zondag 26 april 2015

IK KAN NIET MEER...



Mijn jongste zus is dood. Dat doet veel pijn. 
Maar het is ‘beter’ voor haar, voor haar zo lieve man en kinderen, voor ons en voor iedereen die van haar houdt.
Ze was al jaren ziek, heel erg ziek…
Ze had al jaren pijn, zoveel pijn…
Ze vocht al jaren, keihard...
Ze was gewoon op.

‘Ik kan niet meer…’
Hoe dikwijls heb ik haar die woorden horen zeggen, de laatste weken?
Ik ben de tel kwijt, maar ze blijven nazinderen in mijn oren, in mijn hoofd, in mijn hart.
Die woorden deden elke keer pijn, zoveel pijn.
Je zus zo zien en horen lijden… Neen. Dat wil je niet.
Geen mens kan dit dragen en verdragen.
Geen mens vindt dit normaal.



Je hart was groot, maar je rugzak werd te zwaar.
Je ogen werden zo moe, je handen blauw doorschijnend.
Je spieren konden niets meer, je hart klopte te snel.
Je gedachten waren te zwaar en je gevoelens te overweldigend.
Je computer bleef dicht.

Je gevecht is voorbij. Je oorlog is afgelopen.
Die wrede oorlog in je hart, in je hoofd en in je lijf...
‘Rust nu maar uit, je strijd is gestreden, je hebt het ontzettend moedig gedaan. Niemand kan ooit begrijpen wat je hebt geleden, niemand kan ooit voelen wat je hebt doorstaan’, las ik in een doodsbericht.
Dàt is net wat ik aan jou, Kleintje, wilde zeggen…
En ook dat ik soms boos was op jou, soms heel verdrietig over jou, dat ik soms te weinig en te veel van je hield... maar nu vooral, dat ik je mis.
Ann, je oudste zus






Sommig verdriet is te groot voor tranen
Nico Frijda








maandag 13 april 2015

Hoe is het met het boek en hoe is het met Karen?

Deel 2: Hoe is het met Karen?

Heel wat lezers van ‘Oorlog in mijn hoofd’ vragen me hoe het nu met Karen is, drie jaar na het verschijnen van het boek. ‘Niet goed. Neen, niet goed’, moet ik jammer genoeg antwoorden. De buitenwereld ziet dat meestal niet want ondanks de pijnlijke oorlog in haar hoofd blijft Karen lachen, vriendelijk zijn, helpen...

‘Thuis wonen gaat met vallen en opstaan. Ik heb nog steeds heel veel last van angsten en van mijn dwangstoornis. Alleen thuis zijn, is moeilijk omdat ik nog zoveel angsten heb. 
Automutileren is erg in periodes. Ik moet er nog alle dagen erg tegen vechten; soms kan ik het onder controle houden en soms niet. Als ik het een keer doe, volgt meestal een periode waarin het veel gebeurt, tot ik het door de hulp van mijn psycholoog en psychiater of door een opname onder controle krijg. Ik volg naailessen en ga een namiddag per week helpen in een kleuterklasje zodat ik toch iets bijdraag aan de maatschappij. Jammer genoeg durf ik niet meer met de auto rijden. Ik prijs me gelukkig mag met mijn moeder want ze doet erg veel voor mij. Zonder haar stond ik niet waar ik nu sta. Ze is er altijd voor mij ook al heb ik weer iets doms gedaan. Ik vind het erg dat ik haar zoveel ontgoochel door me te snijden…’, vertelt Karen.

Met het boek hoopte ik dat Karen meer aandacht zou krijgen van familie, vrienden en kennissen, maar dat gebeurde niet echt. Wie wil met Karen spreken, mailen, iets leuks doen, haar helpen, steunen en vergezellen? Er zijn er niet veel. Misschien hebben mensen te veel schrik van haar verdriet en haar pijn? Of van haar als psychiatrische patiënt? Dat is stom, dom en onterecht. Karen is lief, voorzichtig, sociaal, attent en bezorgd, iemand die geen vlieg kwaad doet… behalve zichzelf.

Hoe kunnen we haar en anderen helpen?
-                Ontkennen, minimaliseren, medelijden... helpen niemand vooruit. Hoe kunnen we Karen en andere mensen met psychische problemen helpen? In ‘Oorlog in mijn hoofd’ geeft Karen - en ook haar psychologe - een reeks tips rond omgaan met mensen met DIS. Geestelijke Gezondheid Vlaanderen geeft tips over hoe je kan omgaan met iemand met psychische problemen.

-                  Ontkennen helpt niet. Ontkennen, minimaliseren, medelijden... helpen niemand vooruit, jezelf niet en de andere ook niet. Blijf dus gewoon. Blijf rustig. Probeer te begrijpen. Neem je tijd. Gewoon aanwezig zijn is soms al voldoende. Kijk wat je kan doen om het voor de andere draaglijker te maken.

