woensdag 17 juli 2013

Iets verbloemen?


Week 1. Op weg naar de krantenwinkel.
Ik dacht dat ik wist wat de uitdrukking ‘iets verbloemen’ betekent: dat mensen hun leven mooier voorstellen dan het is. Ik weet nu dat dit letterlijk te nemen is: uit de rijkelijk beplante bloembakken, door de stad Gent in ijzeren halters opgehangen aan de waterkant, kasplantjes mee naar huis nemen. Het schoepen van fleurige eenjarigen om je eigen leven iets meer coloriet te geven. De variatie in het pikgedrag heeft zelfs een racistisch tintje: niet elk plantje komt in aanmerking. Er zijn er die geen aandacht kregen, in dit geval, gelukkig.









Neen, dat is niet fraai, dat gegraai in de donkere aarde als iedereen slaapt. In de veronderstelling dat het fleurig goedje elders staan te pronken? Vergeefbaar indien je in armoede leeft? Het blijft diefstal, stelen van de gemeenschap, van u en ik die braaf belastingen betalen.
Ik heb niets te verbloemen.

Week 2. Op weg naar de kapper.
Een bak of tien kreeg ongewenst bezoek, lege donkere putjes gapen me toe. Kleine kraters in donkere aarde. Een snode hand heeft dit keer geen bloemen verplaatst maar echt wonden geslagen. Groenwerk, dat door zorgende handen en liefde tot stand is gekomen, is over de straatstenen gezaaid, samen met de inhoud van een gele vuilniszak. Her en der liggen de purperen petunia’s op apegapen. Mijn subiete reddingspoging - oprapen en terug planten - blijkt gelukkig enige overlijdens te voorkomen: een aantal dappere kleurlingen slagen erin zich - na een week - opnieuw te vestigen, ondanks slag en stoot. De vertrappelden zijn uitgeblust. Het is maar een bloem. Ja. Maar de fierheid van de stadstuinder, de buurtbewoner en bloemenliefhebber is aangetast.
Ook tussen de mooiste bloemen groeien er brandnetels.


Ps. De schoonheid van de omgeving biedt geen garantie voor onaangename zaken.

Geen opmerkingen: