2023 zwaaide ik rustig uit, 2024 begroette ik voorlopig zorgeloos. Januari geeft me de kans om na te denken en me te bezinnen over wat me blij en niet blij maakte en maakt. Heb jij ook een lijstje?
π
Waar begin ik? Ik ben blij dat ik uit een groot gezin kom, iets dat ik vroeger nadelig vond. Het leren samenleven met moeilijke karakters, talrijke gebreken en onherroepelijke tekortkomingen (van mezelf incluis)gaven me vleugels en harnassen. Ze bezorgden me een geweldloze bewapening tegen moeilijke omstandigheden, maar ook inspiratie en creativiteit en gevoelens van medeleven, solidariteit en rechtvaardigheid.
π
Ik ben blij dat ik na zes jaar
ongelukkig internaatsverblijf in Leuven kon en mocht studeren wat ik wilde en
daar ook mijn beste vriendin ontmoette.
Ik ben blij dat ik niet meer
rook: roken stinkt, is duur en ongezond. Net voor 2000 stopte ik met dat getrek,
gezuig, gezabber. Toch snak ik af en toe naar een sigaret, vooral op moeilijke dagen.
Vreemd.
π°
Ik ben blij dat ik geen freelancejournaliste meer ben. Het schrijven op zich was boeiend. Het het onderbetaalde en ondergewaardeerde werk niet. Vaarwel
stress en enkele oneerlijke collega’s.
Ongelijkheid, discriminatie en onrechtvaardigheid komen, jawel, in de ‘beste’
kringen voor.
π΄ππ»π»π»π»
Ik ben heel blij dat ik een
compagnon de route heb, moeder ben van twee heerlijke dochters en oma van nu 2 schatjes en weldra van vier: dat is soms een last-belasting omdat ik Γ©cht
geen supermens ben-wil-kan zijn en worden. Maar meer dan soms vervult die kroost (vooral die kleintjes) me met een
onbeschrijfelijk aangenaam hartverwarmend gevoel. Zonder hen Γ©n mijn schrijven zou mijn leven
leeg zijn… Mijn rijkdom is aangevuld met liefhebbende zussen, familie en vriendinnen.
✈
Ik ben blij dat ik niet meer vlieg. Weg met die milieuvervuiling, ondermaatse prijzen, stress, benauwdheid, opgesloten gevoel en claustrofobische situatie. Ik kan niet meer vliegen naar mijn dochters als ze in nood zouden zijn. Dat steekt. Mijn back-up, man en hun vader kan dat wel. Hij heeft voldoende ervaring met baby’s en kinderen: met baden, verzorgen, pamperen, eten geven, vertroetelen en liefhebben.
Ik ben blij dat ik niet meer
vroeg uit de veren moet, want daar heb ik een hekel aan. Ik ben een avond- en
nachtmens. Heerlijk, elke ochtend rustig ontbijten met een krant. Heerlijk, tot na 19u of 20u schrijven. Soms kan ik echt niet stoppen (hij ook niet)…
π
Ik ben ook blij dat mijn dagen en avonden aangenaam gevuld zijn - naast schrijven - door bezoek van of aan (onverwachte en verwachte) familie of vrienden, vrijwilligerswerk voor CAW, VOG of Uilenspel, een toneel-en filmvoorstelling, een receptie, een feestje, een lezing, of de TV-kijken. Elk nieuws is welkom, elke moord ook. Met thee, alcoholvrij bier of een wijntje, soms ook met die vermaledijde smakelijke (naturel of pickles) chips.
π‘
Ik ben blij dat ik niet meer in Hasselt, Leuven, Veurne, Sedrata, Antwerpen of Amersfoort woon, ook al heb ik overal mooie herinneringen. Ik ben nu thuis, in een huis, in Gent. Neen, ik ben niet (meer) van ‘de’ Limburg. Ik ben een Gentenaar, een Belg, een Europeaan, een wereldburger met wortels en affiniteiten in alle continenten.
π π³ππ
Ik ben heel blij dat ik schrijf,
dat ik graag schrijf, dat ik wil schrijven, kan en mag schrijven, elke
dag. Zolang ik wil, zoveel ik wil en kan. Dan leef ik, herleef ik, bleef ik. En tussendoor wandelen, lezen,...
π©
Ik ben blij dat die zwarte hond niet meer zo dikwijls opduikt in mijn hersenen. Vroeger was dat een dobberman, nu meestal een pekinees, afhankelijk van mijn gevoel-gedrag-gedachte. Dat beestje jaagt me angst aan, geeft me stress, bezorgt me verdriet en slapeloze uren om duizend kleine en grote dingen die, nadat het beest verdwijnt of wegloopt, onbenulliger of beheersbaarder blijken.
Ik mag heel blij dat ik niet echt ziek ben, geen kanker heb, niet verlamd ben, alleen af toe moe of moedeloos en duizelig op bank of bed. Dat kan ik aan, want dat is het leven, vallen en opstaan, als dat maar voor even is.
Ik ben wel niet blij dat ik bijna 70 ben. Ik heb nog veel plannen en wensen maar besef dat ik de laatste fase van mijn leven inga. Onomkeerbaar en onherroepelijk is dat. Maar vermijd me niet, cijfer me niet weg. Spreek, vergader, organiseer, wandel, zucht of lach met mij. Denk niet aan wat ik niet meer kan, maar wat ik kan (dat is heel veel), niet aan wat ik moet, maar aan wat ik echt wil zijn, doen, beleven…Ps. Ik ben ontzettend, ongelooflijk blij dat ik geen slachtoffer ben van oorlog, van geweld, verwoesting en vernieling, van koude en honger, van brand of water, van ruzies, van misbruik en zoveel andere drama’s…