vrijdag 14 september 2018

ODE AAN OOSTENDE

Wat heb ik genoten van Oostende, haar strand, haar zee, haar overzetboot, haar restaurants, haar huizen, haar winkels, en zoveel meer. Vier dagen kon ik in de zomer de Gentse hitte ontvluchten. Dat was echt nodig want ik kon niet meer ademen, slapen of schrijven. Ik kon niet meer wandelen of bewegen. Ik kon niets meer. Lam en lamlendig was ik, tot ik naar zee mocht. Vier dagen. Vier dagen warmte, maar ook lucht. Ik heb van u genoten Oostende, van uw strand, van uw zee, van uw luchten en lichten, zelfs van uw zandkastelen en van uw vuurwerk… 

Mooie herinneringen heb ik aan mijn jaarlijkse vakantie als kind daar, in een pensionnetje annex rusthuis in de Capucijnenstraat, links van de kerk, geleid door mijn oude maar altijd lachende tante Martha. Met broers en zussen op een kamer voor 6 tot 8 personen. Soms in een kamer verder ook Hilde en Monique, Leentje en Michel, of Tony en Christine, tante Ghislaine en nonkel Camiel. Allemaal familie. Geen laken, geen bedsprei, geen bed en geen handdoek was hetzelfde. Dagelijkse kost, zonder franjes. We aten wat de rusthuisbewoners aten. Alles was er doodgewoon, net als thuis. 
Wat hadden we een pret! Elke dag naar zee, naar het ‘Klein Strand’, op het 'Groot Strand' kwamen we nooit. Dat leek ver en nu zo dichtbij! Met valse briefjes van 20 namen we de 'vinders' beet. Kilo's schelpen raapten we, ontelbare putten hebben we gegraven, avondlijke kilometers afgelegd op de houten pier (het witte gebouw is weg). Het pension verdween en maakte plaats voor appartementen, maar de aantrekkingskracht van Oostende bleef, eigenaardig genoeg, tot op vandaag.

Ik genoot in augustus van mijn (her)ontdekkingen!
Van de Dansen Golven van Patrick Steen. Van de rode enorme Rock strangers van Arne Quinze, van de aaibare stenen hondjes van...Van de enorme bronzen Wullok van Stief De Smet. Van de prachtige Venetiaanse en Koninklijke gaanderijen van de Franse architect Charles Girault! 400 meter lang, altijd anders door het speling van licht en duisternis, zon en wolken. 
Van het stenen omkleedhok. Waar is de tijd dat ik stuntelig stond te wringen met een handdoek rondom mijn lijf, om mijn badpak aan of uit te trekken, met o zoveel schrik dat iemand, wie ook, een bloot detail zou kunnen zien van mijn bijna vrouw-zijn? De jongens met ijs- en lolly-draagbakken hebben jammer genoeg plaatsgemaakt voor gemotoriseerde crèmeglasverkopers op het zand. Goed dat de schelpen en papieren bloemen zijn gebleven, al kunnen haast enkel oma’s die kunde doorgeven. 
De vliegers zijn er nog, maar ze zijn veel groter en mooier... en de ouders spelen er mee. De billenkarren (go-karts) bleven, maar nu zijn er zelfs telegeleide!
Oostende, ik kreeg niet genoeg van u.

Ik kom terug, beloofd.
Om opnieuw lang en ver te wandelen naar Westende of  Nieuwpoort.
Om Jack en de andere stenen hondjes te aaien.
Om mijn streetart-idool ROA nog maar eens te bewonderen.
Om de gratis overzetboot te nemen en richting Bredene te fietsen.
Om nog eens croissants te halen in bakkerij ’t Molentje.
Om art deco gebouwen te zien.
Om garnalen te eten.
Om Ensor in Mu.ZEE nog eens te bewonderen.
Om de Japanse tuin te zien.
Om het praalgraf van de eerste Belgische koningin te zien in de Petrus- en Pauluskerk. 
Om na te gaan of dikke Mathilde van Georges Grard echt zo dik is.
Om domein Raversyde en Fort Napoleon te bezoeken.
Om weer de skyline van Oostende te zien vanop de nieuwe pier.
Om opnieuw een ijsje te kopen bij Gelato Maxzim, zelfs als er een file staat
En zeker om 's morgens, 's avonds en ‘s nachts het speelse licht in de gaanderijen te beleven, om de meeuwen te horen schreeuwen en de Noordzee te zien, te zien, te zien...
Eén keer zal niet voldoende zijn...

