Alle boeken van Ann Driessen

Alle boeken van Ann Driessen

zaterdag 13 december 2025

HERINNERINGEN ZIJN BELANGRIJKER DAN JUWELEN

Ik erfde van mijn Siciliaanse oma, nonna, juwelen. Wat ze waard zijn, heeft eigenlijk geen enkel belang, maar de warme herinneringen blijven. Robert den expert schat de huidige waarde. Die stelt me niet teleur, doet me ook niet schrikken, maar verbaast en verwondert me wel. Ik ben nu armer dan ik denk, maar ik blijf wel heel rijk...

De juwelenschatting won ik als prijs in de vrijgezellenwedstrijd van mijn dochter (met dank aan sponsors Céline en Rob) 4 jaar geleden. Gelukkig mocht ik, lang na datum, onlangs toch een afspraak maken met een charmante expert. Groot, slank, met een innemende lach wacht Rob mijn man en ik op. Zijn hele wezen en gedrag ademt 45 jaar ervaring uit: hoe hij elk juweel aanneemt, vastpakt, bekijkt, observeert, bestudeert, weegt, berekent, herberekent, en tussendoor tabellen en andere gegevens digitaal raadpleegt. Ik staar naar een ongelooflijk en perfect samenspel van ogen en vingers, kennis en ervaring.

Time is ook money. Robert den expert is ook Robert den snelle. Tijdens zijn professionele handelingen slaagt hij erin om een pak ambachtelijke kennis en interessante wetenswaardigheden te citeren. Aan dezelfde vitesse als zijn daden, wat me het noteren bemoeilijkt. Het resultaat? Ik ben niet teleurgesteld en ik schrik niet, maar ben wel verbaasd en verwonderd over zijn schatting, o.m. van uurwerk en ring met diamanten en platinum. Een derde van wat ik dacht. Maar is dat wel belangrijk? Eigenlijk niet. Ik heb er al sinds 1967 van kunnen genieten, op verschillende manieren.

NONNA

Ik kreeg de ring en het uurwerk van mijn oma, mijn Siciliaanse oma, nonna. Lang voor haar dood. Ze was dol op juwelen, kledij en bloemen (vooral rozen). Enkel die laatste liefde erfde ik van haar. Maar dat ik, als puber, op een dag zo’n schat in ontvangst mocht nemen! Alleen ik, een van haar acht kleinkinderen, omdat ze mijn doopmeter was: dat gaf me een heel speciaal gevoel. Ik was voorheen, toen en voor altijd hoe ze me noemde, ma petite chérie. Ze gaf me het gevoel dat ik niet alleen geliefd maar ook belangrijk was. Bij die ring en dat uurwerk zat een klein briefje: ‘Pour ma petite filleul Ann’, in het handschrift van mijn opa. Dat bewaar en koester ik.

HERINNERINGEN

Mijn herinneringen aan haar (over haar groot verdriet schrijf ik later) zijn blijvend, gebakken en geslepen in mijn hart, in mijn geheugen en mijn lijf. Ze verwende me, ze verwende ons: ze was een oma die naar de winkel ging om fruit voor ons te kopen en kommen rode Sint Jansbessen plukte in haar tuin, schoonmaakte, met suiker bestrooide en aan mijn vader mee gaf. Zij trok met elke van ons - al waren we daar toen niet happig op - naar de mooiste kledingwinkels in Genk om een outfit te kopen voor een eerste of plechtige communie. Haar Sint en Paasklokken brachten een overvloed aan chocolade voor alle kindermondjes. Misschien speelde toen mee dat we niet arm, maar ook niet rijk waren. In ons huis ging enkel een fortuin naar onze studies én naar boeken: niet naar luxe, niet naar kledij, niet naar juwelen… Gelukkig.

VIJFTIG JAAR LATER

Ik heb die juwelen, uit schrik voor diefstal en uit schaamte voor hun grootheid en (vermeende) waarde, zelden gedragen. Meer dan vijf decennia, leefde ik in de waan dat ik superdure juwelen in mijn bezit heb! Ik voelde me rijk. Dat ‘gevoel’ moet ik nu bijstellen. Enkel op financieel vlak. Al mag ik niet klagen: ze zijn samen toch nog 2000 euro waard.