-                  Een gesprek beginnen. Vraag hoe het ermee gaat, geef aan dat je bereid bent om te luisteren. Een ontwijkend antwoord? Dan heeft hij of zei nog wat tijd nodig. Respecteer dat. Weet je niet wat te zeggen, zeg dat dan. Dat is vaak het begin van een gesprek. Vraag of je kunt helpen.  

-                  Deze dingen zeg je beter niet:
o       Je maakt het veel erger dan het is.
o       Het gaat wel over. Maak je geen zorgen.
o       Stop met dat zelfmedelijden.
o       Je beeldt het je allemaal maar in.
o       Het had allemaal veel erger gekund.
o       Ik weet perfect hoe je je voelt.



Karen steunen kan ook door dit boek te kopen!
‘Oorlog in mijn hoofd’ kan besteld worden bij De Standaard Boekhandel, bij www.bol.com of bij mij (15 euro, verzendingskosten inbegrepen). 
Mail naar info@anndriessen.be

zaterdag 11 april 2015

HOE IS HET MET HET BOEK EN MET KAREN?

'Oorlog in mijn hoofd', dat ik met en voor Karen schreef, kwam in 2013 uit. Nu, drie jaar later, krijg ik heel wat vragen, vooral deze: 'Hoe is het met het boek?' en 'Hoe is het met Karen?'  Daarom, in twee afleveringen, een antwoord op die vragen.

Deel 1 Hoe is het met het boek?

Goed. Twee drukken, 1500 exemplaren verkocht. Daar zijn wij - Karen en ik - best tevreden over als je weet dat het onderwerp - de ziekte van Karen, DIS of Dissociatieve Identiteitsstoornis - zeldzaam is én de meeste boeken geen oplage van 500 exemplaren halen. Het schrijven van dit boek met en voor Karen nam maanden in beslag. Het zorgen voor de bekendmaking ervan kostte een pak extra werk: korte en lange persberichten opstellen (aangepast aan het medium, aan de doelgroep); mailen naar familie, vrienden, kennissen en collega’s; op de Boekenbeurs aanwezig zijn; voordrachten geven in Hasselt, Roeselare, Antwerpen, Nieuwpoort en Gent, het boek aanhalen in gesprekken en op sociale media, jongeren helpen bij hun schoolopdracht over DIS (meervoudige persoonlijkheidsstoornis), mee schrijven aan een website over DIS, enz. Wat enorm deugd deed waren de positieve recensies, de reacties en de 30 mails (die ook moesten beantwoord worden).

En hoe liep het in Nederland?
Minder dan gehoopt, al kreeg het boek enkele zeer positieve recensies. Mijn Amerikaanse, Engelse, Spaanse en Italiaanse vrienden vragen of er een vertaling komt. Al wil ik dat wel, ik denk het niet. ‘Oorlog in mijn hoofd’ telt 48.090 woorden. Een vertaling zou meer dan 5000 euro kosten. Zoveel winst heeft de Nederlandse versie niet eens opgebracht voor Karen!

Om naar te luisteren?


Tof is dat door Luisterpunt blinden, slechtzienden, mensen met dyslexie, met afasie of met een spier- of gewrichtsziekte 'Oorlog in mijn hoofd' gratis kunnen lezen. Deze openbare BIB biedt brailleboeken en Daisy-boeken in mp3-structuur aan (één cd). Als je - net als de 5138 huidige gebruikers - lid bent van Luisterpunt, kan je dit luisterboek en nog 22.000 andere lenen. Op twee jaar werd ‘Oorlog in mijn hoofd’ 102 maal uitgeleend. ‘Dat is best wel veel’, zegt Saskia van Luisterpunt. Luisterpunt werkt als verzendbibliotheek. Lid worden van de bibliotheek, boeken lenen en verzenden zijn gratis.


Wil je meer weten over dit boek?

Oorlog in mijn hoofd’ van Karen en Ann Driessen kan besteld worden bij De Standaard Boekhandel, bij www.bol.com of bij mij (15 euro, verzendingskosten inbegrepen).

zaterdag 4 april 2015

De verrijzenis...

Herinnert u zich dat ik schreef over de zelfmoordpoging van mijn Amaryllis op 23 december?
Over haar die zich, na exuberant bloeien, op een zekere nacht te pletter stortte en er daarna in slaagde, met het hoofd fier omhoog, een nieuw elan te vinden in haar leven?
Verontrustend en pijnlijk vond ik het eerst, daarna moedig en bewonderenswaardig. 



Dat ongelooflijke verhaal heeft deze week, meer dan drie maanden later, een indrukwekkend en hartverwarmend vervolg gekregen: ze kreeg een nieuw leven! Haar wacht een mooie toekomst.






De natuur is, in bepaalde gevallen, o zo sterk.
Niet altijd. Zo is deze week weer eens bewezen...