Alle boeken van Ann Driessen

Alle boeken van Ann Driessen

donderdag 8 oktober 2020

MIJN TANDARTS KRIJGT EEN TIEN


Waar moet ik kijken met mijn verdoofde mond open? In witte lampen? Naar het kleurloze plafond? Naar een stuk glas? In de diepe, donkere ogen van mijn vriendelijke tandarts? Naar zijn kraakwit poloshirt met zijn naam in blauwe letters? Naar het beetje borsthaar dat komt piepen? Naar de fijne hand van zijn medewerkster die de afzuigbuis hanteert? Ik hoor haar aangename stem, maar zie haar gezicht niet door mijn naar rechts neigende lighouding op de tandartsstoel. Zij kijkt en assisteert de man die mijn tandvlees aanpakt.

Hij heeft niet ontbeten, of te weinig. Zijn maag grolt tweemaal. Hij kijkt geconcentreerd door niets afgeleid naar de plek in mijn mond waar hij een kleine operatie moet doorvoeren: snijdt (zijn mesje bezorgt me angst), boort (dat geluid haat ik), vult (met ik weet niet goed wat, iets levenloos, dat later toestaat tanden te plaatsen) en naait (met een blauwe draad?), zo bleek na afloop.

Het hele proces begint met verdoven. Zijn eerste verdoofspuitje raakt zachtjes, geruisloos en bijna pijnloos in mijn tandvlees, ergens bovenaan. Oef, een heel goede start. De andere drie voel ik nog minder. De eerste etappe is achter de rug. Hij slaagt met 10 op 10. Grootste onderscheiding, als ik punten zou mogen geven.

Daarna volgt een half uur van gezoem, geboor en andere voor mij onzichtbare en onzekere handelingen, voor hem zijn vak, zijn gewaardeerde ervaring en kennis en zijn grondige voorbereiding.

ZENUWEN

Ik onderga wat moet. Ik probeer niet verdrinken in zijn ogen, niet af te dwalen en ook niet te verdwalen. Ik blijf in het hier en nu. Ik wil alles zo goed mogelijk volgen en liefst niets voelen, zeker geen pijn. Mijn zenuwen zijn gespannen, mijn nerveuze handen kneden mijn blauw gestreepte zakdoek alsof het deeg is. Mijn rug spant zich constant. Ik slaag er met moeite in om mijn binnenste te kalmeren zodat het buitenste gedeelte berust. En dat terwijl hij en zij alle moeite doen woorden en handelingen, om mij gerust te stellen. Ik heradem even als tandarts en assistente de hits van Radio Nostalgie bespreken, die op de achtergrond spelen. Ik kan me jammer genoeg niet voegen in hun gesprek. Maar het normale bij dit abnormale kalmeert me even. Over welke nummers ze het hadden ben ik ondertussen al vergeten, maar het waren klassiekers uit mijn tijd.

Ik word rustiger en toch weer niet, als ik de blauwe draad een keer of twintig - ik raakte de tel kwijt - zie passeren. Hand- en precisiewerk voor een snee van een centimeter te dichten. Zou hij de gaten in zijn sokken ook herstellen? Wie leerde deze man zo secuur naaien? Het einde van mijn operatietje is in zicht. Hoera.

Geen uur later na mijn aankomst sta ik buiten, 950 euro armer, want niet terugbetaald door geen enkel ziekenfonds. Onbegrijpelijk, want hoe gezond of gemakkelijk is het leven zonder de nodige tanden? In mijn hoofd - en op mijn computer - zit al enkele weken een verder plan van aanpak dat me een luxevakantie of tweedehandsauto zal kosten, gelukkig gespreid over vele maanden. Met een half gebit knabbelen, is op termijn nefast voor mijn overblijvende tandencollectie en, zo voorspelde mijn chiropractor, misschien ook mijn evenwicht, mijn rug, enz.

IJSZAK

Een ijszak tegen mijn wang - de volgende uren telkens vijftien minuten - moeten de gevolgen zoals
pijn en dikte proberen te beperken. Andere richtlijnen heb ik op papier en op zak: geen warm eten, geen sporten, geen inspanningen, niet buigen, half liggend slapen, enz. enz. enz., plus een pijnstiller en een ontstekingsremmer.

ANGST

Geconcentreerd en langzamer dan ooit, fiets ik naar huis, opgelucht dat ‘dit’, de eerste stap, achter de rug is. Elk tandartsbezoek - hoe klein of hoe groot ook - is voor mij iets om niet naar uit te kijken (zelfs uit te stellen), iets om vooraf meermaals wakker van te liggen en iets om je, zelfs dagen voordien, angstig over te voelen (angst voor de pijn die soms niet soms wel komt. Maar deze onprettige ingreep is nu eenmaal noodzakelijk.

De volgende dagen ben ik echt niet om aan te zien. Mijn linkerwang lijkt op die van een reuze hamster. Eraan komen mag-kan niet. De eerste nacht is vreselijk, de volgende gaan wel. Mijn dikke wang krijgt een kleurtje en dat blijft een week lang, al mindert de gezwollig- en bolligheid daggewijs. Twee weken later zijn de draadjes op een wip eruit. Bedankt professor Eghbali. Ja, hij is een echte prof, een ingenieur én een paradontoloog-implantoloog. Ik was, of moet ik zeggen zat-lag, dus in de beste handen.

Op naar de volgende afspraak… in 2021. Met iets minder angst?😁😰

#tandarts#angst#stress#schrijven#boekenvanann