dinsdag 31 juli 2018

Wat zij die lezen, willen weten over zij die schrijven...

Nine Vogel-Ketel vroeg aan haar 1300 volgers op Facebook wat zij willen weten over schrijvers. En die vragen stelde ze mij, voor haar blog AnderWereld en haar lezers. Nine koopt en verkoopt al vijf jaar nieuwe en tweedehands Fantasy, SF, YA, kinder- en jeugdboeken, historische thrillers enz. andere boeken. Ze woont, jawel, en dat is puur toeval, in Sint-Annaparochie. Dat is het grootste dorp van de gemeente Waadhoeke, in de Nederlandse provincie Friesland, ongeveer 15 km van Leeuwarden. Dat is ver van Gent, om juist te zijn: 350 km en vier uur rijden. Friesland is een aanrader, zelfs in harte winter. Maar de Elfstedentocht is mooi, ook zonder ijs! Maar dat is voor en andere blog.
Nu eerst haar vragen en mijn antwoorden...

  • Wil je kort iets over jezelf vertellen? 
Ik ben Ann, 64, getrouwd, moeder van twee dochters en oma van één kleinzoon. Schrijven was sinds mijn twaalfde mijn wens. Ik kom uit een schrijversfamilie: mijn moeder en mijn vader schreven, twee zussen en een broer ook. Mijn eerste schrijfsels waren voor een schoolkrantje op de middelbare school. Na mijn studies Communicatiewetenschappen aan de KU-Leuven ging ik aan de slag als freelancejournalist. Dat was boeiend, ondergewaardeerd en onderbetaald. Toch hield ik het bijna 30 jaar vol (deels deeltijds, deels voltijds). Vooral de laatste 14 jaar als gerechtsjournalist vond ik superinteressant. Na een tussenstop van 4 jaar in Nederland – artikels schrijven, cursussen in kunstgeschiedenis volgen en vrijwilligerswerk bij Slachtofferhulp – bleek, opnieuw in België, het freelancebestaan te moeilijk (Te oud? Geen kansen meer!). Niet getreurd. Enkele cursussen en vrijwilligerswerk en toen kwam de vraag van Karen om haar te helpen met het schrijven van een boek. Na meer dan 4000 artikels moest dat lukken… En dat was zo. ‘Oorlog in mijn hoofd’ haalde bijna 2000 exemplaren.
  • Hoe kom je aan de onderwerpen voor je boek? Waar haal je je inspiratie vandaan?
Mijn inspiratie haal ik het liefst uit de werkelijkheid, uit het dagelijkse leven van mensen, of gewoon uit het niets, in de natuur. Soms borrelt een idee, een zin, een blog of een verhaal zo maar uit het niets op, door een beeld, een woord, een naam, een landschap. In de toekomst wil ik wel non-fictie en fictie mengen. Als de realiteit al boeiend is, is het zo leuk en spannend om er iets uit mijn fantasie, dromen of hypotheses bij te voegen.

  • Heb je wel eens een writersblock en zo ja, hoe kom je daaruit?
Neen, maar ik schrijf wel met vlagen. Soms komt de ‘drang’ opeens op en schrijf ik, moet ik schrijven. Dat kan op papier zijn, of met de computer. Ik ben het al zoveel jaren gewoon om te gaan zitten en uren aan mijn computer te werken, dat dit ‘gewoon’ is.
  • Welke boeken/schrijvers lees je zelf graag? En zijn die ook een inspiratie voor je?
Ik lees te weinig boeken op dit moment, en ja. Dat is jammer. Maar er is beterschap op komst. Een gezin, grote familie en vrienden, veel vrijwilligerswerk, wandelen, film kijken en schrijven gaan voor. Ik ben een fan van Harry Mulisch en Amélie Nothomb. Sommige boeken vind ik onvergetelijk, zoals bv. ‘Het dagboek van Anne Frank’, ‘Het Parfum’ of ‘Oorlog en terpentijn’ en ‘Nog eenmaal mijn moeder zien’ en ‘Knielen op ene bed van violen’. Een aanrader: ‘Brave meisjes komen in de hemel, brutale overal’. En had ik maar ‘Mannen die vrouwen haten’ geschreven…
  • Hoeveel boeken heb je geschreven en uitgebracht, bij welke uitgeverij)?
Op dit moment is nummer 5 gepubliceerd. Het zijn allemaal non-fictieboeken: drie waargebeurde levensverhalen. 'Oorlog in mijn hoofd’ en ‘Gevangen geboren’ bij uitgeverij KRAMAT en ‘De schat van Merkem’ (in eigen beheer) en twee volkskundige werken: eentje over kettingbrieven, kettingmails en kettingberichten. 'Het moest maar eens waar zijn’ (bij BOEKSCOUT) en eentje over feesten voor vrijgezellen die 30 worden ‘Het Ossenboek’, (in eigen
beheer). 
  • Waar ben je het meest trots op?
Dat ik blijf schrijven! Hoe moeilijk ook (schrijven, uitgever vinden en boek zelf uitgeven, promotie voeren), hoe slecht betaald ook, ik laat me niet (meer) ontmoedigen of stoppen: ik schrijf en blijf schrijven, zolang ik kan. Dat kan alleen door een man in huis, met een inkomen. Dat stoort me niet (meer): ik kan doen waarvan ik droomde. Schrijven. Rijk word ik daar niet van, gelukkig wel. 
  • Beste eerste zin die je ooit geschreven hebt?
Geen idee… 
  • Heb je tips voor beginnende schrijvers?
Oefening baart kunst. Blijf en durf schrijven. Denk niet dat het gemakkelijk is. Laat je schrijfsels lezen door bekenden en onbekenden. Luister enkel naar eerlijke commentaren, niet naar hen die nooit schrijven, lui of jaloers zijn. Laat je teksten verbeteren, want zelf zie je je fouten niet (meer). Gelukkig heb ik een zus, Lia, die mij helpt… 
  • Waar ben je op dit moment mee bezig?
Ik ben moe, na de publicatie van twee boeken op zes maanden. Vooral de promotie ervan is niet te onderschatten. Dat is bijna even moeilijk dan schrijven! Deze zomer wil ik eerst mijn werkkamer opruimen. Wat daarna mijn boekplannen zijn? Misschien eerst een boek over een schrijver-journalist, daarna eentje over mijn Italiaanse oma. De onderwerpen voor de andere boeken houd ik nog even geheim. Wil je nog meer over mij en mijn boeken weten? Kijk eens op mijn website.
Bedankt Ann Driessen en succes met je toekomstige boeken! 
Bedankt Nine Vogel-Ketel voor het interview!



woensdag 25 april 2018

Beste boekenliefhebbers en recensenten


Beste Silke, beste Caroline, e.a.
Beste boekenliefhebbers-recensenten,

Dank voor jullie recensie! Ik ben er heel blij om. Dankzij jullie krijgen geïnterneerden aandacht. En jullie hebben gelijk
‘Gevangen geboren’ is vooral het boek van en over Renée, één van de meer dan 3400 geïnterneerden in ons land. Het is op de eerste plaats haar boek, want het is haar leven en hoe zij het ervaren heeft, wat zij voelde en wat zij dacht. Zij schreef veel. Dat vooral wilde ik bewaren en weergeven.
Het eerste deel is, zoals jullie terecht opmerken, eerder een opsomming: haar uitlaatklep! Ze had een enorme nood om uit de storten wat zij niet of onvoldoende had durven uiten en vertellen. Aanvankelijk kon Renée daar geen enkele beschouwing, bezinning, bedenking, of wat dan ook aan kon koppelen, omwille van haar ziekte. Ik mocht dat zelf niet doen. Zij wilde gewoon de ellende, pijn en verdriet gewoon van de daken roepen. Gaandeweg - tijdens haar verblijf in gevangenis én het schrijvend doorlopen van haar eerdere leven - merk je dat ze zich wél vragen stelt, wel bezint, wel bedenkingen heeft over wat ze voelde, dacht en deed. Dat illustreert voor mij haar langzame maar toch duidelijke groei en haar eerste stappen naar genezing.

Ik heb enkel geprobeerd zo leesbaar mogelijk over te brengen wat zij dacht en voelde, door veel heen en weer vragen-antwoorden: 5 jaar brieven, telefoons en 2 jaar bezoeken. ‘Het boek leest als een trein’ krijg ik geregeld als opmerking. Dat was ook mijn voornaamste taak. Dat er haken en ogen zijn, dat het beter kan, dat is zeker zo. Ik deed wat ik kon, voor haar. De opbrengst is ook voor haar. Mijn uitgever heeft trouwens inhoudelijk geen enkel advies, wijziging of verbetering voorgesteld of aangebracht. Een mens roeit met de riemen die hij of zij heeft. 

Ik heb haar verzoek haar te helpen om dit boek te schrijven, aanvaard om vele redenen:
- omdat dit boek haar wens was;
- omdat haar leven het meer dan waard is om verteld te worden;
- omdat alle vormen van kindermishandeling aan de basis lagen van haar gedrag-misdragen;
- omdat met meer communicatie-empathie veel leed had kunnen voorkomen voor haar en de maatschappij.
- omdat ze een bijzondere inkijk geeft in haar ziek en geïnterneerd zijn, in haar verblijven o.m. jeugdinstelling, psychiatrische ziekenhuizen en gevangenissen;
- omdat ze, na haar internering, niet de zorg kreeg die ze nodig had, maar in de gevangenis belandde;
- omdat ze daar langer moest verblijven dan zware misdadigers...
- en omdat ik bedroefd, teleurgesteld en boos was om wat haar allemaal is overkomen.
Daarom ben ik blij dat Renée en ik 'Gevangen geboren' samen hebben geschreven.