Hoe het komt dat dat mijn erfstukken zoveel in waarde daalden? Niet de waarde hebben die ik dacht of dacht te weten? Robert den expert geeft daar gegronde redenen voor: de enorme daling van de prijs van diamanten/briljanten (cfr. de vele artificiële ), de halvering van de prijs van platinum (terwijl de goudprijs verdubbelde), de oude setting, de noodzaak van het herslijpen (met risico), enz. Ja die ring. Een ongemakkelijke schitterende knoerd aan mijn vinger. En een uurwerk zo groot dat je het uur niet eens kunt lezen. In die tijd was het enkel een juweel, een stoefobject en dus niet om het uur, te kennen. Onverkoopbare schoonheden dus, zonder herslijpingen, maar wel met een onvergetelijke geschiedenis.

COMPENSATIE OF TROOST

Ik herinner me dat mijn goedgelovige juwelenminnende, verwende (door haar man) nonna, na een inbraak in haar huis juwelen verloor … en nieuwe wilde/kocht/kreeg. Was ze zo verknocht aan juwelen omdat ze er nooit kreeg van haar ouders? Omdat ze er graag mee wilde opscheppen? Of om het gevoel van niet aanvaard zijn - als buitenlandse en Nederlandsonkundige - in zijn familie te compenseren?  Of was het haar enige troost voor een nooit voorbijgaand gemis?

ROBERT

Bedankt Rob-Robert, maar vooral bedankt nonna, niet alleen voor je geschenken, maar voor je liefde, gulheid, warmte. Niet je juwelen, maar jij bent voor mij onvergetelijk. Ik miste je dikwijls. Je verwende mij vooral met je aandacht, met je liefde. Dat gevoel verwend te zijn geweest, nemen ze me niet af, nooit meer. Dat is wat telde en wat telt, dat is wat blijft, dat is wat ik me herinner, blijf herinneren en ook blijf voelen…

 

#robertdenexpert #schatting #juwelen #oma #nonna #erfenis #herinneringen #antwerpen

donderdag 13 november 2025

MIJN PERUGIA VAN VROEGER EN VAN NU...

Ik was ontroerd en verrast toen ik in september aan de inschrijfbalie stond in het gebouw van de Universita per Stranieri (Universiteit voor Vreemdelingen) in Perugia. Ik kreeg een déjà vu. Behalve de computers leek alles nog op het moment, begin augustus 1976, toen ik me daar aanmeldde om een maand Italiaans te leren. Die Universita bestaat dit jaar 100 jaar!

Augustus 1976 was een onvergetelijke maand, met een ‘klas’ van 100 studenten uit de hele wereld, van alle leeftijden,17 u per week lessen Italiaans aan de Università per Stranieri. Prima docenten en een dito bruikbare basiscursus. Een aanrader (net als de cursus Italiaans die ik enkele jaren geleden aan het UCT Gent volgde). Reis, inschrijving, kamerhuur, eten en andere kosten betaalde ik met babysitten bij familie in Hasselt en bij buren in Leuven, waar ik studeerde.

1976

Terug naar Perugia. 1976. Hoe ik die universiteit ontdekte, weet ik niet meer. Hoe de inschrijving en betaling gebeurden? Ik denk per brief. Zonder gsm en internet, want waar een wil is of (hartstochtelijke) wens, is er een weg. Mijn (toen al overleden) nonna was een Siciliaanse: Italiaans leren prijkte torenhoog op mijn verlanglijst.

Bij aankomst - na ongeveer 16u dag- en nachttreinritten? - meldde deze toen 22-jarige zich met kleine oogjes, aan de balie in het opgegeven inschrijvingsgebouw. Hoe ik daar geraakte, herinner ik me niet en hoe het verder zou verlopen, wist ik echt niet. Dat werd snel duidelijk. Inschrijvingsbewijs. Cursusaula, lesuren, lesboeken: ik kreeg alle informatie meteen mee.

KAMER

En overnachten? Luidruchtige Italiaanse kamerverhuursters stonden kandidaat-kamerhuursters op te wachten en hun kamers aan te prijzen. Ik weet niet meer waarom en hoe, maar met een sympathieke Turkse studente uit Izmir belandde ik in een eenvoudige tweepersoonskamer bij la mamma, in een oud huis op een eerste verdieping, hartje stad. Met 1 lavabo en een gemeenschappelijke badkamer voor het gezin en wij.

LESSEN

Wat een maand! Ik miste geen les, genoot van de stad met zijn steile, smalle straten (soms vloekte ik door de hitte), van het gezelschap van Amerikaanse en Duitse medestudenten. Ik at meestal met een of andere studiegenoot in een mensa, een gaarkeuken/sociaal restaurant: lekker en goedkoop. Ik zat uren met gezelschap op de Piazza IV Novembre, het centrale plein van de stad, rondom de Fontana Maggiore te palaveren. Meestal was dat op de trappen van de Palazzo dei Priori om - in de schaduw - lengte, breedte, hoogte - en inzicht te krijgen in de Perugianen. Soms met een ijsje. Tussendoor, voor zover haar en mijn zeer karig budget het toeliet, bezocht ik enkele opmerkelijke plekken bezocht, o.m. Rome en Assisi, telkens per bus, telkens voor een dag. Maar tijd en centen voor entreegelden in musea had ik niet. Een heavenly romance met een oudere Amerikaan Paul zorgde, tot op heden, voor een eeuwige liefde voor ‘Stairway to heaven’ van Led Zeppelin.










2025

Bijna 50 jaar later vond en stond ik in september - zonder veel zoeken - voor en in hetzelfde universitair gebouw op de Piazza Fortebracci (aan de Etruskische boog). Ik herkende het meteen. Door de hoge deur, recht het secretariaat in. Waaaw. Het zag er daar nog net uit als bijna 50 jaar geleden, met als enig verschil in het decor: computers, printer en gsm’s. Het verraste en ontroerde me. Dat heb je nu eenmaal met plekken en plaatsen waar je ooit, al is het bijna een halve eeuw geleden, enkel hartverwarmende herinneringen aan overhoudt.

GEBOUW

Na een korte uitleg - mijn verhaal uit het verleden - mochten mijn gezelschap en ik zonder enige beperking vrij door heel het laatbarokke gebouw (= Palazzo Gallenga) struinen. Wat een plezier! We liepen de trappen op en af, gangen in en uit, opende klaslokalen, tuurden naar lessen volgende studenten en hun prof. Met als kers op de taart: op de bovenste verdieping een adembenemend uitzicht op het dertiende-eeuwse aquaduct. Mijn bezoek kon niet beter vallen: naar aanleiding van de 100-ste verjaardag kreeg heel het interieur een make-over, waardoor die nog een ster meer kreeg. Mijn dag kon echt niet meer stuk…

Voor een na dit bezoek genoot ik ongelooflijk van Perugia. Dat is voor een andere blog! Want echt waar, die universiteit is dan wel dé ambassadrice voor Italiaans, maar de stad is een middeleeuws juweel!


Ps. Mijn oma-nonna was een Siciliaanse, mijn vader een halve Italiaan en ik dus een kwart Italiaanse. Ik heb familie met dezelfde wortels, nog Italiaanse familie in Frankrijk en op Sicilië. Ik heb vriendinnen-vrienden die vlot Italiaans spreken of studeren. Maar het beste dat me ooit is overkomen, is dat mijn dochter trouwde met een Italiaan (Sardinië). Wat zouden mijn vader en nonna ook gelukkig zijn, hadden ze dát geweten…

Voor info: Universita

#perugia #universiteitperstranieri #italiaans #italiaansstuderen #honderdjarige #herinneringen #palazzo

vrijdag 17 oktober 2025

HANG DE VUILE WAS NIET BUITEN...

Hang de vuile was niet buiten… was het motto van mijn moeder. Maar misschien hield ze te veel voor zich? Ik weet niet of ze voldoende steun vond, vroeg of kreeg van haar familie, van haar vriendinnen? We hielden ons meestal aan die richtlijn, toen toch. De vuile was buiten hangen, letterlijk dan, dat deden we nooit.

De propere was, de vers gewassen en gezwierde was: ja die gingen we dikwijls ophangen, gewapend met een zware mand, houten wasknijpers en een vod om de draad schoon te vegen. Bij gebrek aan een speelbare en wasdraadbare tuin - we hadden slechts een minituin aan huis - mochten we die aan de wasdraden hangen van de vriendelijke en bescheiden overbuurvrouw, mevrouw Mulders. Het was een hele onderneming, de niet zo uitgebreid in het cursiefje in ‘ons’ boek ‘Kinderen toegelaten’ aan bod komt. 

ZWIERDER 

Ik kende het scenario vanbuiten, als oudste van de meisjes mét tweelingzus. Wassen - wat een luxemachine heb ik nu! - kon in een witte ronde machine die aan de bovenkant met een deksel te openen en te sluiten was. In dat stalen ding zat er in het midden een draaielement. We stopten alles erin (hoe het water in dat ding kwam, herinner ik me niet meer). Na het (hoelang?) draaiwasproces moesten we, in etappes, hoopjes was in de veel kleinere zwierder stoppen. Deksel erop, knop aan, en dat ding danste wild in het rond en had onderaan een tuut waaruit het overtollige water in een plastiek bakje (als we dat niet vergaten te zetten) uitgespuwd werd. 

WASDRAAD

Daarna verlieten we, met een volle en zware gezwierde wasmand, het waskot, gewapend met een schortje waarin (toen nog) uitsluitend houten wasknijpers zaten. Via de garagedeur (achteraan) naar buiten, rond het huis, om dan het supergevaarlijke kruispunt over te steken. Jaja, ik keek goed links en rechts en weer links en rechts, liep bij afwezigheid van auto’s, bussen en fietsen, snel de straat over - (hoewel dat moeilijk was met een volle mand – veegde de draad met mijn vodje en begon met hangen. Stuk voor stuk. Zonder enig systeem (denk ik), kleine en groot door elkaar. Soms 60 zakdoeken. Na afloop, naar huis via hetzelfde traject. Tot mama ons dat hele traject liet herhalen als ze het vermoeden had dat alles wel droog zou zijn… of tot ze de regen rook.


HIMALAYA

Was, dat onderwerp komt in ‘Kinderen toegelaten’ voor: bergen - lees het in ‘Kinderen toegelaten’ op blz. 252 en 260 - was vooral van de leerlingen (op internaat, de vier meisjes dus) en later studenten uit Leuven. Ons gezin van minstens 10 had echt een Himalayagebergte vuil linnen! Al was er ook die Asserse firma Sneeuwwitje die een stapel kwam ophalen en na een week - ze had haar naam niet gestolen - hagelwit afleverde: vooral lakens, tafellakens, servetten en hemden die moesten gesteven worden. Was, het was nogal wat. Een noodzakelijk en nodig kwaad. Nog altijd.
Ps. Over de hamsters muizen, gansjes in de waskelder lees je ook in ‘Kinderen toegelaten’. Over de broer die de waterkraan opendraaide zodat de kelder onder water liep, zwijgen we…

 

Dit boek telt meer dan 200 cursiefjes over het reilen en zeilen, de dagelijkse grote en kleine probleempjes in een groot gezin, en telt 397 blz.. Het kost 20 euro (plus verzending). Misschien wel een ideaal Sint- of kerstgeschenk voor je ouders of grootouders of kinderen? Bestellen kan bij Standaard Boekhandel, Storyland of via boekenvanann@gmail.com.

 

zaterdag 13 september 2025

SCHRIJF, SCHRIJF, SCHRIJF... OP PAPIER!


Schrijf jij nog met pen of potlood? Krabbel jij papiertjes of bladzijden of zelfs dagboeken vol? Of een postkaart of brief? Een boodschappenlijstje? Of een samenvatting van een les, lezing of boek? Neen? Dan doe dat toch maar want schrijven met de hand blijkt o zo belangrijk. Al zijn handgeschreven teksten niet altijd gemakkelijk te lezen... ook de mijne niet!

