Dean, vier jaar, is
vermoord. Dat voel ik tot in mijn buik, tot in mijn hart… Mijn hele lijf doet
pijn, weent. Al kon ik er niets aan doen, kon ik dit niet voorkomen en ken ik
dat kereltje niet eens. Stopt het dan ooit, dat pijnigen en doden van kinderen?
Mijn schattige kleinzoon
Daniel is ook vier. Ik smelt al als ik hem zie en hoor. Mijn oma-liefde is
grenzeloos, mijn oma-mogelijkheden jammer genoeg niet. Dat moet ik willens
nillens aanvaarden en daarmee moet ik leren leven. Dean was zo oud als hij. Ik
durf me het verdriet van zijn ouders en grootouders niet voorstellen…
De dood van Dean brengt
herinneringen naar boven aan een nare man die ook de dood van twee kindjes op
zijn geweten heeft. Neen, niet Dutroux, wel Carl L.
In 1993 werd Carl L.
(29) door het Antwerps hof veroordeeld voor onopzettelijke doding, door
onvoorzichtigheid, van zijn dochtertje van 4 maanden en voor opzettelijke
slagen aan zijn stiefdochter van 8 jaar. In 1996 werd CARL L. tot 5 jaar cel
veroordeeld voor opzettelijke slagen aan zijn zoontje van vier zonder de
bedoeling hem te doden maar met zijn dood tot gevolg. Ik heb al mijn notities bewaard
van de rechtszaken die ik volgde. Vandaar dat ik het nog weet.
MAILEN
Een jaar geleden had ik
de moed een mail over die man naar eerste advocaat-generaal LiƩgeois te sturen.
Omdat ik me zelfs na zoveel jaren nog altijd zorgen maakte over de andere kinderen
van die man. Omdat ik bang was dat Carl zich zou gewroken hebben.
Ik schreef net aan die
zeer gewaardeerde magistraat omdat hij - toen ik als gerechtsjournaliste
schreef over Carl L. - nauwgezet, minutieus, maar gebonden door de wet
(maximumstraf 5 jaar!) als openbaar aanklager voor de strafvordering van die
man zorgde… die terechtstond voor opzettelijke slagen en verwondingen met de
dood tot gevolg zonder die gewild te hebben.
ASSISEN
Dat was – voor mij -
eigenlijk, ja Gust, een zaak voor Assisen. Maar jij en ik kennen er nog van die
‘zaken’ die gecorrectionaliseerd en dus lager werden bestraft. Herinner je die
pastoor uit Limburg die in de buurt van Sint-Truiden die met een strijkijzer
werd gemarteld? De kapper uit de buurt van Lommel die sigarettenpeuken op en
bleekwater in zijn lijf overleefde? Die kinderen die door grootouders en oom
uit de buurt van Turnhout werden misbruikt? Die vrouw in Antwerpen die het
slachtoffer werd van een wrede partner? Die buitenlandse vrouwen, naakt
vastgeketend aan de verwarming, mishandeld door meedogenloze vrouwenhandelaars?
Ik had in die tijd, tussen 1990 en 2004, dikwijls het gevoel Ć©n de overtuiging - dat veel mannen, magistraten-juristen-advocaten - de ‘immense’ impact van
geweld op vrouwen en kinderen minder inschatten en minder belangrijk achten dan
de ‘juiste’ bestraffing van daders.
ARTIKELS
Terug naar ‘mijn man’,
Carl L. In mijn archief vind ik artikels over hem uit 1996 en 1997. Zonder
degelijk intensief speur- en onderzoekswerk werk van de gerechtelijke politie –
toen o.l.v. inspecteur Marc Ruiters - en wetsdokters zou die man ontsnapt zijn
aan bestraffing. 'Nu gaat papa kwaad zijn dat ik dat heb verteld'' zei P.,
het broertje van 7, aan de inspecteur die hem ondervroeg over de dood van zijn
broertje van vier
In de rechtszaal
noteerde ik wat de aanklager zei: 'Vrouwe Justitia is misschien wel ziek en
kreupel maar heeft nog altijd gevoelens. Dit dossier is geen hoopje papier. Het
schreeuwt om dat stukgeslagen lichaam van het kind dat gestorven is'. Hij
drukte ook zijn spijt uit omdat de wet hem niet toeliet een zwaardere straf te
vorderen. Ook voorzitter Libert – die nooit eerder commentaar gaf na een
uitspraak - liet na de uitspraak verstaan dat Carl L., moest hij voor een
assisenhof verschenen zijn, een veel zwaardere straf zou gekregen hebben.
