Van kinds
af fascineert dat dier (beest is niet edel genoeg) me. Waarom weet ik niet. Zijn,
kracht, zijn gratie, zijn vacht, zijn grootte? Zijn stijl of prestaties? Zijn temperament of zin in avontuur?
Deelnemen
aan een ‘Sportakamp paardrijden’ was, een feest en een paardrijvakantie bij een tante
in Venlo een luxe. ‘Mijn’ paard - in werkelijkheid eigendom van een
winkelier - was geen gewoon ‘paard in een wei’. Hij was een vriend die ik als puber mijn internaats- en liefdesverdriet kon vertellen, elk weekend opnieuw, gewapend met wortels, brood en gras… soms met suikerklontjes. In weer en
wind, regen en zonneschijn, stond hij daar terwijl ik keek, aaide, praatte. Zijn
blik van ‘ik begrijp je’ gaf me moed, deed me deugd.
Andere onvergetelijke paardherinneringen? Het moordende paard van Troje, de handgemaakte schommelpaarden van Leeds, de snelheidsduivels
van de Waregemse paardenkoersen, de wilde IJslandse paarden (GEEN pony’s), de bijna
3000 jaar Chinese oude terracottapaarden van XI’AN.
Een Jaar
van het paard? Voor mij mag het een eeuw zijn. Voor tweeling Wannes en Rinus
uit Staden wellicht ook. Ik ben geboren in een Paardjaar. ‘U zit
in een jaar met ups en downs. Wat u kan doen? In beweging komen. Hoe
meer u ‘in beweging bent, hoe beter u dit jaar kunt doorkomen’, las
ik ergens. Dat is
genoteerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten