Herinnert u zich dat ik schreef over de zelfmoordpoging van mijn Amaryllis op 23 december?
Over haar die zich, na exuberant bloeien, op een zekere nacht te pletter stortte en er daarna in slaagde, met het hoofd fier omhoog, een nieuw elan te vinden in haar leven?
Verontrustend en pijnlijk vond ik het eerst, daarna moedig en bewonderenswaardig.
Dat ongelooflijke verhaal heeft deze week, meer dan drie maanden later, een indrukwekkend en hartverwarmend vervolg gekregen: ze kreeg een nieuw leven! Haar wacht een mooie toekomst.
De natuur is, in bepaalde gevallen, o zo sterk.
Niet altijd. Zo is deze week weer eens bewezen...
Alle boeken van Ann Driessen
zaterdag 4 april 2015
zondag 22 februari 2015
Het jaar van schaap of geit?
Ik vind het niet zo
duidelijk: is het nu het jaar van het schaap of van de geit in China?
Schapen en geiten, dat zijn toch twee verschillende dieren?
Schapen doen me aan
mijn nonkel Wilfried denken en aan zijn kleinzonen Owen en Ryan die lammetjes eten
geven. Bij geiten denk ik aan mijn tweelingzus. Die lanceerde een bewonderenswaardige
actie ‘Geiten voor moeders’ in Congo.
Met wie voel ik me het
meeste verwant: met een schaap of een geit? ‘Geit’ kreeg ik wel eens naar mijn
hoofd geslingerd - en noemde ik mezelf stilletjes - als ik een domme opmerking
maakte of iets doms deed. Een arm schaap voelde ik me wel eens als ik plots in
het ziekenhuis belandde of als freelance journalist op de bank in het rood
stond.
Graag een schaap
Ik
wil graag een schaap zijn als dat betekent: hart op de juiste plek, goede
manieren, romantisch, graag iemand in de watten leggen, artistiek en spiritueel
zijn… Als ik zie welke negatieve kanten dat beest heeft, voel ik me helemaal niet
verwant. Dat wollig dier is besluiteloos, afhankelijk, kan niet zonder baas, is
erg gesloten, een klager, gaat voorzichtig te werk en is sentimenteel.
Ik
heb me al eens een zwart schaap gevoeld. Niet leuk. Schaapjes tellen onder de
wol, doe ik niet. Schaapachtig lachen soms wel. Ik heb, na veel moeite, enkele
schaapjes op het droge…
Ik
laat me niet meer als een schaap naar de slachtbank voeren. Ik ben ook geen
wolf in een schapenvacht. Maar ik ken er wel: zulke wolven. Pas op… ‘Wie mild
is voor de wolf, is wreed voor de schapen’ schreef vriend-magistraat Luc. Terecht.
Een schurftig schaap bederft de kudde, echt waar. Daar is niets aan te doen als
de herder niet ingrijpt. Als een herder dwaalt, dolen de schapen.
En beter
een dag als een tijger dan honderd als een schaap? Neen ‘Ik ben niet bang voor
een leger van leeuwen die geleid worden door een schaap. Ik ben bang voor een
leger van schapen dat geleid wordt door een leeuw’, zei Alexander De Grote ooit. Ik ook.
Schaap, ooi, ram of geit?
Maar moet
denken de Chinezen aan een ooi, een ram of een geit? Ik weet het niet, laat ze
zelf maar kiezen. Een ooi zou o.m. symbool staan voor onschuld, liefdadigheid,
zachtmoedigheid, maar ook voor domheid, blinde onderwerping en hulpeloosheid. Een
ram zou niet alleen voor daadkracht, onvoorzichtigheid, onvoorspelbaarheid en
leiderschap staan, maar ook voor mannelijkheid en geweld. Feit is dat beiden sinds
de oudheid als offerdieren gebruikt door vele religies. Of ik daardoor als van
het Lam Gods geslagen ben? Neen.
Geiten!
Ach, geef mij de
geiten van mijn onvermoeibare zus Gertie! Een geit staat symbool voor
doorzettingsvermogen, flexibiliteit en kracht. Dat is heel toepasselijk voor haar
Geiten-Voor-Moeders-actie. Het principe is heel simpel: geef elke moeder drie
geiten. Die zijn sterk, kweken goed, vragen niet veel onderhoud, zijn
gemakkelijk te houden. Ze leveren melk voor hun kinderen en zijn door hun melk,
vlees en geitjes een bron van inkomsten… Ik was meteen verkocht. U ook?