Ik schrijf nog heel veel, met zwart of blauwe balpen (soms potlood): thuis, op de trein en in de auto, op vakantieplekken. Ook toen ik niet wist dat schrijven belangrijk is. En voor ik de oproep las van meer dan 20 welzijnsorganisaties, opiniemakers, auteurs, academici en ondernemers: ‘Durf opnieuw te kiezen voor pen en papier'. In hun open brief houden ze een pleidooi om kinderen en jongeren meer pen en papier te laten gebruiken op school. Ze willen de laptop niet weg, maar wel een her- en opwaardering van het schrijven met de hand, een basisvaardigheid die het concentratie-, redeneer- en kritisch denkvermogen versterkt.

ONDERZOEK

Noors onderzoek bewijst dat schrijven met de hand niet enkel het leerproces versterkt, maar ook mentaal welzijn bevordert en creativiteit stimuleert. Traditioneel schrijven vereist complexere bewegingen dan typen, waardoor je hersenen intensiever werken en informatie effectiever verwerken. Wie met pen en papier schrijft, moet keuzes maken, samenvatten, herformuleren en verbanden leggen.

Dus, neem pen en papier en schrijf. Schrijf naar je ouders, je kinderen, je vriendin, naar je collega, of zelfs naar een onbekende. Noteer wat je ziet of hoort, wat je denkt, wat je gelooft en hoopt. Schrijf een betoog, een gedicht, een verhaal. Of een oefening, een berekening, een recept, een handleiding.

Fragment uit het dagboek van Karel Balduck

BLIJVEN SCHRIJVEN

Ik zal blijven noteren met pen en papier. Mijn inspiratie voor boeken, blogs of sociale berichten komt niet altijd als ik aan mijn laptop zit, maar op alle mogelijke en onmogelijke momenten en tijdstippen. Dan ben ik blij dat ik ergens - op een kast, in mijn handtas, in mijn nachtkastje - pen en papier heb: enkele bladzijden, een notitieboekje, een oud schriftje, zelfs de achterkant van een formulier of toneelticket. Al moet ik bekennen: als ik mijn ‘wapens’ vergeet (papier!), schrijf ik snel een mail naar mezelf. Als mijn pen me in de steek laat, ook.

Agenda's vol notities over rechtszaken op het hof van beroep

En gelukkig kan en kon ik, als freelancer, voor mijn kranten, en als auteur, voor mijn boeken, met de hand geschreven volle agenda’s notities, oude brieven, administratieve documenten, zelfs dagboeken lezen, raadplegen, gebruiken. Dat leverde me - al bleken sommige passages heel moeilijk te lezen - waardevolle informatie op voor mijn boeken o.m. ‘Het moest maar eens waar zijn’, ‘De schat van Merkem’ en ‘De Groote Oorlog van René’, maar ook voor ‘Oorlog in mijn hoofd’ en ‘Gevangen geboren’ en zelfs voor ‘Mijn Algerije’. Zonder die met de hand geschreven bronnen - van mijn hoofdpersonages - waren mijn boeken echt nooit zo goed, nooit zo echt geweest.

Ps. De basis van deze blog schreef ik met de hand, in de keuken, net voor mijn ontbijt, rond 7u50, op gratis papier van 123inkt.be…


woensdag 13 augustus 2025

Southampton en haar Disaster Room


Twee steden spelen een belangrijke rol in de geschiedenis van de Titanic: Belfast in Noord-Ierland en Southampton in Zuid-Engeland. In de eerste ben ik nooit geweest, in de tweede wel. En daar, in het SeaCity Museum, heb ik vooral gefascineerd geluisterd en gekeken naar het onderzoek over de oorzaken van het zinken van dat ‘onzinkbaar’ luxeschip…

Legomodel van de Titanic, SeaCity Museum
Waarom krijgt Belfast veel meer aandacht als Southampton al het over de Titanic gaat? Belfast is de stad van de bouw van de Titanic, Southampton de stad van het vertrek (met eindbestemming New York). Op de oude scheepswerf In Belfast is er een Titanic Quarter met het Titanic Museum over de geschiedenis van de scheepswerf en de Titanic. In Southampton is er wel het veel mindere bekende Titanic Memorial en besteedt het SeaCity Museum aandacht aan het schip. Vooral de zaal over het onderzoek naar de oorzaak (oorzaken?) van de ramp is geweldig boeiend.
Titanic museum, Belfast

MUSEUM 

Het ‘SeaCityMuseum’ afficheert met ‘Southampton’s Titanic Story & The City Maritime History’. En inderdaad, het Titanic verhaal is voor Southampton en haar inwoners ook heel bijzonder. Veel slachtoffers van de crew en bemanning waren inwoners van Southampton. Dus vele families werden getroffen door de ramp, generaties lang. In de stad loopt dat tragisch verhaal door straten, op muren en in huizen. Er zijn 165 graven en gedenkstenen te vinden in en rond de stad. In het museum voorwerpen, foto’s, krantenknipsels en getuigenissen.

