja, David. Jou zal ik nooit vergeten. Ook niet je honderden kleine en grote kopies in alle kleuren en groottes in Firenze...


#marmer #carrara #david #michelangelo #italië #Michelangelomarmotour #Miseglia #kunst #arte #onvergetelijk 

vrijdag 21 april 2023

MIJN MAN WAS ZIEK EN WE KREGEN EEN KETTINGBRIEF...

‘Mijn man was ziek en we kregen een kettingbrief. Ik weet niet meer hoe dikwijls ik hem moest overschrijven en doorsturen. Mijn man is ondertussen gestorven, maar hij was zo in paniek omdat hij ziek was... Ikzelf hecht niet veel geloof aan die brieven, maar mijn zoon kreeg er ook eentje. Hij doet nogal gevaarlijk werk want hij is chauffeur... Ik hoor hem soms zeggen: sinds ik die brief heb gekregen, kom ik van alles tegen. Ik hoor dat hij bang is. Wat moeten wij nu feitelijk doen als wij zo’n brief krijgen? Wilt u me dat eens laten weten? Ik voeg er een postzegel bij om me iets te laten weten a.u.b.’

Dit is een fragment uit een van de meer dan honderd brieven die mijn vader kreeg, tussen 1985 en 2000, toen hij besloot kettingbrieven te bestuderen en te verzamelen om mensen van hun angst te verlossen. 
Omdat het hem niet lukte (hij stierf in 2002), vervulde ik zijn wens en zorgde enkele jaren geleden voor een boek waarin kettingbrieven, kettingmails en kettingberichten aan bod komen. Jammer genoeg worden om de haverklap nog altijd gelijkaardige kettingen van angst verspreid.

‘Ik zou u graag meedelen wat er sinds de ontvangst van de eerste kettingbrief is gebeurd. Een week nadat ik die brief kreeg, werd ik uitgesloten van een invaliditeitsuitkering. Mijn grootmoeder en tante werden tegelijkertijd in het ziekenhuis opgenomen. Een maand later belandde mijn dochter in het hospitaal met klierkoorts. Een dag nadat ze uit het ziekenhuis werd ontslagen, kreeg mijn moeder een longbloeding. Na haar ontslag uit het ziekenhuis, stierf mijn tante aan longkanker. Veertien dagen na de begrafenis van mijn tante, werd bij mijn nonkel een halve long weggenomen. Hij verbleef zes weken in het ziekenhuis. Na zijn ontslag belandde mijn moeder opnieuw in het ziekenhuis. Enkele dagen na haar thuiskomst overleed mijn grootmoeder. Ondertussen stierven ook verschillende van mijn lievelingsdieren. En dan heb ik het nog maar over de kleine tegenslagen. Omdat ik iemand anders zoiets niet graag toewens, ben ik tevreden dat ik eindelijk een adres heb naar waar ik die brieven kan sturen. Al is het waarschijnlijk toevallig, toch denkt men altijd dat het iets met die brieven te maken heeft.’

De brieven zijn verdwenen maar mails en berichten hebben hun plaats ingenomen maar hun inhoud blijft mensen nog altijd angst inboezemen, twijfelen of zich onzeker voelen. Ten onrechte. Maar dat lees je in 'Het moest maar eens waar zijn'.
Dit boek bestellen? Het kost 15 euro, verzending inbegrepen. 
Mail naar Ann 
Meer informatie over de inhoud?



#kettinbrieven #kettingmails #kettingberichten #angst #bijgeloof #brieven #mails #berichten #fakenews 








dinsdag 28 maart 2023

KINDEREN TOEGELATEN

Misschien lach, ween, gruwel, bewonder of zucht je als je mijn volgend boek leest? 

‘Kinderen toegelaten' gaat over een gezin van tien, en vooral over kinderen en kleinkinderen. 

Het is een boek met 125 cursiefjes voor ouders en grootouders en voor iedereen die een hart heeft voor kinderen, hen begeleidt, onderwijst of verzorgt.


Op de cover staan twee namen, die van mijn moeder Monda De Munck en van mij. Maar het is hoofdzakelijk HAAR werk. Zij schreef maandelijks cursiefjes tussen 1955 en 2000 over wat haar vier zonen en vier dochter, ook haar man, zeiden, deden en uitspookten. 

Denk niet dat ze oubollig, voorbijgestreefd of aftands is: wat én hoe ze schrijft - humoristisch, filosoferen, badinerend, verrassend - en de thema’s die aan bod komen - huiswerk, honden, huishulp, processie, bomen, dierentuin, hel, school, kuikens, snoep, Brugge, kleurpotloden, tante nonnetjes, mortuaria, buschauffeur, enz. - zijn zo gevarieerd dat ze nooit vervelen. Alles wat ook maar in gezin met 8 kinderen gebeurt, komt aan bod: klein en grote voorvallen en dito’s drama’s. Vergis je niet: wat mijn moeder schrijft en beschrijft is niet altijd verleden tijd: het is nog zo herkenbaar, zowel voor jonge ouders als voor grootouders.

Het is een boek dat je gemakkelijk in etappes kunt lezen. Soms telt zo’n cursiefje maar een bladzijde, soms twee of drie, maar zelden meer.

EERBETOON

Het is vooral een eerbetoon aan mijn moeder die, hoewel ze van haar man en acht kinderen hield, een en ander heeft moeten beleven, doorstaan, bemiddelen, overleven… Geloof me: niet alles was koek en ei in ons gezin. Haar cursiefjes klinken hoofdzakelijk positief, maar tussen de regels lees je hoe moeilijk, moeizaam, complex, tijdrovend, intensief een gezin van toen, met hond, leiden is.

Mijn moeder was tegelijk verzorgster, trooster, werkpaard, alleskunner, manager, m.a.w. een duizendpoot.

UNIEK

En wat maakt dit boek uniek? Dat het een familieproject is! Er kwam geen buitenstaander aan te pas. Mijn mama schreef de cursiefjes. Ik bewerkte, verbeterde en paste ze licht aan. Mijn zus Lia Driessen hielp het manuscript verbeteren, mijn man Chris De Hollander zorgde voor de lay-out en mijn neef Daan Martien voor de knappe cover. Veel leesplezier!


‘Kinderen toegelaten’, Monda De Munck en Ann Driessen, 397 blz., 21 euro, is een uitgave in eigen beheer.
Dit boek bestellen? 
- Mail naar: boekenvanann@gmail.com
- Of klik op: StoryLand
- Dit boek kan ook besteld worden via Standaard Boekhandel, Bol.com, Bruna, enz.

zaterdag 25 februari 2023

OVER OGEN EN OOGAPPELS...

Niet dankzij God, maar dankzij Goes kan ik weer beter zien. Oef. Je weet écht niet hoe blij ik ben. 
Niet (meer) kunnen zien: de mensen waarvan je houdt, de bomen, planten en bloemen. Geen boeken meer kunnen lezen of schrijven, geen films meer bekijken: het zou mijn grootste straf zijn, neen, een drama, een marteling. Echt. Een sine qua non in mijn leven.

Dit schijnbaar lelijk ding, dat is mijn oog. Het kostbaarste dat ik bezit, na mijn hart en voor mijn voeten. Daarom zat ik met de bibber de afgelopen weken bij mijn oogarts, de kalmte in persoon. En zijn rechterhand ook. Het oog wil ook wel wat. En mijn oog ook, vandaar dat een kleine oogoperatie aan het ene en een laser aan het andere nodig was. Dat deed me, net als elke dag, beseffen hoe kostbaar, belangrijk en essentieel ogen zijn. Om mijn geliefden te zien, om de natuur te bewonderen te schrijven en te lezen, om me vrij in stad, streek en ver daarbuiten te verplaatsen. Niet zien? Ik zou me gevangen voelen, radeloos, machteloos, claustrofobisch. Dat is mijn nachtmerrie, pure horror..
Zalig zij die kunnen zien. Handen, voeten of benen, die kan ik missen… denk ik. Vandaar mijn angst: ik kan niet zonder zicht. Als het zicht verdwijnt, gaat voor mij het licht uit en mag het leven stoppen.
OGEN
Ik heb echt iets met ogen. Ze blijven me fascineren, waar ook: in Oostende, in Gent, op een muur, in het Lichtfestival, zelfs op grindbakken… en op de operatietafel. En dan is er nog het jeugdboek van mijn zus Iny, ‘Bruine ogen, blauwe ogen’, over hoe haar zonen en adoptiedochtertjes naar elkaars ontmoeting uitkijken.
Dat het mis kan gaan met die, wat mijn  betreft, onontbeerlijke kijkers, ondervond ik al verschillende malen in mijn leven: toen ik op twaalf jaar mijn eerste bril moest dragen of verdragen (al zag de wereld er opeens veel beter uit), toen ik als twintiger - hoera - contactlenzen kreeg (hoewel geen onverdeeld succes als stofdeeltjes er zich achter verscholen), toen ik als veertiger één ooglaseroperatie - weer hoera - onderging … toen ik last kreeg van ‘mouches volantes’ (zwevende vliegjes) en twee jaar geleden én onlangs een cataractoperatie kreeg. Ik leef nog even mascaraloos en moet nog twee weken druppelen, heb een leesbril nodig, maar dat is klein bier ten opzichte de winst: weer hoera, ik zie opnieuw weer beter-scherper!

