Ik hoop van niet. Ik hoop ik niet, nooit.
Maria en Alice hoopten dat ook… nu niet meer.
Pasen, zondagmiddag in Deinze. Maria
(86) en Alice (87) stappen door het centrum van Deinze. De dames hebben hun hoogdag met een uitgebreid feestelijk diner
gevierd. Het is tegen vier uur als ze opgewekt voldaan het restaurant verlaten.
Nog even stoppen bij de bakker voor een taartje, voor bij de koffie, dan naar
huis. Maar daar geraken ze niet zonder slag of stoot. Letterlijk dan nog.
Een geparkeerde auto, merk en kleur
onbekend. Dat herinneren ze zich door het tumult echt niet. Een man en een
vrouw, wel. Hij in, zij uit de auto. Een net, jong, modern gekleed stel, een Franstalig
blank koppel dertigers. Hij zwijgt, zij spreekt. Ze vraagt hen heel vriendelijk de weg “à l' hôpital”. Doorlopen,
maant Maria aan. Goede ziel Alice slaat haar raad in de wind. Hulpvaardig wijst
ze madame de weg. “Que vous êtes gentille!” kwettert de Française. Als dank, zo
beweert ze toch, legt ze “le collier de ma mère” om de hals van Alice. Een geschenk
voor haar behulpzaamheid. Maar dan. In één en dezelfde beweging grijpt ze het
oudje van 87 met haar ene hand bij haar nek en met de andere hand bij haar
gouden halssnoer! Tijdens dat ‘gestoei’ ziet monsieur, vanuit zijn voiture aan Alice’s arm een gouden
armband glinsteren en grijpt die vast.
Maar dat is zonder Maria en haar
talenten gerekend. Totaal verbouwereerd en terwijl ze haar vriendin probeert
uit de handen van de snoodaards te bevrijden, steekt ze alert haar wandelstok
de lucht in. En ze begint te tieren, te zwaaien en te dreigen. Met man en macht
- of beter vrouw en kracht - probeert ze tegelijkertijd haar vriendin te
bevrijden.Tegen dat indrukwekkend optreden is geen
kruid opgewassen, ook geen onkruid.
Monsieur
le complice lost meteen de arm van Alice. Madame la voleuse vlucht de auto in. Alice sleurt ze mee want haar
hand wil die gouden halsketting niet lossen. Geduw, getrek en gedreig van weerom
Maria, doet madame et monsieur echter met gierende banden wegstuiven, zonder
buit. Daarom worden dus de Belgen de dapperste der Galliërs genoemd.
Auto weg. Dievenduo ook. Maar de emoties worden het beiden te machtig. Verbouwereerd, onderste boven en van de kaart door de overval-met- bevrijdingsoperatie barst Nadine in onbedaarlijk en onstopbaar lachen uit. Alice doet in haar broek. Je zou voor minder. Zusterlijk in smarten wandelen ze daarna hun weg, naar huis. De ene neemt een bad, de andere zet de koffie. Le collier de ma mère krijgt een flinke wasbeurt en een plaats rond het portret van de nieuwe paus. Dan volgen koffie en taart.
Dat was in Deinze centrum (en
ondertussen al op verschillende plaatsen in Gent en Deinze). Mensen passeerden te voet, op de
fiets, in een auto. Je moet blind en doof zijn om niet te zien of horen in
welke dramatische omstandigheden dat stel oudjes zich bevond. Je moet kreupel
zijn om niets te kunnen doen. Maar dat waren de passanten niet. Toch deed
niemand iets. Niemand greep in, niemand hielp hen, niemand riep de politie, niemand
begeleidde hen naar huis.
Maria, vergeef het hen want ze weten niet wat ze deden of niet deden.
Ps. De namen zijn vervangen, de
feiten zijn echt.