zondag 4 december 2011

Ik wil bomen over bomen

Kerstbomen, al twee weken irriteren ze me, eerst in mijn geboortestad Hasselt en daarna ook in Gent. Verlichte en versierde dennen. Waarom krijgen die bomen te veel en te snel aandacht en de andere niet? Denk aan het gevecht om de Japanse  kerselaars in Gent, de lindebomen in Antwerpen en de platanen in Brussel. ‘Een boom is emotie’ las ik in De Standaard. Vandaar.

Met die overdreven aandacht  voor verlichte en versierde dennen, ontwikkel je toch een Kerstboomhaat? Een anti-Kerstgevoel?

Weg met de Sint? De Sint wordt een echte paria: hij heeft geen hemel, geen slee met vier paarden en geen den, maar hij komt uit een land in moeilijkheden, uit een schouw, met één paard en één helper. Hij is de mindere heilige, de zwakkere broer. De man die eerst komt en eerst gaat, en die veel korter mag blijven.

Geef de Sint toch zijn Sinttijd en de Kerstman zijn Kersttijd!  Laat de tweede niet voor de eerste rondlopen. Laat de lampjes, ballen en engelen in de kast tot de Sint verdwenen is. Ontneem de kinderen hun heilige niet. Geef elke man, elk feest zijn tijd. Stel dat er ruzie van komt door de discriminatie van de ene en de bevoordeling van de andere…

Waar eindigt dat dan? In Hasselt, in een proces in een andere boom, de rechtbankboom van architecten Berben&Meyer?
De takken van deze indrukwekkende Hazelaar symboliseren de onderdelen van justitie. Het lijkt de ideale plek om door te bomen over goed en kwaad, recht en onrecht, misdaad en straf, schuld en boete. Maar hoge bomen én heiligen vangen veel wind. Dat mag en moet ook, maar aan de vruchten kent men zijn boom.


Geen opmerkingen: