Hang de vuile was niet buiten… was het motto van mijn moeder. Maar misschien hield ze te veel voor zich? Ik weet niet of ze voldoende steun vond, vroeg of kreeg van haar familie, van haar vriendinnen? We hielden ons meestal aan die richtlijn, toen toch. De vuile was buiten hangen, letterlijk dan, dat deden we nooit.
De propere was, de vers gewassen en gezwierde was: ja die gingen we dikwijls ophangen, gewapend met een zware mand, houten wasknijpers en een vod om de draad schoon te vegen. Bij gebrek aan een speelbare en wasdraadbare tuin - we hadden slechts een minituin aan huis - mochten we die aan de wasdraden hangen van de vriendelijke en bescheiden overbuurvrouw, mevrouw Mulders. Het was een hele onderneming, de niet zo uitgebreid in het cursiefje in ‘ons’ boek ‘Kinderen toegelaten’ aan bod komt.ZWIERDER
Ik kende het scenario vanbuiten, als oudste
van de meisjes mét tweelingzus. Wassen - wat een luxemachine heb ik nu! - kon in
een witte ronde machine die aan de bovenkant met een deksel te openen en te
sluiten was. In dat stalen ding zat er in het midden een draaielement. We
stopten alles erin (hoe het water in dat ding kwam, herinner ik me niet meer).
Na het (hoelang?) draaiwasproces moesten we, in etappes, hoopjes was in de veel
kleinere zwierder stoppen. Deksel erop, knop aan, en dat ding danste wild in
het rond en had onderaan een tuut waaruit het overtollige water in een plastiek
bakje (als we dat niet vergaten te zetten) uitgespuwd werd.
WASDRAAD
Daarna verlieten we,
met een volle en zware gezwierde wasmand, het waskot, gewapend met een schortje
waarin (toen nog) uitsluitend houten wasknijpers zaten. Via de garagedeur
(achteraan) naar buiten, rond het huis, om dan het supergevaarlijke kruispunt
over te steken. Jaja, ik keek goed links en rechts en weer links en rechts,
liep bij afwezigheid van auto’s, bussen en fietsen, snel de straat over - (hoewel
dat moeilijk was met een volle mand – veegde de draad met mijn vodje en begon met
hangen. Stuk voor stuk. Zonder enig systeem (denk ik), kleine en groot door
elkaar. Soms 60 zakdoeken. Na afloop, naar huis via hetzelfde traject. Tot mama ons dat hele traject liet herhalen als ze het vermoeden had dat alles wel droog zou zijn… of tot ze de regen rook.
HIMALAYA
Was, dat onderwerp komt in ‘Kinderen toegelaten’ voor:
bergen - lees het in ‘Kinderen toegelaten’ op blz. 252 en 260 - was vooral van
de leerlingen (op internaat, de vier meisjes dus) en later studenten uit
Leuven. Ons gezin van minstens 10 had echt een Himalayagebergte vuil linnen! Al
was er ook die Asserse firma Sneeuwwitje die een stapel kwam ophalen en na een
week - ze had haar naam niet gestolen - hagelwit afleverde: vooral lakens,
tafellakens, servetten en hemden die moesten gesteven worden. Was, het was
nogal wat. Een noodzakelijk en nodig kwaad. Nog altijd.
Ps. Over de
hamsters muizen, gansjes in de waskelder lees je ook in ‘Kinderen toegelaten’. Over
de broer die de waterkraan opendraaide zodat de kelder onder water liep,
zwijgen we…
Dit boek telt meer dan 200 cursiefjes over het reilen en zeilen, de dagelijkse grote en kleine probleempjes in een groot gezin, en telt 397 blz.. Het kost 20 euro (plus verzending). Misschien wel een ideaal Sint- of kerstgeschenk voor je ouders of grootouders of kinderen? Bestellen kan bij Standaard Boekhandel, Storyland of via boekenvanann@gmail.com.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten