Alle boeken van Ann Driessen

Alle boeken van Ann Driessen
Posts tonen met het label Sinterklaas. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Sinterklaas. Alle posts tonen

woensdag 6 december 2023

LEVE DE SINT EN LEVE DE TUTTERBOOM!

In de Tuin van Kina staat een boom voor tutters, in Gent zeggen ze tuutjes. Fopspeentjes in alle kleuren en maten die kindjes met pijn in het hart, zelfs met een traan de laatste jaren hebben weggeschonken aan de Sint. Ook deze week zal de oogst weer groot zijn en niet alleen in Gent!

Een tut, tutter, tutje, fopspeen - zo blijkt uit mijn moederlijke en grootmoederlijke observatie-ervaring -  is een trooster-redding-hulp-steun in moeilijke tijden, zoals daar zijn: te moe zijn, niet in slaap geraken, honger of dorst hebben, een eenzaam momentje of een klein-groot verdriet hebben, een pijntje moeten verbijten,... 
Ooit komt de tijd dat dat ding definitief uit dat mondje moet. Daar is de periode rond 6 december een ideaal tijdstip voor. Honderden, neen tienduizenden  kindjes hebben hun tutje al ooit ergens aan een of andere Sint gegeven. Neen, de goede in rood geklede man met baard steekt die daarna niet in zijn mond. Neen, die gooit die ook niet in de vuilnisbak. En neen die geeft die (gebruikte) ook niet aan de arme kindjes in Afrika. Hij, of zijn helper Pieter (met roet of kleur) hangt die... in een boom. Dat is toch wat in Gent gebeurt. In de Tuin van Kina staat een volgeladen boom. Hij wordt stevig ondersteund want een massa tutjes, dat weegt.

TUIN MET TUTTERRITUEEL

Het is een heerlijke tuin voor mij: elke plant en elke boom heeft een naamplaatje! Dus na 10 bezoeken ken ik er wel een paar (o mijn geheugen!). De enorme, centraal gelegen Canadese populier is mijn favoriet. Van het jaarlijks tutjes-weggeef-ritueel blijf ik wijselijk weg. De bedrukte, bedroefde of betraande snoetjes wil ik niet zien. Dan wellen bij mij ook tranen op. En trouwens: die zullen snel opklaren door een drankje en een geschenkje. Ik denk niet dat de toekomstige tutterloze nachten veel commotie zullen teweegbrengen. Dat was alleszins mijn ervaring, veel te lang lang geleden.

WEG MET DIE TUTTERS

Mijn dochters doneerden, met twee jaar verschil, de ene thuis, de andere in de crèche hun exemplaar moedig aan de Sint (toen nog begeleid door een zwarte maar vriendelijke meneer). Net voor het slapen gaan werd door de ene al meer dan de andere aangedrongen op een tut, de oude of ene nieuwe. Maar mama bleef kordaat-onverbiddelijk: de tut was weg, mee met de Sint naar andere kindjes die deze echt nodig hadden. Dat hielp: mijn dochters zijn sociale wezens (de ene al meer dan de andere) met een stel hersenen die goed werken.
En mama blij: na 2,5 jaar vooral nachtelijk gesabbel, gezuig en gelurk hoopte ze dat haar dochters in moeilijke tijden de nodige troost-steun-redding kunnen vinden bij haar of bij hun vader, toen, later en nog altijd...

ps. Ik was 6 toen ik die Sint knutselde. Toen had ik 's nachts geen tutter maar ik zuigde stiekem op mijn duim.

#tutter #tuutjes #fopspeen #gent #tuinvankina #sint #tutteren 








dinsdag 4 december 2018

PIETPRAAT IS ECHT GEEN PRIETPRAAT

Moet Zwarte Piet zwart blijven of niet? Als je het mij vraagt, zeg ik: neen. Geef hem of haar een of geen kleur. Laat het woord ‘zwarte’ ook maar vallen. Het is tijd voor verandering! Lees 'Pietpraat', het boek van uitgeverij Houtekiet. Dat zal je misschien overtuigen...

Sintkenner - hij heeft  minstens 150 Sintboeken - en Nederlander Frits Booy stelt dat er voor 1828 nergens ter wereld een spoor was van Zwarte Piet. Hij is dus een 19de-eeuwse uitvinding en traditie. Maar tradities veranderen en evolueren nu eenmaal, onder invloed van waarden, normen, rechten, gedachten en gevoelens van mensen. 
In Nederland is de discussie daarrond hevig. En bij ons? In opdracht van LECA vzw deed ik een onderzoek van wat over deze meneer tussen 1995 en 2018 in gedrukte media is verschenen. Ik was verrast.

Wie is hij?
Is hij een slaaf, een knecht, een boeman, een dom hulpje, een nar, een clown, een ondergeschikte van de Sint? Of is hij een (knotsgekke) helper, een acrobaat, een (staf)medewerker, een vriend, een gelijke van Sinterklaas, zijn rechterhand, een harde werker, gelijkwaardig, trouw, aardig, slim, handig en lief? 
Alle omschrijvingen komen ter sprake. Tussen 1995 en 2012 duikt hij in ons land sporadisch op, met gemiddeld 23 artikels per jaar. De Piet-bom ontploft vanaf 2013 met jaarlijks tot 260 bijdragen. Het verhitte debat in Nederland en rechterlijke uitspraken, het standpunt van de Verenigde Naties en het Belgische pietenpact spelen natuurlijk mee.

Verdeeldheid
Uit het benoemen of omschrijven van het ‘debat’ rond Zwarte Piet, vooral 2013-2014, blijkt de verdeeldheid: discussie, controverse, gedoe, commotie, heisa, hetze, gedoe, protest, verzet, en rassenkwestie. Voor het eerst moeit werkelijk iedereen zich in het ‘gesprek’: burgers, zangers, acteurs, auteurs, politici (burgemeesters, ministers, partijen), hoofdredacteuren, experten (volkskundigen, juristen, psychologen, filosofen, gelijkekansenactivisten), organisaties, rechtbanken, enz. Dat gebeurt in een interview, commentaar, gedicht en petitie, ook in een rel, demonstratie, betoging, proces en een reglement. De standpunten, overgewaaid uit Nederland, draaien vooral rond ‘behoud’ (cultureel erfgoed, volkstraditie)‘onbegrip’ (belachelijk, pietluttig, overdreven of nutteloze discussie), ‘begrip’ (terecht, racistisch, kwetsend, beledigend, denigrerend) en ‘relativering’ (gezaag, jammer, andere en belangrijker onderwerpen).

Oplossen?
Het gamma van ‘wat doen’ met die veelbesproken figuur, gaat van behouden (handen af van) over afschaffen naar verbieden (weg met…). Suggesties voor andere pieten volgen: eentje met roetvegen, een totale make-over-piet, eentje met kleur (wit, oranje, regenboog, strepen), enz. De vraag ‘Mag hij nog zwart zijn?’ wordt uitdrukkelijk en expliciet gesteld. Sinterklaas met of zonder Zwarte Piet én Zwarte Piet al dan niet als uiting van racisme, zijn hoofdthema’s. 

Pietenpact
Het ‘Pietenpact’ in 2014 - een Piet zonder krullen, dikke rode lippen, gouden oorbellen, met roetvegen - krijgt niet de gehoopte bijval, instemming of gevolg. Heel wat scholen, steden en gemeenten - zelfs Sint-Niklaas - kiezen voor de oude Zwarte Piet. Iedereen heeft én geeft er weer een mening over: burgers, politici, Bv’s en specialisten
Toch verbleekt Zwarte Piet langzaam vanaf 2015: er komen meer Roetpieten, Pakjespieten, Danspieten, Speelpieten. Het ‘knechtgehalte’ evolueert naar een ‘helpfunctie’. ‘Vlaanderen neemt afscheid van Zwarte Piet’, schrijft Bart Eeckhout in De Morgen. Bepaalde gemeenten kiezen voor ‘zwart' al adviseren de Verenigde Naties: afbouwen, die traditionele Zwarte Piet.
In 2016 verscherpt en verhardt de discussie. Als ZP afschaffen of aanpassen ter sprake komt, schermt de ene groep met ‘een bedreiging van de Vlaamse of culturele identiteit’, ‘het kapotmaken van tradities’ en ‘pret en feest bederven’ en ‘onverdraagzaamheid’, terwijl voor de andere - een minder luide groep - deze figuur het 'racisme' wortelt en aanmoedigt of geen ruzie waard is. De eerste groep noemt de hele Pietenpraat onzin, overdreven, belachelijk, flauwekul, gestoord en kortzichtig, de andere groep wijst op het onbegrip, gebrek aan respect...

Update
'Laat hem zo, we zijn hem zo gewoon. Hij is geliefd' zegt het pro-kamp, dat stelt dat enkel een ‘luidruchtige, kleine minderheid van Vlaamse wereldverbeteraars en betweters’ en ‘politiek correcte wijsneuzen ’en ‘Vlaams cultureel vernietigers‘ hem weg wil. Het Pietenpact, een compromis, bereikt dus het omgekeerde effect: zorgt voor heftige verdeeldheid en verhitte debatten. Petities ‘red zwarte piet’ scoren. 
Toch klinken de tegenstemmen, naar mijn gevoel, steeds luider. Het Zwarte-Piet-protest van de Nederlandse politica Sylvana Simons en acties van documentairemaakster Sunny Bergman doe nadenken (o.m. verkleed als Zwarte Piet, experiment met zwarte en witte poppen)) doet ook Vlamingen nadenken. In Vlaanderen vragen Dalilla Hermans en antropologe Nadia Fadil een aanpassing-evolutie van de figuur. Uit een peiling blijkt ook dat 37% zich kan voorstellen dat Zwarte Piet als discriminerend wordt ervaren. Niemand vraagt een afschaffing van het Sinterklaasfeest, enkel een update, is de rode lijn. In 2017 loopt dezelfde discussie verder... en dit jaar ook weer. Hij blijft een gevoelig thema. Misschien brengt een breed maatschappelijk, constructief debat een oplossing? 
Maar dan is meer nodig aan informatie, argumenten en luisterbereidheid. Geen dovemansgesprekken, geen leugens, geen hoogoplopende emoties. Wel respect en wederzijds begrip. Hoe dan ook: ‘Makkers, staakt uw wild geraas’ en de uitdrukking ‘de Zwarte Piet doorschuiven’ is passé.


Bronnen: artikels uit kranten en tijdschriften tussen 1995 en 2018, o.m. Het Laatste Nieuws, De Morgen, Het Belang van Limburg, Het Nieuwsblad, De Gentenaar, Gazet van Antwerpen, Het Volk, De Tijd, Metro, persagentschap Belga, Het Wekelijks Nieuws, Krant van West-Vlaanderen, De Zondag, De Streekkrant, ’t Pallieterke, Tv-Blad, Humo, Knack, Trends en Wablieft.





vrijdag 4 december 2015

De Sint. Hij komt.

De Sint. Hij kwam, hij komt en hij blijft komen. Ondanks crisissen, oorlogen, aanslagen.
Ik herinner me dat in het vierde leerjaar opeens mijn frank (euro nu) viel: aan zijn zwarte schoenen en de manier waarop hij zijn benen kruiste, herkende ik op mijn eigen school wie de Sint was: mijn vader. Zijn stem was onherkenbaar anders: warm en zacht. En niet bulderend zoals op momenten dat wij het thuis te bont maakten. Zijn adviezen waren doenbaar, begripvol en vriendelijk; ook wel anders thuis. Hij hield zijn Zwarte Pieten in toom. Gelukkig. Geen kind zat zonder enige angst. 
Later hielp ik, als één van de oudste kinderen, die o zo belangrijke tafel dekken in de eetplaats die slechts 'gebruik' werd bij feesten of bij bezoek. Hoe mijn moeder met haar huishouden (bejaarde moeder, acht kinderen, drukke man en dito straathond) alles bij elkaar kreeg, is een wonder, zelfs al had ze een huishulp. Ze had (zo leerde ik later) wel én telefoon én geheime maar trouwe leveranciers-winkels. 
Heerlijk, ik voelde me een samenzweerder, deel van een immens en geweldig complot. Van mijn wensen herinner ik me niet zoveel. Rode laarsjes en in 1979 (36 jaar geleden!) Kulturfahrplan van Werner Stein waren, dacht ik mijn laatste Sintgeschenken. Dat boek van 1632 flitterdunne pagina's, gaf in 50.000 feiten een overzicht van 13.000 jaar voor onze jaarrekening tot 1975. Een bijzonder boek over alle levensdomeinen, dat eerst veel, dan minder en nu maar af en toe wordt opengelegd. 
Mijn drie zussen en vier broers hadden net als ik, elk een plek, een hoekje op de eettafel of op een stoel. Dat was zijn of haar privé Sintreservaatje. Die was met een wit of veelkleurig tafellaken bedekt. Ik wist goed waar het mijne was: rechts achteraan op de hoek. Daar lag wat ik in een vriendelijke en beleefde brief aan de heilige man had gesmeekt. De glazen ruitjes van de eetkamerdeuren - naar de inkomhal, de keuken en de ‘voorkamer/ex-bureel’- werden vakkundig met papier beplakt. Zo kon niemand naar binnen gluren en verklappen wat de Sint had gebracht. 
Het spannendste moment? Als we in een rij mochten staan en de deur open mocht! We stoven naar binnen… Door de jaren wisten we precies waar ons plekje was. De ‘kleintjes’ werden door ouders of oudere broer/zus gegidst naar hun cadeautjes. Elke (betaalbare) wens werd vervuld. Melkchocolade mannetjes, niknakjes met sukerpuntjes en mandarijntjes, malse figuurtjes en waardeloze maar lekkere chocolademunten lagen kris kras verstrooid. Onze irriterende huishond werd streng uit de eetplaats geweerd tot alle lekkernij veilig opgeborgen was. En wonder boven wonder: we werden twee keer verwend. Ook bij onze grootouders was 'hij' gekomen... Ongelooflijk, maar waar.

