Ooit de Middeleeuwse heuvelstad
Perugia in Umbrië bezocht? Doen. Mijn dochter en gezin waren er onlangs, mijn man en ik vorig jaar. Dat was toen een blitzbezoek: een
bijkomende kronkel-afwijking van onze Toscaanse rondreis. Waarom? Omdat ik daar
bijna 50 jaar geleden een maand Italiaans studeerde!
Augustus 1976 was een onvergetelijke
maand. Met een ‘klas’ van 100 studenten uit de hele wereld, van alle
leeftijden, volgde ik 17 u per week lessen Italiaans aan de Università per Stranieri, de
Universiteit voor Vreemdelingen. Prima docenten en een dito bruikbare basiscursus.
Een aanrader. Reis, inschrijving, kamerhuur, eten en andere kosten betaalde ik
met babysitten bij familie en buren in Leuven, waar ik toen studeerde. Ook met een echte studentenjob: interviews afnemen voor het Departement Sociologie van de Faculteit
Sociale Wetenschappen.
VERHALEN
In de verste uithoeken van
Limburg, moest ik, door regen en wind, per trein en bus, mensen ondervragen voor een of ander bevolkingsonderzoek. De ellenlange vragenlijst ging, dacht ik, over vrijetijdsbesteding. Ik herinner me vreemde verhalen, bv. van een driehoeksverhouding, ergens in
Maaseik, en van sleutelclubjes. Slik. Slik. Onbekende terreinen voor mijn toen
nog onwetende geest. Het verbaasde me hoe gemakkelijk totaal onbekende mensen me
hyperpersoonlijke ‘aangebrande’ verhalen toevertrouwden. Dat ‘fenomeen’
herhaalde zich (gelukkig) in mijn journalistieke loopbaan en in mijn huidig schrijvend
bestaan. Waargebeurde verhalen, verhalen met en over mensen, zijn en bleven
mijn ‘handelsmerk, mijn voorkeur en mijn sterkte.
1976
Terug
naar Perugia. 1976. Hoe ik die universiteit ontdekte, weet ik niet meer. De
inschrijving en betaling (cheque?) gebeurden per brief, na een telefoongesprek.
Gsm en computer met internet had ik niet, toch lukte het. Waar een wil of (hartstochtelijke)
wens is, is een weg. Mijn (toen al overleden) nonna was een Siciliaanse:
Italiaans leren stond hoog op mijn bucketlist.
Bij
aankomst - na ongeveer 24u dag- en nachtritten - meldde deze toen 22-jarige zich
met kleine oogjes, in het opgegeven inschrijvingsgebouw. Hoe ik daar geraakte, herinner
ik me niet en hoe het verder zou verlopen, wist ik niet. Dat werd snel duidelijk.
Inschrijvingsbewijs, cursusaula, lesuren, lesboeken: ik kreeg alles meteen mee.
En overnachten?
Luidruchtige Italiaanse kamerverhuursters stonden kandidaat-kamerhuursters op te
wachten en hun kamers aan te prijzen. Ik weet niet meer waarom en hoe, maar met
een sympathieke Turkse studente uit Izmir belandde ik in een eenvoudige tweepersoonskamer
bij la mamma, in een oud huis op een eerste verdieping, hartje stad. Met 1
lavabo en een gemeenschappelijke badkamer voor gezin en wij.
Wat een
maand! Ik miste geen les, genoot van de stad met zijn steile, smalle straten (soms
vloekte ik door de hitte), van het gezelschap van Amerikaanse en Duitse medestudenten.
Ik at meestal in een mensa, een gaarkeuken/sociaal restaurant, lekker en goedkoop.
Ik zat uren met gezelschap op de Piazza IV Novembre, het centrale plein van de
stad, rondom de Fontana Maggiore. Zittend op de trappen van de Palazzo dei Priori, om hoogte, lengte, breedte en inzicht te krijgen in de Perugianen. Soms met een ijsje.
Tussendoor,
voor zover haar en mijn karig budget het toeliet, enkele opmerkelijke plekken
bezocht, o.m. Rome en Assisi, telkens per bus, telkens een daguitstap. Maar
centen voor entreegelden voor meer en voor musea had ik toen als student niet.
2023
Terug naar Perugia. April 2023. Bijna
50 jaar later vond en stond ik - zonder veel zoeken - voor hetzelfde universitair
gebouw. Ik herkende het meteen. Weer bewonderde ik de Fonta Maggiore én zat ik
op de trappen! Na zoveel jaren, een heel blij en warm weerzien. Iets dat al
jaren op mijn wishlist stond. We aten in een gezellig restaurant en logeerden iets
buiten de stad. Nu in een luxueus klein kasteeltje met prachtig uitzicht op de
stad. Waaw. Waaw. Ik had geen tijd voor een bezoek aan de Galleria Nazionale
dell’Umbria of een uitgebreide stadswandeling, maar misschien ooit eens. Er zouden nu scalemobile zijn, roltrappen door het fort Rocca Paolina, en een minimetro van station naar het hoger gelegen historisch centrum.
Ter afronding: mijn superoma
was een Siciliaanse, mijn vader een halve Italiaan. Ik ben een kwart Italiaanse, heb zussen, broers, achternichten met dezelfde Italiaanse
wortels, en ook nog (verre) Italiaanse familie, plus familie en vrienden in Italië, op Sicilië én op Sardinië. Ik heb vriendinnen en vrienden die vlot Italiaans spreken of het
studeren. Mijn dochter trouwde met een Italiaan (Sardinië) en mijn kleinzoon spreekt perfect Italiaans! Wat zouden mijn vader en nonna (net als ik) gelukkig zijn, hadden
ze dát geweten…
Voor informatie:
- Perugia
- Università per Stranieri