Moeders steunen met geiten, kan via BE11
0688 9424 5148 BIC GKCCBEBB met
vermelding ‘Geiten voor moeders’. Vanaf 40 euro volgt een fiscaal attest.
Wacht niet te lang met
steunen… Eerst in 2027 volgt een nieuw jaar van de geit of het schaap!
woensdag 21 januari 2015
zondag 18 januari 2015
donderdag 15 januari 2015
Dalvajoes is (niet) meer dan een hoop stenen
Dalvajoes is niet meer. Het witte huis op de hoek, dat meer dan 60 jaar
de Dorpsstraat van As domineerde, waar acht kinderen - ook ik - hun jeugd doorbrachten, is
afgebroken. Dat opmerkelijke huis werd
gebouwd in 1952 door
Binnen idem dito. In de hal was een gegoten halfverheven Italiaanse Madonna met kind ingemetseld, gemaakt door Federico Fedrigo uit Hasselt. ‘Houd het vuur brandend’, getekend door pater passionist Rombout en in hout gegrift, hing boven de hoge Euville-stenen renaissanceschouw van 90 frank, afkomstig uit het afgebroken kasteel Mazy in Zwartberg, maar oorspronkelijk uit een afgebrand kasteel in Presseux (Luik). In het schrijverskantoor van mama - dat ze afstond toen haar moeder kwam inwonen - was er een engelenkop uit huis van zijn overgrootouders Driessen-Theunissen in Genk, gebombardeerd tijdens WO II. Een eiken trap - hij tekende, Van Dommele produceerde - leidde via een enorme muurspiegel naar slaapkamers en badkamer. Het huwelijksbed - en huis - werd ingezegend door pastoor Winters, pastoor Jef Goosens uit Uikhoven en pater Hilarion Thans O.F.M. Ik heb de heren meermaals vervloekt: acht kinderen is echt te veel.
WIE SCHRIJFT DIE BLIJFT
Er was een kamer voor de vier jongens en een voor de vier meisjes. Heel wat jaren waren we met 11 in huis: met eerst een inwonende huishulp, daarna achtereenvolgens moeders moeder Marraineke en vaders vader Peter. Die stierven bij ons.
Het huis is nu afgebroken, de stenen gaan-zijn weg en maken plaats voor iets nieuws. Wat blijft over?
ps. R. Hubrechts en Marthe Bamps uit As tekenden-schilderden Dalvajoes. Kleinzoon Tim zorgt voor de naamplaten van het huis!
Mijn vader architect Mathieu Driessen
(+2002) en moeder schrijfster Monda De Munck (+2010) bouwden het huis op bouwgrond van 50.000 frank van de familie Raedschelders.
Dalvajoes. Het huis dankte zijn naam aan de roman,‘De Vrouwen van
Dalvajoes’, uit 1948, 337 blz. Dalvajoes is een samentrekking van ’Het dal van Josaphat’ of ‘Het paradijs’. Maar
dat was het huis niet, toch niet voor mij.
In dit huis leefde mijn
vader 50 jaar, mijn moeder 58 jaar.
‘Ziekten hebben we gelukkig haast niet gekend, ongelukken ook niet, maar veel
geboorten en bezoeken ‘schreef mijn vader. Het was ooit
een huis, soms ook een thuis. We aten, sliepen, speelden, leefden er met
tien, soms met elf, en een door mij verwenste straathond Speedy of Zorro.
In goede en
in kwade dagen, nooit in rijkdom, al dacht iedereen dat.
Dat huis leek groot en groots, maar we
hadden niets te veel, integendeel. ’Het
was niet gemakkelijk dit alles in de juiste banen te leiden, gezien financiële
moeilijkheden door de leningen op het huis in As en kantoor in Kuringen, de studies
van de kinderen en de huwelijken. Maar Goddank zijn we er door gesparteld, met
de hakken over de sloot…’
Ja, dankzij zijn erfenis.
Ja, dankzij zijn erfenis.
SCHRIJVEN
In dat huis
werd veel geschreven, romantisch door haar en volkskundig door hem. Schrijven
was een microbe die we alle acht erfden, de ene al meer en
anders dan de andere.
