dinsdag 28 maart 2023

KINDEREN TOEGELATEN

Misschien lach, ween, gruwel, bewonder of zucht je als je mijn volgend boek leest? 

‘Kinderen toegelaten' gaat over een gezin van tien, en vooral over kinderen en kleinkinderen. 

Het is een boek met 125 cursiefjes voor ouders en grootouders en voor iedereen die een hart heeft voor kinderen, hen begeleidt, onderwijst of verzorgt.


Op de cover staan twee namen, die van mijn moeder Monda De Munck en van mij. Maar het is hoofdzakelijk HAAR werk. Zij schreef maandelijks cursiefjes tussen 1955 en 2000 over wat haar vier zonen en vier dochter, ook haar man, zeiden, deden en uitspookten. 

Denk niet dat ze oubollig, voorbijgestreefd of aftands is: wat én hoe ze schrijft - humoristisch, filosoferen, badinerend, verrassend - en de thema’s die aan bod komen - huiswerk, honden, huishulp, processie, bomen, dierentuin, hel, school, kuikens, snoep, Brugge, kleurpotloden, tante nonnetjes, mortuaria, buschauffeur, enz. - zijn zo gevarieerd dat ze nooit vervelen. Alles wat ook maar in gezin met 8 kinderen gebeurt, komt aan bod: klein en grote voorvallen en dito’s drama’s. Vergis je niet: wat mijn moeder schrijft en beschrijft is niet altijd verleden tijd: het is nog zo herkenbaar, zowel voor jonge ouders als voor grootouders.

Het is een boek dat je gemakkelijk in etappes kunt lezen. Soms telt zo’n cursiefje maar een bladzijde, soms twee of drie, maar zelden meer.

EERBETOON

Het is vooral een eerbetoon aan mijn moeder die, hoewel ze van haar man en acht kinderen hield, een en ander heeft moeten beleven, doorstaan, bemiddelen, overleven… Geloof me: niet alles was koek en ei in ons gezin. Haar cursiefjes klinken hoofdzakelijk positief, maar tussen de regels lees je hoe moeilijk, moeizaam, complex, tijdrovend, intensief een gezin van toen, met hond, leiden is.

Mijn moeder was tegelijk verzorgster, trooster, werkpaard, alleskunner, manager, m.a.w. een duizendpoot.

UNIEK

En wat maakt dit boek uniek? Dat het een familieproject is! Er kwam geen buitenstaander aan te pas. Mijn mama schreef de cursiefjes. Ik bewerkte, verbeterde en paste ze licht aan. Mijn zus Lia Driessen hielp het manuscript verbeteren, mijn man Chris De Hollander zorgde voor de lay-out en mijn neef Daan Martien voor de knappe cover. Veel leesplezier!


‘Kinderen toegelaten’, Monda De Munck en Ann Driessen, 397 blz., 21 euro, is een uitgave in eigen beheer.
Dit boek bestellen? 
- Mail naar: boekenvanann@gmail.com
- Of klik op: StoryLand
- Dit boek kan ook besteld worden via Standaard Boekhandel, Bol.com, Bruna, enz.

zaterdag 25 februari 2023

OVER OGEN EN OOGAPPELS...

Niet dankzij God, maar dankzij Goes kan ik weer beter zien. Oef. Je weet écht niet hoe blij ik ben. 
Niet (meer) kunnen zien: de mensen waarvan je houdt, de bomen, planten en bloemen. Geen boeken meer kunnen lezen of schrijven, geen films meer bekijken: het zou mijn grootste straf zijn, neen, een drama, een marteling. Echt. Een sine qua non in mijn leven.

