Nooit meer oorlog
Onze voorgangers hadden het gehoopt, gewenst, gedacht… lang geleden.
Wij ook nog. Het is niet gelukt. Gone but not forgotten. Dat is die Grote Oorlog wel. Dat kan ook niet anders.
Meer dan 20 miljoen soldaten en burgers zijn gestorven en gewond geraakt tussen 1914-1918.
“Dé grote les voor Europa is: samenwerken en niet tegenwerken”, zei Piet Chielens, conservator van het interessante In Flanders Museum, donderdag in Terzake. Vandaag sluit het museum de deuren voor renovatie.
Chielens heeft me eens vakkundig gegidst door een deel van het vroegere oorlogsgebied, rond Poperinge en Kemmel. Zijn pakkende passages uit het boek van pastoor Van Walleghem, die 350 doden en 500 gewonden beschrijft in of rond Dikkebus, heeft me sindsdien niet meer losgelaten. Noch de immense velden Franse en Britse graven waar zelfs 17- en 18-jarigen liggen, ver weg van hebben en houden. The Grave Commission, in 1917 opgericht door Jungle Book schrijver Rudyard Kipling heeft nog werk. Zijn beroemdste gedicht IF heeft als laatste woorden ‘you’ll be a Man, my son’. Dat is niet mogen zijn. John stierf in september 1915 aan het front, in de Slag bij Loos in Frankrijk. Hij was 18.
Laatste stop van mijn beperkte oorlogsfietstocht: Cimetière National Français de Kemmel. Daar rusten de beenderresten van 5294 onbekende officieren, onderofficieren en soldaten die voor hun vaderland op Belgische bodem zijn gesneuveld.
‘Passant, souviens toi et prie’ staat er te lezen.
Kan ik het ooit vergeten? Neen. Vergeten kan ik niet, het niet en hen ook niet. Zij die zij aan zij naast ons stonden… Europeanen, Amerikanen, Chinezen, Algerijnen, Maori en zoveel andere wereldburgers. In nood kent men zijn vrienden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten