Alle boeken van Ann Driessen
vrijdag 21 april 2023
MIJN MAN WAS ZIEK EN WE KREGEN EEN KETTINGBRIEF...
dinsdag 28 maart 2023
KINDEREN TOEGELATEN
Misschien lach, ween, gruwel, bewonder of zucht je als je mijn volgend boek leest?
‘Kinderen toegelaten' gaat over een gezin van tien, en vooral over kinderen en kleinkinderen.
Het is een boek met 125 cursiefjes voor ouders en grootouders en voor iedereen die een hart heeft voor kinderen, hen begeleidt, onderwijst of verzorgt.
Op de cover staan twee namen, die van mijn moeder Monda De Munck en van mij. Maar het is hoofdzakelijk HAAR werk. Zij schreef maandelijks cursiefjes tussen 1955 en 2000 over wat haar vier zonen en vier dochter, ook haar man, zeiden, deden en uitspookten.
Denk niet dat ze oubollig, voorbijgestreefd of aftands is: wat én hoe ze schrijft - humoristisch, filosoferen, badinerend, verrassend - en de thema’s die aan bod komen - huiswerk, honden, huishulp, processie, bomen, dierentuin, hel, school, kuikens, snoep, Brugge, kleurpotloden, tante nonnetjes, mortuaria, buschauffeur, enz. - zijn zo gevarieerd dat ze nooit vervelen. Alles wat ook maar in gezin met 8 kinderen gebeurt, komt aan bod: klein en grote voorvallen en dito’s drama’s. Vergis je niet: wat mijn moeder schrijft en beschrijft is niet altijd verleden tijd: het is nog zo herkenbaar, zowel voor jonge ouders als voor grootouders.
Het is een boek dat je gemakkelijk in etappes kunt lezen. Soms
telt zo’n cursiefje maar een bladzijde, soms twee of drie, maar zelden meer.
Het is vooral een eerbetoon aan mijn moeder die, hoewel ze van haar man en acht kinderen hield, een en ander heeft moeten beleven, doorstaan, bemiddelen, overleven… Geloof me: niet alles was koek en ei in ons gezin. Haar cursiefjes klinken hoofdzakelijk positief, maar tussen de regels lees je hoe moeilijk, moeizaam, complex, tijdrovend, intensief een gezin van toen, met hond, leiden is.
Mijn moeder was tegelijk verzorgster, trooster, werkpaard, alleskunner, manager, m.a.w. een duizendpoot.
En wat maakt dit boek uniek? Dat het een familieproject is! Er kwam geen buitenstaander aan te pas. Mijn mama schreef de cursiefjes. Ik bewerkte, verbeterde en paste ze licht aan. Mijn zus Lia Driessen hielp het manuscript verbeteren, mijn man Chris De Hollander zorgde voor de lay-out en mijn neef Daan Martien voor de knappe cover. Veel leesplezier!
zaterdag 25 februari 2023
OVER OGEN EN OOGAPPELS...
Niet dankzij God, maar dankzij Goes kan ik weer beter zien. Oef. Je weet écht niet hoe blij ik ben.
Al jaren ondervind ik dat de spreuk ‘uit het oog, uit het hart’ helemaal niet klopt. Gelukkig corrigeerde Bond Zonder Naam dit met ‘Uit het oog, in het hart’. BZN verdient een pluim. En meer.
Iemand onder vier ogen spreken: dat is me al gebeurd. Een oogje toeknijpen, wil ik niet. Iemand een rad voor de ogen draaien, nog minder. Oog om oog, tand om tand, haat ik. Als ik iets aan mijn ogen of tanden heb, ween ik. Dus dat wil ik niemand aandoen. Een kwaad oog heb ik echt op niemand. Met oogkleppen wil ik niet lopen. Een ooggetuige van veel leed, ben ik jammer genoeg wel. Dat weegt soms. Maar mijn oogappels maken veel goed: ik heb er een van vijf jaar en eentje van vier maanden. Daar gaan mijn ogen en mijn hart naar…
donderdag 19 januari 2023
DE VARKENTJES VAN MIJN VADER... EN MOEDER!
Hoe die 23 varkentjes belandden in Dalvajoes - zo heette het huis van mijn ouders, naar een roman van mijn moeder - wist mijn vader niet meer. Dat schreef hij in 2002. Ik weet het ook niet, maar ik zie ze nog altijd staan op de schouw, de schouw zijn en haar initialen en hun huwelijksjaar, 1952.
Telkens voor Nieuwjaarsavond doken ze die kleurrijke varkentjes op, dankzij de inzet mijn moeder, uit hun geheimzinnige bergplaats: een of andere doos in een of andere kast in een of andere kamer op ene of andere verdieping. Welke wist hij niet en heb ik ook nooit geweten.
Er stonden enkele kanjers tussen. Die hadden een gleuf om als spaarvarkentjes te dienen. Helaas, ze kregen niets. Ze stonden, net als de kleintjes, alleen te pronken, netjes en stokstijf naast elkaar. Volgens leeftijd? Neen dat niet, al werden pogingen ondernomen om ze volgens geboortejaar te rangeren. Maar bij afstoffen, als grap of protest tuimelde er wel eens naar beneden of verwisselde er wel eentje (soms meer) van plaats. Ze hadden allemaal een naam, dat wel. De voornaam van een kleinkind.
En ja, zowel hij als zij vond het wel erg jammer dat hun leger niet volledig was. Want het aantal kleinkinderen groeide nog aan maar het aantal varkentjes niet. Mijn vader trok van winkel naar winkel om toch nog enkele exemplaren te vinden. Kleur, de maat, gewicht van het plastic varkentje? Het kon hem echt niet schelen. Als hij maar een varkentje vond. Hij moest en zou er vinden. Niet dus. Zelfs een premie uitloven, hielp niet.
En ze knorden voort, op die oude schouw, tot het einde van zijn (2002) en van haar (2010) leven.
Ps. Gelukkig nam zijn helper-volkskundige-buurman Karel rond 2000 een foto van het bestaande bestand.
woensdag 28 december 2022
IK VERTREK MET EEN VOLLE RUGZAK...
Ik vertrek… dat staat vast. Ik ga weg. Vandaag, morgen of overmorgen. Ik verlaat dit pand, dit land, dit jaar en dit leven. Ik doe dat zonder woorden, zonder spijt en zonder klagen. Ik laat gewoon alles en iedereen achter. Zonder enig probleem. Want ik ben moe, ik ben het moe. Naar waar ik ga? Dat kan ik niet precies uitleggen. Want ik vertrek… zonder mijn huis te verlaten. Mijn reis is intern, in mijn brein.
Ik
neem wel een imaginaire rugzak mee. Die vul ik barstensvol: met onvervulde
wensen, met onbereikbare plaatsen, maar ook met een portie heimwee, een pakje
hoop, een doos vol verdriet. Misschien zelfs met een zakje spijt en een schriftje
met levenswijsheden? Ik steek hem zo vol ik kan, want ik wil reizen, dagenlang
reizen… en alle hoeken van mijn hersenen zien, leren kennen en voelen tot ik
zeker weet: nu ben ik op mijn bestemming aangekomen. Ik kijk uit en ik
kijk niet om.
Mijn doel is op een plek belanden waar ik kan rusten, denken en dromen van wat ik wel en niet wil, van wat ik en niet wil doen, van wie ik wil en niet wil zijn, met wie ik wil en niet leven, met wat ik wens en niet wens te hebben... en vooral: hoe ik die laatste twintig jaar van mijn leven zinvol kan leven.
Mijn
reis, de tocht naar mijn bestemming, zal verre van gemakkelijk zijn want ik ga
geen berg uit de weg, ik ontwijk geen kloven, ik probeer ook niet te verdwalen
in een doolhof, te verdrinken in een zee of te stikken door de hitte. Dat vraagt
van mij enorm veel inzet en inspanningen. Maar het zal de moeite waard zijn.
Moet
ik een kompas meenemen? Of een gedetailleerde reisgids? Zou ik geen EHBO-koffer
in mijn rugzak steken? Ja, dat doe ik. Daar is zeker nog plaats voor. Die zou
misschien wel van pas kunnen komen. Want, voor iemand als ik, is uitschuiven,
struikelen of vallen echt geen uitzondering. Al probeer ik altijd en overal
ongevallen te vermijden.