EEN BRIEF
Ik heb die traditie gekoesterd en verlengd. Als mijn dochters - nu ouder dan 25 jaar - een brief schrijven, komt hij en blijft hij komen. Zonder brief geen Sint. Toen ze klein waren, moest dat ook. Eerst was dan dat een simpel blad, beplakt met prentjes van hun wensen uit een reclameboekje van de GB of Blokker. De Lidl en Aldi bestonden nog niet. Daarna werden dat vriendelijke epistels - waar gezwoegd op werd - met vele beloftes en wensen… Die belandde in een van hun schoentjes aan de terrasdeur - een haard hadden we niet - steevast met een biertje, twee klontjes suiker en een wortel: iets voor Sint en iets voor Piet. Enkele weken braaf zijn - of zo braaf mogelijk - was een conditio sine qua non. Tussen 6 november en 6 december 1 maal een schoen zetten. Het chocoladen ventje met de mandarijn was het préfeest. Ik heb nooit begrepen hoe mijn vader (of moeder) erin slaagde ons een zwarte handschoen te doen zien die plots een handvol niknakjes door de woonkamerlucht kon gooien. Dat raadsel werd ons nooit uit de doeken gedaan. Ik heb het nooit durven imiteren uit vrees voor ontmaskering.
Die brief moest meestal voor 11 november in de schoen zodat de Sint tijd had om het nodige te zoeken en brengen. Dochter twee overdreef graag in het aantal geschenken (vragen kost toch geen geld, moet ze hebben gedacht). Ze wisselende graag de weken voor dé datum. Dat bezorgde me soms grijze haren. Vooral wanneer ik te vroeg mijn aankopen deed. De inhoud van haar eigen brief… had ze - gelukkig - tegen 6 december zelf al vergeten, wat ook weer gemakkelijk was. Ze presteerde het om in haast elke brief een hondje te wensen: dat kreeg ze nooit. Buiten wandelende takken, twee goudvissen of een marmot, die wel stokoud (lees: heel grijs) werd en ze in de rechterzijzak van haar peignoir meezeulde - ging mijn beestentolerantie niet. Ook omdat dochter een en vooral twee allergisch waren voor honden- en kattenhaar. Dochter een was eigenaardiger genoeg een stuk realistischer en beperkte haar eisen. Maar, maar… de dag dat ik haar moest vertellen - ik dacht in het vierde leerjaar? - dat die goede man eigenlijk niet echt bestaat, barstte ze met ‘Dat kan toch niet! Neen!’ in tranen uit… Hartverscheurend, maar ik moest dat wel bekennen. Haar Bosnisch vluchtelingetje-klasgenootje-vriendinnetje Admira - die nooit eerder van onze grote weldoener hoorde - kwam aan me vragen wat ze zou moeten doen opdat de Sint ook bij haar zou komen! Ontroerend… Mijn dochter had te veel reclame gemaakt voor hem.

DE DAG
En dan kwam de dag. En hoe wisten onze meisjes dat? Mijn man legde op de vooravond van deze hoogdag, op kousenvoeten om ze niet te wekken, een spoor van niknakjes van hun slaapkamerdeur naar de woonkamer. ’s Morgens werden we gewekt met gejuich en gelach… Die gezichtjes. Daarvoor alleen was het de moeite, om te doen en te blijven doen. 
En soms kwam hij in levende lijve dankzij die lieve Yvonne. Dat was pas een belevenis. Al zei dochter twee na zijn bezoek - ze was toen 5 -  terwijl ik haar waste op de badkamer voor het slapen gaan: 'Dat is gene Sint, dat is ne mens'. Ik deed alsof ik het net hoorde... en veranderde snel van onderwerp.

HIJ BLIJFT
Ja, daarom blijft hij dus komen, de Sint. Elk jaar opnieuw… maar niet–nooit zonder brief. En mijn meisjes schrijven allebei voor 11 november. Hun brieven zijn niet meer met de handgeschreven maar getikt en komen via mail, al dan niet geïllustreerd met leuke tekeningen en fotootjes, in zeer vriendelijke bewoordingen. Juweeltjes om te bewaren dus. Zo vroeg dochter twee nog dikwijls - met een grote glimlach - een hondje maar ook wel eens een Ferrari of een appartement. Dochter twee hield het meestal nog zeer bescheiden: een bon voor een boek of zo. Ik vergat en vergeet soms wel eens hun voorkeur in chocoladen beeldjes: witte, zwarte of melk omdat ik zelf een verslaafde melkchocolade fan ben (en die van de Aldi en GB zo lekker zijn). 
Hoe dan ook: hij komt en hij houdt niet van excessen. Er moet nog wat over zijn voor kinderen die niets hebben of niets krijgen… en later, voor mijn kleinkinderen.


ps. De Italiaanse schoonzoon ontroerde de Sint tweemaal: de eerste keer door te schrijven dat hij niets moest hebben van de Sint en alles naar arme kinderen moest, en dit jaar door te schrijven... in het Nederlands!