Uit haar pen
vloeide tussen 1948 en 1990 onder meer ‘Zilverdingske’,
‘De vrouwen van Dalvajoes’, ‘Mattie’,
‘Dit is het paradijs’,
‘De vijf zonen van koning Grijsbaard’, ‘Morgen verwittigt niet’,
‘Het blanke beest’,
‘Kinderen toegelaten’
en ‘De ABC kinderen’. Uit de zijne na 1975 onder meer bijdragen over zwerfstenen en schansen, molens en openluchttheaters, metselaartekens, valkeniers, ossenfeesten, kettingbrieven en andere volkskundige thema's.
GESCHIEDENIS
Mijn vader ontwierp het huis zo dat hem ideaal leek ‘om een leven op te
bouwen en hun gezin te beschermen’. Het was geen hoop stenen, o neen. Hij
gebruikte brokken geschiedenis.
In de gevel
stond een nis met een beeldje van de heilige Lutgard, patrones van blinden, zwangeren én Vlaanderen.
Aan de buitentrap plaatste hij de grafsteen van het zoontje van zijn tante,
gebeteld door zijn grootvader Nunzio di Natale in Villeneuve (Zwitserland). De arduinstenen rond
voordeur en balkon kwamen van het geboortehuis van mama aan
de Koningin Astridlaan in Hasselt. Tegen een buitenmuur stond ook een
gedenksteen voor vliegeniers die in Beverst verongelukten.
Binnen idem dito. In de hal was een gegoten halfverheven Italiaanse Madonna met kind ingemetseld, gemaakt door Federico Fedrigo uit Hasselt. ‘Houd het vuur brandend’, getekend door pater passionist Rombout en in hout gegrift, hing boven de hoge Euville-stenen renaissanceschouw van 90 frank, afkomstig uit het afgebroken kasteel Mazy in Zwartberg, maar oorspronkelijk uit een afgebrand kasteel in Presseux (Luik). In het schrijverskantoor van mama - dat ze afstond toen haar moeder kwam inwonen - was er een engelenkop uit huis van zijn overgrootouders Driessen-Theunissen in Genk, gebombardeerd tijdens WO II. Een eiken trap - hij tekende, Van Dommele produceerde - leidde via een enorme muurspiegel naar slaapkamers en badkamer. Het huwelijksbed - en huis - werd ingezegend door pastoor Winters, pastoor Jef Goosens uit Uikhoven en pater Hilarion Thans O.F.M. Ik heb de heren meermaals vervloekt: acht kinderen is echt te veel.
WIE SCHRIJFT DIE BLIJFT
Er was een kamer voor de vier jongens en een voor de vier meisjes. Heel wat jaren waren we met 11 in huis: met eerst een inwonende huishulp, daarna achtereenvolgens moeders moeder Marraineke en vaders vader Peter. Die stierven bij ons.
Het
huis werd in 1975 - veel te laat - vergroot, maar daardoor konden gasten,
kinderen-in-de-bouw of in het buitenland er tijdelijk onderdak krijgen.
In
de nieuwe achterdeur uit Fins hout, grifte hij eigenhandig ‘Dit nu kan niemand u geven, liefde, vreugde
en vrede, ze worden uit uzelf geboren’. En deze tekst, jawel, komt uit ‘Dit
is het paradijs’, een andere roman van mijn moeder.
Het huis is nu afgebroken, de stenen gaan-zijn weg en maken plaats voor iets nieuws. Wat blijft over?
8
kinderen, 27 kleinkinderen en een enorme bibliotheek over volkskunde, molens,
valkeniers en de Vlaamse geschiedenis die na hun dood werd geschonken aan o.m. het
Openluchtmuseum Bokrijk, het Molenmuseum, de vzw Leca, KADOK, het Vlaams Instituut voor Architectuur, Het Archief van het
Vlaams én het Letterenhuis. Zo blijft hun leven - met ons en die boeken - nog een
tijd voortleven… liefst met die leuze en die spreuk.
ps. R. Hubrechts en Marthe Bamps uit As tekenden-schilderden Dalvajoes. Kleinzoon Tim zorgt voor de naamplaten van het huis!
Abonneren op:
Posts (Atom)