‘Lief kind’ noemt hij me, die goede oude 'nonkel' Karel van 90, of is het al 91? Op een bepaald moment is 1 jaar meer of minder van geen tel. Vind ik. Lief ben ik soms, een kind al lang niet meer. Ik ben over de kaap van 65. Daarom ontroert dat ‘lief kind’ me. Soms noemt hij me ‘schrijfster Ann’, dat vind ik (natuurlijk) ook prettig, of ‘Gegroet Anneke’ of ‘Mailvriend Ann’.
KAREL
Die man - zijn vader en mijn grootvader waren broers - is niet alleen vriendelijk, lief, beleefd, behulpzaam en erudiet, maar ook een onontbeerlijke schat aan informatie. Vooral over een familie (de onze!), maar ook en vooral over een tijd en een plaats waar ik niet zoveel over weet. Ik kan er wel over lezen, maar hij weet-voelt-ademt veel meer. Ik moet maar een vraag stellen of een suggestie doen en Karel uit Hasselt stuurt me een uitlegmail. Elk exemplaar bevat weer zoveel gegevens waar ik van harte uit put voor een van mijn volgende boeken te stofferen, met name dat over mijn Siciliaanse oma. Dat ik in zijn meest recente mail 'In mijn brein zijn nog pagina's op komst' lees, doet mijn hart sneller kloppen.
OSWALD
En geloof het of niet, ik heb nog een andere informatieleverancier, Oswald uit Gent. Die wordt weldra 98 en is in mijn ogen, werkelijk top, een uitschieter en voorbeeld op nog meer vlakken: die man kan niet alleen schrijven maar dichten, presenteren, dirigeren en organiseren! Zelden (of nooit) heb ik in Belgenland een en dezelfde persoon met zoveel talenten, op die leeftijd, ontmoet. Hoed af. Ik mocht hem interviewen, zijn memoires lezen en genieten van zijn jaarlijks ellenlang maar imposant overzichtsgedicht bij het nieuwe jaar. En ook hij zal geen enkele vraag van mij uit de weg gaan, integendeel. Zelfs op mijn vergeten dus herhaalde of bijkomende vragen zal hij nooit of te nimmer zijn - terechte - ergernis uitspreken. Ik voel me soms echt ongeschoold-dom-onwetend-onwijs zelfs naïef naast en bij hem. Maar ondanks zijn afzien, krijg ik van hem in plaats van zijn weerzien, sympathie. Enfin dat voel ik toch zo aan. Hij tekent met OVO en ik met ADr.
HEREN
Ik heb echt geluk heren van een dergelijk kaliber te kennen. Beiden zijn mijn voorbeelden, mijn rolmodellen… echt waar. Al leefde en leeft de Limburger en Hasselaar eerder in de stilte en ongemerkt en de Oost-Vlaming en Gentenaar (nog altijd eerder) opvallend en aanwezig. Ik leer van hen, ik kijk naar hen op, figuurlijk dan toch. Letterlijk bij de ene niet, want die is klein van gestalte, bij de andere wel. Ik bewonder hen, al hebben ze hun verdiensten (en in het verleden waarschijnlijk-ogenschijnlijk ook hun minpunten, net als ik). Ik dank hen vooral voor wie ze nu zijn, hoe ze hun leven nog altijd zinvol proberen in te vullen… en hoe ze ‘kleine’ en ‘jonge’ mensen als ik proberen te helpen…
BEDANKT!
Ze zijn mijn souffleurs, mijn ervaringsdeskundigen voor mijn boek over mijn nonna. Dank allebei om jullie enorme kennis te willen delen, telkens weer. Om mijn vragen keer op keer zonder dralen, zonder zagen, zonder (openlijke) ergernis over mijn onwetendheid of gebrek aan kennis of zonder weigeren te beantwoorden. Ik ben jullie eeuwig dankbaar. Ik ben de koning te rijk met deze twee heren in mijn leven. Ze zijn wijs en ik krijg onderwijs. Ik leef - en schrijf - om te leren!
Heb je ook zulke dames of heren in je familie of in je buurt, spreek met hen en mail met hen. Ze zijn (meestal) schattig en ze zijn onschatbaar.
Ps. Ik ken nog een kranige 90-plusser, nonkel Godfried. Die
probeert me op West-Vlaamse wijze een en ander te vertellen over het leven in
WOI van zijn vader, de grootvader van mijn man. Maar dat is voor later… en een ander
boek, misschien. Het verhaal van mijn bijzondere schoonmoeder en dito buurman
Francis volgt ook nog. Maar die zijn - voorlopig - nog maar in de 80…