Dit schijnbaar lelijk ding, dat is mijn oog. Het kostbaarste dat ik bezit, na mijn hart en voor mijn voeten. Daarom zat ik met de bibber de afgelopen weken bij mijn oogarts, de kalmte in persoon. En zijn rechterhand ook. Het oog wil ook wel wat. En mijn oog ook, vandaar dat een kleine oogoperatie aan het ene en een laser aan het andere nodig was. Dat deed me, net als elke dag, beseffen hoe kostbaar, belangrijk en essentieel ogen zijn. Om mijn geliefden te zien, om de natuur te bewonderen te schrijven en te lezen, om me vrij in stad, streek en ver daarbuiten te verplaatsen. Niet zien? Ik zou me gevangen voelen, radeloos, machteloos, claustrofobisch. Dat is mijn nachtmerrie, pure horror..
Zalig zij die kunnen zien. Handen, voeten of benen, die kan ik missen… denk ik. Vandaar mijn angst: ik kan niet zonder zicht. Als het zicht verdwijnt, gaat voor mij het licht uit en mag het leven stoppen.
OGEN
Ik heb echt iets met ogen. Ze blijven me fascineren, waar ook: in Oostende, in Gent, op een muur, in het Lichtfestival, zelfs op grindbakken… en op de operatietafel. En dan is er nog het jeugdboek van mijn zus Iny, ‘Bruine ogen, blauwe ogen’, over hoe haar zonen en adoptiedochtertjes naar elkaars ontmoeting uitkijken.
Dat het mis kan gaan met die, wat mijn  betreft, onontbeerlijke kijkers, ondervond ik al verschillende malen in mijn leven: toen ik op twaalf jaar mijn eerste bril moest dragen of verdragen (al zag de wereld er opeens veel beter uit), toen ik als twintiger - hoera - contactlenzen kreeg (hoewel geen onverdeeld succes als stofdeeltjes er zich achter verscholen), toen ik als veertiger één ooglaseroperatie - weer hoera - onderging … toen ik last kreeg van ‘mouches volantes’ (zwevende vliegjes) en twee jaar geleden én onlangs een cataractoperatie kreeg. Ik leef nog even mascaraloos en moet nog twee weken druppelen, heb een leesbril nodig, maar dat is klein bier ten opzichte de winst: weer hoera, ik zie opnieuw weer beter-scherper!

UIT HET OOG
Ik houd meestal een oogje in het zeil maar ik kijk ook dikwijls mijn ogen uit. Bepaalde kunst- en natuurwerken vind ik gewoonweg oogstrelend!
Al jaren ondervind ik dat de spreuk ‘uit het oog, uit het hart’ helemaal niet klopt. Gelukkig corrigeerde Bond Zonder Naam dit met ‘Uit het oog, in het hart’. BZN verdient een pluim. En meer.
Iemand onder vier ogen spreken: dat is me al gebeurd. 
Een oogje toeknijpen, wil ik niet. Iemand een rad voor de ogen draaien, nog minder. 
Oog om oog, tand om tand, haat ik. Als ik iets aan mijn ogen of tanden heb, ween ik. Dus dat wil ik niemand aandoen. Een kwaad oog heb ik echt op niemand. Met oogkleppen wil ik niet lopen. Een ooggetuige van veel leed, ben ik jammer genoeg wel. Dat weegt soms. Maar mijn oogappels maken veel goed: ik heb er een van vijf jaar en eentje van vier maanden. Daar gaan mijn ogen en mijn hart naar…
 

#ogen #oog #oogarts #frankgoes #bzn #zien #blindzijn 

donderdag 19 januari 2023

DE VARKENTJES VAN MIJN VADER... EN MOEDER!

Hoe die 23 varkentjes belandden in Dalvajoes - zo heette het huis van mijn ouders, naar een roman van mijn moeder - wist mijn vader niet meer. Dat schreef hij in 2002. Ik weet het ook niet, maar ik zie ze nog altijd staan op de schouw, de schouw zijn en haar initialen en hun huwelijksjaar, 1952. 

Met veel zorg beitelde hij op de eiken staanplaats van die beestjes ook de veelzeggende maar moeilijk uitvoerbare spreuk ‘Houd het vuur brandend‘ en daarom bedoelde hij niet dat van haardvuur, kachel, verwarming, oven of zo.
Telkens voor Nieuwjaarsavond doken ze die kleurrijke varkentjes op, dankzij de inzet mijn moeder, uit hun geheimzinnige bergplaats: een of andere doos in een of andere kast in een of andere kamer op ene of andere verdieping. Welke wist hij niet en heb ik ook nooit geweten. 

HUISHOUDEN
Mijn vader, stamhouder van vier dochters en vier zonen, hij wist niet veel van huishoudelijke bezigheden. Afwassen, afdrogen, opbergen: hij had het in hun meer dan 50 jaar huwelijksleven - bijna zeker - ik heb het hem nooit zien doen - nooit gedaan. Hij groeide quasi op als enig kind van een Italiaanse overbezorgde en oververzorgende mamma. Die handelingen had zij eind 19de eeuw begin 20ste eeuw ook nooit bij haar vader gezien.

Maar terug naar de 23 varkentjes. Ze waren roze, groen, rood, blauw, geel, oranje. Ze hadden soms niet en soms wel een gekruld staartje, kleine of grotere oortjes. Hun billetjes waren veelbelovend, hun huidskleur divers en hun schijngewicht aan de hoge kant. Met enige verbeelding kon je op enkele snoeten zelfs een glimlach ontwaren.
Er stonden enkele kanjers tussen. Die hadden een gleuf om als spaarvarkentjes te dienen. Helaas, ze kregen niets. Ze stonden, net als de kleintjes, alleen te pronken, netjes en stokstijf naast elkaar. Volgens leeftijd? Neen dat niet, al werden pogingen ondernomen om ze volgens geboortejaar te rangeren. Maar bij afstoffen, als grap of protest tuimelde er wel eens naar beneden of verwisselde er wel eentje (soms meer) van plaats. Ze hadden allemaal een naam, dat wel. De voornaam van een kleinkind.

KLEINKINDEREN
Dat dit dierenpark zijn kleinkinderen moest vertegenwoordigen, zichtbaar of aanwezig stellen was geenszins bedoeld als verwijt of belediging ten aanzien van zijn kroost, neen, geen ‘bende vuile varkens’ of zo. Wel integendeel. Want wie wist of weet niet dat varkentjes sociale, gevoelige, aanhankelijke, grappige, communicatieve, intelligente en zindelijke dieren zijn? Van die stelling - van het landelijk kennisnetwerk van houders van boerderijdieren - waren mijn vader en moeder meer dan overtuigd… Blijkbaar. Al moet ik toegeven dat bepaalde elementen van die verzameling zich op bepaalde momenten wel eens als een ander (hogervermelde) varkensoort gedroeg. En, nu ik aan het boek ‘Kinderen toegelaten’ werk, met cursiefjes van mijn moeder, vind ik toch bepaalde avonturen en belevenissen - niet van kleinkinderen maar van hun acht kinderen - die die naam wroeter, vuilerik en modderaar waardig blijken.

VERGETEN EN VERGEVEN
Neen. Mijn vader kon vanuit zijn fauteuil met enige trots zijn meute observeren… en glimlachen. Het bleef een kleurrijk schouwspel, weliswaar statisch. Elk weekend passeerde er gelukkig ook wel klein levend grut achter en naast zijn fauteuil, waarin hij bijna vastgegroeid was. Door de pijn aan de voeten. Daarom was die hele rij ook educatief bedoeld. Die moest hem - volgens mijn moeder - aan zijn tweedegeneratie nakomelingen herinneren. Letterlijk dan wel. Enkele leden van de generatie geëtaleerden hebben hem zijn opmerking - met vragende ogen en gefronste wenkbrauwen - ‘Wie zijt gij ook weer?’ al lang vergeven (hoop ik). Hun ouders vergaven het hem ook dat hij niet alle namen van hun oogappels onthield. Zij woonden soms niet soms wel kilometers ver zodat van meermaals per week binnenspringen geen sprake was voor de meeste telgen en hun kroost. En eens boven 80 - en soms al veel vroeger - doet het geheugen niet altijd meer wat je wenst. Heb ik ook al ondervonden.

VERDWENEN
Terug naar die varkentjes. Vreemd genoeg verdween het hele gekleurde knorrenleger telkens na Driekoningen, plots en kordaat. Voor maanden. Ik vermoed dat hij en zij telkens weer uitkeken naar het moment dat er weer kleur op die show verscheen. Ik toch ook.
En ja, zowel hij als zij vond het wel erg jammer dat hun leger niet volledig was. Want het aantal kleinkinderen groeide nog aan maar het aantal varkentjes niet. Mijn vader trok van winkel naar winkel om toch nog enkele exemplaren te vinden. Kleur, de maat, gewicht van het plastic varkentje? Het kon hem echt niet schelen. Als hij maar een varkentje vond. Hij moest en zou er vinden. Niet dus. Zelfs een premie uitloven, hielp niet.
En ze knorden voort, op die oude schouw, tot het einde van zijn (2002) en van haar (2010) leven.
 
 
Ps. Gelukkig nam zijn helper-volkskundige-buurman Karel rond 2000 een foto van het bestaande bestand.



#varkens #kinderen #kleinkinderen #kinderentoegelaten #mondademunck

woensdag 28 december 2022

IK VERTREK MET EEN VOLLE RUGZAK...

Ik vertrek… dat staat vast. Ik ga weg. Vandaag, morgen of overmorgen. Ik verlaat dit pand, dit land, dit jaar en dit leven. Ik doe dat zonder woorden, zonder spijt en zonder klagen. Ik laat gewoon alles en iedereen achter. Zonder enig probleem. Want ik ben moe, ik ben het moe. Naar waar ik ga? Dat kan ik niet precies uitleggen. Want ik vertrek… zonder mijn huis te verlaten. Mijn reis is intern, in mijn brein.

Ik neem wel een imaginaire rugzak mee. Die vul ik barstensvol: met onvervulde wensen, met onbereikbare plaatsen, maar ook met een portie heimwee, een pakje hoop, een doos vol verdriet. Misschien zelfs met een zakje spijt en een schriftje met levenswijsheden? Ik steek hem zo vol ik kan, want ik wil reizen, dagenlang reizen… en alle hoeken van mijn hersenen zien, leren kennen en voelen tot ik zeker weet: nu ben ik op mijn bestemming aangekomen. Ik kijk uit en ik kijk niet om.

Mijn doel is op een plek belanden waar ik kan rusten, denken en dromen van wat ik wel en niet wil, van wat ik en niet wil doen, van wie ik wil en niet wil zijn, met wie ik wil en niet leven, met wat ik wens en niet wens te hebben... en vooral: hoe ik die laatste twintig jaar van mijn leven zinvol kan leven.

Mijn reis, de tocht naar mijn bestemming, zal verre van gemakkelijk zijn want ik ga geen berg uit de weg, ik ontwijk geen kloven, ik probeer ook niet te verdwalen in een doolhof, te verdrinken in een zee of te stikken door de hitte. Dat vraagt van mij enorm veel inzet en inspanningen. Maar het zal de moeite waard zijn.

Moet ik een kompas meenemen? Of een gedetailleerde reisgids? Zou ik geen EHBO-koffer in mijn rugzak steken? Ja, dat doe ik. Daar is zeker nog plaats voor. Die zou misschien wel van pas kunnen komen. Want, voor iemand als ik, is uitschuiven, struikelen of vallen echt geen uitzondering. Al probeer ik altijd en overal ongevallen te vermijden.

Ik hoop een ding: dat ik gezond, tevreden en misschien iets gelukkiger terug thuis kan komen... in 2023. Maar dat hangt niet alleen af van mijn rugzak, van mij… ook van mijn route en van mijn gezelschap.


#rugzak #reizen #zoektocht #bestemming #nieuwjaar #anderenbeter #voornemens

maandag 14 november 2022

Waar halen ze moed, geduld, energie en inzet?

Ik wil het niet over mijn of ons leven hebben, maar over dat van Renée en van haar hulpverleners. Waarom? Omdat ik niet weet waar ze haar moed, geduld, energie en inzet blijft halen... om elke dag opnieuw te leven! 

Wie is Renée? Renée is de schuilnaam van een vrouw van 35, een geïnterneerde. Haar kindertijd en jeugd waren een hel. Ik heb met haar een boek geschreven. Voor wie 'Gevangen geboren' niet las: als kind leefde Renée met angst voor haar moeder, vader en stiefvader. Ze werd opgesloten in een kelder, opgevangen in een vluchthuis, geplaatst in een tehuis, in een internaat en in een Instelling Bijzondere Jeugdzorg. Ze riep, dreigde en bedreigde, sloeg, schopte, krabde, spuwde en beet. Dat was het gevolg van mishandelingen en vernederingen, verkrachtingen en aanrandingen, onbegrip en gebrek aan liefde. 
Daardoor belandde ze in een reeks instellingen, ziekenhuizen en psychiatrische centra: met veel therapieën, maar ook met isoleercellen en cachotten als gevolg. Een obsessie voor mannen, vrouwen en kinderen, die zich uitte in agressie, stalken en een bommelding, bezorgde haar uiteindelijk de stempel ‘ontoerekeningsvatbaar’. Ze belandde als geïnterneerde in de gevangenis, omdat er geen plaats was in een ziekenhuis. Daar zat ze; onterecht, 8 jaar en ze kreeg haast nooit bezoek.

MOED
GEDULD
INZET
ENERGIE

Sinds begin 2018 zit ze, eindelijk, in een aangepaste forensisch psychiatrische afdeling waar ze de nodige zorg en behandeling krijgt. Maar die is, ondanks de inzet van de hulpverleners, onvoldoende. En waarom? Omdat er te weinig mensen én middelen zijn, net als in de meeste psychiatrische centra, instellingen voor bijzondere jeugdzorg, rust- en verzorgingstehuizen en gevangenissen.

Waarom zorgen wij zo slecht voor zij die het moeilijk hebben? Waarom laten we zoveel mensen in de steek? Waarom krijgen zij die voor hen zorgen te weinig steun, begeleiding en middelen? Al jaren...

Bied meer middelen, zorg voor meer handen aan bed-tafel-deur... en meer tijd voor die handen! Want gedeelde pijn halveert verdriet. Gedeelde vreugde verdubbelt. Dat geldt niet alleen voor Renée maar ook voor iedereen die zich inzet voor het welzijn of de gezondheid van anderen.
Bravo voor de moedigen! 
Renée en zovele andere patiënten - velen zonder enige steun van een netwerk - doen hun best, ondanks het vallen en opstaan. Hulpverleners houden vol ondanks moeilijke werkomstandigheden. Zij verdienen allen niet alleen een decoratie voor moed, maar ook voor geduld, energie en inzet





#zorg #omdatallemensenbelangrijkzijn #helphelpen #gevangengeboren