ps. Bedankt Lia en Frank voor het verblijf! 💙Ik heb er echt van genoten...

dinsdag 11 september 2018

DOL OP KRANEN

Door mijn kleinzoon van 15 maanden kreeg ik meer aandacht voor kranen, niet zo maar kranen; neen, heel hoge kranen. Toen hij met vakantie in Gent was, kon hij door het grote raam drie enorme kranen zien bewegen. Wat een luxe. ‘Kra kra’, riep hij, en ik antwoordde ‘De kraan draait’ als dat zo was, met de nodige armdraaibeweging erbij. Dat heb ik wel 100 keer op 10 dagen moeten herhalen. En nooit was hij het beu, die kranen. Ik ook niet. De kranen draaiden soms ook niet, dan zei ik: ‘ze slapen’ en dat was O.K. voor hem.


KRA KRA
Na zijn vertrek naar Algiers, keek ik nog dikwijls naar zijn kranen… en ik miste hem, heel erg. Hem, zijn vingertje dat wees naar de kranen, zijn kra kra, zijn helemaal.
En ik begon vragen te stellen… Hoe hoog zou die ene kraan zijn die mijn kleinzoon fascineerde? Wanneer kruipt de kraanman naar boven en hoe? Met een liftje, een trap of beiden? Ik zal er een verrekijker moeten bijhalen. Ik weet ongeveer - denk ik - wanneer hij begint te werken en wanneer hij stopt: om 7 uur ‘s morgens begint hij met iets dat lijkt op een langgerekte ‘peut’. Het draaien geeft een op verkeer lijkend geluid. Om 17 uur stopt de beweging, en hij wellicht ook. En zo gaat het elke dag opnieuw, van maandag tot en met zaterdag. 

RUST
Ik denk dat het buitenlandse werknemers zijn, die een 6 dagen week hebben om zo dagen te sparen en een week of meer naar huis te kunnen. Eén dag rust hebben en nemen ze. Meer niet. Misschien zijn ze uit Polen? Ik weet het niet. In al die maanden dat de werf actief is, heb ik slechts vorige week voor het eerst een man, hoog boven in de lucht, in de cockpit van de kraan, met de deur open, horen roepen naar beneden. Ik weet niet naar wie en ik weet ook niet wat hij riep. De zin was te kort om te taal te herkennen, maar het moest iets nuttigs en iets dringend zijn geweest. Anders roept of schreeuwt een mens niet van zo hoog naar beneden, toch?

EENZAAM
Wat ik ook dacht, is: wat moet het eenzaam zijn, de job als kraanman, ongekend en ook ondergewaardeerd. Hij zit daar de godganse dag alleen, hoog in de lucht, bijna tussen de wolken, in het oog van de zon, niemand om mee te praten, niemand om tegen te lachen, niemand om tegen te zeuren… alleen eten, alleen drinken, alleen werken. Een heel dag van wel bijna 10 uur! Of zie ik niet dat hij eens naar beden komt en weer stijgt? En moet die man niet plassen? Of heeft die een soort container daarvoor? Eventjes heen en weer gaan, kan toch niet, het zou zoveel tijd vragen.

HOOG-MOED
Fijn voor hem dat de zomer en nazomer zo mooi is, de lucht is dikwijls blauw, de zon schijnt, maar het kan er toch ook te warm zijn. En soms is het rondom hem grauw, grijs en nat. Al dan niet met een vogel of een vliegtuig als afleiding. Wat zou ik graag eens naast hem zitten kijken en luisteren, praten met hem. Maar niet te lang, geen dag. Neen, dat is veel te lang. Een half uurtje is voldoende. Gewoon om te weten wat het is zo hoog te zitten, zo alleen te zitten. Hoe moet zijn zicht zijn over Gent? Hoe ver kan hij zien? Wat kan hij zien? 
Kon hij zien dat mijn kleinzoon en ik - hij aan het grote woonkamerraam of op mijn arm - dat we samen naar hem wuiven? Hem bewonderen? Hem feliciteren met zijn hoog-moed en klimwerk? Zijn kraan, zo las ik, is van de firma Wolff en hij werkt voor het bedrijf Willemen. Kunnen die onze oprechte bewondering aan hem overbrengen? Bedankt. Elk mens is een complimentje waard, die kraanman zeker...