Ik ben net terug van een week Algerije: na 25 jaar was het een langverwacht en aangenaam weerzien van mensen en plaatsen die we toen twee jaar kenden. Overal, werkelijk OVERAL was unisono ‘Soyez le bienvenus!’ of ‘Welcome’ te horen, soms met een glimlach, een aanbod voor hulp en soms zelfs applaus. Dat pakte me… We waren de enige toeristen want bijna alle Ministeries van Buitenlandse Zaken in West-Europe raden in mindere of hoge mate een reis naar Algerije af. Echt niet nodig tenzij in bepaalde en zeer beperkte gebieden.
Algerije heeft
ontzettend veel te bieden. Tijdens onze reisstops bewonderden we de diepe
kloven met bruggen van Constantine, de indrukwekkende Abdelkader moskee en de
kleurrijke keramiek en muurschilderingen van het paleis van Ahmed Bey, de
wijdse heuvels en volle ooievaarsnesten rond Sedrata, de interessante Romeinse
ruïnes van Tiddis, Khemissa en M’Daurouch, de versteende waterval van Hammam
Meskouthine, het imposante binnen en buitenmuseum Hippone van Annaba met in de
buurt de prachtig gerestaureerde basiliek van Sint-Augustinus… En dan vergeet
ik nog hun heerlijke bourek of brik, couscous, cheghchogha, nouga en deglet
nour dadels onderweg…
Maar...
Algerije heeft ook nog altijd ontzettend veel problemen. Dat zag ik ook tijdens onze bestemmingen. Dat deed pijn. Ze waren er vroeger, ze zijn er nog…
Te veel vuilnis: overal, werkelijk, overal in prachtige landschappen, in de straten, zowel aan zee, als in steden en dorpen. Algerije wordt stilaan een vuilnisbelt en het lijkt niemand nog te storen? Geen enkele plek - toch niet in Noordoost-Algerije - blijft ervan gespaard. Jammer. Zo jammer.
Te weinig renovaties: mooie oude gebouw liggen er verwaarloosd bij. De verf bladdert af, deuren en vensters sluiten niet. Toch wordt er volop gebouwd: appartementen en moskee’s, deels door Chinezen.
Te weinig zorg: in nieuwe hotels zie je ‘de tand des tijds’ al na
twee drie jaar door slecht of onnauwkeurig onderhoud, door gebrek aan grondige
poetsbeurten, door gebrek aan aandacht.
Er is nog veel meer dat: het onderwijs en de gezondheidszorg zijn zorgenkinderen.
Dus mevrouw
Hanoune, mijne heren Bouteflika, Benflis, Rebaïne, Belaïd of Touati: wie
het ook haalt. Doe daar wat aan. Zorg voor uw mensen, zorg voor uw land. Dan kom ik kijken.
Ps. En andere Algerijnen: steek de
handen uit de mouwen. Pak een borstel, neem een vod of een pot verf en begin er
morgen aan: aan straten en pleinen, aan hotels, musea en paleizen. Que
l'Algérie brille!