Alle boeken van Ann Driessen

Alle boeken van Ann Driessen

maandag 6 mei 2013

Ik zit in nesten



Ik zit graag in nesten... in vogelnesten dan wel: zondag in Gent, meer dan twee jaar geleden in Bejing.

Het ene nest is eerder bescheiden maar toch van ver te zien en bevindt zich aan de in de buurt van het Rabot, waar van alles moois en boeiends broeit en groeit. Gisteren toonde vzw Het Vogelnest er in een luchtige loft op de industriële historische textielsite het werk van een vijf jonge kunstenaars, naast dat van Herman Brood. Veel licht en veel lucht voor verrassende kunst. In een overdekte markt stonden jonge ontwerpers met hun kleurrijke handgemaakte en ecologische creaties.  

Het andere nest is van nog veel verder te zien en staat in een wijk, enkele metrohaltes weg van de Verboden Stad, waar ook zoveel broeit en groeit (behalve de persvrijheid). Dat enorme Birds' Nest van Ai Weiwei was in 2008 dé sporttempel van de wereld voor de Olympische Spelen voor 80.000 mensen en zou nu enkel een toeristische attractie en bijna failliet zijn? Duizelingwekkend imposant vond ik in 2010 alleszins de duizelingwekkende koorddanser, het wassenbeeld van onze Jacques Rogge en de kleurrijke optredens van allerlei Chinese groepen.

Misschien kan kunst het ene nest redden en sport het andere? Misschien ook niet.
In nesten werken, zonder in de nesten te werken? Je moet er een rare vogel voor zijn. Maar als je in de nesten zit, heb je iemand nodig om je uit de nesten te helpen...

dinsdag 23 april 2013

Zalig...weer tulpentijd!



Ik kan het niet laten. Het is sterker dan mezelf, de liefde voor de tulp. Dus weer tulpen...
En heb je datzelfde gevoel? Ga dan zeker eens naar Keukenhof en naar de kleurrijke bollenvelden in de buurt.

donderdag 11 april 2013

Onvergeeflijke onverschilligheid

Worden we onverschillig voor oorlog in de wereld? Voor armoede in ons land? Voor onrecht in onze buurt? Voor tegenslag van onze vrienden? Voor verdriet in onze familie?
Ik hoop van niet. Ik hoop ik niet, nooit.
Maria en Alice hoopten dat ook… nu niet meer.

Pasen, zondagmiddag in Deinze. Maria (86) en Alice (87) stappen door het centrum van Deinze. De dames hebben hun hoogdag met een uitgebreid feestelijk diner gevierd. Het is tegen vier uur als ze opgewekt voldaan het restaurant verlaten. Nog even stoppen bij de bakker voor een taartje, voor bij de koffie, dan naar huis. Maar daar geraken ze niet zonder slag of stoot. Letterlijk dan nog.

Een geparkeerde auto, merk en kleur onbekend. Dat herinneren ze zich door het tumult echt niet. Een man en een vrouw, wel. Hij in, zij uit de auto. Een net, jong, modern gekleed stel, een Franstalig blank koppel dertigers. Hij zwijgt, zij spreekt. Ze vraagt hen heel vriendelijk de weg “à l' hôpital”. Doorlopen, maant Maria aan. Goede ziel Alice slaat haar raad in de wind. Hulpvaardig wijst ze madame de weg. “Que vous êtes gentille!” kwettert de Française. Als dank, zo beweert ze toch, legt ze “le collier de ma mère” om de hals van Alice. Een geschenk voor haar behulpzaamheid. Maar dan. In één en dezelfde beweging grijpt ze het oudje van 87 met haar ene hand bij haar nek en met de andere hand bij haar gouden halssnoer! Tijdens dat ‘gestoei’ ziet monsieur, vanuit zijn voiture aan Alice’s arm een gouden armband glinsteren en grijpt die vast.
 
Maar dat is zonder Maria en haar talenten gerekend. Totaal verbouwereerd en terwijl ze haar vriendin probeert uit de handen van de snoodaards te bevrijden, steekt ze alert haar wandelstok de lucht in. En ze begint te tieren, te zwaaien en te dreigen. Met man en macht - of beter vrouw en kracht - probeert ze tegelijkertijd haar vriendin te bevrijden.Tegen dat indrukwekkend optreden is geen kruid opgewassen, ook geen onkruid.
Monsieur le complice lost meteen de arm van Alice. Madame la voleuse vlucht de auto in. Alice sleurt ze mee want haar hand wil die gouden halsketting niet lossen. Geduw, getrek en gedreig van weerom Maria, doet madame et monsieur echter met gierende banden wegstuiven, zonder buit.
Daarom worden dus de Belgen de dapperste der Galliërs genoemd.

Auto weg. Dievenduo ook. Maar de emoties worden het beiden te machtig. Verbouwereerd, onderste boven en van de kaart door de overval-met- bevrijdingsoperatie barst Nadine in onbedaarlijk en onstopbaar lachen uit. Alice doet in haar broek. Je zou voor minder. Zusterlijk in smarten wandelen ze daarna hun weg, naar huis. De ene neemt een bad, de andere zet de koffie. Le collier de ma mère krijgt een flinke wasbeurt en een plaats rond het portret van de nieuwe paus. Dan volgen koffie en taart.

Dat was in Deinze centrum (en ondertussen al op verschillende plaatsen in Gent en Deinze). Mensen passeerden te voet, op de fiets, in een auto. Je moet blind en doof zijn om niet te zien of horen in welke dramatische omstandigheden dat stel oudjes zich bevond. Je moet kreupel zijn om niets te kunnen doen. Maar dat waren de passanten niet. Toch deed niemand iets. Niemand greep in, niemand hielp hen, niemand riep de politie, niemand begeleidde hen naar huis.

Maria, vergeef het hen want ze weten niet wat ze deden of niet deden.


Ps. De namen zijn vervangen, de feiten zijn echt.

dinsdag 26 maart 2013

Ik zweer de waarheid te zeggen...





"Ik zweer de waarheid te spreken zonder haat en zonder vrees en de waarheid te zeggen en niets dan de waarheid” hoorde ik tijdens het proces van KDG. Artikel 934 van het Gerechtelijk Wetboek zegt: "Ik zweer in eer en geweten dat ik de gehele waarheid en niets dan de waarheid zal zeggen". Bij het Hof van Assisen komt daar "spreken zonder haat en zonder vrees" bij, en lang geleden ook “aldus helpe mij God en al zijn heiligen”.




Ik heb die zin zo dikwijls gehoord toen ik gerechtsjournalist was. Maar, wat is de waarheid? Is het dat wat ik een gerechtszaal hoor? Is het dat wat ik over een proces lees?

In heel wat gevallen misschien wel,
als elke partij in een rechtszaak objectief en sereen uit de doeken doet wat niet of wel in aanmerking komt om iemand schuldig of onschuldig te verklaren…
als elke betrokkene in eer en geweten op zoek gaat naar wat echt is gebeurd…
Dan schrijf je daarover, want het verhaal lijkt te kloppen, de waarheid lijkt gevonden. Op je verslag erna komt ook geen commentaar. En enkele weken later hoor of lees je in een vonnis of arrest wat je dacht of vermoedde: een vrijspraak of een veroordeling, naargelang van de elementen.
Dat is aangenaam.
In heel wat gevallen misschien ook niet,
als de betrokken partijen niet doen wat ze horen te doen…
als advocaten en magistraten belangrijke of doorslaggevende elementen die tot schuld of onschuld leiden vergeten te vermelden...
als ze mediageil, onvoorbereid of lui zijn…
Dan schrijf je daarover en krijg je – van diezelfde actoren – soms bakken kritiek. Je moet‘ het doen’ met wat luidop werd gezegd. Je hebt geen strafdossier om alles na te lezen of te controleren. Dus je betrouwt op hen die dat wel hebben. En dan komt het vonnis of arrest en je zit helemaal ernaast. Dat is balen.
In beide gevallen ga je ervan uit – wat ook niet altijd zo is - dat alles vooraf onpartijdig en eerlijk is verlopen, zowel onderzoeken als ondervragingen, en alles is ondernomen om aan het licht te brengen wat werkelijk is gebeurd. Dat hoop je, dan wens je, dat wil je. Maar dat is niet altijd zo.
Want het hele proces van A tot Z is mensenwerk. En het is een kunst de valkuilen te vermijden…




vrijdag 8 maart 2013

Laat niet op je kop zitten!




De Panne, 2003. Honderd gietijzeren mannen van de Britse kunstenaar Antony Gormley (1950). Indrukwekkende gestalten, aanstormend talenten, vereenzaamde creaties, versteende harten, onverstoorbare individuen,… Elke man van staal kon iemand anders zijn, iets anders betekenen, voor elk wat wils, voor elke man of vrouw.

Zijn naam vergat ik, zijn mensenbeelden niet. Als ik mijn ogen sluit zie ik ze nog: die mannen. Net geen mensen, op Gormley gelijkend, rotsen in de branding, in weer en wind. Geen lichtgewichten. Ze doorstonden stormen, deden golven keren, onbewogen en standvastig. Onbeweeglijk, eeuwig, standvastig, onherroepelijk, doortastend… zoals een mens, of minstens ik, ook wil zijn. Geen mens bleef onberoerd. Het gaf me een vreemd gevoel te zijn, te staan en te zitten naast zo’n man van 1,90 meter, 630 kg zwaar. Samen staren, samen zwijgen, samen zijn. Kijken en verlangen naar wat nog moet komen.
Gent, 2013. De kop niet in het zand steken, zich niet op de kop laten zitten. Niet praten als een kip zonder kop. Niet op zijn kop krijgen. Er met kop en schouders bovenuit steken: dat heb ik toen begrepen… door die mannen. Daar wil ik nu voor vechten… voor alle vrouwen.


Ps. Voor wie ook heimwee heeft naar toen: Knokke-Heist heeft sinds 1 maart een Gormley-man en hij is tot 5 mei te gast in het Antwerpse openluchtmuseum Middelheim.