Onze politici moeten dringend meer mensen en middelen en instellingen ter beschikking stellen zodat mensen (vooral kinderen en jongeren) met psychische problemen, veel sneller, jonger en grondiger te kunnen helpen. Elke instelling voor kinderen, jongeren en volwassenen met psychische moeilijkheden zou meer middelen en personeel moeten krijgen. Dat zou al een begin zijn voor een bete wereld. Als dit boek ook maar iets in die zin kan bewegen, zijn Renée en ik daar blij om. Ik ga Renée blijven volgen en steunen, waar ik kan.
Renée is geïnterneerd en zit nu eindelijk na 8 jaar in een aangepaste instelling. Geen enkel geïnterneerde zou nog in een gevangenis moeten zitten. Maar die zitten er nog. België is daar al 25 keer voor veroordeeld door het Europees Hof van de Rechten van de Mens. En toch zijn er nog 560 die wachten op een plek… en er komen er nog elke week bij.

Vriendelijke groeten,
Ann


maandag 2 april 2018

Vier maal aandacht voor geïnterneerden…

Niet alleen 'Gevangen geboren' vroeg - en vraagt - aandacht voor geïnterneerden. De laatste weken kreeg deze verwaarloosde groep vier maal aandacht, en dat is goed. Hoe meer hoe liever. Want er is nog veel werk aan de winkel. Er was het rapport van het Comité ter Preventie van Foltering (CPT) van de Raad van Europa, het opiniestuk van Henri Heimans, de parlementaire tussenkomst van Goedele Uyttersprot én het artikel van filmmaakster Ellen Vermeulen.


Het CPT Europa juicht toe dat het aantal geïnterneerden in de gevangenis teruggedrongen is van 1.200 in 2013 tot 560 nu. Maar vermeldt ook dat de psychiatrische annexen in de gevangenissen onvoldoende bemenst zijn.
Daarna uitte de ere-magistraat van het Gentse Hof van Beroep, Henri Heimans, kritiek op het uitblijven van een forensisch psychiatrisch centrum (zoals Pieter Baan in Nederland). Daardoor blijft de stempel ‘ontoerekeningsvatbaar’ krijgen een loterij. Hij wees ook op ontbreken van strenge kwaliteitsnormen voor forensisch psychiatrisch en psychologisch onderzoek en de ondermaatse verloning van de forensische experts. Voor wie deze fijne mens niet kent: hij nam het tijdens zijn loopbaan en nog steeds op voor geïnterneerden en zet zich nu als vrijwilliger in voor hen.
Ook Goedele Uyttersprot (NVA) benadrukte in het parlement de noodzaak van een klinisch observatiecentrum om een kwalitatief en goed onderbouwd verslag op te stellen. Zij uitte ook kritiek op gebrekkige kwaliteit van de psychiatrische verslagen van deskundigen die onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd zijn.

Filmmaakster Ellen Vermeulen schreef dat ze beseft hoe uitzichtloos de situatie van geïnterneerden is. Met haar documentaire ‘9999’ uit 2014 vroeg ze al aandacht voor deze groep. 9999 verwijst naar de datum van vrijlating die op elk dossier van een geïnterneerde zou staan: 31 december 9999…
Ze hebben allemaal gelijk: een observatiecentrum met multidisciplinair team is dringend, maar ook meer psychiaters en psychologen die meer tijd hebben. Want, wat verneem ik uit de startende forensische psychiatrische instellingen en afdelingen? Ik heb begrip en bewondering voor hun leerproces en inzet, maar de patiënten klagen - net als in gewone psychiatrische instellingen - over te weinig therapie, te weinig gesprekken, te weinig behandelingen. Dat frustreert hen en maakt hen boos, dat deprimeert en ontmoedigt hen en mij. 
Ik hoop dat dit startersziekten zijn die met mensen én middelen zullen genezen. 
Ik hoop echt dat we niet in een situatie belanden waarvoor Heimans eerder waarschuwde, nl. dat zonder voldoende zorgverstrekkers, deze centra en afdelingen worden herleid tot getto’s voor gestoorde geesten…



Met dank aan Koen Van Den Eeckhout voor de knappe tekening!


zaterdag 3 maart 2018

BESTE DOKTERS, PSYCHOLOGEN EN HULPVERLENERS...


Stuur Renée a.u.b. nooit meer terug naar de gevangenis. Daar zat ze 8 jaar terwijl ze in jullie gespecialiseerde psychiatrische instelling had moeten zitten en behandeld worden. Ik weet het: het is heel moeilijk om geïnterneerden, na een verblijf van 5, 10, 15 jaar en in de gevangenis - waar niets moet en weinig kan en gebeurt - te behandelen, te verzorgen en terug te integreren. Ik heb echt bewondering voor jullie inzet.

Geef het niet op, als Renée eens moeilijk doet, want ze is een heel speciale vrouw, een goed mens, een dappere dertiger. Echt waar. Ze gelooft en hoopt, ze werkt keihard aan zichzelf, maar ze moet nog heel veel leren en heeft nog veel therapie nodig.  

Lees ‘Gevangen geboren’, het boek dat Renée en ik samen hebben geschreven. Dan weten jullie hoe het zit met haar en in haar. Er zijn 3800 geïnterneerden in ons land maar Renée deed als enige de moeite om haar leven op te schrijven, zowel wat ze leed als wat ze deed
Ze was het slachtoffer van ernstige mishandelingen en vreselijke verkrachtingen. Ze was ook de dader van veel agressie, vooral tegen hen die haar wilden helpen. Ze werd een gevaar voor zichzelf en de maatschappij. 
Dat bezorgde haar de stempel ‘ontoerekeningsvatbaar’ en daardoor besliste de rechtbank haar te interneren. 
Omdat er voor haar geen plaats was in een gespecialiseerd psychiatrisch centrum belandde ze in de gevangenis waar ze dus 8 jaar zat en dus niet de nodige zorgen kreeg. 
België is trouwens al 23 keer veroordeeld omdat geïnterneerden in de gevangenis zitten!

SCHAAMTE, SPIJT EN SCHULDGEVOELENS
In ‘Gevangen geboren’ komen haar belevenissen, haar pijn en verdriet, haar schaamte, spijt schuldgevoelens aan bod: Renée gaat niets uit de weg. Ze vertelt onverbloemd hoe het was: de alcohol- en eetproblemen, de mishandelingen en verkrachtingen, de zelfmoordpogingen, de obsessies en agressieve aanvallen. Wat moet dat allemaal met haar ziel, lichaam en hart hebben gedaan, als ik bij het lezen en herschrijven al buikpijn kreeg en één van mijn correctoren na 100 blz. stopte omdat ze de ellende niet meer aankon?
Bekijk de trailer van Gevangen geboren.

EEN BERG BRIEVEN 
Renée en ik hebben meer dan 5 jaar werk aan dit boek gewerkt. Dat gebeurde vooral door heen-en-weer-brieven. Zij vertelde, ik stelde vragen, zij beantwoorde en ik vroeg weer iets. Zo groeide onze berg brieven. Telefoongesprekken, bezoeken in de gevangenis (in 2017 was ik haar enige bezoeker!) en enkele uitstapjes (uitgangen heet dat in gevangenisjargon) zorgden voor aanvullingen. Dat was ontzettend zwaar voor haar want ze moest opnieuw door alle pijn…
Had ze die ene oudere zus en haar pleegvader niet, ze leefde nu niet meer. Had ze die vrijwilligster niet ontmoet, die in de gevangenis haar voetjes en ziel verzorgde, dan had ik haar niet leren kennen en was dit boek er nooit gekomen. Maar het boek, haar grote droom, is er.
Renée, die vrijwilligster en ik vormen nu een speciaal trio. We legden een hele weg af en die stopt niet. We zullen haar niet loslaten, tenzij zij daarvoor kiest of sterk genoeg is op helemaal op eigen benen te staan.

EEN NIEUW LEVEN 
Voor Renée breekt nu breekt een moeilijke periode aan. Ja, behandeld worden in een Forensisch Psychiatrisch centrum of een gelijkaardige instelling betekent voor een geïnterneerde hard werken, dag in dag, dag uit, de hele dag. Dus niet 24 uur in je kamer zitten, niet op bed blijven liggen en niet niets doen, zoals in de gevangenis. In dit nieuwe leven heeft Renée veel begeleiding en therapie nodig, ook veel uitleg, want dat voorkomt nodeloos verdriet en teleurstellingen voor iedereen, maar vooral aandacht, steun, begrip en vriendschap.
Dokters, psychologen en hulpverleners, van mij zal ze die krijgen, van jullie ook? 
Ik hoop het.

Ps. Meneer de minister, kunt u a.u.b. ook de huidige wet op internering aanpassen? Zorg dat - zoals advocaat Jos Vander Velpen aanraadt - mensen, zoals René, niet voor de rest van hun leven met het label geïnterneerde door het leven moeten gaan. Zorg dat ze, als beloning voor hun behandeling, inspanningen en aanpassingen, na een overeengekomen proefperiode weer zonder dat bezwarend etiket door het leven kunnen gaan en zo meer kans maken op een relatie, op werk, op een netwerk, op een samen leven in onze samenleving...