vrijdag 25 januari 2019

BOEIENDE LEVENS IN BOEKDEEL 23


In het nieuwst deel van het Nationaal Biografisch Woordenboek, waarin elke mens, met een beetje naam, faam en verdienste in/voor ons land, een plaats krijgt, kom ik enkele bekenden tegen, o.m. André Dumont, Monda De Munck en Armand Preud’homme. Met elk van hen, had ik wel iets.

Bij de voorstelling van deel 23 van het Nationaal Biografisch Woordenboek, onder meer door prof. Francis Maes en prof. Lien Verpoest, passeerden vele namen die meer dan één belletje deden rinkelen: Jos Brabants, August Van Cauwelaert, Jean Brusselmans, Jean De Clerck, Annette Brepoels, Hilde Van Sumere, Wannes Van de Velde, Paul De Wispelaere. Om er maar enkele te noemen van de 105 boeiende biografieën, vooral uit de laatste eeuwen. Ze werden door 42 auteurs zorgvuldig door in al hun facetten, met rozengeur en maneschijn, met kommer en kwel en illustraties geschetst. Minstens drie van hen ‘kende’ ik uit mijn Limburgse periode (As en Hasselt): André Dumont (mijnbouwkundige), Monda De Munck (schrijfster, mijn moeder) en Armand Preud’Homme (componist).

DUMONT
André Dumont, geboren in Luik, was hoogleraar geologie en mijnbouwkunde aan de Leuvense universiteit. Hij ontdekte in As 2 augustus 1901 op 541 m diepte de eerste steenkool van Belgisch Limburg. In mijn ex-dorp staat sinds 1951 een monument voor hem door kunstenaar Raf Mailleux precies op de plek waar Dumont zijn geslaagde boring uitvoerde, nl. op de hoek van de Breeërweg en de Vlasroot, nabij de André Dumontlaan. In As werd toen dagenlang gefeest, naar het schijnt. Dat deze man daar voor de toekomst van duizenden mensen zorgde, daar was ik als Assenaar fier op, maar niet over de miserabele, ongezonde werkomstandigheden waarin ze moesten wroeten in de mijnen van o.m. Waterschei, Winterslag, Zwartberg en Beringen.

PREUD’HOMME
Armand Preud’Homme is de man van ‘In de stille Kempen’, van ‘Susa Nina’ (in 18 talen!) en 448 andere liederen. Toen ik eind jaren ’70, in mijn journalistieke beginperiode freelancete voor (toen) BRT Omroep Limburg, Splinternieuws was dat één van mijn opmerkelijkste BV-interviews, net als het gesprek met gouverneur Roppe, met politica Miet Smet of met Piet Jaspaert directeur van het Hasseltse Cultureel Centrum. Mensen die, jonge journalisten als ik, een (vriendelijke en gelijke) kans gaven en iets te vertellen hadden…

DE MUNCK
Mijn moeder schreef honderden cursiefjes en andere teksten en een stuk of tien boeken, o.m. ‘De vrouwen van Dalvajoes’ en ’Mattie’. In de uitgebreide bijdrage over haar komen alle facetten - jeugd, werk bij Limburgia, schrijfster, echtgenote, moeder, enz.) aan bod. Dat is de verdienste van prof. em. Magda Michielsens, gespecialiseerd in vrouwen en literatuur. Door haar bijdrage leert ze mij het literair werk van mijn moeder anders kennen. Bedankt! Met haar ogen en haar blik zal ik zeker bepaalde boeken van mijn moeder herlezen.
Want soms ga ik graag terug naar mijn roots, mijn wortels, soms ook niet.




Ps. Prof. Verpoest weet zoveel over de vrouwen en hun maatschappelijke rol na 1918! Een eyeopener

zaterdag 12 januari 2019

BOEKENJAAR 2018 IS VOORBIJ...

Ja, 2018 is voorbij, gelukkig, want het was een te woelig jaar. Het was als een duik in zee met golven die soms kabbelden, rolden en bolden, zongen of schuimden en zelfs klommen en bonkten.

Het was iets te veel van het 'goede'... 

Dat kwam niet door gezin of familie, maar door mijn schrijfdrang. 'Gevangen geboren' moest, met een uitgever, verschijnen. Dat had ik beloofd aan Renée, hoofdpersonage en mede-auteur. 'De schat van Merkem' moest dat ook, weliswaar in eigen beheer. Omdat wat dit boek uniek maakt, in 2018 net 100 jaar geleden gebeurde. Dus een jaar of langer wachten, had geen enkele zin.
Voor het eerste boek organiseerde ik een boekvoorstelling, voor het tweede een verhalenwandeling. Het hele jaar door stuurde ik persberichten, mails, plaatste ik een reeks Facebook- en Linkedinberichten, kreeg ik enkele recensies, gaf ik een serie interviews en lezingen. Ja, een schrijver moet echt bergen verzetten, met veel geduld en energie, om gelezen te worden...

Tijd voor 'goede' voornemens...

Welke? Ik zal er een nachtje over slapen, een dagje over nadenken, een week over piekeren en een maand over bezinnen. Daarna zien ik wel. Enkele manuscripten wachten vol ongeduld om aangevuld, verwerkt en afgewerkt te worden, na mijn operatie Schone Handen (dus: na het opruimen van mijn schrijfkamer). Ik weet niet goed waar eerst aan beginnen: aan een boek over een schrijver-journalist of aan een boek over mijn Siciliaanse oma. Wie helpt me kiezen?

Lambert Swerts was vriend aan huis, bij mijn ouders. Ik heb hem en zijn dochter-dichteres Emmie gekend, en ken nu ook zijn kleindochter Kristin. Over Swerts staan in mijn schrijfkamer enkele volle dozen documentatie klaar. Die leende ik van Kristin. Zelf erfde ik van mijn vader enkele aangrijpende teksten van deze man. Te veel en te mooi om te laten liggen en te vergeten.

Nonna, was een bijzondere vrouw. Ze emigreerde als kind van Sicilië naar Zwitserland, trouwde met een Belg, verhuisde als jonge vrouw naar Genk en verloor een zoon aan het Oostfront. Dat verdriet tekende haar verdere leven, maar ze was een superoma, mijn meter en ik was dol op haar. Ze verwende me rot met chocolade op Pasen en bij Sinterklaas, met taart bij feesten, met te veel middageten, met kledij voor communiefeesten, met fruit uit haar tuin en uit de winkel, met Siciliaanse liedjes en met zoveel meer. Tot haar laatste dagen voelde ze zich en bleef ze een vreemde eend, niet echt aanvaard en zeker niet begrepen...



Ik zie het helemaal zitten! Welkom 2019, met tijd voor man en dochters, voor Algiers en London, voor wandelen en varen, veel vrijwilligerswerk en veel schrijven!