Je weet het of ook niet, maar ondanks de kleine kans om een uitgever te vinden - 3% van de manuscripten - blijf ik schrijven en boeken uitgeven, al moet dat in eigen beheer. Schrijven is mijn dagelijks brood, mijn levenselixir, mijn onweerstaanbare actie. Als het dagelijkse leven te woelig is, komen de woorden en zinnen te onregelmatig en te moeilijk uit mijn toetsenbord. Dat ik me dor 1001 mensen, gesprekken, bomen, tentoonstellingen en ontdekkingen gemakkelijk (soms met veel plezier) laat af- of omleiden, maakt dat het voltooien van een boek voor mij als een slepende onziekte is. Door een ongecontroleerde en zelfgezochte samenloop van omstandigheden zit ik dus in mijn hoofd en op mijn laptop in verschillende boeken, o.m. die van mijn oma, die van de opa van mijn man, die van een vriend van mijn ouders en die van mijn rechtszaken. Ja, opnieuw waargebeurde verhalen. Prioriteiten stellen - welk boek nu eerst afwerken? - is moeilijk. Voor ik een beslissing kon nemen, volgden enkele verrassingen voor enkele lopende en een afgewerkt boekproject.
BOEK 1
Begin november hakte ik de knoop door. Boek nummer 1 dat af te werken is, wordt ‘De kleine oorlog van René’, vooral op aandringen van diens zoon Godfried. Als je 93 bent, weet je echt niet wat het volgend jaar brengt. Lang moeten wachten op iets dat je echt wenst, is dan geen optie. Maar, maar. Bij het schrijven van ‘De schat van Merkem’ had ik als basis het handgeschreven dagboek van Karel. Dat was een ‘gemakkelijk’ uitgangspunt: met bijkomende gesprekken met familieleden, opzoekingen in bibliotheek en op internet, en met redactiewerk kon ik dat boek voltooien.
Voor het boek over Réne, de opa van mijn man, ligt dat totaal anders. Ik heb een basistekst en (vroegere) notities van gesprekken met zoon Godfried en dochter Lieve, alsook enkele foto’s, enz. maar ik ben niet 'ver van honk' wel nog 'ver van huis'. Net als mijn hoofdpersonage trouwens, al was hij dat letterlijk, tijdens én na WOI: hij zat in Duitsland, Denemarken, Canada en de VS om tenslotte in Reningelst te aarden. Maar het geluk staat aan mijn kant. De kleinkinderen van René zoeken mee naar documenten of voorwerpen uit zijn leven, dat helpt.
Toch zijn het drie opmerkelijke verrassingen die me echt vooruit helpen: mijn opzoekingen, een gesprek met familie in Canada én een mail uit Denemarken! De eerste leverde me o.m. interessante informatie over zijn dagelijks leven in een Duits krijgsgevangenenkamp. De tweede, een gesprek met een Canadese, was naast prettig ook leerzaam. René had familie in Canada, maar de contacten België-Canada verwaterden, waren eigenlijk zo goed als verdwenen. Facebook was mijn redding. Door het ene (herontdekte) familielid, Ellen, kwam ik terecht in Toronto bij haar zus, naamgenoot Ann. Na een aangenaam gesprek - videobellen is altijd een zalige oplossing als dochters en vriendinnen ver wonen - weet ik weer meer omdat haar grootvader de schoonbroer was van ‘mijne’ René. Binnenkort mag ik foto’s van nuttige documenten en foto’s verwachten. Die helpen een stuk van zijn levenspuzzel vervolledigen.En stap nummer drie bezorgde me een nooit gedacht-gehoopt-verwacht maar onontbeerlijk stuk! Door de inzet van mijn lieve Deens-Belgische paradontoloog-buurvrouw Trine - die mijn vraag voor informatie met enkele basisgegevens vertaalde én verstuurde - heb ik, via haar, van het stadsarchief van Lolland ongeweten en ongeziene informatie over René! Hoera! Het maakt me zo blij! Eind december moet mijn René-zoektocht en onderzoek afgerond zijn en begin ik te schrijven…
MICHELA
Ook voor mijn boek over mijn grootmoeder-Michela-boek ben ik al verder in mijn onderzoek. Dat komt o.m. door mijn septemberreis in Zwitserland met eindhalte de regio Montreux. Mijn nonna woonde in het stadje Villeneuve aan het meer, na haar verhuis uit Sicilië en voor haar verhuis naar België. Al had ik mijn komst niet aangekondigd, de dame van de toeristische dienst deed al het mogelijke om me te helpen. Ik mocht vragen stellen, boeken en tijdschriften inkijken, fragmenten fotograferen, kreeg aanwijzingen. Info bv. over een plaatselijke steengroeve - mijn overgrootvader was steenkapper - het leven begin 20ste én de opvang van oorlogsslachtoffers gaven me een beter beeld van hoe het toen was. Daarna ontdekte ik in een hoofdstraat haar huis, na een kort gesprek met een kapster met cliënte aan de overkant. Dat huis zien deed mijn hart bonzen. Mijn oma was jaren mijn alles. Tenslotte wandelde ik waar zij, meer dan een eeuw geleden wandelde, langs het Meer van Genève, én ging zitten op een bank bij chateau Chillon, waar zij ook met mijn verliefde grootvader zat. Ook die belevenis bezorgde me bijkomende inspiratie en vreugde. Ik weet nog niet of ik van haar boek een literair non-fictie verhaal maak of mijn eerste roman op basis van waargebeurde feiten.MIJN ALGERIJE
En de laatste, maar ook bijzondere gebeurtenis was mijn kennismaking en ontmoeting - eerst per mail, dan in persoon - met Chantal uit Eeklo. Ze las mijn boek ‘Mijn Algerije’ en loofde het. Ze was en is enthousiast over Algerije en heeft er vrienden. Door haar aanstekelijk enthousiasme en aanmoedigingen én de inzet van haar dochter Melanie komt er wellicht een Franse vertaling. Het wordt een groot avontuur.Of het lukt, of ik met die vertaling een Waalse of Franse uitgever vindt, is geen zekerheid. Maar wij - mijn man, Melanie, Chantal en ik - doen ‘het’, proberen ‘het’. Wat komt, dat komt. 2025 wordt literair spannend!
2024 was dus uitzonderlijk
verrassend in literair opzicht, dat wel. Maar wat het afgelopen jaar voor
eeuwig en altijd een van de woeligste, ongelukkigste, drukste, moeilijkste,
chaotische en gelukkigste maakte, is dat mijn man de ‘widowmaker’ gelukkig overleefde
door een openhartoperatie én dat onze twee dochters elk een gezonde zoon kregen…
#verrassingen #waargebeurdeverhalen
#boeken #schrijven #leven #helpen #nieuwboek #mijnboeken #boekenvananndriessen
#plannen #projecten #research #literairavontuur