Het lijkt alsof de Mexicanen lachen met de dood en feesten met en voor hun doden. Schijn bedriegt. Spot, geraamtes en uitbundig feesten verbergen hun angst voor de dood, verdoezelen en bezweren die.
Op 1 en 2 november, dagen waarop wij eerder met droefheid denken aan wie gestorven is, vieren Mexicanen feest. Het is een mengeling van heidense goden, christelijke heiligen en oude indiaanse en katholieke riten. Mexicanen geloven ook dat begin november de doden op bezoek komen: op 1 november komen de engeltjes - kinderen die gestorven zijn - tot leven. Op 2 november is het de beurt aan de volwassenen. De Mexicanen laten die dagen hun deuren open staan zodat de doden hen zeker kunnen komen bezoeken. Want, zo zeggen ze, die gaan graag naar een feest. Op 1 november om middernacht luiden de klokken, dat is het teken dat de doden opstaan. Er is vuurwerk, muziek en zang.
EEN ALTAAR
In vele gezinnen, openbaar gebouwen, restaurants en winkels staat een gelegenheidsaltaar op een kast of tafel, het ene nog mooier dan het andere. Het staat vol met alles wat doden nodig hebben om te recupereren van hun lange reis terug. Ook zet men alles klaar waarvan ze in hun leven genoten: glazen met water, soep, maïskoeken, chocola, dodenbrood, tequila, sinaasappelen en ander fruit, groente, sigaretten, een of ander spel en zoetigheden. Alles wat eetbaar is, wordt later samen opgegeten. Er wordt veel zorg aan besteed omdat ze geloven dat de doden die komen, kunnen zien, voelen, ruiken en smaken. Het altaar is ook versierd met kaarsen, gele en oranje bloemen en de foto's van de overledenen.
Op 2 november brengen Mexicaanse families een bezoek aan de graven van hun overleden vader, echtgenote, dochter of broer. Ze offeren voedsel, drank en bloemen.
SKELETTEN
De meeste bakkers maken speciale broodjes met een doodskop en skeletten van suiker en chocola met karamel. Doodshoofden van suiker zijn te koop… met de naam van je geliefde. Er wordt gezongen, gedronken en gedanst. Kinderen verkleed in monstertjes bedelen op straat met een doodshoofd-potje, soms verkleed in een geraamte. Ze verkopen ook doosjes waaruit een skeletje springt. In winkels vind je 'aangepast' speelgoed: dansende skeletten, lachende doodskoppen, doodsmaskers en kledij van Pietje de dood. Er zijn ook wel eens tentoonstellingen met macabere skeletten en poppen in de meest knotsgekke houdingen. Om bv. met macht en geld te spotten krijgt een skelet een monocle, epauletten, een vest, een hoed en medailles. Het liefst ziet de Mexicaan de dood als iemand die geen kleren draagt: iemand die aan de arm van een ander skelet van kroeg tot kroeg trekt en drinkt.
Raar maar waar.
Nu, van skeletten hebben ik geen schrik, de dood jaagt me geen angst aan. Dood zijn kan een feest zijn. Inderdaad. Voor mij en voor anderen…
Alle boeken van Ann Driessen
vrijdag 30 oktober 2015
maandag 12 oktober 2015
IN DE WOLKEN VAN CLOUDS
Het kasteel van Le Rœulx, van de prins
de Croÿ, is uitzonderlijk open voor publiek door Clouds. Ik ben in de wolken
van deze wonderbaarlijke wolkige expo.
Buiten kan je de wolken en nog veel meer
zien o.m. in de doorzichtige meditatieve metalen gezichten Marianna en Nuria van Jaume Plensa (Barcelona) of in de reuze granieten
kegelbal van de Nederlandse kunstenaar Jan Van Munster.
In de oude stallen ontroeren
de wolken van Magritte (B) en Inigo Manglano-Ovalle (Chicago), maar ook de
imposante takkeninstallatie van Bob Verschueren (B) aan de ingang.
In de grote
tuin krijg je door de fonteininstallatie van Anne Blanchet (Genève) om de
tien minuten een fantastisch schouwspel door wind en wolk. Je waant je even, als je in die wolk belandt, overal
en nergens. Zalig.
De Oranjerie huisvest fascinerende wolkenkunstwerken o.m.
een prachtige foto van een suikerspinachtige wolk van Perrine Lievens (Parijs) en een intrigerende en rustgevende wolken-in-bokalen-installatie van Charlotte
Charbonnel (Parijs) waarin halfvolle melk, gesteriliseerd water en ethanol een
cruciale rol spelen.
En dan die honderden (?) met water gevulde plastiek zakjes aan nylondraden van
Michel Francois (B). Ze vormen een regenwolk van 250 tot 300 kg, waarin licht en zon zorgen
voor een subtiel kleurenspel. Glimlachen doet de gestileerde wolkenwandelaar
van Françoise Coutant (B). Met dank aan de supersympathieke gids in de
Oranjerie die, jawel, in het Nederlands én zeer vriendelijk uitleg gaf. De 16 blz. tellende gids van 1 euro bevat geen letter Nederlands, al is 60% van de
bezoekers Nederlandstalig. Hoe dan ook…
Haast je, want deze Clouds is slechts
tot 18 oktober te zien!
Voor meer info over Clouds: Château du
Roelx, Place du Chateau, Le Rœulx.
Foto’s nemen buiten mag, binnen niet. Via www.Iténeraires.be
kan je de Vlaming Pieter Vansteenbrugge als gids boeken.
Wie échte wolken wil zien, moet gewoon
naar buiten en boven kijken.
Wie meer wil over weten over wolken: http://www.bol.com/nl/p/weerverkenner-wolken/1001004007255016/
en http://www.bol.com/nl/p/onder-de-wolken/1001004004856873/
en ook http://www.bol.com/nl/p/wereld-wolken/9200000037405454/
zaterdag 10 oktober 2015
TWEE BIJZONDERE DAGEN...
Twee bijzondere werelddagen vandaag: die tegen de doodstraf en die van de geestelijke gezondheid. Bij beiden - en gelijkaardige dagen - zit mijn hart.
Ophanging, vuurpeloton, onthoofding en dodelijke injectie.
‘Dat zijn vier officiële manieren waarop vandaag de dag mensen worden gedood, met goedkeuring van de regering. Regeringen die de doodstraf toepassen, stellen dat zij op deze manier ernstige misdrijven voorkomen en het recht kunnen herstellen. Zij geloven dat de staat het recht heeft burgers te doden. Amnesty International is het daar niet mee eens. Ik ook niet. AI zegt 'nee' tegen de doodstraf. Altijd. Overal. Ik ook.
Werelddag van de Geestelijke Gezondheid.
http://www.bol.com/nl/p/kan-geestelijke-gezondheid-worden-gemeten/1001004011242355/
Werelddag tegen de doodstraf.
Mensen doden mensen die mensen hebben gedood. Dat kan voor mij echt niet. Vriendin Agnes vecht er al jaren tegen, vrijwilliger en gratis, met hart, ziel en lijf. Geregeld bezoekt ze in Texas terdoodveroordeelden en in onze gevangenissen langgestraften. Ze is een dame om u tegen te zeggen. Vanavond organiseert ze een antidoodstraf-ontmoeting. Bjorn Magnus, die Breivik op het eiland Utoya overleefde, komt er spreken. Kijk op:
‘Dat zijn vier officiële manieren waarop vandaag de dag mensen worden gedood, met goedkeuring van de regering. Regeringen die de doodstraf toepassen, stellen dat zij op deze manier ernstige misdrijven voorkomen en het recht kunnen herstellen. Zij geloven dat de staat het recht heeft burgers te doden. Amnesty International is het daar niet mee eens. Ik ook niet. AI zegt 'nee' tegen de doodstraf. Altijd. Overal. Ik ook.
Wat staat erin?
