donderdag 13 februari 2020

IK HEB IETS MET VAN EYCK


Voor de derde keer ‘viel’ ik voor Van Eyck. De eerste keer was dat ongeveer 45 jaar geleden, door mijn vader. De tweede keer gebeurde dat door een Leuvense antiquair, 8 jaar geleden. De derde keer gisteren: toen ik ging kijken naar de expo ‘Van Eyck. Een optische revolutie', in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Gent.

1975 EEN EERSTE KEER
Rond 1975 was het de droom én de wens van mijn vader, architect-volkskundige-kunstminnaar, het talent van Jan Van Eyck te tonen. En dat deed hij met een team, in het onbekende en onooglijke dorp As, waar wij toen woonden. Ik herinner het me alsof het gisteren was: die Van Eyck tentoonstelling in het gerestaureerde Sint-Aldegondiskerkje. Het waren, natuurlijk, geen originelen maar prachtige, verbluffend getrouwe reproducties achter glas. Ze waren het werk van de Gentse priester Alfons Dierick en zijn nu in het bezit van U Gent en op aanvraag te zien. 
Mijn vader stopte me een vergrootglas in de hand zodat ik de kleinste details kon ontdekken: het haar van de engelen, de plooien in Maria’s gewaad, de haast tastbare stoffen, de lichtweerkaatsing in edelstenen, de subtiele gelaatskleuren, de levendige figuren en landschappen. 

Echt overdonderd en gefascineerd was ik erdoor. Wat een vakmanschap voor een Vlaming uit de 15de eeuw. Ik was vooral fan van het dubbelportret van de Italiaanse koopman Arnolfini en zijn vrouw: hun handen en haar, haar groene jurk, de spiegel en dat hondje! Onvergetelijk, al zag ik het 40-45 jaar geleden! Hoe dat komt? De combinatie van artistieke schoonheid en vakmanschap met hemelse muziek maakte een onvergetelijke indruk: mijn vader zorgde dat je Van Eyck kon bewonderen in gezelschap van de hemelse klanken van J.S. Bach.

In 2000, na de dood van Dierick, schreef hij naar diens zus: ‘We waren hechte vrienden door en rond Van Eyck’. Hij vond dat Dierick niet de waardering en erkenning kreeg die hij verdiende. Mijn vader bewonderde zijn opzoekingen, zijn kennis, zijn kunde en zijn fotografie over deze Vlaamse schilder. ‘Hij leefde voor Van Eyck’ schreef hij, en zijn liefde voor Van Eyck deelden ze. ‘Hij verrijkte mijn leven’. Het mijne dus ook. In zijn dagelijks gebed dankte hij Alfons Dierick omdat die man hem de liefde voor Van Eyck bijbracht. Ik bid niet, maar dank mijn vader voor hetzelfde gevoel.

2012 EEN TWEEDE KEER
In 2012, viel ik voor de tweede keer voor deze Vlaamse kunstschilder, net voor de start van de restauratie van zijn meesterwerk ‘Aanbidding van het Lam Gods’. Door de Leuvense antiquair Cor Engelen en Van Eyck kenner, ontdekte ik vreemde details die, zo meende Cor na grondig onderzoek, niet bij Van Eyck of diens tijd pasten. Ik ga met hem dat altaarstuk herontdekken en onderzoeken wat de grondige restauratie aan het licht bracht... 

2020 EEN DERDE KEER
Gisteren mocht ik de overzichtstentoonstelling bezoeken in het Gentse Museum voor Schone Kunsten. Opnieuw ‘viel’ ik voor Jan. Het aantal getoonde werken van hem is niet groot, een 20. De rode draad zijn de 8 prachtige gerestaureerde buitenpanelen van het Lam Gods (het altaarstuk hangt terug in de Gentse kathedraal). Die zijn aangevuld met werk uit Wenen, Berlijn, New York, LA, Washington, VK, en Madrid, ook met (latere) kopieën (o.m. Coxcie), met werk van Italiaanse en Vlaamse tijdgenoten (o.m. Fra Angelico, Veneziano, Quinten Matsijs). Niemand van die tijd, blijkt zijn kunde te evenaren. Er zijn ook miniaturen, polychrome beelden, fijne sculpturen (o.m. meester van Rimini).

Wat een feest voor de ogen, die collectie! Met audiogids én vooral als je gids een gepassioneerde verteller is. Ik luisterde en keek er met vier. Wat een luxe. Ik hing aan hun lippen om niets te missen over dat grote talent: over zijn kleuren, waarheidsgetrouwheid, dieptezicht en achtergrondtaferelen, over zijn natuurgetrouwe weergave van bv. rotsen, lelies en vogels en hun symboliek, zijn geperfectioneerde olieverftechniek, over lichtinval en schaduwen en nooit eerder geziene details, over vergeelde vernislagen, loszittende verfdeeltjes, retouches en zijn handtekeningen.

Ja, ik was voor de derde keer ‘verkocht’. Vooral door zijn heldere en frisse kleuren, zijn levensechte portretten, zijn verbluffende weergave van albasten beelden die uit hun lijsten schijnen te stappen. Het restauratiebudget en - tijd zijn ruimschoots overschreden, maar het is het waard. Ik had het liefst met mijn neus op de schilderijen gezeten: dat mocht en kon niet. 

‘Als je met de neus op zijn werken staat, zie je pas echt hoe fantastisch gedetailleerd Van Eyck kon schilderen’ hoorde ik eerder Johan Desmet van het MSK verklaren. Maar de op oppassers deden hun job. Jammer. Mijn favorieten? De man met de blauwe kaproen, de heilige Franciscus bij een rots die zelfs geologen boeit, de delicate Heilige Barbara, engelen… Jammer dat bv. naast de prachtige panelen van het echtpaar Vydt-Borluut - die roze jurk van haar! - geen kopie hing van hoe het vroeger was. Voor en na samen, dat zegt meer.
‘Nadat je die hebt gezien kijk je met andere ogen naar de dingen’, zei Desmet. Misschien is dat wat ik al in 1975 van deze meester leerde en wat ik in mijn schrijfwerk probeer: laten zien wat hij me liet zien: details die het leven maken en vullen…

Informatie?
- Sint-Baafskathedraal
- KMSK: Van Eyck, een optische revolutie (tot 30/4)
- Sint-Niklaaskerk: tot 1/11: ‘Lights on Van Eyck’, een multimediaal licht- en klankspektakel van 30 minuten
- Kijk ook op: http://closertovaneyck.kikirpa.be.

Tips?
- Kies een dag en uur dat het niet te druk is. De meeste kunstwerken zijn niet zo groot
- Lees vooraf iets over Van Eyck of volg vooral een lezing.
- Neem een foto mee van vroeger mee om voor en na te vergelijken.
- Fotograferen is verboden
- Neem een audiogids of - nog beter - een echte gids!

Het is de grootste Van Eyck-expo ooit. 
Ga die dus zien en word een fan, net als ik. 
Een ticket is wel duur: 25/28/22 euro. 
Voor ‘Rubens en Van Dyck’ in Boedapest betaalde ik de helft...