Een visuele weergave van de 897 bemanningsleden van de Titanic

RAMP KAMER

Gerechtelijke dossiers
Maar vooral de ‘Disaster Room’ met een enorme wandschermprojectie over het onderzoek naar de oorzaken van de scheepsramp in de rechtbank in Londen is fascinerend: wellicht omdat ik me ook nooit eerder informeerde over de mogelijke oorzaken, gebreken, tekortkomingen van de Titanic en haar bouwers en bemanning. Ik probeer te beschrijven wat die ‘Ramp kamer’ biedt: je krijgt een ellenlange rij gerechtelijke dossiers te zien, waaruit telkens eentje wordt opgevist en geopend. Het onderzoek in London, geleid door rechter John Bigham van het Hooggerechtshof, duurde 42 dagen (van 2 mei tot 3 juli 1912) en bijna 100 getuigen - bemanning, passagiers, bemanning van andere schepen - werden ondervraagd, 25.000 vragen gesteld. Dat leidde tot een rapport met een gedetailleerde beschrijving van het schip, van het scheepsdagboek, van de schade door de ijsberg, van de evacuatie en van de redding. RMS Titanic, 269 m land, 56 m hoog met 10 dekken, eigendom van rederij White Star Line, kwam in de nacht van 14 op 15 april 1912 in haar eerste reis in aanvaring met een ijsberg. Binnen drie uur zonk het schip, 1522 opvarenden kwamen om het leven. Dat RMS was op dat moment grootste en chicste en onzinkbaar schip ter wereld…

Go slow

IJSBERG


De botsing van het schip met te hoge snelheid tegen een ijsberg wordt algemeen erkend en aanvaard als oorzaak van de scheepsramp. Maar je krijgt ook getuigenissen te horen en te zien over andere elementen die mogelijk een rol hadden kunnen spelen in het voorkomen of het beperken van de omvang van de schade: het ontbreken van een verrekijker (in net kraaiennest) en zoeklichten, te laat uitwijken, onvoldoende of onvoldoende gevulde reddingsboten (wel voldoende reddingvesten), gebrekkige veiligheidsopleiding, gebrekkige informatie en communicatie, constructiefouten, gesloten schotten, gemiste of niet beluisterde of niet doorgegeven radioberichten, een slapende marconist, onopgemerkte of genegeerde alarmsignalen door andere boten, enz. Echt boeiend om te horen wat er allemaal werd onderzocht en wie er allemaal werd ondervraagd.

Na die Disaster Room komen, verder in het museum, komen de echte stemmen van de overlevenden met hun verhaal wel binnen. En nog een leuk detail: het museum in gevestigd in een oud gerechtsgebouw!


BELGEN

Ook wij Belgen hebben een band met de Titanic: onder de passagiers waren er 24 Belgen en 3 Nederlanders. Van de 24 Belgische passagiers - twee in de eerste klas, één in de tweede klas en de andere in de derde klas - overleefden slechts zeven de ramp, waaronder zangeres-naaister Mathilde Pede uit Gent. De drie Belgische bemanningsleden kwamen om: lees er meer over in ‘100 jaar Titanic’ van journalist Dirk Musschoot. En in Haaltert staat er zelfs een gedenkzuil. De Titanic blijft door boeken, documentaires en speelfilms leven als een wereldwijd symbool van luxe, tragedie en roekeloosheid. 

Ga dus naar Belfast, maar ook naar Southampton. Ga ook naar de haven en kijk met bewondering, afgunst, weerzien of ontzetting naar de vertrekkende en voorbijvarende huidige drijvende luxedorpen…

 

Meer info? www.seacitymuseum.co.uk., Havelock Road, Southampton. Alle dagen open van 10 tot 5