Dat ik een warmere wereld wil zonder taboe op geestelijke gezondheidsproblemen.
Dat ik vind het een onrecht als mensen gestigmatiseerd of zelfs gediscrimineerd worden omwille van geestelijke gezondheidsproblemen.
En dat ik wil mee ijveren voor een warmere wereld en me wil inzetten om die mensen kansen te geven. Ja, dat wil ik.
ps. Voor wie over de doodstraf wil lezen:
http://www.bol.com/nl/p/kroniek-van-een-executie/1001004011760374/ of http://www.bol.com/nl/p/beulswerk/9200000036079153/
Voor wie over geestelijke gezondheid wil lezen:http://www.bol.com/nl/p/kroniek-van-een-executie/1001004011760374/ of http://www.bol.com/nl/p/beulswerk/9200000036079153/
http://www.bol.com/nl/p/kan-geestelijke-gezondheid-worden-gemeten/1001004011242355/
zondag 4 oktober 2015
Een broodje met ham
Dat wilde ik echt eten,
na mijn bezoek bij de bakery group La
Lorraine in Ninove en Gandaham in Destelbergen. Dankzij de Voka
Openbedrijvendag ging er weer een hele wereld voor me open: eentje vol
heerlijke dingen, en dan nog van bij ons.
Think global, make local. Ze doen het
daar, in die twee bedrijven. Bij de eerste gaan
minstens 1 miljoen pistolets per dag (ook nog broodjes, taartjes en ander lekker gebak) en bij de tweede 3350 forse Gandahammen per week (ook nog
andere delicatessen zoals geitenkaasproducten) de deur uit.
Op beide plaatsen
directeurs - bij nr. 1 Guido Van Herpe en bij nr. 2 Dirk Cornelis - met
een visie op én een passie voor hun producten, met respect voor mens, werk en diversiteit.
Geen wonder dat gisteren aan de ene deur 5000 mensen en aan de andere tot 4000 bezoekers
stonden aan te schuiven. Dat zag zelfs onze Oost-Vlaamse gouverneur.
Bij La Lorraine liep het water me in de
mond bij het zien en ruiken van al dat heerlijk gebakken gamma. La Lorraine is de
marktleider voor dagvers brood, met als nieuwste product eentje van 100%
Belgische volkoren tarwe.
De variatie in brood was eigenlijk nog nooit zo groot en zo
ambachtelijk als nu, zag ik daar, of het nu Qubo, Equiform of
anders heet. De derde generatie zorgt nu met 8 Belgische productiesites met 2815
medewerkers dat - ondanks een verwoestend brand in 2008 – elke dag de verse
of diepgevroren lekkernijen met 150 vrachtwagens in 1500 verkooppunten
(supermarkten, restaurants, broodjeszaken…) geraken. Heerlijke
confituurtaartjes, eclairs, broodjes in alle grootte en vormen, taartjes en
ander gebak enz. passeren op de band, op tafel of in dozen en kasten voor mijn
ogen. Een zalig zicht.
Bij Gandaham hangen 125.000 hammen te drogen
in indrukwekkende opslagplaatsen… Het zijn enorme stukken vlees die een nauwgezet
en gecontroleerd proces doormaken. Toch heeft de échte lekkere Gandaham
slechts drie ingrediënten nodig: varkensvlees van bij ons, zeezout en veel tijd…
om te rijpen. De artisanale bereiding is een traditie
van vader op zoon. Wat in 1954 een dorpsslagerij was met Vlaamse Boerenham, is
60 jaar later een prestigieus bedrijf met 85 medewerkers dat 180.000
drooggezouten hammen per jaar aflevert.
Een ham om u tegen te zeggen, eentje
met veel smaak, bepaalt door het droogzouten en de natuurlijke rijping van
minstens 9 tot 14 maanden en het stapsgewijs proces van zouten, ontzouten,
wassen, rijpen, drogen, uitbenen, versnijden, verpakken en verzenden…
Geef mij maar een
broodje met ham. Vandaag, en ook morgen.