Ik herinner me dat ik
meteen na de uitspraak van het Hof van Beroep me al zorgen maakte over het
andere, oudere zoontje: dat de vreselijke handelingen van zijn vader zag en
vertelde. Dat zoontje overleefde zijn geweld en was in de laatste criminele
daden van zijn vader een belangrijke getuige. Ik vroeg me af: wat als die Carl
zou vrijkomen? Zou hij dat mannetje iets aandoen? Zou hij zich wreken?
ONGERUST EN BEZORGD
Jaren gingen voorbij. Ik
verhuisde, schakelde van journaliste naar auteur. Begin vorig jaar, tijdens het
schrijven van een boek over de rechtszaken die ik volgde, dook Carl L. op… en
achtervolgde me, zelfs ’s nachts. De mogelijke schade die hij aan zijn zoon kon
toebrengen, liet me niet los. Daarom durfde ik het aan mijn magistraat Yves
LiĆ©geois te mailen over mijn bezorgdheid… Maakt die jongen het goed? Groeide
hij veilig op? Liet en laat zijn vader hem met rust? Verdween die uit zijn
leven of niet? Nam hij wraak? Kunt u iets vertellen over wat er met vader en
zoon gebeurde? Mijn hoop een antwoord te krijgen, was nihil, maar een poging
waard.
Ik werd totaal verrast.
Ook hij, eerste-advocaat-generaal LiƩgeois, ere-procureur-generaal, deelde mijn
bezorgdheid! Ook hij vergat dat ‘dossier’ nooit…
‘De zaak waarvan U
spreekt is nog fris in mijn geheugen en is ook geen zaak om ooit te vergeten.
Ik durf niet zeggen hoe het nu gesteld is met deze kerel maar zal eens
navragen...’
Hij hield, zoals steeds,
woord. Een week later meldde hij me het heugelijke nieuws…
‘Om nog even op uw vraag
terug te komen meld ik U graag dat de persoon waarover u schreef reeds geruime
tijd overleden is en dus geen kwaad meer zal kunnen stichten. We zijn er dus in
deze wereld van verlost! Zijn zaak blijft echter zoals voor uzelf in mijn geheugen
geprent en het kwade dat hij aanrichtte kan helaas niet worden teruggedraaid.’
Ik kon wel dansen, ik
was zo opgelucht!
EN ZIJN ZOON?
Carl L. was bij zijn
eerste veroordeling in 1993 nog maar 26. Wanneer hij vrijgelaten werd, waar hij
na zijn gevangenisstraf woonde en leefde, weet ik niet. Maar het is een enorme
bevrijding te weten dat hij andere kinderen geen kwaad meer kan doen…
Hoe het met zijn zoon P.
is, weet ik niet. Hopelijk kreeg Carl L. na het uitzitten van zijn straf geen
kans om die jongen nog verder te schaden. Is die jongen, ondanks
beschadigingen, goed terecht gekomen? Dat hoop ik van harte. De wonderen zijn
soms de wereld niet uit… als hij een goed netwerk had en heeft, misschien. Maar
een vader hebben die zulke ernstige feiten pleegde, laat sporen na. Hopelijk
kreeg die jongen liefde en kansen. Hij was toen 7, moet nu 30 zijn of iets
ouder. Wat zou ik hem graag eens spreken…
Er zijn rechtszaken die
je niet vergeet, nooit vergeet, nimmer vergeten kunt. De dood van Dean
wordt opnieuw een. Maar ik blijf hopen - tegen de wrede, dagelijkse realiteit
in - dat zulke zaken zich niet meer herhalen…