UIT HET OOG
Ik houd meestal een oogje in het zeil maar ik kijk ook dikwijls mijn ogen uit. Bepaalde kunst- en natuurwerken vind ik gewoonweg oogstrelend!
Al jaren ondervind ik dat de spreuk ‘uit het oog, uit het hart’ helemaal niet klopt. Gelukkig corrigeerde Bond Zonder Naam dit met ‘Uit het oog, in het hart’. BZN verdient een pluim. En meer.
Iemand onder vier ogen spreken: dat is me al gebeurd. 
Een oogje toeknijpen, wil ik niet. Iemand een rad voor de ogen draaien, nog minder. 
Oog om oog, tand om tand, haat ik. Als ik iets aan mijn ogen of tanden heb, ween ik. Dus dat wil ik niemand aandoen. Een kwaad oog heb ik echt op niemand. Met oogkleppen wil ik niet lopen. Een ooggetuige van veel leed, ben ik jammer genoeg wel. Dat weegt soms. Maar mijn oogappels maken veel goed: ik heb er een van vijf jaar en eentje van vier maanden. Daar gaan mijn ogen en mijn hart naar…
 

#ogen #oog #oogarts #frankgoes #bzn #zien #blindzijn 

donderdag 19 januari 2023

DE VARKENTJES VAN MIJN VADER... EN MOEDER!

Hoe die 23 varkentjes belandden in Dalvajoes - zo heette het huis van mijn ouders, naar een roman van mijn moeder - wist mijn vader niet meer. Dat schreef hij in 2002. Ik weet het ook niet, maar ik zie ze nog altijd staan op de schouw, de schouw zijn en haar initialen en hun huwelijksjaar, 1952. 

Met veel zorg beitelde hij op de eiken staanplaats van die beestjes ook de veelzeggende maar moeilijk uitvoerbare spreuk ‘Houd het vuur brandend‘ en daarom bedoelde hij niet dat van haardvuur, kachel, verwarming, oven of zo.
Telkens voor Nieuwjaarsavond doken ze die kleurrijke varkentjes op, dankzij de inzet mijn moeder, uit hun geheimzinnige bergplaats: een of andere doos in een of andere kast in een of andere kamer op ene of andere verdieping. Welke wist hij niet en heb ik ook nooit geweten. 

HUISHOUDEN
Mijn vader, stamhouder van vier dochters en vier zonen, hij wist niet veel van huishoudelijke bezigheden. Afwassen, afdrogen, opbergen: hij had het in hun meer dan 50 jaar huwelijksleven - bijna zeker - ik heb het hem nooit zien doen - nooit gedaan. Hij groeide quasi op als enig kind van een Italiaanse overbezorgde en oververzorgende mamma. Die handelingen had zij eind 19de eeuw begin 20ste eeuw ook nooit bij haar vader gezien.