Smakelijk!
dinsdag 29 september 2015
WORTELS EN VLEUGELS...
‘Geef jongeren wortels en vleugels’, zei
UGent-rector Ann De Paepe tijdens de opening van het academisch jaar. Juist:
lange en stevige wortels en grote wijde vleugels om de landen, de luchten en de
zeeën te verkennen. Een andere klok beweerde dat jongeren dat niet meer willen!
Willen ze niet of steeds minder omdat ze thuis te beschermd en te verwend zijn?
Omdat ze te veel angst hebben voor het onbekende of te lui zijn om alles zelf
te moeten doen? Dat geloof ik niet. Dat wil ik niet geloven.
Een goede raad?
Inpakken en vertrekken. Zeker doen. Ik heb het ook gedaan, lang geleden, toen
er geen gsm, geen internet, geen Facebook en geen Erasmus bestond… en het ging
toch! Niemand deed het me voor en niemand ging met me mee. Ik zocht - ik weet
niet hoe - en vond een plek en schreef me in voor een cursus Italiaans aan de
Universita per Stranieri in Perugia, Italia.
Met enkel
inschrijving en de goedkeuring van mijn ouders op zak stapte ik op de trein, en
met bagage natuurlijk. Bij aankomst recht naar het inschrijvingsgebouw van de
universiteit van Perugia. Ik stond op de lijst. Wat een geluk: daar stonden
gezette Italiaanse signore e signori te wachten. Net als op de
markt - maar dan wel zonder te roepen - boden ze een kamer in hun huis aan.
Aanbiedingen beluisterd en geld geteld. Dat geld had ik dapper bijeen gespaard
door te babysitten in Leuven als kotstudent, aangevuld door mijn spaarcentjes
op de bank, een erfenis nieuwjaarsbrieven en verjaardagscadeau's.
Het lukte weer.
Met een Turkse meisje - even onwennig en even onzeker als ik - samen een kamer
gehuurd bij een Italiaans gezin (kamer delen, was goedkoper), om dan een maand,
17 uur per week, Italiaanse lessen te volgen. Geweldige tijd, 100 jongens en
meisjes uit heel de wereld samen in een klas. Pink Floyd leren kennen, gezoend
met een Amerikaan, dikwijls in sociale restaurants met de armen van de stad
pasta’s gaan eten en in de zon gezeten.
MIJN NONNA
Vooral veel Italiaans gestudeerd, uit liefde voor mijn
nonna, die in Novara di Sicilia werd geboren rond de eeuwwisseling. Door een
huwelijk met een Genkse oorlogsgewonde André, die ze - als vrijwillige
verzorgster van het Rode Kruis (dacht ik) in Lausanne leerde kennen, daarna als
19-jarige in Genk belandde waar ze nooit de taal leerde spreken. Inburgeringcursussen
bestonden nog niet. Meer als ‘dank oe’ of ‘stoete joengen’ heb ik haar niet
horen zeggen. ‘O sole mio’ was haar en mijn lievelingslied, ze sprak overwegend
Frans met ons. En ze verwende ons alle acht, maar de oudsten (tweeling en twee
broers) het meest. We moesten wel te grote hoeveelheden eten verorberen:
mangare mangare! Soms belandde er wel iets in de wc of in de tuin, via het wc
ventertje. We kregen bakken vol vers fruit (kroenselen of stekelbessen uit haar
tuin en als die op waren, gewoon uit de winkel), manden vol heerlijke chocolade
eieren bij Pasen, calorierijke rijke taarten (van Geebelen?), bergen speelgoed
bij Sinterklaas met chocolade mannetjes… Ze stak ons een voor een in het nieuw
voor eerste of plechtige communie. Ja, ze was een uit de duizend.
En ja, ook door haar kreeg ik vleugels, want ik had al wortels…
En ja, ook door haar kreeg ik vleugels, want ik had al wortels…
Ps. Misschien gaf
ik er daardoor ook aan mijn dochters?
Abonneren op:
Posts (Atom)