Ik ken veel vrouwen,
lieve vrouwen. Vrouwen die liefhebben, denken en doen. Ze lopen, lezen, dansen
en reizen. Ze leven graag en goed, werken, zijn gezond en ze zetten zich in voor
mensen: kinderen, mannen en vrouwen.
Ik ken minstens vier vrouwen, lieve vrouwen. Vrouwen die
niet gezond zijn, niet kunnen lopen, niet werken, niet graag leven en zich niet
kunnen inzetten... Ze leven in een echte
hel. Alle vier. Al jaren. En ik ben machteloos.
De eerste is ongeneeslijk
ziek. Ze voelt haar krachten afnemen terwijl ze onrechtvaardig hard vecht tegen allerlei demonen - gedachten en lichaamskwalen - die haar leven
met man, kinderen en familie beletten of minstens enorm beperken.
De tweede en derde zijn geen 30 jaar. De ene
is pijnlijk depressief-dissociatief-autodestructief en denkt nooit te zullen of
kunnen genezen. De andere zit met een enorme zwaar verleden en dito overgewicht
in de gevangenis. Ze is ervan overtuigd dat die plek haar eindbestemming en dat
ze nooit meer buiten zal komen.
Beiden berusten! Ze hebben weinig hoop, verlangen en uitzicht… en geen vrienden. Ze leven in lichaam-geest die ziek is en hen gevangen houdt, gijzelt, dicteert, lastigvalt, aanvalt…
Beiden berusten! Ze hebben weinig hoop, verlangen en uitzicht… en geen vrienden. Ze leven in lichaam-geest die ziek is en hen gevangen houdt, gijzelt, dicteert, lastigvalt, aanvalt…
De vierde is een dappere
moeder van vier kinderen met gruwelijke jeugdervaringen. Ze zoekt al enkele jaren onvermoeibaar, kritisch en niet te stoppen naar
de waarheid in haar leven, ondanks tegenkantingen, gebrek aan erkenning en
respect voor haar inzet, voor haar.
Ik bewonder hun kracht, hun moed, hun doorzettingsvermogen.
Het valt me hard dat ik ze niet niet meer of beter kan helpen en niet bij hen kan zijn. Remmingen, barrières, hoge muren, tralies, afstanden,
regeltjes en lichamelijke ongemakken houden mij of hen tegen.
Ze spoken door mijn gedachten op de meest onmogelijke momenten, dag en nacht. Waarom? Omdat hun leven door mijn weten en geweten een deel van het mijne is geworden; omdat hun gedachten, hun gevoelens en hun wensen deels ook de mijne zijn geworden.
Ze spoken door mijn gedachten op de meest onmogelijke momenten, dag en nacht. Waarom? Omdat hun leven door mijn weten en geweten een deel van het mijne is geworden; omdat hun gedachten, hun gevoelens en hun wensen deels ook de mijne zijn geworden.
Het valt me zwaar
als ik ze alle vier, zoals gisteren, op één dag ‘ontmoet’ m.a.w. schrijf, mail,
hoor of zie. Maar dat is een peulschil in vergelijking met hun inferno…
Ps. En dan heb ik het nog niet gehad over de vrouwen
die ik graag zie en die ongewild alleen, eenzaam, werkloos, ziek en toch dapper blijven leven...