Maar terug naar de 23 varkentjes. Ze waren roze, groen, rood, blauw, geel, oranje. Ze hadden soms niet en soms wel een gekruld staartje, kleine of grotere oortjes. Hun billetjes waren veelbelovend, hun huidskleur divers en hun schijngewicht aan de hoge kant. Met enige verbeelding kon je op enkele snoeten zelfs een glimlach ontwaren.
Er stonden enkele kanjers tussen. Die hadden een gleuf om als spaarvarkentjes te dienen. Helaas, ze kregen niets. Ze stonden, net als de kleintjes, alleen te pronken, netjes en stokstijf naast elkaar. Volgens leeftijd? Neen dat niet, al werden pogingen ondernomen om ze volgens geboortejaar te rangeren. Maar bij afstoffen, als grap of protest tuimelde er wel eens naar beneden of verwisselde er wel eentje (soms meer) van plaats. Ze hadden allemaal een naam, dat wel. De voornaam van een kleinkind.

KLEINKINDEREN
Dat dit dierenpark zijn kleinkinderen moest vertegenwoordigen, zichtbaar of aanwezig stellen was geenszins bedoeld als verwijt of belediging ten aanzien van zijn kroost, neen, geen ‘bende vuile varkens’ of zo. Wel integendeel. Want wie wist of weet niet dat varkentjes sociale, gevoelige, aanhankelijke, grappige, communicatieve, intelligente en zindelijke dieren zijn? Van die stelling - van het landelijk kennisnetwerk van houders van boerderijdieren - waren mijn vader en moeder meer dan overtuigd… Blijkbaar. Al moet ik toegeven dat bepaalde elementen van die verzameling zich op bepaalde momenten wel eens als een ander (hogervermelde) varkensoort gedroeg. En, nu ik aan het boek ‘Kinderen toegelaten’ werk, met cursiefjes van mijn moeder, vind ik toch bepaalde avonturen en belevenissen - niet van kleinkinderen maar van hun acht kinderen - die die naam wroeter, vuilerik en modderaar waardig blijken.

VERGETEN EN VERGEVEN
Neen. Mijn vader kon vanuit zijn fauteuil met enige trots zijn meute observeren… en glimlachen. Het bleef een kleurrijk schouwspel, weliswaar statisch. Elk weekend passeerde er gelukkig ook wel klein levend grut achter en naast zijn fauteuil, waarin hij bijna vastgegroeid was. Door de pijn aan de voeten. Daarom was die hele rij ook educatief bedoeld. Die moest hem - volgens mijn moeder - aan zijn tweedegeneratie nakomelingen herinneren. Letterlijk dan wel. Enkele leden van de generatie geëtaleerden hebben hem zijn opmerking - met vragende ogen en gefronste wenkbrauwen - ‘Wie zijt gij ook weer?’ al lang vergeven (hoop ik). Hun ouders vergaven het hem ook dat hij niet alle namen van hun oogappels onthield. Zij woonden soms niet soms wel kilometers ver zodat van meermaals per week binnenspringen geen sprake was voor de meeste telgen en hun kroost. En eens boven 80 - en soms al veel vroeger - doet het geheugen niet altijd meer wat je wenst. Heb ik ook al ondervonden.

VERDWENEN
Terug naar die varkentjes. Vreemd genoeg verdween het hele gekleurde knorrenleger telkens na Driekoningen, plots en kordaat. Voor maanden. Ik vermoed dat hij en zij telkens weer uitkeken naar het moment dat er weer kleur op die show verscheen. Ik toch ook.
En ja, zowel hij als zij vond het wel erg jammer dat hun leger niet volledig was. Want het aantal kleinkinderen groeide nog aan maar het aantal varkentjes niet. Mijn vader trok van winkel naar winkel om toch nog enkele exemplaren te vinden. Kleur, de maat, gewicht van het plastic varkentje? Het kon hem echt niet schelen. Als hij maar een varkentje vond. Hij moest en zou er vinden. Niet dus. Zelfs een premie uitloven, hielp niet.
En ze knorden voort, op die oude schouw, tot het einde van zijn (2002) en van haar (2010) leven.
 
 
Ps. Gelukkig nam zijn helper-volkskundige-buurman Karel rond 2000 een foto van het bestaande bestand.



#varkens #kinderen #kleinkinderen #kinderentoegelaten #mondademunck